Brief regering : Rapportages aan Euratom en het Internationaal AtoomEnergie Agentschap over radioactief afval
25 422 Opwerking van radioactief materiaal
Nr. 300
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2024
Hierbij ontvangt u ter informatie het rapport dat aan de Europese Commissie wordt
verzonden conform artikel 14.1 van de Europese richtlijn 2011/70/Euratom en aan het
Internationaal AtoomEnergie Agentschap (IAEA) ter voorbereiding op de achtste toetsingsconferentie
die in maart 2025 gaat plaatsvinden. Richtlijn 2011/70/Euratom is de Richtlijn tot
vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van
verbruikte splijtstoffen en radioactief afval (hierna: de Afvalrichtlijn).
Volgens artikel 14.1 van de Afvalrichtlijn dienen de lidstaten eens in de drie jaar
verslag uit te brengen aan de Commissie over de uitvoering van deze richtlijn, voor
de vierde keer uiterlijk op 23 augustus 2024.
Op grond van het Gezamenlijk Verdrag inzake de Veiligheid van het Beheer van Bestraalde
Splijtstoffen en inzake de Veiligheid van het Beheer van radioactief Afval (Joint
Convention) behoort iedere verdragspartij, waaronder Nederland, om de drie jaar een
nationaal rapport in te dienen bij het IAEA. Het rapport behandelt de maatregelen
die de verdragspartij zijn genomen ter nakoming van de verplichtingen van de Joint
Convention.
Hoewel beide rapporten inhoudelijk in belangrijke mate overlappen, werden ze in het
verleden afzonderlijk opgesteld. Volgens de instructies van de Europese Commissie,
werden passages van het Joint Convention report overgenomen in het rapport aan Euratom.
Dit jaar heeft Nederland voor het eerst beide rapporten gecombineerd in een enkel
document.
De rapportage laat zien hoe Nederland voldoet aan de verplichtingen uit de Afvalrichtlijn
en de Joint Convention. Overeenkomstig de internationale afspraken over het format
wordt artikelsgewijs ingegaan op het nationale kader, de regelgevende autoriteit,
de vergunninghouders, expertise en vaardigheden, financiële middelen, transparantie
en de stand van zaken omtrent het nationale programma radioactief afval (NPRA). Tijdens
de achtste toetsingsconferentie die van 17 tot en met 28 maart 2025 in Wenen zal plaatsvinden,
zal de discussie in de landengroep worden gevoerd op basis van dit rapport. Een correlatie
tabel tussen de Afvalrichtlijn en de Joint Convention is in het rapport opgenomen.
Het rapport bevat een weergave van zaken die eerder in brieven aan de Tweede Kamer
geadresseerd zijn.
Bij de zevende conferentie in 2022 zijn door andere verdragspartijen de volgende uitdagingen
genoemd voor Nederland (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 25 422, nr. 286):
1. Onderhouden en verder ontwikkelen van een kennisinfrastructuur voor nucleaire veiligheid
en stralingsbescherming; en
2. Toewerken naar een lange termijn oplossing voor radioactief afval, met daarbij aandacht
voor publieksparticipatie.
Deze uitdagingen zijn als volgt geadresseerd in de rapportage.
1. Eind 2020 is een interdepartementale werkgroep opgericht waarin het Ministerie van
Economische Zaken en Klimaat, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap en de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming participeren.
De werkgroep verkent de uitdagingen die er zijn om de noodzakelijke kennis en expertise
op het gebied van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming te garanderen, en identificeert
mogelijke oplossingen.
2. Op dit moment wordt een tweede NPRA opgesteld. In dit NPRA wordt een routekaart naar
de eindberging opgenomen. Dit is al in hierboven genoemde brief aan de Tweede Kamer
aangekondigd. De routekaart zal mede gebaseerd zijn op het advies van het Rathenau
Instituut dat na de zomer wordt verwacht. Het advies zal aanbevelingen bevatten over
de inrichting van een participatief besluitvormingsproces voor de eindberging.
Daarnaast heeft Nederland een suggestie meegekregen: implementeer de informatie die
is opgeleverd door het onderzoeksprogramma1 voor de eindberging in de acceptatiecriteria voor radioactief afval die door COVRA
worden opgesteld. In het lopende onderzoeksprogramma COPERA, wordt een nieuwe safety
case2 opgesteld. Als deze safety case is afgerond, zal COVRA werken aan de acceptatiecriteria.
Tijdens de ARTEMIS-missie die in 2023 in Nederland is gehouden3, heeft het IAEA een aanbeveling gedaan met een vergelijkbare strekking. Een actiepunt
ter uitvoering van deze aanbeveling wordt opgenomen in het NPRA.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat