Brief regering : Zienswijze uithuizing ministerie van Algemene Zaken (AZ)
34 293 Renovatie Binnenhof
Nr. 137
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 augustus 2024
Op 29 juli jongstleden is door de burgemeester van Den Haag aan zowel het Rijksvastgoedbedrijf
(RVB) en het Ministerie van Algemene Zaken (het ministerie) het voornemen bekend gemaakt
om de beëindiging van het gebruik van het gebruik van het gebouwdeel Binnenhof 17
t/m 20 door het ministerie af te dwingen middels een handhavingsbesluit strekkende
tot een last onder dwangsom. De gemeente vordert concreet de beëindiging van overtreding
van brandveiligheidsvoorschriften in het gebouwdeel waarbij wordt gesteld dat dit
kan door het gebruik ervan te beëindigen. De gemeente is voornemens daarvoor een termijn
van vier weken na vaststelling van het definitieve besluit te stellen, op straffe
van een dwangsom De gemeente heeft het ministerie en het RVB twee weken gegeven hierop
te reageren, waarna zij tot besluit zal komen. Met dit schrijven licht ik, mede namens
de Minister-President, onze gezamenlijke reactie aan de gemeente op dit voornemen
toe.
Het ministerie en het RVB hebben de gemeente gisteren laten weten uitvoering te geven
aan de vordering van de gemeente door voor het einde van september voor alle medewerkers
van het ministerie voor wie dit mogelijk is de vaste werkplek te verhuizen naar een
deel van het gebouw van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
en Justitie en Veiligheid aan de Turfmarkt 147. Meer precies betekent dit het volgende.
– De Minister-President vertrekt uiterlijk 31 augustus naar de Turfmarkt.
– Het merendeel van de medewerkers aan het Binnenhof zijn uiterlijk eind september verhuisd
naar de Turfmarkt. Deze verhuizingen vangen nu aan.
– De bijeenkomstfunctie van het Binnenhof is beëindigd.
– Alleen wie werk te doen heeft op de staatsgeheime ICT voorzieningen die nog niet beschikbaar
zijn op de Turfmarkt of wiens werk gebonden is aan de locatie werkt nog (gedeeltelijk)
op het Binnenhof. Dit is onder voorwaarden. Daarbij zullen per dag tijdens kantooruren
niet meer dan 70 medewerkers van het ministerie aanwezig zijn op het Binnenhof.
In de tijdelijke huisvesting van het ministerie aan de Turfmarkt kan niet per direct
worden beschikt over alle benodigde voorzieningen. In het bijzonder zullen de ICT-voorzieningen
die noodzakelijk zijn voor de werkzaamheden met de hoogst gerubriceerde informatie
pas eind van het jaar beschikbaar komen aan de Turfmarkt. Slechts wanneer en voor
zover medewerkers concrete taken uitvoeren waarvoor de hoogst beveiligde ICT-voorzieningen
noodzakelijk zijn, of wanneer andere veiligheidsoverwegingen daartoe nopen, voeren
zij die nog uit aan het Binnenhof. Dit uiteraard tot het moment dat benodigde (ICT-)
voorzieningen aan de Turfmarkt beschikbaar zijn. Vaste werkplekken aan het Binnenhof
zijn er alleen nog voor medewerkers van het ministerie waarvan de werkzaamheden volledig
en onlosmakelijk verbonden zijn met de locatie aan het Binnenhof. Met deze stap wordt
de dagelijkse bezetting aan het Binnenhof maximaal verder teruggebracht, terwijl wij
met aanpassingen in onze werkwijze in onze werkwijze kunnen blijven voldoen aan de
vereisten rond geheimhouding en staatsveiligheid. Wel brengt deze stap een grotere
inbreuk op effectiviteit van het ministerie met zich mee dan waarmee tot op heden
rekening is gehouden. Dit raakt aan de centrale rol die het ministerie speelt in het
nationale bestuur en besluitvorming en dat zal in de praktijk, zeker in de eerste
periode, in de praktijk te merken zijn. Voor de dagelijkse werkpraktijk van vrijwel
alle medewerkers maar ook in de samenwerking met andere partijen zoals de ministeries.
Voor de beperkte groep medewerkers die gegeven de aard van hun werkzaamheden aan het
Binnenhof blijft verrichten geldt dat de (brand)veiligheid gewaarborgd blijft. De
vluchtveiligheid in het complexdeel van het ministerie is met alle genomen maatregelen
goed geregeld. Met een minimaal aantal mensen in het gebouw nemen de risico’s met
betrekking tot vluchten nog verder af en krijgt de capaciteit van de vluchtwegen een
ruime overmaat. Bovendien worden, bovenop de in goed overleg met de gemeente en brandweer
reeds genomen veiligheidsmaatregelen, extra brandwachten ingezet en worden periodiek
met de brandweer de bestaande afspraken en procedures rond inzet bij calamiteiten
tegen het licht gehouden, opdat de toegankelijkheid van het gebouwdeel tijdens de
renovatie van het Binnenhofcomplex voor de hulpdiensten steeds verzekerd is.
Tot slot merk ik op dat de verhuizing van het Binnenhof van het ministerie een gecompliceerd
proces is gebleken. Aan de inzet van alle betrokkenen medewerkers van het RVB, het
ministerie als ook de gemeente heeft het niet geschort. Zij hebben steeds het uiterste
is gedaan om tijdig en zorgvuldig de noodzakelijke stappen te zetten. Toen de aanvankelijk
vergevorderde plannen om te verhuizen naar het Catshuis, nadat bleek dat uiteindelijk
geen vergunning zou worden verleend, niet door konden gaan, is er met uiterste inzet
gezocht naar een alternatief. Dit is in eerste instantie gevonden in het pand van
de Ministeries van EZK en LNV aan de Bezuidenhoutseweg 73 (B 73). De gemeente heeft
zich tussentijd constructief opgesteld en medewerking gegeven tot langer verblijf
aan het Binnenhof tot 31 juli 2024. Op 12 maart jl heeft de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties de Kamer moeten melden (TK 2023–2024, 34 293, nr. 134) dat het alternatief B 73 niet gereed zou zijn vóór het aflopen van die termijn.
Door het RVB is vervolgens op de kortst mogelijke termijn een nieuw alternatief beschikbaar
gemaakt met medewerking van het Ministerie van J&V en het Ministerie van BZK die in
het gebouw aan de Turfmarkt 147 op zeer korte termijn ruimte vrijgemaakt hebben voor
AZ. Met de gemeente is door ons sinds het voorjaar uitgebreid overlegd over de ontstane
situatie. Dat heeft tot het onderhavige voornemen tot handhaving geleid en vervolgens
de aanvullende besluiten in deze brief.
Wij hebben de gemeente verzocht om in het licht van deze besluiten af te zien van
het opleggen van de voorgenomen last onder dwangsom en te berusten in het zeer beperkte
resterende gebruik onder voorwaarden van het gebouwdeel Binnenhof 17 t/m 20 door het
ministerie. Het college neemt hierover naar verwachting op korte termijn een besluit.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Indieners
-
Indiener
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening