Brief regering : Ontwikkelingen Experiment gesloten coffeeshopketen
24 077 Drugbeleid
Nr. 548
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN DE MINISTER
VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 augustus 2024
Met deze brief informeren wij u over de laatste stand van zaken van het Experiment
gesloten coffeeshopketen (hierna: experiment).
Op 17 juni jl. is de overgangsfase van het experiment van start gegaan. Sindsdien
mogen de aangewezen telers hun producten verkopen aan de coffeeshops in de tien deelnemende
gemeenten1 en mogen de coffeeshops deze gereguleerde producten, naast de gedoogde producten,
verkopen aan de consument. Op dit moment leveren drie telers aan deelnemende coffeeshops.
Tot dusver hebben 63 coffeeshops in meer of mindere mate gereguleerde hennep en hasjiesj
verkocht, van in totaal 75 deelnemende coffeeshops.
Op 15 maart jl. hebben we uw Kamer geïnformeerd dat de experimenteerfase naar verwachting
start op 16 september a.s., mits er op dat moment voldoende kwaliteit, kwantiteit
en diversiteit van hennep en hasjiesj aanwezig is om alle coffeeshops te bevoorraden
(Kamerstuk 24 077, nr. 539). Daarbij is ook aangegeven dat als op de voorziene startdatum niet aan deze voorwaarden
kan worden voldaan de overgangsfase verlengd wordt.
Sinds de start van de overgangsfase 17 juni jl. is gemonitord of aan deze voorwaarden
wordt voldaan door middel van het uitzetten van vragenlijsten bij coffeeshophouders2, het voeren van kwartaalgesprekken met de telers, het ophalen van input bij gemeenten
en het monitoren van de huidige productiecijfers. De monitoring heeft vanaf die periode
plaatsgevonden omdat vanaf dat moment coffeeshophouders de gereguleerde producten
konden aankopen en zo het meest actuele beeld van de stand van de voorwaarden geschetst
kon worden. Uit deze monitoring blijkt dat momenteel nog niet wordt voldaan aan de
voorwaarden.
Uit de track & trace gegevens blijkt dat de productie van hennep en hasjiesj bij de
eerste drie telers die nu in productie zijn achterblijft op de productieprognoses
zoals de telers die afgelopen maart verwachtten. Er is sprake van voldoende kwantiteit als de telers in totaal minimaal 570 kg wiet en 160 kilo hasj per week kunnen leveren.
Daarnaast moet er een minimale voorraad aanwezig zijn van 6.800 kilo wiet en 2.000
kilo hasj. Op dit moment wordt niet aan de voorwaarde van voldoende kwantiteit voldaan en op basis van de prognoses blijkt dat deze ook nog niet op 16 september
behaald worden. Telers 4 en 5 hebben enige vertraging opgelopen in de voorbereidingen.
Het is niet realistisch dat deze vertraging voor 16 september wordt ingelopen, aangezien
het proces van telen, drogen en verpakken van cannabis een aantal maanden duurt. Gelet
hierop moeten we concluderen dat de kwantiteit nog niet op het niveau is wat het had moeten zijn, zeker als het gaat om de kwantiteit
van hasj. Zoals het er nu naar uitziet is er medio september onvoldoende hasj geproduceerd
om alle coffeeshops in de tien deelnemende gemeenten bestendig te kunnen bevoorraden.
Tijdens de kwartaalgesprekken met de telers wordt het belang van een voldoende productie
voor hasj benadrukt.
Het beperkte aanbod van drie telers heeft ook gevolgen voor de diversiteit van de hennep en hasjiesj. De meerderheid van de coffeeshophouders heeft in reactie
op de vragenlijst aangegeven hun klanten momenteel niet te kunnen voorzien van een
divers aanbod van cannabisproducten. Om te spreken van voldoende divers aanbod, geven
coffeeshophouders aan dat zeker meer dan drie telers gereed moeten zijn om te leveren.
Ook burgemeesters van de deelnemende gemeenten hebben zorgen geuit over onvoldoende
(divers) aanbod.
Verder hebben de meeste coffeeshophouders in de vragenlijsten aangegeven neutraal
tot tevreden te zijn over de ervaren kwaliteit van de wietproducten. Echter geldt dit nog niet voor hasj: de meerderheid van de
coffeeshophouders geeft aan dat de kwaliteit van hasj op dit moment onvoldoende is.
Deze bevindingen leiden ertoe dat we voorzien dat de kwantiteit, kwaliteit en diversiteit
van de gereguleerde producten ook op 16 september a.s. niet voldoende zal zijn. Het
is daardoor niet mogelijk om aan te vangen met de experimenteerfase. Indien wel wordt
gestart met de experimenteerfase en niet aan de voorwaarden wordt voldaan, dan wordt
het risico op illegale (straat)handel vergroot. In deze fase mogen immers enkel nog
gereguleerde producten worden verkocht. Zorgvuldigheid is dus geboden en er is meer
tijd nodig om het aanbod van de telers op peil te krijgen om het experiment goed van
start te laten gaan. Daarom wordt de overgangsfase verlengd.
Wanneer de vierde en vijfde teler gereed zijn, wordt de productie opnieuw gemonitord.
We streven ernaar medio november de uitkomst van deze monitoring te communiceren richting
betrokkenen. De experimenteerfase start niet eerder dan zes weken na bekendmaking
van de startdatum van de experimenteerfase, zodat telers, coffeeshophouders, gemeenten
en toezichthouders voldoende tijd hebben om zich hierop voor te bereiden.
Tot slot wordt de ingebruiknameplicht van negen maanden deze week aan de aanwijzing
van vijf telers verbonden. Dit betreft 5 van de in totaal aangewezen 10 telers die
nog niet zijn begonnen met telen. Dit betekent dat deze telers vanaf dat moment binnen
negen maanden moeten zijn gestart met de teelt en dat anders hun aanwijzing kan worden
ingetrokken. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie Mutluer3, waardoor de voortgang van de telers die op dit moment nog niet produceren wordt
bewaakt. Hiermee is de motie uitgevoerd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
Indieners
-
Indiener
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Medeindiener
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid