Brief regering : Informatie over kwaliteit van medisch specialistische zorg voor de patiënt
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 858
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juni 2024
Informatie over kwaliteit van medisch specialistische zorg voor de patiënt
De beste zorg is afgestemd op de behoeften, voorkeuren en waarden van de patiënt.
Patiënten en hun naasten willen betrouwbare, begrijpelijke informatie over de behandeling
van hun aandoening. Die informatie willen zij makkelijk kunnen vinden. Patiënten met
nierschade, die voor de keuze staan om wel of niet te dialyseren, willen niet alleen
een medische prognose horen, maar ook weten hoe de behandeling hun kwaliteit van leven
kan beïnvloeden. Patiënten met borstkanker hebben soms de keuze tussen een borstsparende
operatie, of een operatie waarbij de hele borst wordt weggehaald. Beide opties hebben
voor- en nadelen. Uiteindelijk gaat het erom dat patiënten op basis van de juiste
informatie samen met hun zorgverlener kunnen beslissen over hun behandeling. Naast
de keuze voor een behandeling kan ook de keuze voor een zorgaanbieder belangrijk zijn
voor patiënten. Patiënten willen weten welke expertise verschillende zorgaanbieders
hebben, zodat zij een zorgaanbieder kunnen kiezen die beschikt over de juiste deskundigheid
en het beste past bij de persoonlijke situatie1.
In de praktijk lopen behandeluitkomsten van zorgaanbieders soms uiteen. Zo zijn er
bijvoorbeeld grote verschillen tussen zorgaanbieders in incontinentiepercentages (verschillen
tussen de 20 en 84%) na een prostaatverwijdering bij prostaatkanker2. Ik vind dit schokkende verschillen. Voor patiënten is van belang of deze verschillen
actueel zijn en wat de reden van deze verschillen is, zoals een zwaardere patiëntenpopulatie
of een grotere/langere overlevingskans. Deze informatie hebben patiënten nodig om
geïnformeerd te kunnen kiezen bij welke zorgaanbieder zij behandeld willen worden.
Zoals ik heb toegezegd in de antwoorden op de vragen van het lid Tielen over npo-radio1-uitzending
van Argos van zaterdag 3 februari 2024 en het bericht «Negens en tienen voor artsen
die dat niet verdienen'3, informeer ik u met deze brief over wat mogelijk is om patiënten op korte termijn
van meer informatie over kwaliteit van zorg te voorzien als het gaat om de medisch
specialistische zorg (MSZ).
Daarbij voer ik met deze brief de motie Van den Hil4 uit die de regering verzoekt om met het Zorginstituut (ZIN), de Inspectie voor de
Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) steviger in
te zetten op en toezicht te laten houden op transparantie over praktijkvariatie en
met zorgaanbieders concrete afspraken te maken over begrijpelijke en inzichtelijke
informatie voor patiënten over verschillen in: i) ervaren en objectieve uitkomsten
van zorg; ii) bijwerkingen en complicaties van behandelingen; iii) wachttijden.
Als het gaat over begrijpelijke en inzichtelijke informatie voor patiënten over verschillen
in wachttijden, verwijs ik u naar de gemaakte afspraken in de brief over de toegankelijkheid
van MSZ die ik u op 4 juni 2024 heb gestuurd5. Zorgaanbieders zijn verplicht om elke twee weken informatie over hun wachttijden
door te geven aan de NZa, waarna deze – openbaar – op verschillende websites verschijnt,
zoals de website van het betreffende ziekenhuis, zorgkaartnederland.nl en ziekenhuischeck.nl.
De NZa houdt toezicht op het tijdig, volledig en juist aanleveren van deze wachttijdgegevens.
In de genoemde brief staan afspraken met de Patiëntenfederatie Nederland, NZa, IGJ,
Zorgverzekeraars Nederland (ZN), Nederlandse Verenigingen van Ziekenhuizen (NVZ),
Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) en Zelfstandige Klinieken
Nederland (ZKN) om onder andere te komen tot verbetering van de transparantie van
sturingsinformatie en beter inzicht in wachttijden en wachtlijsten. Het verbeteren
van de toegankelijkheid tot begrijpelijke keuze-informatie leidt naar verwachting
tot een optimale inzet van capaciteit en daarmee tot kortere wachtlijsten.
Leeswijzer
In deze brief geef ik eerst weer wat het belang van begrijpelijke keuze-informatie
is voor patiënten. Daarna ga ik in op wat de kansen en belemmeringen zijn in wat er
nu al is geregeld. Vervolgens ga ik in op de acties die ik samen met partijen in de
MSZ al onderneem, om de informatiepositie van de patiënt op middellange en lange termijn
te verbeteren, en tot slot informeer ik u over de acties die ik samen met partijen
in de MSZ6, het ZIN, de IGJ en de NZa oppak, om op korte termijn de informatiepositie van de
patiënt te verbeteren.
1. Het belang van begrijpelijke keuze-informatie voor patiënten
Recent zag ik in het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht een mooi voorbeeld bij het
wel of niet opereren van een gebroken heup bij kwetsbare ouderen dat voor mij het
belang van begrijpelijke informatie voor patiënten onderstreept. Van de kwetsbare
ouderen die worden geopereerd aan een gebroken heup, overlijdt 30% binnen één jaar
na de operatie. Met behulp van kwaliteitsregistraties kunnen overeenkomsten tussen
die patiënten worden geïdentificeerd, zodat beter in te schatten is welke patiënt
een hoog risico heeft op snel overlijden na de operatie.
Een kwaliteitsregistratie is een verzameling van gegevens van een bepaalde groep patiënten
die dezelfde aandoening, behandeling of complicatie hebben gehad en maakt de verschillen
tussen de verleende kwaliteit van de verschillende vormen van behandeling inzichtelijk.
Zorgprofessionals gebruiken deze kwaliteitsregistraties om te leren en de zorg te
verbeteren. Bij samen beslissen worden de behandelmogelijkheden, de wensen, voorkeuren
en situatie van de patiënt besproken. De kwaliteitsregistraties dragen bij aan dat
gesprek met de patiënt om samen te kiezen voor een behandeling die het beste bij de
patiënt (en zijn naasten) past. Mede op basis hiervan kunnen zorgverleners het gesprek
voeren met patiënten (en hun naasten) over het wel of niet opereren als zij een groot
risico lopen op een slechte uitkomst. Opereren is niet altijd de beste zorg voor de
patiënt.
Goede zorg gaat ook om kwaliteit van leven en zorg toegesneden op de voorkeuren en
waarden van de patiënt. Het is mooi om te zien dat deze moeilijke gesprekken door
zorgverleners gevoerd worden met patiënten en dat dit leidt tot passende zorg voor
de patiënt.
Door MSZ partijen wordt binnen het programma Uitkomstgerichte Zorg (UZ) al een aantal
jaar gewerkt om meer inzicht in uitkomsten van zorg te krijgen en deze uitkomstinformatie
te bespreken om samen beslissen te optimaliseren. Binnen UZ heeft de Federatie Medisch
Specialisten (FMS) een traject gecoördineerd wat geresulteerd heeft in de ontwikkeling
van aandoeningsspecifieke indicatorensets voor 33 aandoeningen. De implementatie hiervan
kost tijd en is nog niet afgerond. De Patiëntenfederatie heeft binnen het programma
een campagne opgezet om «samen beslissen» tussen de zorgverlener en de patiënt te
bevorderen. Samen beslissen leidt tot een toename in de tevredenheid van therapietrouw,
betrokkenheid, geïnformeerd zijn en behandeluitkomsten7 en tot een afname aan twijfels, spijt, kosten en operaties8, 9, 10. Samen beslissen draagt hierdoor bij aan passende zorg voor patiënten. De NVZ verzamelde
ruim 50 praktijkvoorbeelden van samen beslissen in ziekenhuizen, zelfstandige behandelcentra
en universitair medische centra. Dit geeft inzicht in wat wel en niet werkt om samen
beslissen te implementeren11. Er zijn door de partijen in de MSZ grote stappen genomen om samen beslissen verder
te brengen, maar er zijn nog veel patiënten die aangeven dat de zorgprofessional niet
expliciet bespreekt hoe ze meegenomen willen worden bij het nemen van beslissingen
en niet grondig de verschillende opties helpt af te wegen12. De Santeon ziekenhuizen hebben, met subsidie van ZonMw, in het Experiment Uitkomstindicatoren
een «proof of concept» ontwikkeld voor het gebruik van inzicht in uitkomsten in de
spreekkamer. Daarnaast is binnen UZ aandacht voor samen beslissen voor kinderen, kwetsbare
ouderen en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. In september 2024 zal het
Vervolgprogramma
Experiment Uitkomstindicatoren van start gaan met als focus de opschaling van de resultaten
behaald uit het «proof of concept» en hoe het samen-beslis-proces aansluit op de culturele
diversiteit13.
Begrijpelijke keuze-informatie is vaak gebaseerd op indicatoren. De getallen alleen
vertellen doorgaans niet het complete verhaal. Een voorbeeld van het verhaal achter
de getallen, is de ziekenhuiskeuzehulp voor mensen met maag- of slokdarmkanker van
de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK). Tot nu toe doen hier
twaalf ziekenhuizen vrijwillig aan mee. Deze keuzehulp geeft beschrijvingen weer over
de mate van specialisatie, behandeling, resultaten en ervaringen van patiënten van
ziekenhuizen die zorg leveren voor mensen met maag- of slokdarmkanker. Op basis daarvan
kunnen patiënten beslissen welke zorgaanbieder het beste past bij hun persoonlijke
situatie. Naast deze keuzehulp van NFK, heeft de Patiëntenfederatie Nederland ook
een flink aantal keuzehulpen ontwikkeld voor patiënten die op ZorgkaartNederland zijn
te raadplegen. Verder geeft Thuisarts.nl betrouwbare informatie over ziekte en gezondheid aan de patiënt, en zijn daar keuzekaarten
te vinden, die patiënten en zorgprofessionals ondersteunen in het samen beslissen
over de behandeling. Daarnaast wordt data ontsloten via ziekenhuischeck.nl en revalidatiecheck.nl van NVZ en in toegankelijk Nederlands (B1) beschikbaar gesteld aan patiënten en zorgprofessionals.
Voor de patiënt zijn verschillende (kwaliteits-)gegevens relevant bij het maken van
een keuze voor een zorgaanbieder. Naast klinische informatie van de patiënt over de
resultaten van een behandeling gaat dit ook over patiënt gerapporteerde uitkomsten
(PROMs) en indicatoren over hoe zorg georganiseerd is (klantpreferentievragen). Daarnaast
gaat het voor de patiënt ook om inzicht in welke zorg beschikbaar is (zorgaanbieders/specialismenbehandelingen),
of de patiënt bij deze zorgaanbieder terecht kan (gecontracteerde zorg), wanneer de
patiënt terecht kan (wachttijden) en hoe andere patiënten de zorg ervaren (PREM).
Deze brief richt zich specifiek op begrijpelijke keuze-informatie voor patiënten ten
aan zien van de kwaliteit van MSZ (uitkomstindicatoren, medische kwaliteitsgegevens,
procesindicatoren, structuurindicatoren). Oftewel: indicatoren die iets zeggen over
de kwaliteit van de behandeling en de zorg die zorgaanbieders leveren, maar ook over
hoe de zorg georganiseerd is.
2. Kansen en belemmeringen binnen dat wat al geregeld is
Voor mij is duidelijk dat door alle partijen binnen de MSZ al jarenlang flink ingezet
wordt op het vergroten van begrijpelijke keuze-informatie over de kwaliteit van MSZ
voor de patiënt. De wettelijke verplichting voor zorgaanbieders om transparant te
zijn over kwaliteit en toegankelijkheid van zorg draagt hier ook aan bij14.
Partijen binnen de MSZ bepalen via de Transparantiekalender in gezamenlijkheid (tripartiet:
patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars) wat voor de patiënt relevante indicatoren
zijn die leiden tot begrijpelijke keuze-informatie over de kwaliteit van MSZ voor
de patiënt. Dit proces om tot afspraken te komen over welke informatie (indicatoren)
relevant is en transparant gemaakt moet worden kost tijd, omdat partijen het met elkaar
eens moeten worden. Dit proces kan en moet nog beter. Daarbij neemt het ZIN de aangeleverde
kwaliteitsinformatie op in de Openbare Database dat als Excelbestand moeilijk toegankelijk
is voor patiënten. Voor zorgaanbieders is hier wel een dashboard voor15. De Patiëntenfederatie en NVZ vertalen deze informatie naar begrijpelijke informatie
voor de patiënt. Voor de gebruikers van het Excelbestand is het soms zoeken naar een
duidelijke uitleg over hoe de aangeleverde kwaliteitsinformatie geïnterpreteerd moet
worden. Daarnaast komt bij zorgverleners en zorgaanbieders soms handwerk te pas bij
het aanleveren van de data doordat niet altijd alle onderdelen van een uitvraag onderdeel
uitmaken van het standaard zorgproces en dus niet in het EPD opgenomen zijn. Ondanks
dat veel stappen genomen zijn, zorgt de extra handelingen bij zorgverleners en zorgaanbieders
voor terughoudendheid om informatie begrijpelijk en inzichtelijk te maken voor patiënten.
In de MSZ maken zorgverleners voor het leren en verbeteren dus gebruik van kwaliteitsregistraties.
De kwaliteitsinformatie uit kwaliteitsregistraties dient de doelen leren en verbeteren
en samen beslissen, maar deze informatie is beperkt inzichtelijk voor patiënten. Vanuit
een aantal kwaliteitsregistraties wordt op bepaalde indicatoren kwaliteitsinformatie
aangeleverd aan het hiervoor genoemde Openbare Database. Onduidelijk is hoeveel van
de informatie vanuit kwaliteitsregistraties omgezet kan worden in voor de patiënt
relevante keuze-informatie. Ik zie dan ook een kans in het beter ontsluiten van deze
data voor patiënten. Ik vind dat informatie die wel beschikbaar is, niet alleen toegankelijk
en begrijpelijk moet zijn voor zorgprofessionals en voor samen beslissen, maar ook
toegankelijk en begrijpelijk moet zijn voor patiënten voor een keuze voor een zorgaanbieder.
Verder ontwikkelt het programma Zorgevaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG) samen met Dutch
Hospital Data (DHD) een landelijke ZE&GG Implementatiemonitor. Daarmee wordt op landelijk
niveau de implementatie van onderwerpen die op de Implementatieagenda van ZE&GG staan
inzichtelijk gemaakt. De implementatiegraad wordt in eerste instantie anoniem gedeeld
met zorgaanbieders. In ZE&GG verband is tussen de MSZ partijen afgesproken dat uiteindelijk
de implementatiegraad van elke zorgaanbieder voor iedereen openbaar wordt gemaakt.
Dit zal voor het eerst in 2025 gebeuren.
Een andere vorm van transparante informatie is de basisset MSZ van de IGJ, met daarin
in tekstvorm de verbeterdoelen van zorgaanbieders die jaarlijks openbaar worden gemaakt.
Het doel van deze verbeterdoelen is dat zorgaanbieders kunnen leren en. Deze teksten
zijn niet bedoeld als informatievoorziening van de zorgaanbieder aan de patiënt en
zijn daarom minder toegankelijk.
Verder heeft het Nivel in opdracht van de Patiëntenfederatie onderzoek gedaan om meer
inzicht te krijgen in de informatiebehoefte, knelpunten en kansen in het gebruik van
wachttijdinformatie en de presentatie ervan op de website van ZorgkaartNederland.
Hieruit zijn verschillende verbeterpunten geïdentificeerd om de presentatie van wachttijdinformatie
op ZorgkaartNederland verder te ontwikkelen en daarmee de betrouwbaarheid en bruikbaarheid
voor patiënten te verbeteren16.
Veel informatie wordt door zorgprofessionals en zorgaanbieders geregistreerd in en
voor het primaire zorgproces. Om data die tot relevante keuze-informatie kan leiden
goed te benutten, is een werkende data infrastructuur nodig, waarin de juiste informatie
voor het juiste doel (her)gebruikt kan worden.
Vanuit VWS werken wij samen met partijen in de MSZ aan het verbeteren van deze infrastructuur.
In de Kamerbrief over de nationale visie gezondheidsinformatiestelsel17 en de Kamerbrief over de visie en strategie secundair datagebruik gezondheidzorg18 heb ik uw Kamer hierover geïnformeerd. Daarin heb ik ook uiteengezet welke stappen
ik, samen met partijen in de MSZ, de komende jaren in zal zetten. Voor het ontsluiten
van keuze-informatie zijn deze stappen essentieel. Ik wil niet meer regeldruk, maar
wel dat wat aan de bron geregistreerd wordt, zo goed mogelijk ingezet wordt om de
kwaliteit van zorg te verbeteren en de patiënt daar inzicht in te geven.
3. Wat wordt er al op de middellange en lange termijn ondernomen?
De MSZ partijen onderschrijven het belang van inzicht in kwaliteitsinformatie voor
de patiënt. Zij onderschrijven het belang en dragen bij aan de volgende acties die
VWS ingezet heeft om de informatiepositie van patiënten op de middellange en lange
termijn te verbeteren:
• In het programma Uitkomstgerichte zorg wordt gewerkt aan het beschikbaar maken van
uitkomstinformatie voor samen beslissen, waarbij de zorgprofessional en patiënt samen
beslissen wat de best passende behandeling is voor de patiënt, rekening houdend met
de specifieke wensen en situatie; Het programma brengt met zorgprofessionals en patiëntenorganisaties
samen in kaart welke uitkomsten het belangrijkst zijn voor de patiënt. Deze verschillende
uitkomstindicatoren vormen gezamenlijk de set voor uitkomstinformatie (ook wel: uitkomstensets).
De uitkomstinformatie bestaat uit klinische uitkomsten (uitkomst die door een zorgverlener
wordt gerapporteerd of die gebaseerd is op objectieve informatie) en uitkomsten die
de patiënt zelf rapporteert. Er zijn zowel aandoeningsspecifieke als generieke uitkomstensets
ontwikkeld. In totaal zijn momenteel 33 uitkomstensets vastgesteld en te raadplegen
bij Home|uitkomstgerichtezorg. Momenteel wordt ingezet op de verdere implementatie van deze sets bij zorgaanbieders.
• Er ligt een Wetsvoorstel kwaliteitsregistraties zorg voor betere beheersing van kwaliteitsregistraties
ter behandeling bij de Tweede Kamer. In dit wetsvoorstel krijgt ZIN de rol om een
kwaliteitsregistratie in de MSZ te beoordelen of zij bijdragen aan de doelen leren
en verbeteren en samen beslissen en niet bijdragen aan onnodige administratieve lasten.
Daarbij maakt het ZIN gebruik van de adviezen van de inhouds-governancecommissie (IGC)
en data-governancecommissie (DGC).
• In het kader van het IZA wordt gewerkt om de programma’s Uitkomstgerichte zorg (UZ),
Regie op registers (RoR), de samenwerkingsafspraken transparantie (TK) en de governance
kwaliteitsregistraties onder één governance structuur te brengen en waar mogelijk
met elkaar te integreren. De governance voor de kwaliteitsregistraties dient als uitgangspunt.
Dit zorgt er voor dat hergebruik van data vergemakkelijkt wordt en de registratielast
vermindert.
• Er is een nationale Visie op het gezondheidsinformatiestelsel opgesteld, waarin we
inzetten op het vergroten van de databeschikbaarheid, naar de Tweede Kamer gestuurd19. Hierbij zetten we er onder andere op in dat burgers meer regie moeten krijgen over
hun eigen gezondheidsgegevens.
• VWS onderzoekt samen met het ZIN of haar kwaliteitstaken gemoderniseerd kunnen worden,
om beter aan te sluiten bij de maatschappelijke opgaven en ook bij te dragen aan het
transparant maken van kwaliteitsgegevens.
4. Korte termijn acties
Naast de hiervoor genoemde acties om de informatiepositie van de patiënt op de midden-
en lange termijn te verbeteren, ben ik bij de verschillende partijen nagegaan wat
de mogelijkheden zijn om patiënten op korte termijn te voorzien van meer en betere
informatie over de kwaliteit van zorg te voorzien.
Met de partijen in de MSZ, de NZa, IGJ en ZIN ben ik gekomen tot een aantal acties
voor de overheid en acties voor partijen in de MSZ.
Acties die de overheid onderneemt om op korte termijn de patiënt van meer informatie
over de kwaliteit van zorg te voorzien
Met deze Kamerbrief en ook in andere communicatie, hecht ik eraan het belang van begrijpelijke
en inzichtelijke kwaliteitsinformatie voor de patiënt te benadrukken en wijs daarbij
ook op de wettelijke verplichting voor partijen om te zorgen voor begrijpelijke keuze-informatie.
Daarnaast benoem ik de volgende acties vanuit de overheid om te komen tot een verbeterslag:
• Ik roep zorgprofessionals en zorgaanbieders op om te komen tot meer goede voorbeelden
en initiatieven te ontplooien om de informatiepositie van patiënten te verbeteren.
Ik hecht er waarde aan om gezamenlijk verder te kunnen leren en verbeteren ten aanzien
van meer begrijpelijke en inzichtelijke kwaliteitsinformatie voor de patiënt.
• Samen met MSZ partijen en ZIN wil ik het proces om te komen tot nieuwe en voor de
patiënt relevante indicatoren evalueren. Ook de rol die MSZ partijen hierin hebben,
bijvoorbeeld op bestuurlijke tafels, wordt meegenomen. Kwaliteitsprogramma’s moeten
zoveel mogelijk samengevoegd worden om registratielast laag te houden, een eenduidig
proces te hebben en data te kunnen hergebruiken.
• Ik laat daarnaast verkennen of de overheid een andere rol moet krijgen in het transparant
maken van kwaliteitsinformatie. Bijvoorbeeld doordat het ZIN de regierol op zich neemt
om samen met de wetenschappelijke verenigingen, de zorgaanbieders en de Patiëntenfederatie
transparante data te duiden en leesbaar te maken voor de patiënt. Dit gebeurt deels
op ziekenhuischeck.nl en zorgkaartnederland.nl. Op korte termijn zie ik dan ook als
actie dat aanvullend hierop bestaande informatie uit de Openbare Database (Excelbestand)
inzichtelijk en begrijpelijk gemaakt wordt daar waar het voor de patiënt bijdraagt.
• Een andere databron zijn de declaratiedata. Ik ga nader onderzoeken of en hoe declaratiedata
aanvullend gebruikt kan worden om tot nieuwe uitkomstindicatoren en keuze-informatie
te komen. Een voorbeeld is het eerder genoemde onderzoek naar incontinentie na een
prostaatverwijdering bij kanker. Dit onderzoek is gebaseerd op declaratiedata.
• De NZa doet onderzoek naar de informatieverstrekking van zorgverzekeraars en zorgaanbieders
aan respectievelijk verzekerden en patiënten. Hiervoor brengt de NZa momenteel in
beeld hoe het staat met beschikbare keuze-informatie op de websites van zorgaanbieders.
Ook verkent de NZa de mogelijkheden om verzekerden en patiënten meer inzicht te geven
in praktijkvariatie. Daarnaast heeft de NZa in haar advies bekostiging acute zorg20 aangegeven het meten en evalueren van de uitkomsten integraal onderdeel te maken
van invoering van een beschikbaarheidsbekostiging voor de spoedeisende hulp. Het is
aan een volgend kabinet om een besluit te nemen over het vervolgproces. De NZa stelt
echter nu al partijen in de MSZ in staat om afspraken te maken over uitkomsten van
zorg en de vergoeding hiervoor. Een voorbeeld hiervan is de bundelbekostiging van
hand-polszorg21.
Acties die MSZ partijen ondernemen om op korte termijn patiënten van meer informatie
over de kwaliteit van zorg te voorzien
Het verminderen van regeldruk heeft voor zowel de overheid als partijen in de MSZ
topprioriteit. Om deze reden heb ik met de partijen in de MSZ afgesproken om voor
de korte termijn zoveel mogelijk aan te sluiten bij wat al geregistreerd wordt, namelijk
de kwaliteitsregistraties. Voor het goed functioneren van de kwaliteitsregistraties
is een wettelijke grondslag nodig.
• De aandoeningen waarvoor een positief getoetste kwaliteitsregistratie bestaat, zie
ik als mogelijkheid om te verkennen wat al geregistreerd wordt en relevant is voor
de patiënt. Ik zal de kwaliteitsregistraties vragen of de kwaliteitsregistraties over
patiëntrelevante kwaliteitsinformatie beschikt en of, en zo ja, welke stappen zij
zouden willen zetten om voor de patiënt relevante kwaliteitsinformatie te helpen openbaar,
vindbaar en begrijpelijk te maken. Daarbij zullen wij in gezamenlijkheid met partijen
in de MSZ inzichtelijk maken of:
(1) Kwaliteitsregistraties positief getoetst zijn;
(2) of zij indicatoren op de Transparantiekalender hebben staan;
(3) of zij uitkomstensets binnen het programma Uitkomstgerichte zorg ontwikkeld hebben;
(4) of zij aandoeningsspecifieke klantpreferentievragen hebben;
(5) of dit kan worden aangevuld met informatie uit andere registraties;
(6) of er keuzehulpen voor de keuze van een zorgaanbieder op ZorgkaartNederland.nl of
bij een andere patiëntenorganisatie zijn;
(7) of informatie op ziekenhuischeck.nl staat;
(8) of er keuzekaarten/keuzehulp voor keuze behandeling beschikbaar is.
• VWS vraagt aan de IGC of zij een rol kan spelen in het realiseren van inzichtelijke
en begrijpelijke kwaliteitsinformatie voor de patiënt.
• De FMS is in gesprek met haar achterban om de voor de patiënt relevante kwaliteitsinformatie
in de kwaliteitsregistraties openbaar, vindbaar en begrijpelijk te maken voor patiënten.
• Daarnaast inventariseren de Patiëntenfederatie en NVZ voor enkele aandoeningen de
mogelijkheden om relevante keuze-informatie vanuit bestaande registraties beschikbaar
te maken. Op die manier kan begrijpelijke keuze-informatie voor de patiënt over kwaliteitsinformatie
in gezamenlijkheid tot stand gebracht worden.
• De rol van verwijzers, zoals huisartsen, in het verstrekken en aanbieden van keuze-informatie,
zal ik tot slot ook verder laten verkennen.
5. Tot slot
Begrijpelijke keuze-informatie van kwaliteitsinformatie voor de patiënt ligt mij dicht
aan het hart. Ik vind het heel belangrijk dat hier op korte termijn flinke stappen
worden gezet. Ook weet ik dat alle partijen in de MSZ hun uiterste best doen om dit
voor elkaar te krijgen, maar dat dit een complex dossier is. Ik vind het belangrijk
om de voortgang van de bovengenoemde acties goed te blijven volgen met elkaar.
De Minister voor Medische Zorg,
P.A. Dijkstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg