Brief regering : Ontwikkelingen fysiotherapie en oefentherapie
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 853
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2024
Op 8 april 2024 informeerde ik uw Kamer per brief1 over de voortgang van het traject «Naar een passende aanspraak fysio- en oefentherapie»
(PAFOZ). Daarin gaf ik aan dat meeste partijen het Kwaliteitskader Fysiotherapie en Oefentherapie (Kwaliteitskader) geaccordeerd hebben. De leden van het Koninklijk Nederlands Genootschap
voor Fysiotherapie (KNGF) hebben dit niet gedaan. Het was toen nog onduidelijk wat
het niet accorderen van het Kwaliteitskader door de leden van het KNGF betekent voor
het eindadvies van Zorginstituut Nederland (Zorginstituut) over het PAFOZ-traject.
Via deze brief licht ik uw Kamer in over de recente ontwikkelingen en kom ik mijn
toezegging na. Ook zal ik kort ingaan op andere ontwikkelingen in de fysio- en oefentherapie
en de gehele paramedische sector, waar fysio- en oefentherapeuten deel van zijn.
Ontwikkelingen Kwaliteitskader Fysiotherapie en Oefentherapie
In 2022 heeft het Zorginstituut het Kwaliteitskader opgenomen op de Meerjarenagenda
met als doel dat de betrokken partijen deze aanbieden voor opname in het Register
van het Zorginstituut. Opname in de Meerjarenagenda is gedaan op verzoek van het KNGF,
de Stichting Keurmerk Fysiotherapie (SKF), de Vereniging van Oefentherapeuten Cesar
en Mensendieck (VvOCM), de Patiëntenfederatie Nederland (Patiëntenfederatie) en Zorgverzekeraars
Nederland (ZN). De deadline voor aanbieding was 28 maart 2024. Zoals gezegd hebben
de leden van het KNGF het Kwaliteitskader verworpen. Hierdoor hebben de betrokken
partijen het Kwaliteitskader niet gezamenlijk kunnen aanbieden voor opname in het
Register2.
Om die reden gaat de Kwaliteitsraad van het Zorginstituut verkennen of doorzettingsmacht
ingezet moet worden om opname van het Kwaliteitskader in het Register mogelijk te
maken. Hiertoe gaat de Kwaliteitsraad een probleemanalyse uitvoeren. Onderdeel van
deze analyse is onder andere het onderzoeken of er draagvlak is om het Kwaliteitskader
alsnog gezamenlijk aan te bieden aan het Register. Als het Zorginstituut op basis
van de probleemanalyse besluit zijn doorzettingsmacht in te zetten, dan krijgt de
Kwaliteitsraad de regie over het Kwaliteitskader. De Kwaliteitsraad zorgt er dan voor dat het Kwaliteitskader wordt aangeboden aan het Register.
De beroepsgroepen (KNGF, SKF en VvOCM), de Patiëntenfederatie en ZN worden bij dit
proces betrokken.
Het Zorginstituut en de Kwaliteitsraad streven ernaar dat het Kwaliteitskader eind
2024 is aangeboden aan het Register.
Ik ondersteun het belang van het Kwaliteitskader omdat het hiermee voor fysio- en
oefentherapeuten, patiënten en zorgverzekeraars duidelijker wordt welke kwaliteit
mag worden verwacht van fysio- en oefentherapeutische zorg. Ik hecht er waarde aan
dat de fysio- en oefentherapeuten dit kader omarmen. Daarom vind ik het een goede
ontwikkeling dat de Kwaliteitsraad als onderdeel van de probleemanalyse het draagvlak
voor het alsnog gezamenlijk indienen van het Kwaliteitskader gaat verkennen. Daarnaast
vind ik het belangrijk dat bij de probleemanalyse naast het draagvlak, ook rekening
gehouden wordt met de implementatie en uitvoering van het Kwaliteitskader na opname
in het Register.
Andere ontwikkelingen fysio- en oefentherapie
Naast het PAFOZ-traject zijn er ook andere ontwikkelingen in de fysio- en oefentherapeutische
sector waarvoor ik mij actief inzet, welke ik graag nogmaals onder de aandacht breng.
Het gaat om de volgende ontwikkelingen:
− Bij brief van 24 mei 2024 heb ik u geïnformeerd over mijn voornemen om per 1 januari
2025 meer fysio- en oefentherapeutische zorg te vergoeden vanuit het basispakket3. Dit betreft zorg voor patiënten met reumatoïde artritis en het verwijderen van de
restricties op zorg voor patiënten met chronic obstructive pulmonary disease (COPD).
− De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en relevante veldpartijen onderzoeken de mogelijkheden
van een bundelbekostigingsexperiment bij fysio- en oefentherapeutische zorg voor patiënten met COPD. Het doel van het
experiment zal zijn om te onderzoeken of bundelbekostiging passende zorg meer stimuleert
dan de huidige bekostiging. Partijen werken het bundelbekostigingsexperiment op dit
moment verder uit. Wanneer dit verder vorm krijgt, ben ik voornemens een voorhangprocedure
te starten voordat ik aan de NZa een aanwijzing zal geven om het experiment op te
nemen in haar beleidsregels.
− Op 16 mei 2024 ontving ik het advies van het Zorginstituut om langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde actieve oefentherapie bij axiale spondyloartritis
met ernstige functionele beperkingen te vergoeden uit het basispakket4. Deze zorg is sinds 1 oktober 2019 voorwaardelijk toegelaten tot het basispakket
en deze toelating eindigt 1 januari 20265. Het is aan een nieuw kabinet om te beslissen over de definitieve toelating tot het
basispakket. Definitieve toelating is op z’n vroegst per 1 januari 2026 mogelijk.
Omdat de voorwaardelijke toelating loopt tot deze datum, blijft deze zorg tot die
datum vergoed en verandert er voor patiënten niets.
Ontwikkelingen paramedische sector
In de Visie eerstelijnszorg 20306 is een gezamenlijke missie voor de eerste lijn opgesteld. Paramedici, waaronder fysio-
en oefentherapeuten, hebben hierin een rol, bijvoorbeeld in het bevorderen van de
dagelijkse kwaliteit van leven, het ontlasten van de huisarts en andere zorgverleners,
en het overnemen van zorg uit de tweede lijn. Een passende eerstelijns aanspraak voor
fysio- en oefentherapie is één van de stappen om de visie voor de eerstelijnszorg
te kunnen realiseren. Daarnaast zijn er ook andere stappen te zetten op het gebied
van kwaliteitsontwikkeling en samenwerking, zowel tussen paramedici onderling als
met andere veldpartijen. Daarover wil ik u kort informeren:
− We verbeteren de organisatiegraad in de eerste lijn, en helpen de paramedische zorg om een inhaalslag te maken om volwaardig in de eerste
lijn mee te kunnen. In 2021 is het programma «Organisatiegraad paramedische Zorg»
ontwikkeld. Hiermee is de basis gelegd, maar een impuls blijft ook in de komende jaren
nodig. Voor de jaren 2025 en verder wordt een vervolg verkend, waarbij wordt gekeken
naar de samenhang en samenwerking van het programma met de visie en het plan van aanpak
over de versterking van de eerstelijnszorg.
− Het programma Paramedische Zorg 2023–2026 is een vervolg op het programma Paramedische Zorg 2019–2022. Het doel van dit programma
is dat de paramedische zorg optimaal bijdraagt aan de ambities zoals beschreven in
het Integraal Zorgakkoord (IZA). Het programma bestaat uit twee programmaonderdelen:
1) kennisvergroting en onderzoek en 2) kwaliteit en transparantie.
− Vanwege de toenemende zorgvraag is het belangrijk om meer in te zetten op het vervangen,
verplaatsen en voorkomen van zorg. Via een ZonMw-subsidie wordt een routekaart ontwikkeld die het pad omschrijft waarmee interventies met substitutiepotentieel
breder in Nederland geïmplementeerd kunnen worden.
− In samenwerking met de Autoriteit Consument & Markt (ACM) is een sessie georganiseerd
voor kleine zorgaanbieders in onder andere de paramedische sector. Tijdens deze sessie
werd informatie verstrekt over de mogelijkheid van gezamenlijk contracteren. Dit is toegestaan mits het gericht is op een zorginhoudelijk doel waarbij de patiënt
centraal staat en wordt ondersteund door zorgaanbieders, zorgverzekeraars en vertegenwoordigers
van patiënten. De ACM en ik brengen dit actief onder de aandacht bij paramedici, omdat
het hen kan helpen beter in gesprek te komen met zorgverzekeraars over de contractering.
Ik ben ook van plan hier in de zomer op voort te bouwen door middel van casuïstiek
voorbeelden te delen en van elkaar te leren.
− Vanuit afspraken in het IZA werken veldpartijen en VWS aan betere (digitale) gegevensuitwisseling
tussen paramedici onderling, tussen paramedici en de huisarts, en tussen paramedici
en de patiënt. Het programma «gegevensuitwisseling paramedische zorg» is per januari 2023 gestart onder begeleiding van ICTU. Partijen zijn voornemens
het programma in de loop van 2024 zelf aan te gaan sturen. Ik ondersteun bij de noodzakelijke
financiering.
Tot slot
De fysio- en oefentherapeutische sector én de gehele paramedische sector blijven doorwerken
aan het versterken van de eerstelijnszorg. Het Kwaliteitskader en het PAFOZ-traject
vormen hiervoor belangrijke onderdelen.
De Minister voor Medische Zorg,
P.A. Dijkstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg