Brief regering : Landelijk kwaliteitskader effectieve jeugdinterventies voor preventie van jeugdcriminaliteit
28 741 Jeugdcriminaliteit
Nr. 116
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2024
In zijn initiatiefnota «Opvoeden die handel» stelde het voormalig lid Verkuijlen (VVD)(Kamerstuk
36 261) voor een pragmatisch kwaliteitskader te ontwikkelen met als referentie erkende bewezen
effectieve programma’s. Dit voorstel is door het kabinet omarmd.1 In vervolg op de in de Voortgangsrapportage high impact crimes geschetste ontwikkeling,
treft u bijgaand aan het in samenwerking met de wetenschap ontwikkelde «Landelijk
kwaliteitskader effectieve jeugdinterventies voor preventie van jeugdcriminaliteit».2
Het Kwaliteitskader formuleert richtlijnen en handvatten die het Ministerie van Justitie
en Veiligheid, gemeenten en andere organisaties kunnen gebruiken bij het vormgeven
van hun preventieve aanpak tegen jeugdcriminaliteit. Het Kwaliteitskader is gebaseerd
op bestaande inzichten, zoals bijvoorbeeld toegepast bij de certificering van interventies
door het Nederlands Jeugdinstituut. Zo geeft het rapport aan hoe het versterken van
de pedagogische basis cruciaal is voor de ontwikkeling van jongeren en aan welke standaarden
specialistische interventies moeten voldoen. Ook wordt door dit kader duidelijk dat
er momenteel breder in het land interventies worden ingezet waarvan nog onduidelijk
is of deze effectief zijn en interventies waarbij het risico bestaat dat deze een
negatief effect kunnen hebben, zoals universele voorlichtings- en educatieprogramma’s
die als doel hebben jongeren bewust te maken van de gevaren van criminaliteit of interventies
die gericht zijn op groepen waarin jongeren elkaar onderling negatief kunnen beïnvloeden.
Gebruik van dit Kwaliteitskader door gemeenten en andere organisaties zal daarom bijdragen
aan de ontwikkeling, doorontwikkeling en landelijke beschikbaarheid van effectieve
interventies. Dit zorgt mede voor een effectieve besteding van de financiële middelen.3
Dit Landelijke kwaliteitskader is door toezending aan uw Kamer nu breed beschikbaar
voor gemeenten en ook andere organisaties, zoals de Dienst Justitiële Inrichtingen,
de Justitiële Jeugdinrichtingen, de Raad voor de Kinderbescherming, de Gecertificeerde
Instellingen en de reclasseringsorganisaties. In het derde kwartaal van dit jaar wordt
een gebruiksvriendelijke versie in de vorm van een scan of tool opgeleverd.
Hiermee wordt het Kwaliteitskader effectieve jeugdinterventies een laagdrempelig instrument
voor gemeenten en andere partners om hun (lokale) aanpak jeugdcriminaliteit, Preventie
met Gezag en HIC-aanpakken aan te scherpen en effectiever te maken.
Preventieve aanpakken moeten zoveel mogelijk gebaseerd zijn op wetenschappelijke inzichten
om de effectiviteit te verhogen. Daarom mogen de richtlijnen uit het Kwaliteitskader
niet vrijblijvend zijn, maar moeten ze daadwerkelijk en op de juiste manier worden
gebruikt om de interventies gefinancierd vanuit PmG nader te onderzoeken, bij te stellen
of te stoppen. Wij gaan de PmG-gemeenten actief ondersteunen bij het vertalen van
de inzichten uit het Kader naar de lokale praktijk.
Toezegging inzet op succesfactoren
In dit kwaliteitskader komen zowel de risico- als de beschermende factoren uitgebreid
aan bod. Ook tijdens het debat justitiële jeugd van 31 mei 2023 (Kamerstuk 28 741, nr. 105) is het belang van de inzet op deze factoren met uw Kamer besproken. Het lid Ceder
(ChristenUnie) vroeg er aandacht voor dat er over jongeren in kwetsbare posities veelal
wordt gesproken in negatieve termen en/of in risicofactoren. De Minister voor Rechtsbescherming
zegde toe na te gaan of er rapporten beschikbaar zijn over positieve of kritische
succesfactoren van jongeren in een kwetsbare positie. Deze rapporten zijn reeds beschikbaar
en met bijgaand landelijk kwaliteitskader zijn de positieve en beschermende factoren
verder aangevuld en verstevigd.
In 2019 verscheen het WODC-rapport naar «risico- en beschermende factoren in de kindertijd
en vroege adolescentie voor high impact crimes in de latere adolescentie en jongvolwassenheid».
Eind vorig 2022 kwam als onderdeel van een drieluik uit het rapport van bureau Beke:
«Do or Don’t: Kennissynthese ingroeimechanismen en rekruteringsprocessen van jongeren
in de georganiseerde criminaliteit».4 In beide onderzoeken worden ook de positieve en daarmee beschermende factoren genoemd,
die we inzetten bij diverse aanpakken, zoals de betrokkenheid van een betekenisvolle
steunende derde of mentor, erkenning van talenten en succeservaringen en de afwezigheid
van schulden. Deze factoren zijn redelijk stabiel en fluctueren niet over de tijd.
Wat betreft risico- en beschermende factoren voor jeugdcriminaliteit in algemene zin
zie ik op dit moment dan ook geen reden voor een aanvullend onderzoek.
Stand van zaken motie inzet goede ervaringen voor scholen
Tijdens het debat over voornoemde initiatiefnota van het voormalige lid van uw Kamer
Verkuijlen is een motie ingediend door het lid Raemakers (D66), om te inventariseren
hoe goede ervaringen met stichtingen en/of organisaties gespecialiseerd in jeugdcriminaliteit
breder ingezet kunnen worden om daarmee de werkdruk voor leraren te verlichten. Wij
zijn hierover in gesprek met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en
onder andere enkele gemeenten.
Het onderhavige Kwaliteitskader zal ook door die organisaties benut worden om te komen
tot een effectieve aanpak. Wij zullen u in het najaar over de aanpak naar aanleiding
van deze motie informeren in de Voortgangsrapportage high impact crimes.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Indieners
-
Indiener
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Medeindiener
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming