Brief regering : Stand van de Uitvoering DUO 2023
25 268 Zelfstandige bestuursorganen
Nr. 225
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET
ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2024
Dit is sinds 2021 de derde keer dat DUO de Stand van de Uitvoering uitbrengt. Dat
publieke dienstverleners regelmatig verslag doen van ervaren knelpunten, is winst.
Het getuigt niet alleen van de wens tot openheid bij de overheid, het getuigt ook
van de gezamenlijke wil om het voor burgers beter te doen, en beter te blijven doen.
Daarbij hebben wij veel waardering voor de medewerkers van DUO, die zich iedere dag
inzetten voor een zo goed mogelijke dienstverlening voor de mensen voor wie ze hun
werk doen. Tegelijkertijd heeft DUO laten zien te willen leren van fouten, om de dienstverlening
te verbeteren en iedere leerling, (oud-)student en instelling recht te doen.
Graag bieden wij u hierbij DUO’s Stand van de Uitvoering 2023 aan, met in deze brief
onze reactie op de knelpunten die DUO signaleert. DUO is graag bereid uw Kamer hierover
een technische briefing te bieden. Voordat we ingaan op de afzonderlijke knelpunten,
vinden we het belangrijk om stil te staan bij de uitzonderlijke prestatie die DUO
heeft geleverd bij het herinvoeren van de basisbeurs voor studenten in het hbo en
wo. Het traject op weg daar naar toe was een goed voorbeeld van co-creatie tussen
beleid en uitvoering. In deze co-creatie staan de mensen waar het om gaat centraal
en bekijken we wat uitvoerbaar is. Deze manier van werken zetten we in de toekomst
graag door en zullen we ook toepassen in de vormgeving van een nieuwe werkwijze bij
de controles uitwonendenbeurs. Over de onzorgvuldigheden in die controles bent u reeds
geïnformeerd per brief van 1 maart jl.1. In het najaar zullen wij u informeren over de voortgang.
Verkenning studiefinanciering
De Stand van de Uitvoering DUO benoemt het succes van de herinvoering van de basisbeurs
voor studenten in het hbo en wo. Zoals hiervoor genoemd zijn wij DUO dankbaar voor
de uitzonderlijke prestatie die zij hierbij heeft geleverd. De samenwerking tussen
beleid en uitvoering die hierin werd getoond, willen we vasthouden. Naast het succes
van de herinvoering, signaleert DUO meerdere knelpunten op het terrein van studiefinanciering.
Het bestuursdepartement en DUO werken intensief samen om signalen vanuit de uitvoering
op een goede manier naar boven te halen, zodat gewogen kan worden of een aanpassing
van beleid nodig is. Daarvoor is onder andere de verkenning studiefinanciering ingericht,
waarbij signalen vanuit verschillende onderdelen van DUO, maar ook vanuit bijvoorbeeld
studentenorganisaties, worden verzameld. Daarbij is nadrukkelijk aandacht voor de
menselijke maat, zoals ook de motie Ergin c.s. oproept2. Zoals naar aanleiding van deze motie toegezegd, zal de verkenning begin 2025 met
uw Kamer worden gedeeld.
Maandelijks aflosbedrag voor sommige oud-studenten te hoog
Bij het terugbetalen van studieschulden houdt DUO rekening met het inkomen van de
debiteur. Hoe de draagkracht wordt berekend verschilt tussen de verschillende aflosregimes
die het stelsel kent. Het is bekend dat het aflosregime voor oud-studenten die vóór
studiejaar 2009–2010 voor het eerst studiefinanciering ontvingen een minder ruim draagkrachtbeginsel
kent in vergelijking met de latere regimes. We zijn bekend met de signalen dat dit
bij sommige debiteuren tot problemen kan leiden. In algemene zin geldt uiteraard het
uitgangspunt dat de terugbetaalvoorwaarden sociaal moeten zijn en dat we zo veel als
mogelijk willen voorkomen dat deze terugbetalingen leiden tot financiële problemen.
Het is goed dat DUO deze debiteuren kan helpen door op zoek te gaan naar een (maatwerk)oplossing.
De wens om dit voor de grotere groep te regelen, begrijpen we ook. Echter, het generiek
overzetten van deze groep debiteuren is juridisch complex en niet voor alle oud-studenten
voordelig. We kunnen de regels niet zomaar wijzigen als dit niet voor alle debiteuren
begunstigend is en het dus voor sommige debiteuren juist in hun nadeel zou kunnen
uitwerken. Dat zou in deze situatie het geval zijn omdat debiteuren, na overzetting,
bij de berekening van hun draagkracht hun partner niet meer buiten beschouwing zouden
kunnen laten bij de draagkrachtberekening.
Een generieke omzetting naar een later aflosregime lijkt dus niet de oplossing. Wel
wordt in de eerdergenoemde verkenning studiefinanciering bezien hoe DUO oud-studenten
bij wie betalingsproblemen dreigen beter kan ondersteunen. Door betalingsproblemen
vroegtijdig te signaleren en bijvoorbeeld door te bezien of omzetting voor specifieke
groepen op minder juridische bezwaren stuit.
Achterstand bij terugbetalen en hoge wettelijke rente
We herkennen dit probleem en willen het daarom snel mogelijk maken dat DUO geen wettelijke
rente op betalingsachterstanden meer hoeft te heffen uit hoofde van OCW-wetgeving
voor deze groep personen. Het gaat dan om debiteuren (natuurlijke personen) met wie
wegens een gebrek aan betalingsruimte een betalingsregeling is getroffen. Hiermee
wordt de komende jaren vooruitgelopen op de voorgenomen wijziging van de Algemene
wet bestuursrecht3.
We hebben hiervoor in de eerste suppletoire begroting 2024 € 1,1 miljoen in 2024 en
€ 1,6 miljoen per jaar in 2025 en 2026 vrijgemaakt. We werken samen met DUO aan de
uitwerking hiervan in een beleidsregel. We verwachten daarmee dat deze maatregel op
een later moment in 2024 kan ingaan.
Privacygevoelige registratie buitenlandse mbo-studenten
Mbo-instellingen ervaren een administratieve last om van mbo-studenten kopieën te
bewaren van de ID-bewijzen om zo de rechtmatige bekostiging van deze studenten te
kunnen aantonen. Bovendien zitten hier ook privacyrisico’s aan. Een oplossing is dat
gegevens door DUO automatisch op een betrouwbare en veilige manier terug gekoppeld
worden aan de mbo-instellingen. DUO zal hiertoe de voorgestelde oplossing uitwerken,
in kaart brengen wat de impact van de oplossing is en wanneer deze implementeerbaar
is.
Twee wetten, twee ouderbegrippen
Jongeren met het recht op studiefinanciering of een tegemoetkoming scholieren kunnen
ook recht hebben op een aanvullende beurs, respectievelijk aanvullende toelage. Voor
de berekening van de hoogte kijkt DUO naar het ouderinkomen. De verschillende definities
die worden gehanteerd in de Wet studiefinanciering 2000 (WSF 2000) en Wet tegemoetkoming
onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) kunnen verwarrend zijn. We streven altijd
naar eenvoudige en duidelijke wet- en regelgeving. In het kader van de eerdergenoemde
verkenning studiefinanciering wordt bezien of het ouderbegrip tussen de twee wetten
gelijk kan worden getrokken. Daarbij worden de positieve en negatieve gevolgen voor
scholieren en studenten uiteraard betrokken.
Gegevenslevering aan andere partijen leveren soms vragen op
DUO heeft de wettelijke taak gegevens van burgers uit te wisselen met andere (uitvoerings)organisaties.
Het gaat om specifieke gegevens die nodig zijn bij het uitvoeren van wetten en regelingen
door andere uitvoerders. DUO schetst een knelpunt dat kan ontstaan bij de digitale
uitwisseling van gegevens. De digitale uitwisseling versnelt processen voor burgers
en uitvoerders. Gegevens worden hergebruikt zodat burgers deze bijvoorbeeld niet meerdere
keren hoeven op te voeren. Echter, er kunnen problemen ontstaan voor de burger als
deze eerder opgevoerde gegevens niet (meer) accuraat blijken te zijn, maar wel meegenomen
worden in een ander proces later in de tijd.
Uiteraard is het belangrijk om dit proces te verbeteren. DUO stelt een «terugmeldvoorziening»
voor. Dit zal de komende periode worden onderzocht. We starten daarbij binnen een
beperkt domein van gegevens en uitvoerders. Vervolgens wordt gekeken naar een bredere
voorziening, rekening houdend met de financieringskaders, portfolio's van de uitvoerders
en ambities van het rijk als geheel. Het onderzoek betrekt daarbij ook informatie
van de Programmaraad Generieke Digitale Infrastructuur (PGDI) en het Netwerk van Publieke
Dienstverleners (NPD).
Problemen door laat stopzetten studiefinanciering
Het probleem dat sommige studenten vergeten hun studiefinanciering (tijdig) stop te
zetten, wanneer zij zich uitgeschreven hebben voor hun studie, wordt meegenomen in
de verkenning studiefinanciering. Daarin wordt de aangedragen oplossing om stopzetten
tot de 10e van de maand mogelijk te maken, meegenomen. Bij beoordeling van de oplossing
worden verschillende aspecten, waaronder impact op de systemen van DUO en de eventuele
financiële en juridische consequenties, meegewogen.
Geen directe omzetting prestatiebeurs
DUO zet de prestatiebeurs om bij het behalen van een diploma binnen de diplomatermijn.
Dit gebeurt op 1 januari volgend op het jaar dat het diploma is behaald door de student.
Daardoor zit er tijd tussen het behalen van het diploma en de omzetting. Het is begrijpelijker
voor de student als deze omzetting direct plaatsvindt. Om die reden bekijken we binnen
de eerder genoemde verkenning studiefinanciering de mogelijkheden om het moment van
omzetting zo snel mogelijk na het behalen van het diploma te laten plaatsvinden. Daarin
worden ook de eventuele financiële consequenties gewogen.
Mijn Diploma’s mbo, hbo en wo bevat te weinig gegevens
DUO geeft in haar knelpunten aan dat voor mbo, hbo en wo geen gegevens geregistreerd
worden over cijfers, vakken en andere onderdelen van onderwijs. Gegevens kunnen dus
ook niet ontsloten worden via Mijn Diploma’s, waardoor diplomahouders, afnemers, instellingen
en werkgevers niet kunnen beschikken over «gewaarmerkte» gegevens van de diplomahouder.
DUO heeft in september 2022 een impactanalyse uitgevoerd op dit terrein en de behoeftes
geïnventariseerd. De conclusie hieruit was dat een verder onderzoek nodig is om een
oplossing uit te kunnen werken. Zowel in het kader van een betere dienstverlening
als het bestrijden van diplomafraude lijkt de uitbreiding van Mijn Diploma’s met meer
gegevens wenselijk. Tegelijkertijd heeft dit grote gevolgen voor de keten tussen onderwijsinstellingen,
leveranciers en DUO. Daarom worden de randvoorwaarden en kosten nu nader in kaart
gebracht. Zo komen we tot uitvoerbare voorstellen op dit punt.
Met deze Stand bieden we u inzicht in wat er op dit moment speelt in de publieke dienstverlening
door DUO. Wij hechten grote waarde aan het delen van deze ontwikkelingen en uitdagingen
binnen de uitvoering. Wij gaan graag het gesprek aan met uw Kamer over de mogelijkheden
om tot een nog betere uitvoering te komen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs