Brief regering : Uitspraak Raad van discipline over de landsadvocaat
36 410 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2024
Nr. 105
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 september 2024
Vandaag heeft de landsadvocaat mij bericht dat de Raad van discipline een beslissing
heeft genomen over tuchtklachten die waren ingediend tegen de landsadvocaat een andere
advocaat van zijn kantoor, een voormalig kantoorgenoot en zijn kantoor. De klachten
zien op het verkeerd voorlichten van de rechter, het beïnvloeden van getuigen, het
onjuist adviseren van de cliënt en het ten onrechte kennisnemen van verschoningsgerechtigde
informatie. De Raad komt tot het oordeel dat de klachten ongegrond of niet-ontvankelijk
zijn, met uitzondering van een klachtonderdeel dat zag op het bewaren van (verschoningsgerechtigde)
informatie in het advocatendossier. De Raad vindt dat de landsadvocaat deze informatie
gedurende een korte periode van drie maanden (tussen omstreeks oktober 2018 en 15 januari
2019) uit het dossier had moeten verwijderen. De Raad ziet hierin aanleiding de landsadvocaat
een waarschuwing op te leggen. Ik stuur uw Kamer de beslissing van de Raad en de reactie
van de landsadvocaat hierop als bijlage bij deze brief.
De Raad van discipline heeft in deze casusspecifieke situatie duidelijkheid verschaft
over de verhouding tussen de vernietigingplicht van verschoningsgerechtigde informatie
enerzijds en de bewaar- en verantwoordingsplicht anderzijds. De landsadvocaat heeft
mij bericht dat hij daar in toekomstige voorkomende gevallen als landsadvocaat vanzelfsprekend
naar zal handelen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid