Brief regering : Ontwerpbesluit tot wijziging Besluit kinderopvangtoeslag in verband met de indexatie van toetsingsinkomens en maximum uurprijzen en de inzet van de eerste tranche van het ingroeipad
31 322 Kinderopvang
Nr. 537
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Ontvangen ter Griffie op 7 juni 2024.
De voordracht voor de vast te stellen
algemene maatregel van bestuur is
aan de Kamer overgelegd tot en met
5 juli 2024.
De voordracht voor de vast te stellen
algemene maatregel van bestuur kan
niet eerder worden gedaan dan op 6 juli 2024.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2024
Kinderopvang is een essentiële sector, omdat het ouders ondersteunt bij het combineren
van arbeid en zorg voor hun kinderen en de ontwikkeling van kinderen bevordert. De
kinderopvangtoeslag biedt werkende ouders een tegemoetkoming in de kosten van de opvang.
Jaarlijks worden de maximum uurprijzen voor de dagopvang, buitenschoolse opvang en
gastouderopvang geïndexeerd bij algemene maatregel van bestuur. Zo blijft de kinderopvang
financieel toegankelijk voor ouders. Hierbij leg ik u het ontwerpbesluit voor waarmee
de toeslag voor het jaar 2025 wordt geïndexeerd. Daarnaast regelt dit ontwerpbesluit
de dekking van vier beleidsmaatregelen voor kinderopvang en worden de vergoedingspercentages
verhoogd als onderdeel van het ingroeipad naar de inkomensonafhankelijke hoge vergoeding
voor kinderopvang.
Voorhangprocedure
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
op grond van artikel 3.4 van de Wet kinderopvang. De voorhangprocedure biedt uw Kamer
de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling
advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging
van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit
niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal
is overgelegd. Gelijktijdig met deze brief ontvangt u ook de uitvoeringstoets van
Dienst Toeslagen van het ontwerpbesluit.
De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal heb ik eveneens op de hoogte
gebracht van de voorhang van dit ontwerpbesluit.
Inhoud besluit
Met dit besluit regelt het kabinet drie zaken. Ten eerste de reguliere indexatie van
de toetsingsinkomens en maximum uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag voor het jaar
2025. Ten tweede worden de maximum uurprijzen in 2025 met vier cent minder verhoogd
ter bekostiging van vier beleidsmaatregelen voor kinderopvang.
Voor de toelichting op deze twee onderdelen verwijs ik u naar de nota van toelichting
van het ontwerpbesluit.
Ten derde regelt het besluit de inzet van de gereserveerde middelen voor de eerste
tranche van het ingroeipad richting het nieuwe financieringsstelsel (€ 429 miljoen).
Op 5 april1 en 29 mei2 heb ik uw Kamer geïnformeerd over verschillende varianten van de inzet van deze ingroeipadmiddelen.
Deze varianten heb ik vervolgens beoordeeld op inkomenseffecten voor middeninkomens,
mogelijke gevolgen voor de arbeidsparticipatie en effecten op de toekenningszekerheid
van de kinderopvangtoeslag voor ouders.
Alles overwegende kom ik tot de conclusie dat variant 1 de voorkeur geniet, in lijn
met de aangenomen motie Rajkowski (VVD) en Van Oostenbruggen (NSC).3
Met variant 1 wordt de kinderopvang beter betaalbaar voor middeninkomens, gaat (meer)
werken meer lonen en dringen we het aantal terugvorderingen door inkomenswijzigingen
terug4. Tegelijkertijd blijft het afbouwpad in de toeslagtabel even steil, waardoor de «marginale
druk» niet toeneemt en negatieve arbeidsparticipatieprikkels worden voorkomen.
Met deze eerste tranche van het ingroeipad zet het kabinet de eerste concrete stap
naar een hoge inkomensonafhankelijke vergoeding voor kinderopvang in de toekomst.
Tegelijkertijd maken we de kinderopvang nu al betaalbaarder voor onze leraren, verpleegkundigen
en andere hardwerkende ouders in Nederland. Uw Kamer kan nu middels deze voorhangprocedure
reageren op het ontwerpbesluit in het algemeen en op de gekozen variant in het bijzonder.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.