Brief regering : Voorhang renseigneringsbepaling artikelen 22 en 22a UBIB 2001
31 066 Belastingdienst
Nr. 1418
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Ontvangen ter Griffie op 12 juli 2024.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer
overgelegd tot en met 23 september 2024.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder
worden gedaan dan op 24 september 2024.
Bij deze termijn is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2024
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende een wijziging in verband met het
aanstaande Eindejaarsbesluit 2024. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik
u naar de ontwerpnota van toelichting in de bijlage.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
(artikel 10.8, tweede lid, Wet inkomstenbelasting 2001) en biedt uw Kamer de mogelijkheid
zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering
van de Raad van State (van het Koninkrijk) zal worden voorgelegd en vervolgens zal
worden vastgesteld. Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan
de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van
State (van het Koninkrijk) over het ontwerpbesluit standaard niet eerder dan vier
weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Deze voorhangtermijn wordt echter vanwege het zomerreces, met inachtneming van aanwijzing
2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving verlengd tot drie weken na afloop van
het zomerreces.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De Staatssecretaris van Financiën,
F.L. Idsinga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.L. Idsinga, staatssecretaris van Financiën