Brief regering : Onafhankelijke toets zero-emissiezones, rapportage van meldingen van ondernemers en voortgangsgesprek Centraal Loket
30 175 Luchtkwaliteit
Nr. 463
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2024
In de kamerbrief van 29 januari 2024 «Stand van zaken zero-emissie stadslogistiek»1 zijn twee toezeggingen aan de Tweede Kamer gedaan die voor de zomer moeten worden
gerealiseerd. De eerste toezegging is het laten uitvoeren van een onafhankelijke toets
op het verantwoord invoeren van de zero-emissiezones per 1 januari 20252. Via deze brief wordt de Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van dit onderzoek
en over wat er wordt gedaan met de aanbevelingen.
De tweede toezegging betreft een rapportage over de meldingen die zijn ontvangen van
ondernemers rond de invoering van zero-emissiezones3. Met deze brief ontvangt de Kamer een rapportage op basis van meldingen die het ministerie
heeft ontvangen via de website van de zero-emissiezones (www.opwegnaarZES.nl). Hieronder wordt ingegaan op wat er in het rapport staat.
Als laatste is in het commissiedebat Duurzaam Vervoer van 31 januari de toezegging
gedaan de Kamer terug te koppelen over het voortgangsgesprek met de RDW over het Centraal
Loket4. Ook hierover wordt de Kamer middels deze brief geïnformeerd.
Onafhankelijke toets verantwoorde invoering zero-emissiezones
De onafhankelijke toets zorgt voor een duidelijk overzicht van de stand van zaken
rond de invoering van de zero-emissiezones. Op 9 februari 2021 zijn de afspraken rond
de implementatie van zero-emissiezones vastgelegd in de Uitvoeringsagenda Stadslogistiek
(UAS). De structuur van deze afspraken en behaalde resultaten vormen de basis voor
het onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd door het Adviesbureau Berenschot. Zie bijlage
1: «Adviesbureau Berenschot: Onafhankelijke toets zero-emissiezones».
Opzet van het onderzoek
Om een compleet beeld te krijgen van de voortgang rond de invoering van zero-emissiezones
is de stand van zaken vanuit verschillende invalshoeken bekeken. Betrokken gemeenten,
brancheorganisaties en belangenbehartigers hebben op 9 februari 2021 afspraken vastgelegd
in de UAS. De rol van het Rijk (Ministerie van IenW) is gericht op het harmoniseren
van regelgeving en procedures. Het ministerie faciliteert, stimuleert en ondersteunt
ook bij regio-overstijgende aspecten. Het invoeren van een zero-emissiezone is een
gemeentelijk besluit. Er is een dwarsdoorsnede van betrokken partijen en niet-ondertekenaars
van de UAS geïnterviewd, zodat de uitkomsten representatief zijn voor de verschillende
belanghebbenden.
De onderstaande twee onderzoeksvragen staan centraal in het onderzoek:
1. Met inachtneming van de afspraken uit de Uitvoeringsagenda Stadslogistiek en de daaropvolgende
implementatieafspraken, welke taken van het Rijk met betrekking tot de invoering van
zero-emissiezones zijn voltooid, en welke moeten nog worden afgerond voor invoering
van de zero-emissiezones op 1-1-2025?
2. Wat kan over de onder 1 genoemde nog te voltooien taken gezegd worden wat betreft
het voorgenomen tijdpad en de inhoudelijke haalbaarheid? Wat zijn hierbij mogelijke
risico’s, op welke manier kunnen die worden gemitigeerd en welke aanbevelingen worden
hierbij gedaan?
Vanuit deze vragen is een gespreksleidraad opgesteld. Er is gesproken met vier gemeenten,
acht brancheorganisaties, één belangenvereniging en twee overheidsorganisaties. Om
de hoofdvragen te beantwoorden heeft het onderzoeksbureau niet alleen gekeken naar
de feitelijke uitvoering van de taken, maar ook naar informatie rond de beleving ten
aanzien van de uitvoering en implementatieopgave in algemene zin.
Verantwoorde invoer op 1 januari 2025
Het onderzoeksbureau concludeert dat gemeenten goed op weg zijn om de zero-emissiezones
op een verantwoorde manier in te voeren op 1 januari 2025. Uitstel van invoering zou
zorgen voor onduidelijkheid bij ondernemers. Veel gemeenten en ondernemers hebben
ook al verregaande investeringen gedaan waardoor het onverantwoord en onwenselijk
wordt geacht om nu nog van koers te veranderen. In de gesprekken kwam verder naar
voren dat een betrouwbare overheid zich zou moeten houden aan het vastgestelde tijdspad
dat door de UAS is uitgezet. Om effectief aan de slag te kunnen met de meegegeven
aandachtspunten rond de implementatiefase, uitlegbaarheid en communicatie, is het
wenselijk dat de governancestructuur herijkt wordt.
Geharmoniseerd beleid
Het rapport constateert dat de beleidsvorming rond de invoering van de zero-emissiezones
het resultaat is van een intensief samenwerkingsproces tussen gemeenten, brancheorganisaties,
belangenverenigingen en het Ministerie van IenW. Door de afspraken in de UAS vast
te leggen en door volgens een vaste governancestructuur te werken, is een geharmoniseerde
aanpak gerealiseerd. Het rapport concludeert dat het Ministerie van IenW haar taken
en verantwoordelijkheden die volgen uit haar faciliterende rol naar behoren heeft
uitgevoerd. Er is sprake van verregaand geharmoniseerd beleid.
Beleid complex, maar redelijk richting ondernemer
De gezamenlijke aanpak heeft geleid tot een complex beleid, maar wordt tegelijkertijd
als redelijk richting de ondernemer gezien. De geïnterviewde partijen geven aan dat
het beleid zowel redelijk als duidelijk moet zijn om succesvol geïmplementeerd te
kunnen worden. Wat betreft de redelijkheid van het beleid zijn de gesprekspartners
relatief eensgezind. Hoewel men niet altijd achter de implementatie van zero-emissiezones
staat, erkent men breed dat de voorwaarden voor ondernemers realistisch en toereikend
zijn. De duidelijkheid rond de regelgeving en de daarbij horende communicatie is een
punt van aandacht. De vele overgangsregelingen, vrijstellingen en ontheffingen zorgen
dat er maatwerk wordt geboden om ondernemers te ondersteunen. Het is belangrijk om
veel aandacht besteden aan de bewustwording onder ondernemers, zodat ze op de hoogte
zijn van deze morgelijkheden. Het rapport raadt aan om in de laatste fase richting
de startdatum extra focus te leggen op de implementatie en uitvoering van het beleid.
Programmasturing richting de uitvoering nodig
De invoering van de zero-emissiezones is in de eindfase beland. Het rapport raadt
aan dat tijdens de implementatie extra wordt ingezet op doelgerichte communicatie
en de realisatie van een effectief Centraal Loket. Gedurende deze implementatiefase
is er extra behoefte aan sturing en overzicht. Door de governancestructuur aan te
passen, kan dit proces goed worden begeleid.
Rol Ministerie van I&W
Er is een discrepantie geconstateerd tussen de initiële rol van het Ministerie van
IenW zoals afgesproken in de UAS, en de verwachtingen van de verschillende belanghebbenden.
Ondanks de faciliterende rol heeft het Ministerie van IenW veel extra taken opgepakt.
Er wordt verwacht dat het Ministerie van IenW een regierol op zich neemt en de programmasturing
organiseert. Dit is echter niet direct haar verantwoordelijkheid. Het rapport raadt
aan dat de partners gezamenlijk een besluit moeten nemen om de programmasturing bij
één van de partijen, een uitvoeringsorganisatie of extern te beleggen.
Bestuurlijke betrokkenheid
Om de harmonisatie in de eindfase te borgen is het van belang dat bestuurlijke betrokkenheid
wordt versterkt en wordt uitgedragen. Gemeenten en ondernemers zijn gebaat bij een
stabiele overheid die vasthoudt aan de gemaakt afspraken en de spelregels tijdens
het spel niet aanpast.
Overnemen aanbevelingen
De aanbevelingen van het rapport worden geagendeerd en zullen de komende periode worden
opgevolgd. Samen met betrokken partijen wordt gewerkt aan de implementatie van het
beleid, waarbij gezamenlijkheid, programmasturing en het herijken van de governancestructuur
centraal staat. De landelijke communicatiecampagne zal de komende periode geïntensiveerd
worden en zo bijdragen aan het realiseren van doelgerichte communicatie. De realisatie
van een effectief Centraal Loket heeft prioriteit en ligt op koers om per 1 juli 2024
operationeel te zijn.
Rapportage van meldingen van ondernemers
In de periode tussen 1 januari 2024 t/m 31 mei 2024 is er een rapportage opgesteld
van het aantal bezoekers van de website www.opwegnaarZES.nl en het aantal gestelde vragen. Zie bijlage 2 «Analyse websitebezoek en berichten
opwegnaarZES.nl (1-1-2024 tot en met 31-05-2024)».
Uit deze rapportage blijkt het volgende:
• Aantal bezoekers website: 77.000
• Ontvangen e-mails met vragen: 1178
• Gesprekken die afgehandeld zijn door de AI-Chatbot: 933
• Aantal e-mails met een negatieve lading: 23
• Aantal e-mails van bezorgde ondernemers: 17
Wanneer er complexe vragen binnen komen, worden deze doorgestuurd naar de werkgroepen
die onder de UAS vallen. Zij antwoorden en nemen de kwesties mee in eventuele beleidsvorming.
Het sentiment in de ontvangen e-mails is vrijwel altijd neutraal. De meeste vragen
zijn voornamelijk informatief van aard. De negatieve berichten die binnenkomen, richten
zich niet specifiek op de zero-emissiezones, maar zijn breder gericht op de overheid
en de maatschappij. Van de 17 ondernemers die per e-mail hun bezorgdheid uitten, waren
na het verstrekken van informatie 15 van hen gerustgesteld of zagen ze een werkbare
oplossing.
Voortgangsgesprek met RDW over Centraal Loket
Als laatste is in het commissiedebat Duurzame Vervoer van 31 januari aan de Kamer
toegezegd een terugkoppeling te geven na het voortgangsgesprek met de RDW over het
Centraal Loket voor het aanvragen van ontheffingen voor zero-emissiezones. Het Ministerie
van IenW werkt intensief samen met de RDW en de betrokken gemeenten aan het operationeel
krijgen van het Centraal Loket. Via dit loket kunnen ondernemers een ontheffing aanvragen
voor de zero-emissiezones, die dan op gestandaardiseerde wijze zal worden beoordeeld.
Het loket van de RDW zal naar verwachting op 1 november 2024 beschikbaar zijn in een
eerste versie met de belangrijkste functionaliteiten. Eerder is aan de Kamer gecommuniceerd
dat gemeenten bereid zijn een rol te spelen in het proces door het ontvangen, beoordelen
en uitgeven van ontheffingsaanvragen aan ondernemers. Daarom hebben gemeenten het
initiatief genomen om vanaf 1 juli 2024 een tijdelijk loket in te stellen om daarmee
ondernemers de mogelijkheid te geven hun ontheffing ruimer van tevoren aan te vragen.
Dit gebeurt in nauw overleg met alle betrokken partijen en dient als overbrugging
naar het definitieve loket van de RDW.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat