Brief regering : Vervolg toekomstige organisatie interventies bij aangeboren hartafwijkingen

Nr. 859
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juni 2024

Op 21 februari 2024 heb ik u geïnformeerd over het besluit niet in hoger beroep te
gaan tegen rechterlijke uitspraak van 11 januari 2024 inzake de concentratie van de
interventies bij aangeboren hartafwijkingen bij kinderen en complexe interventies
bij volwassenen met deze aandoening (Kamerstuk 31 765, nr. 841). Daarbij heb ik toegezegd u over het vervolg te informeren, dat doe ik in deze brief.

In de afgelopen tijd heb ik veel gesprekken gevoerd met de Nederlandse Federatie voor
Universitair Medische Centra (NFU) en de patiëntorganisaties. De wenselijkheid tot
behoud en verdere verbetering van de kwaliteit, continuïteit en toegankelijkheid van
de zorg voor kinderen en volwassen patiënten met een aangeboren hartafwijking wordt
breed gedragen bij patiënten en de betrokken zorgprofessionals en bestuurders. Dit
was voor mij de aanleiding om samen met de umc’s een bestuurlijk akkoord op te stellen.
Het besluit niet in hoger beroep te gaan en het overleggen over een bestuurlijk akkoord,
heeft er toe geleid dat de umc’s stappen zijn gaan zetten. De zorgprofessionals zijn
intensiever gaan samenwerken, zij zijn met elkaar aan de slag om de afspraken uit
het bestuurlijk akkoord uit te voeren. Dit resulteert onder andere in een landelijk
multidisciplinair overleg, gezamenlijke kwaliteitsregistraties en jaarlijkse evaluaties.
Verder zullen de umc’s veldnormen, waar volumenormen een belangrijk onderdeel van uitmaken, ontwikkelen voor deze vorm van zorg.
Waar nodig zullen er op termijn maatregelen worden getroffen om de kwaliteit van zorg
verder te verbeteren. Deze afspraken zijn opgenomen in het bestuurlijk akkoord.

In de afgelopen periode is er meer rust gekomen in het veld, wat ook ten goede komt
aan de patiënt. Ik ben blij dat dit akkoord meer duidelijkheid biedt voor de patiënten.
Door dit akkoord te ondertekenen draag ik bij aan rust en ruimte voor de zorgprofessionals
om verder aan de slag te gaan met deze afspraken. Om deze ontwikkeling verder te ondersteunen
heb ik dan ook, samen met de umc’s, het bestuurlijk akkoord getekend.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister voor Medische Zorg,
P.A. Dijkstra