Brief regering : Reactie op verzoek commissie over een update over het geneesmiddel Kaftrio
29 477 Geneesmiddelenbeleid
Nr. 890
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 mei 2024
Op verzoek van uw vaste commissie van VWS van 15 mei jongstleden geef ik u een update
over het geneesmiddel Kaftrio naar aanleiding van mijn brief van 13 mei jongstleden
aan uw Kamer1.
Ik begin met een korte inleiding over het vergoedingsproces van extramurale geneesmiddelen,
waarna ik u een verhelderende toelichting geef over de stand van zaken over Kaftrio.
Extramurale geneesmiddelen zijn geneesmiddelen die op recept van een arts verkrijgbaar
zijn bij de apotheek. Deze geneesmiddelen komen pas voor vergoeding in aanmerking
als ze zijn opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Eén van de taken
van Zorginstituut Nederland (hierna: Zorginstituut) is om mij te adviseren over opname
van extramurale geneesmiddelen in het GVS. Voor opname in het GVS moet een geneesmiddel
een wettelijke procedure doorlopen die bestaat uit 1. de aanvraag voor opname in het
GVS middels het indienen van een vergoedingsdossier; 2. de advisering door het Zorginstituut;
3. de besluitvorming door de Minister voor Medische Zorg2.
Ter voorbereiding op de beoordeling van het definitieve vergoedingsdossier, geeft
het Zorginstituut aan leveranciers de mogelijkheid om een proefdossier in te dienen.
Op basis van dit proefdossier adviseert het Zorginstituut aan de leverancier welke
gegevens deel moeten uitmaken van het definitieve dossier.
In uw verzoek van 15 mei jongstleden wordt genoemd dat de leverancier een voortoets
heeft aangeleverd. Ik ga er vanuit dat de commissie hier het proefdossier mee bedoelt.
Een proefdossier indienen is optioneel en behoort niet tot de officiële beoordelingsprocedure.
Daarom wordt dit niet openbaar gemaakt door het Zorginstituut.
Het Zorginstituut heeft aan mij bevestigd dat de leverancier van Kaftrio een proefdossier
heeft ingediend voor de leeftijdsuitbreiding naar patiënten van 2 tot 6 jaar oud.
Het Zorginstituut heeft het proefdossier bestudeerd en de leverancier geadviseerd
hoe het vergoedingsdossier te finaliseren. De leverancier van Kaftrio heeft op basis
van dit advies een definitief dossier ingediend bij het Zorginstituut. Helaas heeft
het Zorginstituut moeten constateren dat het definitieve dossier niet alle benodigde
gegevens bevat en dus niet compleet verklaard kan worden. Pas als de leverancier alle
benodigde gegevens heeft aangeleverd kan het Zorginstituut het officiële vergoedingsproces
starten over de vergoeding van Kaftrio voor patiënten van 2 tot 6 jaar oud, en zal
dit bekend worden gemaakt op de website van het Zorginstituut, alsmede via het dashboard
doorlooptijden geneesmiddelen3.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister voor Medische Zorg,
P.A. Dijkstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg