Brief regering : Nederlandse inzet op de publieke consultatie voor Europese maatregelen ter stimulering van emissievrije zakelijke voertuigen (Greening Corporate Fleets initiatief)
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3947
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 mei 2024
Rekening houdend met de afspraak gemaakt tijdens het Algemeen Overleg op 12 februari
2013 over informatievoorziening met betrekking tot Europese besluitvorming1, vindt uw Kamer bijgaand het antwoord van het kabinet op de consultatie van de Commissie
over de Europese procedure inzake vergroening van bedrijfswagenparken. Aanvullend
licht ik graag de Nederlandse inzet op de publieke consultatie op het gebied van Europese
maatregelen ter stimulering van zakelijke emissievrije voertuigen (het Greening Corporate Fleets initiatief) nader toe. De bijgevoegde antwoorden op de publieke consultatie reflecteren
deze inzet.
Achtergrond
Het Greening Corporate Fleets initiatief is onderdeel van de Europese Green Deal2 en heeft als doel beleid te ontwikkelen waarmee de vraag naar emissievrije zakelijke
voertuigen wordt gestimuleerd.
Met zakelijke voertuigen worden voertuigen bedoeld in eigendom van een bedrijf, als
ook voertuigen die worden geleased of verhuurd door een bedrijf. Hieronder vallen
onder andere taxi’s, deelauto’s en auto’s van de zaak, maar ook logistieke voertuigen
(bestel- en vrachtauto’s) en touringcars. Voertuigen die in het openbaar vervoer worden
ingezet, zoals bijvoorbeeld OV-bussen, zijn uitgezonderd van het initiatief. Voor
deze voertuigen bestaan andere regelingen, zoals de Europese Clean Vehicles Directive.
Met de publieke consultatie wil de Commissie het draagvlak voor vraagstimulerende
maatregelen onderzoeken alvorens de Commissie overgaat tot beleidsontwikkeling. Deze
publieke consultatie is een goed moment om de belangen van Nederland aan de Commissie
kenbaar te maken bij het uitwerken van nieuw Europees beleid.
Inzet Nederland
Nederland steunt dit initiatief. Ten eerste is vraagstimulering een effectief instrument
om de ingroei van emissievrije voertuigen te versnellen. Het merendeel van de nieuwe
voertuigen worden door bedrijven aangeschaft (meer dan 50% van de nieuwverkopen in
personenauto’s en bijna alle bestelauto’s, vrachtauto’s en touringcars). Maatregelen
die zich richten op de nieuwverkopen van bedrijven zijn hierdoor bijzonder effectief
om de vloot te verduurzamen. Ten tweede geeft Europese vraagstimulering duidelijkheid
aan voertuigfabrikanten, dat er een markt is voor emissievrije voertuigen in de toekomst.
Het huidige Europese beleidskader zet met de Europese CO2-normen voor lichte3 en zware voertuigen4 vooral in op aanbodontwikkeling van emissievrije voertuigen.
Opties voor Europese vraagstimulering zijn divers en variëren van vrijblijvende maatregelen
(e.g. fiscale stimulering, vrijwillige schema’s en beloftes), maatregelen ter stimulering
van de randvoorwaarden (zoals de uitrol van laad- en tankinfrastructuur) en normerende
maatregelen (zoals een verplicht aandeel emissievrije voertuigen in de nieuwverkoop
en/of het rijdend wagenpark).
Daarom pleit het kabinet voor het volgende in de publieke consultatie:
• Nederland is voorstander van Europese maatregelen die de vraag naar emissievrije zakelijke
voertuigen stimuleren.
• Voor Nederland is het van belang dat een dergelijke regeling niet marktverstorend
werkt, geen ongelijk speelveld creëert en het midden- en kleinbedrijf zover mogelijk
ontziet.
• Nederland pleit eerst voor verder onderzoek. Een beslissing hoeft nog niet te worden
genomen. Een evenwichtig wetsvoorstel voor vraagstimulering moet leiden tot een zo
groot mogelijke ingroei van emissievrije voertuigen.
• Nederland roept de Commissie op om verschillende ontwerpkeuzes in de afweging mee
te nemen.
○ Voor lichte voertuigen (zoals personen- en bestelauto’s) moet de mogelijkheid onderzocht
worden om vlootnormering niet op te leggen aan leasebedrijven maar aan bedrijven die
voertuigen kopen, leasen of huren ten behoeve van de eigen bedrijfsvoering/dienstverlening.
○ Voor zware voertuigen (zoals, vrachtwagens en trekker-oplegger combinaties) moet de
mogelijkheid onderzocht worden om vlootnormering niet op te leggen aan vervoerders
maar aan grote verladers, waarbij zij verplicht worden om een deel van de aan- en
afvoer van goederen emissievrij uit te (laten) voeren.
Toelichting
In het commissiedebat op 31 januari 2024, vroeg het lid Bamenga naar Europese regels
omtrent een nationale zakelijke vlootnormering (Kamerstuk 31 305, nr. 448). Ik noemde toen dat de besluitvorming over nationale normering van de zakelijke
markt gepauzeerd is nadat er in het voorjaar van 2023 geen overeenstemming bereikt
kon worden over deze maatregel.
In het Klimaatakkoord5 is wel afgesproken dat de Rijksoverheid met betrokken partijen zal werken aan de
invoering van een normstellende regeling voor werk gerelateerd verkeer, eigen wagenparken
en logistiek, met als doel een gelijkwaardig speelveld te creëren voor inspanningen
van werkgevers op klimaatgebied.
Het nationale initiatief voor een zakelijke vlootnormering voor lichte voertuigen
is na de val van het Kabinet controversieel verklaard door uw Kamer. Nederland zet
daarom in op meer onderzoek door de Europese Commissie, zodat het volgende kabinet
alle opties op tafel heeft om een afgewogen beslissing te kunnen nemen.
Tot slot
Met deze brief hoop ik u duidelijkheid te hebben verschaft over de Nederlandse inzet
op het gebied van Europese maatregelen ter vraagstimulering van emissievrije voertuigen
in de zakelijke vloot.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat