Brief regering : Verzamelbrief opvang Oekraïne
19 637 Vreemdelingenbeleid
36 045
Situatie in Oekraïne
Nr. 3258
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juni 2024
Inleiding
De voortdurende oorlog in Oekraïne zorgt voor een aanhoudende instroom van ontheemden
naar de Europese Unie, waaronder Nederland. De verwachting is dat dit op korte termijn
niet zal veranderen. Op 9 juni jl. zijn er 116.430 ontheemden uit Oekraïne ingeschreven
in de Basisregistratie Personen (BRP) die op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming
(RTB) bescherming krijgen.1 Daarnaast zijn er 40.720 ontheemden uit Oekraïne uitgeschreven uit de BRP. Op 7 juni
jl. waren er 90.870 opvangplekken gerealiseerd waarvan 89.640 plekken bezet. Dit leidt
tot een bezettingsgraad van 98,6 procent in de noodopvang.2
In deze Verzamelbrief opvang Oekraïne informeer ik uw Kamer over de volgende ontwikkelingen:
– het nieuwste Clingendael rapport (bijgevoegd);
– Besluitvorming Richtlijn Tijdelijke Bescherming;
– de verdere uitwerking van beleidskeuzes lange termijn (onder andere de doorontwikkeling
zelfredzaamheid en participatie onder de RTB, wijzigingen in de Regeling opvang ontheemden
Oekraïne en het voorbereiden op terugkeer naar Oekraïne);
– het vervolg op de pilot niet ophalen verblijfsbewijzen ontheemden uit Oekraïne en
het aanmeldproces;
– de betaling van Oekraïense psychologen.
In de brief wordt ook ingegaan op vier aangenomen moties: i) leden Brekelmans en Keijzer
over er maximaal op inzetten dat derdelanders uit Oekraïne zo snel mogelijk terugkeren
naar hun herkomstland3, ii) lid Piri c.s. over in kaart brengen hoe groot het probleem is van uitzendbureaus
die misbruik maken van de RTB4, iii) lid Podt c.s. over dat werken moet blijven lonen voor ontheemden uit Oekraïne5 en iv) lid Koekkoek c.s. over een appreciatie van de verscheidene opties van de European
Council on Refugees and Exiles (ECRE) voor de opvang van Oekraïners.6 Ook geef ik door deze brief gehoor aan vier toezeggingen aan uw Kamer tijdens de
voortzetting van het plenair debat over de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne
van 13 maart jl., en één toezegging aan uw Kamer tijdens het commissiedebat vreemdelingen-
en asielbeleid van 7 maart jl. (Kamerstuk 19 637, nr. 3248).
Met deze brief worden twee bijlages meegestuurd. Het betreft: 1. De beslisnota en
2. Het voornoemde Clingendael rapport.
Ik stuur als coördinerend bewindspersoon voor de aanpak van de opvang van ontheemden
uit Oekraïne deze brief mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Appreciatie Clingendael rapport
De vorige rapportage van Clingendael in maart 2024 met als titel «Test uithoudingsvermogen
op alle fronten» markeerde de periode van twee jaar van tijdelijke bescherming. Sinds
maart jl. is het onderzoek van Clingendael uitgebreid waarbij ook de factoren van
invloed op worteling en vestiging in Nederland worden meegenomen. Hiervoor wordt er
zowel naar de economische als sociale integratie gekeken, en naar de voorzieningen
onder het tijdelijke beschermingsregime, zoals leefgeld en de toegang tot tijdelijke
accommodatie.
De beschermingsopdracht ten aanzien van Oekraïense ontheemden vindt in mei 2024 nog
steeds plaats in een context van onzekerheid. Dat betreft de situatie in Oekraïne
en het juridisch kader voor de bescherming op de middellange termijn.
Clingendael stelt dat nu de oorlog voortduurt, steeds meer Oekraïners gaan nadenken
over de toekomst en het vestigingsklimaat. Onder Oekraïners die al langer buiten hun
land verblijven is in toenemende mate sprake van een focus op het gastland en vestiging
aldaar.
Besluitvorming verlenging Richtlijn Tijdelijke Bescherming
Op 11 juni jl. heeft de Europese Commissie formeel een voorstel ingediend bij de EU-lidstaten
om de RTB met een jaar te verlengen, waarmee de werking van de RTB doorloopt tot en
met 4 maart 2026. Zoals met u gedeeld in het Commissiedebat op 12 juni ter voorbereiding
op de JBZ-Raad van 13 en 14 juni, steunt het kabinet de verlenging van de werking
van de RTB. Tijdens de JBZ-Raad op 13 juni jl. hebben de EU-lidstaten hun steun uitgesproken
om de RTB te verlengen. De lidstaten achten verlenging noodzakelijk vanwege de onzekere
situatie in Oekraïne.
Formele politieke besluitvorming volgt zeer vermoedelijk eind juni. Uw Kamer ontvangt
voordien een appreciatie van het voorstel.
Verdere uitwerking beleidskeuzes lange termijn
In de voornoemde Verzamelbrief van 26 januari jl. heb ik aangegeven dat het zaak is
om in 2024 tot een aantal beleidskeuzes te komen over de toekomst van de ontheemden
in de Europese Unie en Nederland.7 Hierbij zet Nederland in op een geharmoniseerde Europese aanpak, mede met het oog
op het voorkomen van een toename in secundaire migratiestromen binnen Europa als gevolg
van een gefragmenteerde aanpak tussen lidstaten. Tegelijkertijd betekent verlengd
verblijf in Nederland dat de rechten en plichten van deze groep ook anders worden,
zodat ze in toenemende mate kunnen bijdragen aan de Nederlandse maatschappij.
Daarnaast werkt het kabinet aan de voorbereiding op de situatie na afloop van de tijdelijke
bescherming op grond van de RTB., ook al lijkt een einde aan het conflict nog niet
in zicht. Hierbij blijft het kabinet inzetten op een EU-gecoördineerde aanpak ten
aanzien van terugkeer en indien nodig langer verblijf na afloop van de tijdelijke
bescherming. De inzet is allereerst gericht op ondersteuning van terugkeer zodra dit
aan de orde kan zijn, waarbij er rekening mee wordt gehouden dat niet alle ontheemden
willen of kunnen terugkeren.
In deze brief licht ik de verdere uitwerking hiervan toe.
• Doorontwikkeling zelfredzaamheid en participatie onder de RTB
In de verzamelbrief Oekraïne van 26 januari jl. is uw Kamer geïnformeerd dat het demissionair
kabinet zolang ontheemden uit de Oekraïne op grond van de RTB in Nederland verblijven
inzet op zelfredzaamheid en participatie van ontheemden.
Het kabinet heeft in dit kader een pakket aan voorstellen verkend waarbij nadrukkelijk
balans gezocht is tussen enerzijds maatregelen die meer plichten en verantwoordelijkheden
voor ontheemden betekenen en anderzijds maatregelen die meer voorzieningen en kansen
creëren voor ontheemden om deel te nemen aan de Nederlandse maatschappij dan wel hen
te ondersteunen om te zijner tijd terug te kunnen keren en bij te kunnen dragen aan
de wederopbouw van Oekraïne. Een goede balans tussen zelfredzaamheid en participatie
draagt bij aan draagvlak voor de opvang van ontheemden in de samenleving én perspectief
voor ontheemden. Om terugkeer op termijn te vergemakkelijken verkent het Ministerie
van JenV met steun van OCW en BZ daarnaast pilots ten aanzien van het behoud van de
Oekraïense identiteit en cultuur binnen de gemeenschap van ontheemden die tijdelijk
in Nederland verblijven. Hieronder worden de verschillende voorstellen, waar op dit
moment naar wordt gekeken, uiteengezet.
Eigen bijdrage en verplicht intrekken leefgeld
Op korte termijn zijn in het kader van het stimuleren van zelfredzaamheid een aantal
wijzigingen van de Regeling opvang ontheemden uit Oekraïne voorzien (RooO). Uw Kamer
is eerder geïnformeerd over het voornemen om voor de zomer de eigen bijdrage voor
ontheemden in te voeren.8 Daarnaast wordt het intrekken van leefgeld van werkende ontheemden een imperatieve
bepaling.9
Over de invoering van de eigen bijdrage bent u reeds per brief geïnformeerd, deze
contouren zijn nog actueel.10 De invoering van de eigen bijdrage, inclusief ondersteuning van gemeenten met een
handreiking, is in voorbereiding. Daarbij is nadrukkelijk oog voor de uitvoerbaarheid
bij gemeenten. We streven naar een spoedige inwerkingtreding van de wijzigingen in
de RooO. Voor de eigen bijdrage geldt dat, juist met het oog op de uitvoerbaarheid
bij gemeenten, ruimte wordt geboden aan gemeenten om naar invoering toe te werken.
Na zes maanden vanaf inwerkingtreding dienen alle gemeenten de regeling in zijn volledigheid
uit te voeren. Ter ondersteuning van de uitvoering van de wijzigingen is het wenselijk
dat gemeenten toegang hebben tot gegevens over werk en inkomen. Hiervoor is een wettelijke
grondslag nodig. Deze grondslag is voorzien in de Tijdelijke Wet.
Verder heeft uw Kamer een motie van lid Podt c.s. aangenomen met de strekking dat
bij de uitwerking van de eigen bijdrage ervoor moet worden gezorgd dat werken blijft
lonen.11 De regeling zal voorzien in de mogelijkheid voor gemeenten om bij het innen van de
eigen bijdrage, en het intrekken van leefgeld, rekening te houden met situaties waarin
een ontheemde een laag inkomen heeft of een ontheemde op andere wijze onevenredig
wordt geschaad. Het stopzetten van leefgeld en het innen van de eigen bijdrage dient
niet plaats te vinden als de ontheemde minder verdient dan hij of zij aan leefgeld
zou hebben ontvangen. Dit betekent dat ook bij het innen van de eigen bijdrage, werken
blijft lonen. Dit uitgangspunt is ook meegenomen in de bepaling van de hoogte van
de eigen bijdrage.
Ook heb ik uw Kamer toegezegd dat bij de eigen bijdrage voor catering geen verschil
ontstaat met ontheemden die eetgeld krijgen. Om zo min mogelijk verschil te laten
ontstaan is gekozen om de eigen bijdrage voor de catering aan te laten sluiten bij
de hoogte van het eetgeld. Zo zal er, binnen de kaders van uitvoerbaarheid, zo min
mogelijk verschil tussen ontheemden met of zonder catering zijn. Conform toezegging
aan uw Kamer zal de definitieve regeling met uw Kamer worden gedeeld, naar verwachting
voor de zomer.
Naast de eigen bijdrage zal de mogelijkheid van het geheel of gedeeltelijk intrekken
van het leefgeld worden omgezet in een imperatieve bepaling. Deze wijziging zorgt
voor uniformiteit in handelen door gemeente en wordt ondersteund door de mogelijkheid
voor gemeenten om gegevens uit de polisadministratie te benutten onder de tijdelijke
wet.
Verder wordt de 28 dagen termijn aangescherpt, zodat gemeenten meer ruimte krijgen
om verstrekkingen te beëindigen wanneer sprake is van langdurig verblijf buiten de
opvanglocatie. In de huidige situatie kunnen gemeenten het leefgeld in beginsel pas
intrekken of beperken als een ontheemde gedurende 28 dagen of langer aaneengesloten
afwezig is. Deze wijziging geeft gemeenten voortaan de mogelijkheid om verstrekkingen
te beëindigen of pauzeren als een ontheemde langer dan 28 dagen per kalenderjaar afwezig
is.
Mogelijkheden taal en integratie
Een belangrijke factor bij participatie in de Nederlandse samenleving is de mate waarin
nieuwkomers de Nederlandse taal beheersen. Dit geldt ook voor ontheemden uit Oekraïne.
Daarnaast helpt het spreken van de taal bij de stap naar een passende en duurzame
baan, waarmee een stevigere basis gelegd kan worden voor de zelfredzaamheid van deze
groep.
Bij het (vrijwillig) leren van de Nederlandse taal kunnen ontheemden uit Oekraïne
momenteel al gebruik maken van het reguliere aanbod voor volwasseneneducatie. Daarnaast
is in 2023 door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) aanvullend
€ 15 miljoen beschikbaar gesteld aan gemeenten om deze groep (laagdrempelig) taalonderwijs
te bieden. In 2025 wordt er, aanvullend op het reguliere aanbod voor volwasseneneducatie,
een budget van 10 miljoen beschikbaar gesteld om het voor gemeenten mogelijk te maken
het taalonderwijs aan deze groep laagdrempelig vorm te blijven geven.
In 2024 wordt daarnaast € 2 miljoen aan aanvullende (incidentele) middelen voor WEB-cursussen
voor Oekraïense ontheemden (en EU-arbeidsmigranten) beschikbaar gesteld. Deze aanvullende
middelen voor Web-cursussen worden beschikbaar gesteld door SZW. De WEB-middelen konden
al worden ingezet voor deze groepen, maar met deze ophoging kan er meer prioriteit
gegeven worden aan deze groepen.
Passend en duurzaam werk
In het kader van participatie en zelfredzaamheid voor deze groep wordt breder ingezet
dan taal als het gaat over ondersteuning naar passend en duurzaam werk. In de hoofdlijnenbrief
van de Minister van SZW van 5 maart jl.12 is uw Kamer hier reeds over geïnformeerd. Rond de zomer volgt een actieplan.
Werkgevers die ontheemden uit Oekraïne arbeid in loondienst willen laten verrichten
zijn vrijgesteld van de tewerkstellingsvergunningsplicht (hierna: twv-plicht). Er
geldt wel een meldplicht voor werkgevers bij het UWV van het in dienst nemen van een
ontheemde uit Oekraïne. Voor het laten werken als zelfstandige van ontheemden uit
Oekraïne geldt er momenteel geen vrijstelling van de twv-plicht. Op dit moment heroverweegt
SZW deze vrijstelling en bekijkt op welke wijze een gedeeltelijke vrijstelling van
de twv-plicht voor het laten werken als zelfstandige voor ontheemden uit Oekraïne
kan worden gerealiseerd. Het voorkomen van risico’s op misstanden blijft hierbij een
belangrijk uitgangspunt.
Ontheemden in het mbo en ho
Onder de RTB hebben ontheemden de mogelijkheid om een opleiding te volgen in het middelbaar
beroepsonderwijs (mbo) en het hoger onderwijs (ho). Uit de meest recente cijfers van
het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat van de groep 17 – 23 jarigen
21% een opleiding volgt. Er is echter ook een deel van 32% dat geen opleiding volgt
en ook niet werkt.
Er is geen eenduidige verklaring voor deze beperkte onderwijsdeelname. Het CBS wijst
op het tijdelijke karakter van het verblijf in Nederland. Andere organisaties geven
aan dat studiekosten een drempel zijn voor onderwijsdeelname. Het Ministerie van OCW
verstrekt momenteel subsidie aan het UAF waarmee zij ontheemden uit Oekraïne in het
mbo, hbo en wo (financieel) kunnen ondersteunen. De komende periode zal verkend worden
hoe de onderwijsdeelname verder gestimuleerd kan worden met het doel om bij te dragen
aan de inzet op terugkeer en wederopbouw.
Aandacht voor ontwikkeling competenties met het oog op terugkeer
Om ontheemden uit Oekraïne te ondersteunen bij (hun voorbereiding op) terugkeer en
wederopbouw, zullen OCW en BZ, in samenwerking met J&V en SZW, ook internationaal
stimuleren dat er voor ontheemden onderwijs, bijscholing en professionalisering mogelijk
is om (op den duur) bij te dragen aan competentieontwikkeling van de ontheemden zelf
en ook ruimte te bieden voor herstel en wederopbouw van Oekraïne. Het kabinet zet
zich ervoor in om waar mogelijk aan te sluiten bij deze initiatieven. Een voorbeeld
hiervan is de Skills Alliance for Ukraine, die Duitsland in het kader van de Ukraine Recovery Conference op 11 en 12 juni 2024 heeft gelanceerd in Berlijn. OCW heeft reeds een aantal initiatieven
lopen die onder deze alliantie geschaard kunnen worden op het gebied van toegang tot
ononderbroken onderwijs voor ontheemden, daarnaast zal voor de jaren 2025 en 2026
€ 200.000,– per jaar beschikbaar worden gesteld voor aanvullende activiteiten ten
behoeve van de Skills Alliance.
Verplichting op Nederlands kenteken zetten, APK en motorrijtuigenbelasting
Vanaf 4 maart 2025 moeten alle ontheemden hun eventueel meegebrachte voertuigen op
Nederlands kenteken hebben gezet en gelden ook verplichtingen zoals een APK, verzekeringen
en het betalen van motorrijtuigenbelasting. Tot die tijd is de gebruikelijke kentekenplicht
bij verhuizing naar Nederland niet van toepassing. Het op Nederlands kenteken zetten
en de daaruit voortvloeiende andere verplichtingen dragen bij aan de zelfredzaamheid
van ontheemden en komt dit de eigen verkeersveiligheid van ontheemden en andere weggebruikers
ten goede. Ontheemden ontvangen hierover duidelijke communicatie vanuit de RDW en
de Belastingdienst, en worden waar mogelijk ondersteund door deze partijen maar ook
door de vaste contactpersonen bij opvanglocaties en gemeenten.
Mogelijkheid verkrijgen Nederlands rijbewijs
In de zomer van 2022 is op EU-niveau besloten dat Oekraïense rijbewijzen van ontheemden
die onder de RTB in Nederland verblijven, geldig blijven met een Europese verordening
(2022/1280). Momenteel is het niet mogelijk voor de groep ontheemden uit Oekraïne
om een rijbewijs te halen in Nederland. Er zijn twee redenen om wél een rijbewijs
aan deze doelgroep af te geven. Ten eerste neemt dit een belemmering weg, denk bijvoorbeeld
aan ontheemden die een eind verblijven van waar ze werken en die afhankelijk zijn
van de auto. Het niet kunnen behalen van een rijbewijs beperkt arbeidsparticipatie
en de mobiliteit van de doelgroep. Ten tweede heeft de wetgever nooit beoogd deze
groep uit te sluiten van de afgifte van een rijbewijs.
Om deze situatie te legaliseren, wordt de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw) zo spoedig mogelijk
gewijzigd. Momenteel staat in de Wvw onder welke verblijfsstatus mensen in Nederland
een rijbewijs kunnen halen. De wetswijziging zal daar ook ontheemden die op grond
van de RTB in Nederland verblijven aan toevoegen. De wetwijziging staat gepland voor
begin 2026. Omdat een wetswijziging enige tijd in beslag neemt, gedoog ik daarom samen
met de Minister van IenW de afgifte van rijbewijzen aan deze groep en verzoek ik de
Dienst Wegverkeer (RDW) en gemeenten de afgifte voor deze groep ook in de praktijk
mogelijk te maken.
Op 18 oktober 2023 heeft IenW de RDW verzocht om een uitvoeringstoets uit te brengen
over een gedoogsituatie voor de afgifte van een rijbewijs voor ontheemden die onder
de RTB vallen. De RDW heeft als reactie op dit verzoek aangegeven dat dit uitvoerbaar
is tegen geringe kosten en onder de voorwaarde dat er een juridische basis vastgesteld
wordt. IenW zal deze uitvoeringskosten van de RDW betalen. Voorstel is om de juridische
basis te verankeren in de Wegenverkeerswet en personen die tijdelijke bescherming
genieten op basis van de RTB zo de mogelijkheid geven een rijbewijs te verkrijgen
Ontheemden kunnen in de gedoogsituatie na het slagen voor een rijexamen bij het CBR
een rijbewijs aanvragen bij de gemeente waar ze staan ingeschreven. Het afgifteproces
tussen gemeenten en RDW gaat op eenzelfde manier als voor andere doelgroepen. Ontheemden
die hun rijbewijs verloren zijn of van wie het rijbewijs is gestolen, kunnen ook opnieuw
examen doen bij het CBR en zo een nieuw rijbewijs halen. Communicatie over deze regeling
gebeurt via communicatiekanalen van gemeenten, vluchtelingenorganisaties, RDW en CBR.
Financiering
Met bovengenoemde wordt enerzijds aan ontheemden gevraagd om meer verantwoordelijkheden
te nemen en meer financieel bij te dragen waar mogelijk. Anderzijds worden ontheemden
voldoende in staat gesteld om die verantwoordelijkheden en plichten in te vullen.
De verwachte inkomsten als gevolg van de extra plichten voor ontheemden (eigen bijdrage,
intrekken leefgeld, motorrijtuigenbelasting) bieden naar verwachting voldoende budgettaire
ruimte om de kosten voor de gemeentelijke uitvoering van het innen van de eigen bijdrage
en het intrekken van leefgeld, taallessen alsmede de investeringen in competenties
en professionalisering te dekken. De budgettaire consequenties van dit pakket laten
zich op dit moment echter lastig inschatten. Indien de inkomsten onverhoopt de kosten
niet dekken, mag dit, onder aan de streep, geen saldo belastende gevolgen hebben en
dient dit gedekt te worden binnen het deel van de JenV begroting dat bestemd is voor
de opvang van Oekraïense ontheemden.
Voorbereiden terugkeer Oekraïne
Het kabinet zet, naast de situatie voor de ontheemden in Nederland, nu in op het onderzoeken
en uitwerken van initiatieven die op den duur ingezet kunnen worden ten behoeve van
de vrijwillige terugkeer van ontheemden naar Oekraïne. Dit met het uitgangspunt dat
initiatieven hand in hand kunnen gaan met mogelijkheden voor de wederopbouw van Oekraïne.
Dit uitgangspunt sluit aan bij de studie die Clingendael heeft uitgevoerd in opdracht
van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Uit dit onderzoek zijn vier factoren
geïdentificeerd die inzicht geven in de migratie- en terugkeerintenties van ontheemden.
De vier factoren zijn 1. De tijdsduur van het conflict; 2. De intensiteit van de gevechtshandelingen;
3. De mate waarin gebied bezet of bevrijd wordt; en 4. De economische situatie in
Oekraïne13. Dit onderzoek is ook eerder met uw Kamer gedeeld.14
Naast de noodzaak voor veiligheid blijkt uit de eerste verkenning dat het perspectief
op werk, onderwijs, basisvoorzieningen, zoals een stabiele energievoorziening en een
geschikte woning in Oekraïne, factoren van belang zijn voor ontheemden om op termijn
terug te keren naar Oekraïne. Met het oog op het faciliteren van vrijwillige terugkeer,
door onder andere een veilige situatie te creëren met voldoende perspectieven op werk,
opleidingen, onderwijs en basisvoorzieningen in Oekraïne, wordt gekeken naar ondersteuningsmogelijkheden
in relatie tot wederopbouwprogramma’s in Nederland bij vrijwillige terugkeer die hand
in hand kunnen gaan met het ondersteunen van de wederopbouw van Oekraïne. Het is hierbij
van belang om de Nederlandse inzet voor wederopbouw te laten aansluiten bij sectoren
waar in Oekraïne behoefte aan is.15 Hiermee geeft het kabinet uitvoering aan de motie van het lid Piri (PvdA), c.s.16
Motie Koekkoek c.s. over appreciatie ECRE rapport
Met interesse heb ik kennisgenomen van het rapport «Transitioning out of the Temporary Protection Directive: ECRE’s Analysis of the Main
Options Available to Ensure a Smooth Transition out of the TPD Regime for People Displaced
from Ukraine». Het rapport is opgesteld door de European Council on Refugees and Exiles (ECRE) en heeft ten doel een aantal opties te verkennen voor de periode na afloop
van de tijdelijke bescherming op grond van de RTB. Hieronder ga ik in op de zestal
opties uit het ECRE rapport en de inspanningen van Nederland in dit kader, ook in
reactie op de aangenomen motie van het lid Koekkoek (Volt) c.s.17
De eerste optie die wordt voorgelegd in het rapport is (begeleide) vrijwillige terugkeer.
Nederland onderschrijft de observatie dat vrijwillige terugkeer onder de juiste omstandigheden
een geschikte optie kan zijn, en is bezig met een verkenning naar de verschillende
mogelijkheden hiervoor. Het rapport beschrijft vervolgens de optie om de RTB ook na
4 maart 2025 te verlengen of te heractiveren. Op 11 juni jl. heeft de Europese Commissie
formeel een voorstel ingediend bij de EU-lidstaten om de RTB met een jaar te verlengen,
waarmee de werking van de RTB doorloopt tot en met 4 maart 2026. Zoals met u gedeeld
in het Commissiedebat op 12 juni ter voorbereiding op de JBZ-Raad van 13 en 14 juni,
steunt het kabinet de verlenging van de werking van de RTB. Zie ook het kopje Besluitvorming verlenging Richtlijn Tijdelijke Bescherming. De derde optie is het hanteren van de asielprocedure. In Nederland is de RTB ingebed
in de asielprocedure, maar de afhandeling van alle asielaanvragen zal de migratieketen
overmatig belasten. Vervolgens noemt het rapport de optie tot nationale bescherming.
Zoals reeds benoemd verkent het kabinet de mogelijkheid van langer verblijf na afloop
RTB indien dit noodzakelijk is. Ten vijfde stipt de ECRE in haar rapport de mogelijkheid
om een nieuwe Europese beschermingsstatus te creëren. Met belangstelling las ik deze
mogelijkheid voor een Europese aanpak. Het kabinet zal een dergelijke optie verder
bestuderen, waarbij er in ieder geval rekening gehouden dient te worden met het feit
dat een volledig nieuwe vorm van verblijfsrecht een wetgevings- en implementatietraject
op Europees en nationaal niveau vergt, dat zeer waarschijnlijk een aantal jaar in
beslag zal nemen. Tot slot wordt de optie van een reguliere vergunning met als verblijfsdoel
arbeid aangedragen. Naast een nationale vergunning beschrijft het rapport tevens een
aantal Europese paden voor legale migratie, zoals de Europese blauwe kaart voor hoogopgeleide
werknemers en de gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (Single Permit). Uit een eerste inventarisatie blijkt dat vermoedelijk slechts een klein deel van
de ontheemden uit Oekraïne voldoet aan de voorwaarden voor een reguliere verblijfsvergunning
voor arbeid. Een gecombineerde vergunning verblijf en arbeid (GVVA) wordt alleen afgegeven
na een arbeidsmarkttoets, waarbij wordt getoetst of er arbeidsaanbod in Nederland
en de EU aanwezig is om de desbetreffende vacature te vervullen. Daarbij komt dat
indien een deel van de ontheemden niet in aanmerking komt voor een reguliere vergunning
op grond van arbeid, zij de asielprocedure mogelijk willen doorlopen, hetgeen het
asielsysteem overmatig zal belasten. Zoals hierboven beschreven, werkt het kabinet
de komende periode de verschillende opties nader uit en zal ook deze optie daarin
meegenomen worden. Opgemerkt wordt dat voor de ontheemden die voldoen aan de voorwaarden
voor een verblijfsvergunning voor arbeid, het reeds mogelijk is om een dergelijke
vergunning aan te vragen.
Het kabinet wenst een aanpak te hanteren die toepasbaar is voor een zo groot mogelijke
groep ontheemden, alsmede in uitvoerbaarheid behapbaar is, gezien de grote aantallen
RTB-begunstigden. Het rapport geeft verder een goed overzicht van de mogelijkheden
voor verblijf na de RTB. De lessen en aanbevelingen van ECRE zijn een bruikbare bron
voor Nederland en voor andere lidstaten voor het in beeld krijgen van passende mogelijkheden.
Wij nemen deze mee in onze verdere uitwerking voor de nationale terugvaloptie.
Vervolg oproep ontheemden die hun verblijfsbewijzen niet hebben opgehaald
In mijn brief van 15 maart jl.18 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de pilot waarbij de IND 1.000 personen heeft aangeschreven
met de Oekraïense nationaliteit die langer dan een maand ingeschreven stonden bij
de gemeente nadat zij zich hadden gemeld voor tijdelijke bescherming, maar die niet
bij de IND zijn geweest voor de toets of zij voldoen aan de voorwaarden voor verlening
van tijdelijke bescherming op grond van de RTB. Deze personen zijn verzocht om zich
binnen vier weken alsnog te melden bij de stickerlocatie van de IND zodat zij konden
worden gecontroleerd op de voorwaarden voor tijdelijke bescherming.
Uit de evaluatie van de pilot bleek dat afgerond 350 personen, die zich alsnog hebben
gemeld bij de IND, voldoen aan de voorwaarden voor tijdelijke bescherming. Zij hebben
een verblijfsbewijs RTB ontvangen. Van afgerond 10 personen bleek gedurende de afspraak
met de IND dat zij niet aan de voorwaarden van de RTB voldeden en zij hebben een weigeringsbesluit
RTB ontvangen. Afgerond 380 personen hebben geen gehoor gegeven aan de oproep van
de IND; zij hebben een beschikking tot buitenbehandelingstelling van verzoek tot tijdelijke
bescherming en van de onvolledige asielaanvraag ontvangen. Daarbij hebben zij een
terugkeerbesluit met vertrektermijn van 28 dagen ontvangen waarbinnen zij Nederland
en de Europese Unie moeten verlaten. De resterende zaken zijn bekeken waarbij is gebleken
dat afgerond 30 ontheemden ten onrechte zijn aangeschreven omdat zij al een verblijfsbewijs
hadden, en van afgerond 90 ontheemden is gebleken dat zij niet in aanmerking wensten
te komen voor verblijfsrecht onder de RTB. Daarnaast zijn in enkele zaken beschikkingen
verstuurd zonder terugkeerbesluit, dit zag op ontheemden die reeds een andere verblijfsprocedure
hadden lopen. Tevens zijn er nog enkele ontheemden die zich na ontvangst van de beschikking
hebben gemeld op de stickerlocatie.
Zoals aangegeven in mijn brief van 15 maart jl. bestond de totale groep van ontheemden
uit Oekraïne met de Oekraïense nationaliteit die nog geen verblijfsbewijs hebben afgehaald
uit ongeveer 6.000 personen. Inmiddels is na het aanschrijven van deze 1000 ontheemden
het aantal ontheemden die hun verblijfsbewijs niet heeft opgehaald weer opgelopen.
Al deze personen zullen de komende periode in tranches worden opgeroepen door de IND.
Wijziging aanmeldproces
In mijn brief van 30 maart 2022 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het aanmeldproces
dat ontheemden uit Oekraïne doorlopen wanneer zij aankomen in Nederland en om bescherming
vragen.19 Op dit moment wordt er geen termijn gehanteerd waarbinnen iemand het volledige aanmeldproces
moet hebben doorlopen. In mijn brief van 15 maart jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd
dat vanwege het niet hanteren van termijnen, personen soms langere tijd in de opvang
verblijven zonder te hebben aangetoond dat zij voldoen aan de voorwaarden die gelden
voor bescherming onder de RTB.20 Om in te regelen dat ontheemden binnen een afgebakende periode het gehele aanmeldproces
doorlopen wordt vanaf 17 juni 2024 een termijn van vier weken gehanteerd. Dit betekent
dat ontheemden binnen vier weken na inschrijving in de BRP op afspraak bij de IND
moeten zijn verschenen en indien zij aan de voorwaarden van de RTB voldoen zullen
zij een verblijfsbewijs ontvangen. Indien zij niet bij de IND zijn verschenen, ontvangen
zij op gelijke wijze als bij de pilot na deze vier weken een voornemen en, indien
hierop niet gereageerd wordt en men niet alsnog verschijnt, na vier weken een beschikking
tot buitenbehandelingstelling van de tijdelijke bescherming en de onvolledige asielaanvraag.
Daarbij wordt tevens een terugkeerbesluit opgelegd. Het is vervolgens aan de gemeenten
om de opvang en voorzieningen ook daadwerkelijk te beëindigen. Voor gemeenten en ontheemden
worden informatiedocumenten opgesteld zodat zij weten wat van hen verwacht wordt en
om duidelijk te maken wat de gevolgen zijn van het niet (tijdig) melden bij de IND.
Betaling Oekraïense psychologen
In de verzamelbrief van 26 januari 2024 heb ik aangegeven dat vanuit JenV verkend
werd op welke wijze Oekraïense psychologen hun werk in de curatieve GGZ kunnen blijven
voortzetten. De reguliere financiering voor de GGZ loopt via het zorgprestatiemodel
(ZPM). Per 1 januari 2024 geldt een extra kwaliteitseis voor financiering van inzet
van basispsychologen onder het zorgprestatiemodel (ZPM): het vereiste van de LOGO-verklaring
of bestuurdersverklaring in Nederland. Oekraïense psychologen kunnen vanwege hun opleiding
vanuit Oekraïne hieraan moeilijk voldoen wat tot gevolg zou hebben dat zij niet langer
declarabel zouden kunnen werken onder de Regeling Medische zorg voor Oekraïners (RMO).
Nu psychische hulp aan ontheemden hard nodig blijft, is vanuit het Ministerie van
JenV gekeken op welke wijze de inzet van Oekraïense psychologen in de curatieve zorg,
al dan niet tijdelijk, gefinancierd kan blijven. Er is gekozen om vanuit het Ministerie
van JenV een bevoegdheid te verlenen aan DSW, als uitvoerder van de RMO, om af te
wijken van het extra vereiste dat per 1 januari 2024 van kracht is onder het zorgprestatiemodel
(ZPM). Hiermee blijft declaratie, conform de looptijd van de RMO, in ieder geval tot
31 maart 2025 mogelijk. Op deze manier kunnen Oekraïense psychologen werk blijven
doen dat aansluit bij hun opleiding en werkervaring.
Derdelanders met tijdelijk verblijf in Oekraïne
Tijdens het commissiedebat vreemdelingen- en asielbeleid van 7 maart jl. heb ik toegezegd
uw Kamer periodiek te informeren over het aantal derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning
in Oekraïne dat in de gemeentelijke opvang verblijft. Op 25 april jl. heb ik uw Kamer
bij separate brief geïnformeerd dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State (hierna: de Afdeling) bekend heeft gemaakt prejudiciële vragen te stellen aan
het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJEU) over het moment waarop de
bescherming aan deze derdelanders met tijdelijk verblijfsrecht in Oekraïne eindigt.
In deze brief heb ik tevens aangegeven dat de gevolgen van de beëindiging van de tijdelijke
bescherming onder de RTB tijdelijk worden bevroren, als gevolg van deze prejudiciële
vragen. Deze maatregel is van invloed geweest op het aantal derdelanders dat uit de
opvang is vertrokken. Voor ca. 2.180 derdelanders geldt dat zij tot het moment waarop
het HvJEU een uitspraak heeft gedaan weer moeten worden behandeld als ontheemden die
onder de RTB vallen. Dit betekent dat zij in de gemeentelijke opvang blijven en voorzieningen
ontvangen als onder de RTB. Ook hebben sinds 4 september 2023 ca. 100 derdelanders
een opvolgende asielaanvraag ingediend. In totaal zijn er circa. 90 derdelanders met
een lopende asielaanvraag overgeplaatst naar COA-opvang.
Daarnaast is tijdens het Tweeminutendebat vreemdelingen- en asielbeleid van 26 maart
jl. een motie ingediend door de leden Brekelmans en Keijzer over het maximaal inzetten
op terugkeer naar het herkomstland van derdelanders uit Oekraïne met een tijdelijke
Oekraïense verblijfsvergunning. De uitvoering van deze motie is na aanname door uw
Kamer ter hand genomen. Vanwege de gestelde prejudiciële vragen door de Afdeling ben
ik evenwel genoodzaakt om derdelanders tot de beantwoording van de prejudiciële vragen
door het HvJEU weer dezelfde rechten te verlenen als onder de RTB. De periode van
bevriezing van de gevolgen van de beëindiging van de tijdelijke bescherming noopt
tot het voorlopig aanhouden van de – verdere – uitvoering van deze motie.
Motie Piri c.s. over uitzendbureaus
Vanuit verschillende stakeholders kwam het signaal dat buitenlandse uitzendbureaus
in andere EU-landen Oekraïense burgers werven, waarbij tevens geadverteerd zou worden
met gratis door de Nederlandse overheid gefinancierde opvang in een gemeentelijke
opvanglocatie. Zoals eerder aangegeven in de Verzamelbrief opvang Oekraïne van 19 december
202321 is dit zeer onwenselijk. Over deze signalen is contact geweest met FairWork, naar
aanleiding van de uitzending van EenVandaag op 2 februari 2024. Een weergave van dit
contact is opgenomen in de beantwoording van Kamervragen van lid Van Kent (SP) op
20 maart jl.22
Naar aanleiding van de motie Piri c.s.23 is en wordt over deze onwenselijke signalen gesproken met vertegenwoordigers van
werkgeversorganisaties. Zij gaven aan dat zijzelf geen signalen hebben ontvangen dat
het regelmatig zou voorkomen dat Oekraïners in andere lidstaten worden geworven onder
vermelding van de belofte van gratis opvang en gratis zorg in Nederland.
Daarnaast is gesproken met vertegenwoordigers van de FNV. De FNV gaf aan dat er voor
het uitbreken van de oorlog al veel Oekraïense burgers in o.a. Polen woonden en al
heel vaak vanuit andere EU-landen naar Nederland werden gedetacheerd. Daarbij komt
het voor dat tussenpersonen advertenties plaatsen op sociale media waarna geïnteresseerden
contact konden opnemen en, via de tussenpersonen, meer informatie kregen van uitzendbureaus
of werkgevers in Nederland. Dat maakt het ondoorzichtig of er wordt geworven met gratis
zorg en huisvesting in Nederland. FNV kan met betrekking tot werving en adverteren
met gratis zorg en huisvesting niet met zekerheid zeggen wat de omvang van het probleem
is.
De Arbeidsinspectie houdt toezicht op de naleving van de arbeidswetten. Het is belangrijk
dat organisaties en mensen overtredingen van de arbeidswetten en signalen van mogelijke
arbeidsuitbuiting melden bij de Arbeidsinspectie. De Arbeidsinspectie heeft de afgelopen
twee jaar ruim vijftig meldingen met signalen van mogelijke arbeidsuitbuiting of ernstige
benadeling ontvangen met betrekking tot Oekraïense werknemers. Deze meldingen gingen
onder meer over lange werkdagen, onterechte inhoudingen op het salaris en slechte
huisvesting. De Opsporingsdienst van de Arbeidsinspectie onderzoekt alle meldingen
van mogelijke arbeidsuitbuiting en geeft die waar mogelijk opvolging. Indien de meldingen
niet dusdanig ernstig of concreet zijn dat er een strafrechtelijk traject volgt, zijn
zij doorgezet naar het bestuursrechtelijk toezicht binnen de Arbeidsinspectie.
Via de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) is contact opgenomen met toezichthouders in
Litouwen, Polen en Tsjechië, van waaruit Oekraïense burgers gedetacheerd worden. Uit
de informatie gegeven door Litouwen blijkt dat zij dit fenomeen niet herkennen. De
arbeidsinspecties in Polen en Tsjechië geven aan dat zij wel advertenties zien in
facebookgroepen met aanbiedingen voor banen voor Oekraïense burgers en gratis huisvesting,
maar voor zover zij kunnen zien is het geen veel voorkomend fenomeen. De Poolse arbeidsinspectie
geeft aan dat zij de signalen van werving via tussenpersonen en betaling voor werving
herkennen en dat zij onderzoek doen naar het vragen van betalingen voor werving aan
de werkzoekende en naar schijnconstructies in Polen. Zij geven aan dat deze onderzoeken
complex zijn omdat deze werving via tussenpersonen verloopt en de bedrijfsvoering
zich buiten de EU bevindt.
De conclusie is dat de signalen wel bekend zijn, maar dat omvang en om welke uitzendbureaus
het gaat niet te bepalen is. Hiermee heeft het kabinet de motie Piri c.s. uitgevoerd.
In een aantal zaken wisselen de Nederlandse en Poolse Arbeidsinspecties gegevens uit.
Daarnaast spannen SZW, Arbeidsinspectie en organisaties als Fairwork zich in om voorlichting
te geven over de rechten en plichten bij werken in Nederland, omdat dit een doelgroep
betreft die kwetsbaar is voor benadeling en uitbuiting. Dat doet SZW in het Oekraïens
o.a. via de website www.workinnl.nl, factsheets en ons eigen Telegram-kanaal voor Oekraïense ontheemden. Daarnaast zoals
eerder in deze brief vermeld, zal een eigen bijdrage en verplichte intrekking van
het leefgeld voor werkende ontheemden ingevoerd worden.
Conclusie
Tot slot benoem ik dat de ontwikkelingen op het gebied van migratie en aangrenzende
werkvelden die zich ten gevolge van de oorlog in Oekraïne razendsnel kunnen opvolgen,
zowel op nationaal, Europees als internationaal niveau. Ik blijf mij, samen met mijn
collega’s, inspannen om uw Kamer tijdig en adequaat te blijven informeren.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid