Brief regering : Beleidsreactie op wettelijke evaluatie Nederlandse Sportraad
30 234 Toekomstig sportbeleid
Nr. 391
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2024
Hierbij bied ik u de wettelijke evaluatie van de Nederlandse Sportraad (hierna: NLsportraad)
                  aan, voorzien van mijn beleidsreactie. Deze evaluatie komt voort uit de Kaderwet adviescolleges
                  en besteedt aandacht aan de taakvervulling van de NLsportraad in de periode 2019 –
                  2023. De NLsportraad heeft deze evaluatie door een extern onderzoeksbureau1 laten uitvoeren.
               
In deze beleidsreactie zal ik eerst ingaan op de conclusies en aanbevelingen van het
                  onderzoek. Daarna volgt mijn beleidsstandpunt.
               
1. Het evaluatierapport
De hoofdthema’s van deze evaluatie zijn de ontwikkeling en het functioneren van de
                  NLsportraad, met daarbij aandacht voor de ontwikkeling van de interne organisatie,
                  de positionering van de raad, en de adviezen. Ook is gekeken naar de toekomstbestendigheid
                  van de NLsportraad en de opvolging van de aandachtspunten uit de evaluatie 2016 –
                  2019.
               
Conclusies
Uit het evaluatierapport volgt een aantal conclusies:
1) De NLsportraad heeft zich doorontwikkeld
Conclusie van de evaluatie is dat de NLsportraad de afgelopen jaren meerdere stappen
                  heeft gezet richting een professionele en gevestigde adviesraad. Dit is in lijn met
                  de wettelijke verankering als formeel adviescollege. Waar in de vorige evaluatie de
                  meerwaarde van de NLsportraad nog niet eenduidig en eenvoudig kon worden omschreven,
                  is nu te zien dat de meerwaarde de afgelopen jaren nadrukkelijker naar voren komt.
                  De NLsportraad heeft daarbij een verbetering ingezet in de uitvoering van de wettelijke
                  taken. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat de NLsportraad nog niet op het zelf
                  gewenste ambitieniveau functioneert.
               
2) De doorontwikkeling van de raad kent een keerzijde
2a) Beperkte omvang secretariaat
Uit de evaluatie komt naar voren dat de ondersteunende capaciteit van de raad beperkt
                  en kwetsbaar is, en dat dit een risico vormt voor de continuïteit van de uitvoering
                  van het werkprogramma. Het secretariaat ervaart een hoge werkdruk om meermaals per
                  jaar adviezen te produceren van hoge kwaliteit. De onderzoekers constateren dat het
                  aantal inhoudelijk adviseurs niet is meegegroeid met de verbreding van de opdracht.
                  Ook raadsleden merken dat. Geconstateerd wordt dat te veel herprioritering daarbij
                  ten koste kan gaan van de lange termijndoelstellingen van raad, die ook onder meer
                  met ongevraagde adviezen worden nagestreefd. In het evaluatierapport concluderen de
                  onderzoekers dat een versterking van het secretariaat wenselijk is.
               
2b) Positie in het veld: bredere opdracht is passend, tevredenheid wisselt
Waar in de vorige evaluatie nog niet alle partijen bekend waren met de positie van
                  de NLsportraad, komt uit deze evaluatie dat de NLsportraad voor de meeste stakeholders
                  duidelijke meerwaarde heeft en iets toevoegt. De focus op sport en bewegen in relatie
                  tot andere vraagstukken en in combinatie met de adviesfunctie wordt daarbij gezien
                  als uniek karakter van de raad.
               
In de evaluatie wordt geconstateerd dat de NLsportraad de afgelopen jaren meer positie
                  in heeft genomen in het veld en de relaties met meerdere stakeholders heeft verbeterd.
                  Wel blijkt dat oude beelden en negatieve beeldvorming rondom de raad bij enkele stakeholders
                  nog steeds bestaan. Het gaat hier onder meer om beeldvorming rondom de mate van neutraliteit
                  van de raad. De onderzoekers concluderen dat een meer neutrale houding, met enige
                  distantie tot de onderwerpen waarop de raad adviseert, kan bijdragen aan de ontwikkeling
                  van de gezaghebbendheid van de NLsportraad. Uit de evaluatie komt ook naar voren dat
                  de samenwerking tussen de NLsportraad en het Ministerie van VWS de afgelopen jaren
                  is verbeterd, maar nog niet vanzelfsprekend op een «volwassen» niveau is. De NLsportraad
                  ervaart soms beperkte opvolging van de adviezen aan de kant van VWS.
               
2c) Adviezen volgens stakeholders twee kanten
Enerzijds wordt in het evaluatierapport aangegeven dat de stakeholders positief zijn
                  over de (wetenschappelijke) kwaliteit van de adviezen en de inzet van andere vormen.
                  Anderzijds bestaat het beeld dat adviezen nog te weinig hebben bijgedragen aan transities
                  in het veld.
               
3) Het verwerven en versterken van positie kost tijd, zeker in uitdagende omstandigheden
In het rapport wordt geconcludeerd dat door de wettelijke taak van de NLsportraad
                  om over stelsel brede vraagstukken te adviseren, zij als nieuwe speler in dat veld
                  te maken krijgt met weerstand van gevestigde partijen. Volgens de onderzoekers is
                  er voor het thema sport en bewegen vanuit de sector en de politiek geringe aandacht.
                  En door gebrek aan ambtelijke capaciteit bij VWS aan de ene kant en capaciteit bij
                  de raad om uitvoering te geven aan de wettelijke taak anderzijds, is de opvolging
                  van adviezen beperkt.
               
4) De raad is aan zet om het vervolg vorm te geven
De onderzoekers adviseren de raad de komende jaren de ingezette lijn door te voeren
                  en daarvoor een aantal zaken in gang zetten, waaronder het vormen van een visie over
                  de maatschappelijke opgave waar de raad de komende 10–15 jaar voor staat. En op basis
                  van deze visie scherpe keuzes maken.
               
Om hier zelf vorm aan te geven als heeft het onderzoeksbureau een aantal aanbevelingen
                  gedaan. Hieronder de aanbevelingen zoals geformuleerd door AEF.
               
Aanbevelingen
1) Ontwikkel het mission statement voor de Nlsportraad
De NLsportraad wordt geadviseerd om de bestaande visie nader te concretiseren en richting
                  te kiezen voor de langere termijn: aan welk doel wil de NLsportraad bijdragen? Dit
                  moet ook bijdragen aan het maken van scherpe keuzes in het selecteren van adviesthema’s
                  en het wel of niet oppakken van adviesaanvragen.
               
2) Zorg voor een passende balans in de samenstelling van de raad
Uit een mission statement volgt ook een helder beeld over de samenstelling van de
                  raad. De meerwaarde wordt gezien om in de doorwisseling van raadsleden nadrukkelijker
                  op aanvullende wetenschappelijke profielen te werven.
               
3) Blijf rolvast en zoek de samenwerking op
Rolvastheid betekent dat de NLsportraad zich primair richt op de inhoud van de advisering
                  en niet als belangenbehartiger voor thema’s uit het werkprogramma. Er ligt ruimte
                  om meer samenwerking op te zoeken met stakeholders, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen
                  van de mission statement of de totstandkoming van het werkprogramma.
               
4) Zet in op inhoudelijke versterking van het secretariaat
Een versterking wordt nodig gezien om de komende jaren uitvoering te blijven geven
                  aan de wettelijke taak. Het gaat hier vooral om inhoudelijk adviseurs die een rol
                  hebben in het primair proces.
               
5) Breng enkele verbeteringen aan in het adviesproces
In de evaluatie zijn enkele concrete punten tegen gekomen waarin het adviesproces
                  doeltreffender kan worden ingericht. Het gaat om het zorgen voor meer afstemming met
                  VWS over de prioritering van adviezen, om al te veel herprioritering in het werkprogramma
                  te voorkomen. Daarnaast om te blijven inzetten op verschillende adviesvormen en het
                  werken met realistische interne en externe planningen.
               
2. Beleidsreactie
               
Het evaluatierapport geschreven door AEF heeft inzicht gegeven in de ontwikkeling
                  en het functioneren van de NLsportraad in de periode 2019–2023.
               
In algemene zin onderschrijf ik de bevindingen uit het evaluatierapport. In het rapport
                  staan geen verrassingen en het geeft aanknopingspunten om de NLsportraad verder door
                  te ontwikkelen en de constructieve samenwerking tussen de NLsportraad en VWS verder
                  te versterken.
               
Het evaluatierapport concludeert dat de raad aan zet is om vorm te geven aan het vervolg.
                  Dat is voor de meeste conclusies en aanbevelingen het geval, maar voor een aantal
                  bevindingen geldt ook een betrokkenheid voor het Ministerie van VWS. Onderstaand ga
                  ik dieper op de conclusies en aanbevelingen in.
               
Reactie op de conclusies:
1) De NLsportraad heeft zich doorontwikkeld
De conclusie die in het rapport wordt getrokken door de onderzoekers is herkenbaar.
                  Ik constateer ook dat de raad zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld tot een professionele
                  en gevestigde adviesraad. De wettelijke verankering als formeel adviescollege per
                  1 januari 2023 heeft daar aan bijgedragen.
               
2) De doorontwikkeling van de raad kent een keerzijde
In het rapport wordt beschreven dat de positieve ontwikkeling die de raad heeft doorgemaakt
                  de afgelopen jaren ook een keerzijde kent. Deze drie aandachtspunten zijn herkenbaar.
                  Per punt licht ik nader toe wat mijn standpunt is.
               
2a) Beperkte omvang secretariaat
Er wordt geconstateerd dat de NLsportraad nog niet op het zelf gewenste ambitieniveau
                  functioneert. Een van de redenen die hiervoor wordt genoemd, is de beperkte en kwetsbare
                  omvang van het secretariaat, met name wat betreft inhoudelijke adviseurs. Ik ben hierover
                  reeds in gesprek met de NLsportraad Meerdere scenario’s worden hierbij uitgewerkt.
               
2b) Positie in het veld: bredere opdracht is passend, tevredenheid wisselt
Ik ben verheugd dat de positie van de NLsportraad in het veld verbeterd is en dat
                  de meerwaarde door stakeholders wordt gezien. De raad heeft duidelijk toegevoegde
                  waarde in het domein van sport en bewegen.
               
Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat bij enkele stakeholders oude beelden nog aanwezig
                  zijn met betrekking tot de neutrale houding van de raad. In dit licht vind ik het
                  van belang dat de raad consistent werkt en de eigen rol daarbij in het vizier houdt.
                  Ik zie hierin ook een belangrijke rol voor de nieuwe voorzitter van de NLsportraad.
                  Het is herkenbaar dat de raad in een veld werkzaam is met vele belangen en veel aanwezige
                  expertise. Om hier een goede balans in te vinden onderschrijf ik de conclusie dat
                  een meer neutrale houding, met enige distantie tot de onderwerpen waarop de raad adviseert,
                  kan bijdragen aan de ontwikkeling van meer gezaghebbendheid van de NLsportraad. Hierover
                  blijf ik graag met de NLsportraad in gesprek.
               
2c) Adviezen volgens stakeholders twee kanten
Zoals ook onder conclusie 2b aangegeven, is het goed te lezen dat stakeholders de
                  adviezen als positief ervaren. Er wordt daarnaast geconstateerd dat de adviezen een
                  meer zichtbare doorwerking moeten gaan krijgen. De vraag is dan wat die doorwerking
                  moet zijn en hoe ver de rol van raad hierbij gaat.
               
3) Het verwerven en versterken van positie kost tijd, zeker in uitdagende omstandigheden
De onderzoekers constateren terecht dat het voor de raad als nieuwe organisatie lastig
                     is om positie te verwerven in een sector met veel gevestigde partijen. Echter, concludeert
                     het rapport ook dat het draagvlak en de meerwaarde onder stakeholders meer gezien
                     wordt.
                  
Over de soms beperkte opvolging van de adviezen ben ik in gesprek met de NLsportraad.
                     Hierbij heb ik reeds aangegeven dat het mijn intentie is om de adviezen van de NLsportraad
                     van een inhoudelijke reactie te voorzien. De NLsportraad en VWS kijken op dit moment
                     gezamenlijk naar een manier om dit op een goede wijze te kunnen doen, met inachtneming
                     van ieders rol.
                  
4) De raad is aan zet om het vervolg vorm te geven
De aanbevelingen die de onderzoekers doen op basis van de getrokken conclusies zijn
                  met name gericht op de rol van de raad zelf. In een gesprek wat ik met de NLsportraad
                  heb gevoerd naar aanleiding van dit rapport geeft de raad aan zich te herkennen in
                  de conclusies die AEF schetst in het rapport. De NLsportraad is blij met de erkenning
                  van AEF over de doorontwikkeling en professionalisering die de raad doormaakt en ziet
                  genoeg aanleiding om met de aanbevelingen van AEF aan de slag te gaan. De komst van
                  een nieuwe voorzitter per 1 augustus 2024 en de op handen zijnde ontwikkeling van
                  een nieuw werkprogramma 2026–2029 bieden mogelijkheden aanbevelingen op te pakken.
               
Reactie op de aanbevelingen
AEF heeft een vijftal aanbevelingen gedaan en zoals gezegd zijn het aanbevelingen
                  die voor de NLsportraad en voor mij herkenbaar zijn. Het ontwikkelen van de mission
                  statement en een passende samenstelling van de raad ondersteun ik van harte. Het zoeken
                  naar de balans tussen rolvast blijven en de samenwerking met stakeholders versterken,
                  sluit aan bij de eerste twee aanbevelingen. Over de aanbevelingen die betrekking hebben
                  op het secretariaat en het adviesproces hebben de raad en VWS de komende tijd gesprekken
                  om nader uit te werken wat dit betekent en hoe dit eruit kan zien.
               
Tot slot
De samenwerking tussen de NLsportraad en het Ministerie van VWS is de afgelopen jaren
                  verbeterd en de rollen en taken in de samenwerking zijn daarbij duidelijk afgebakend
                  en vastgesteld. De wettelijke verankering van de raad per januari 2023 heeft daaraan
                  bijgedragen. Er is gezamenlijk gewerkt aan een professionaliseringsslag, met focus
                  op constructieve samenwerking op de inhoud en versterking van elkaars positie. Het
                  evaluatierapport biedt voldoende aanknopingspunten om dit nog verder te ontwikkelen.
                  Ik zet dit de komende jaren dan ook graag samen met de NLsportraad voort.
               
De aanbevelingen uit het evaluatierapport en de bestuurlijke reactie (zie bijlage)
                  van de NLsportraad maken dat ik de vervolgstappen met vertrouwen tegemoet zie.
               
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
                  C. Helder
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport