Brief regering : De inzet van het energie-innovatie instrumentarium in 2023 en de komende jaren
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
30 196
Duurzame ontwikkeling en beleid
Nr. 1390
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 mei 2024
Onderzoek van het Internationaal Energieagentschap (IEA) laat zien dat om in 2050
klimaatneutraal te zijn, circa één derde van de CO2-reductie in 2050 moet komen van technologieën die nog niet commercieel beschikbaar
zijn1. Het ondersteunen van onderzoek, ontwikkeling en demonstratie van deze technieken
is dus een cruciaal onderdeel van het behalen van een klimaatneutrale samenleving
in 2050. Daarnaast dragen de innovaties bij aan de ontwikkeling van (nieuwe) markten
en Nederlands verdienvermogen. Met het missiegedreven innovatiebeleid2 wordt richting en ondersteuning geboden om het innovatieproces aan te jagen en te
versnellen. Dit gebeurt onder andere door het programmeren van energie-innovatie in
de Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma’s (MMIP’s) in samenwerking met de
Topsector Energie en andere stakeholders, zoals kennisinstellingen en universiteiten.
Daarnaast ondersteun ik energie-innovatie door middel van verschillende subsidieregelingen.
Middels deze brief informeer ik uw Kamer over de stand van zaken rondom het energie-innovatie
instrumentarium, geef ik een terugblik op het afgelopen jaar en ga ik in op de doorontwikkeling
van het instrumentarium. Deze brief geeft tevens opvolging aan de motie van de leden
Stoffer (SGP) en Grinwis (CU) over één specifieke innovatieve technologie, namelijk
om onderzoek te ondersteunen naar validatie van de potentiële opbrengst van Dynamic
Tidal Power – energiedammen in zee3.
Als laatste wil ik mededelen dat het adviestraject vanuit de Adviesraad voor wetenschap,
technologie en innovatie (AWTI) naar aanleiding van mijn toezegging aan het lid Bontenbal
(CDA) tijdens het commissiedebat van de vaste commissie voor Economische Zaken en
Klimaat op 20 april 2023 op dit moment wordt uitgevoerd4. De oplevering hiervan wordt eind 2024 verwacht en zal dan aan uw Kamer toegezonden
worden. Dit advies richt zich op de vraag hoe het Nederlandse innovatiebeleid, in
lijn met het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE), nog gerichter kan bijdragen aan
de transformatie van het energiesysteem die nodig is voor het behalen van de huidige
energie- en klimaatdoelen.
Het energie-innovatie instrumentarium
Het energie-innovatie instrumentarium bestaat uit meerdere subsidiemodules: de regeling
Demonstratie Energie en klimaatinnovaties (DEI+), de regeling Missiegedreven Onderzoek,
Ontwikkeling en Innovatie (MOOI), de regeling Energie en Klimaat Onderzoek en Ontwikkeling
(EKOO) – voorheen de Topsector Energie (TSE) tenderregelingen – en de regeling Hernieuwbare
Energietransitie (HER+).
De energie-innovatie regelingen worden ingezet om ondersteuning te geven aan het Missiegedreven
Topsectoren en Innovatiebeleid (MTIB). Het MTIB is gericht op verschillende missies
waarvan er voor drie de primaire verantwoordelijkheid bij EZK ligt. Dit zijn 1) Missie
A: Opwek van hernieuwbare elektriciteit, 2) Missie B: Verduurzaming van de gebouwde
omgeving en 3) Missie C: Klimaatneutrale en circulaire industrie. De inhoudelijke
invulling van de energie-innovatie regelingen is vormgegeven aan de hand van de thema’s
van deze missies en hun respectievelijke programmering zoals omschreven in de Meerjarig
Missiegedreven Innovatie Programma’s (MMIP’s).
Project MOOI 2021: Flexibele inzet van waterstofproductie en energieopslag met SymBatt
In de MOOI openstelling 2021 is het project SymBatt gehonoreerd. Dit project, gericht
op de ontwikkeling van de Battolyser technologie, is in groter samenwerkingsverband
met verschillende typen organisaties uitgewerkt.
Een Battolyser is een geïntegreerde batterij & elektrolyser en biedt energieopslag
in de vorm van elektriciteit op korte termijn en energieproductie in de vorm van waterstof
op de langere termijn. Hierdoor worden vraag en aanbod van energie aan elkaar gekoppeld
en ingevuld naar de behoefte van de markt.
Dit innovatieve project is een mooi voorbeeld van duurzame en hernieuwbare energieproductie
dat tegelijkertijd bijdraagt aan het voorkomen van netcongestie. Het project beslaat
verschillende thema’s zoals opwek, systeemintegratie, waterstof, opslag en is toepasbaar
voor verschillende sectoren zoals wind- en zonenergie, chemische toepassing van waterstof
en algemene elektriciteitsopslag en conversie.
Gezien de gedeelde verantwoordelijkheid voor deze thema’s worden de energie-innovatie
regelingen ook veelvuldig ingezet door andere departementen5.
Zo is er bijvoorbeeld in 2023 een DEI+ regeling opengesteld met het thema Aardgasloze
woningen, wijken en gebouwen met een budget van € 9 miljoen, afkomstig vanuit het
Ministerie van BZK. Hierin worden innovatieve pilot of demonstratie projecten ondersteund
die bijdragen aan het «aardgasloos-ready» maken van de gebouwde omgeving. Daarnaast
is er in april 2024 een DEI+ regeling opengesteld met het thema Circulaire economie
met een budget van € 20 miljoen afkomstig vanuit het Ministerie van I&W. Binnen deze
openstelling kunnen onder andere projecten gericht op recycling en hergebruik van
afval en het gebruik van biobased grondstoffen als vervanger van fossiele grondstoffen
ondersteund worden.
Tevens worden de regelingen gebruikt om Nationaal Groeifondsprogramma’s of onderdelen
van het Klimaatfonds uit te voeren, zoals openstellingen voor het programma GroenvermogenNL
of vergassingsprojecten (projecten waarmee hernieuwbaar gas geproduceerd wordt) gefinancierd
vanuit het Klimaatfonds. Doordat er gebruik gemaakt kan worden van bestaande regelingen
en er dus geen nieuwe regelingen voor opgezet hoeven te worden voorkomen we verdere
versnippering van het subsidielandschap en verminderen we de doorlooptijden in de
uitvoering van bepaalde programma’s.
Eerste resultaten van 2023 op een rij
Het afgelopen jaar zijn er succesvolle openstellingen geweest van meerdere energie-innovatie
regelingen. Er is voor ruim € 175 miljoen opengesteld binnen een groot aantal verschillende
thema’s zoals energiebesparing en energie-efficiëntie, waterstof en groen gas, flexibilisering
van het energiesysteem, hernieuwbare energieproductie en ruimtelijke toepassing hiervan,
circulariteit, CCU/CCS, verduurzaming van de gebouwde omgeving en verduurzaming van
de industrie. Er was veel belangstelling vanuit de markt voor de regelingen. Bijv.
bij de DEI+ openstelling van 2023 is er voor ruim € 200 miljoen subsidie aangevraagd
terwijl er voor € 65 miljoen budget beschikbaar was.
Project DEI+ 2023: CO2-reductie in het steenwolsmeltproces
In de DEI+ 2023 openstelling is het project van Rockwool B.V. gehonoreerd. Het doel
van dit demonstratieproject is het demonstreren van de elektrificatie van het steenwolsmeltproces.
Dit zal zorgen voor een sterke vermindering van de CO2-uitstoot en bijdragen aan technologie ontwikkeling voor hoge temperatuurprocessen.
Steenwol is een belangrijk isolatiemateriaal waarbij in de productie de grootste CO2-uitstoot plaatsvindt tijdens het smeltproces aangezien de grondstoffen op 1500°C
gesmolten moeten worden. Door dit proces te elektrificeren kan uitstoot drastisch
verminderd worden en steenwol als isolatiemateriaal verduurzamen.
Dit demonstratieproject is een mooi voorbeeld van hoe één project kan bijdragen aan
meerdere transities zoals de verduurzaming van woningen en gebouwen en verduurzaming
van industriële processen.
Er is volop gebruik gemaakt van de energie-innovatie regelingen door verschillende
typen organisaties. Zo zien we dat het mkb goed vertegenwoordigd is. Het aandeel mkbdat
gebruik maakt van de regelingen bedraagt ongeveer 40 procent, het aandeel van grootbedrijven
is bijna 50 procent. De overige 10 procent bestaat uit kennisinstellingen.
Het grote aandeel van mkb-bedrijven en grootbedrijven ten opzichte van kennisinstellingen
komt overeen met de verschuiving die te zien is in de afgelopen jaren naar meer projecten
op een hoger Technology Readiness Level (TRL) niveau. Dit houdt in dat er een toenemend
aantal pilot- en demonstratieprojecten en investeringen in uitontwikkelde technologieën
worden gesubsidieerd in verhouding tot fundamenteel onderzoek. Deze projecten zitten
dichter bij de markt waardoor de stap naar opschaling en toepassing sneller gemaakt
kan worden.
Daarnaast kan geconstateerd worden dat door de jaren heen een groter aandeel private
financiering tegenover de subsidiebedragen komt te staan. Meer private investering
duidt op een beter werkende markt. Door een groter vertrouwen ontstaat er vraag en
aanbod en kunnen innovaties dus makkelijker opgeschaald worden. Hieruit kan worden
opgemaakt dat de energie-innovatie regelingen een positief effect hebben op de markt
en een versnellende functie hebben in het innovatie traject. Dit is ook gebleken uit
de externe beleidsevaluatie door Dialogic en SEO in 20236.
Doorontwikkeling energie-innovatie regelingen
Vorig jaar heb ik in een brief de resultaten van de externe evaluatie van het energie-innovatie
instrumentarium met uw Kamer gedeeld7. Hieruit is gebleken dat de energie-innovatie regelingen zowel doeltreffend als doelmatig
zijn. In de beleidsevaluatie zijn onder andere aanbevelingen gegeven gericht op het
verder stroomlijnen van het instrumentarium. Parallel aan de beleidsevaluatie is er
een traject in gang gezet wat zich richt op de doorontwikkeling van het instrumentarium.
De aanbevelingen vanuit de beleidsevaluatie zijn hierin meegenomen.
Deze doorontwikkeling is met name gericht op hoe de regelingen nog doelmatiger en
doeltreffender ingezet kunnen worden en hoe ze meer duidelijkheid kunnen verschaffen
richting aanvragers. De doorontwikkeling van het instrumentarium vindt plaats in nauwe
samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om te borgen dat
de aanpassingen ook ten goede komen aan de uitvoerbaarheid van de regelingen.
Concrete aanpassingen zijn gemaakt met betrekking tot het integreren van de losse
TSE tenderregelingen in één nieuwe regeling, de Energie en Klimaat Onderzoek en Ontwikkeling
(EKOO), bestaande uit verschillende onderdelen. Hierdoor is de versnippering van regelingen
verminderd en is er meer duidelijkheid gecreëerd richting aanvragers over bij welke
regeling zij het beste terecht kunnen om subsidie aan te vragen. Tevens komt deze
samenvoeging ook ten goede van de uitvoering. Daarnaast is er voor gekozen om de HER+
en het budget van de HER+ onder te brengen in andere energie-innovatie regelingen.
Door deze integratie is het mogelijk om gelijksoortige projecten, maar met een bredere
scope, te ondersteunen. Waar de HER+ alleen gericht was op (technologische) kostenreductie
ten behoeve van de SDE++-categorieën en wind op zee, is het nu mogelijk om naast kostenreductie
ook andere doelen te realiseren, zoals reductie van systeemkosten en de ontwikkeling
van sociaalmaatschappelijke aspecten van innovaties. Hierdoor is de doelmatigheid
van de regelingen vergroot.
In het missiegedreven innovatiebeleid ligt voor de komende jaren ook de focus op het
dichten van het gat tussen innovatie en opschaling. Daarom is in de DEI+ het maximale
subsidiebedrag per organisatie verhoogd van € 15 miljoen naar € 30 miljoen, in lijn
met de verruiming van de Europese staatssteunkaders8. Hiermee kunnen grotere demonstratieprojecten gesubsidieerd worden waardoor de stap
van innovatie naar commerciële schaal en toetreding op de markt verkleind wordt.
Onderzoek naar Dynamic Tidal Power, gefinancierd met middelen uit de HER+
Naast de huidige inzet op energie-innovatiebeleid, zie ik het ook als mijn taak om
de haalbaarheid en toepasbaarheid van innovatieve energieconcepten te onderzoeken.
Dit geldt bijvoorbeeld voor de verschillende energietechnologieën die vallen onder
de noemer «elektriciteit uit water». Op 30 maart 2021 is de «Verkenning elektriciteit
uit water» met de Kamer gedeeld9. Deze verkenning beschrijft de beleidsinzet op energie uit water. Om tot deze beleidsinzet
te komen, heeft TNO verschillende energie uit water-technieken onderzocht. Één van
de aanbevelingen was om voor Dynamic Tidal Power (DTP) de haalbaarheid van grootschalige
toepassing te onderzoeken, alsmede de mogelijkheid om significante kostenreductie
te realiseren. Naar aanleiding van de Verkenning elektriciteit uit water hebben de
leden Stoffer (SGP) en Grinwis (CU) op 8 juli 2021 een motie ingediend om onderzoek
te ondersteunen naar validatie van de potentiële opbrengst van Dynamic Tidal Power
– energiedammen in zee10. Dit onderzoek, gefinancieerd met middelen uit de HER+ regeling, heb ik in 2023 uitgezet
bij kennisinstituut Deltares. In maart 2024 heeft Deltares het rapport, dat als bijlage
bij deze brief is toegevoegd, opgeleverd. In dit onderzoek is een inschatting gemaakt
van de potentiële energieopbrengst van twee variaties van DTP-dammen en de daaruit
volgende prijs per kilowattuur. Daarnaast zijn experts geraadpleegd om een eerste
indicatie te geven van de te verwachten effecten van een DTP-dam op waterveiligheid,
sedimenttransport, ecologie en scheepvaart.
Implicaties uitkomsten onderzoek
Uit onderzoek blijkt dat DTP in de meest kosteneffectieve variant (DTP IJmuiden) een
prijs per kilowattuur heeft van € 0,15. Ter vergelijking: de Levelized Cost of Energy
(LCOE) van wind op zee wordt voor 2025 ingeschat op € 0,07 per kilowattuur en voor
2030 op € 0,04 per kilowattuur11. Ook is gebleken dat de effecten van een DTP-dam op sedimenttransport, ecologie en
scheepvaart groot zijn. Het is daarom aannemelijk dat de constructie van een DTP-dam
in tegenspraak is met internationale verdragen rondom ecologie en scheepvaart.
Ik prijs de Nederlandse energie uit water-sector voor zijn inzet om innovatieve vormen
van energieopwekking te ontwikkelen. De uitkomsten van het Deltares onderzoek naar
DTP bieden op basis van bovenstaande argumentatie geen aanleiding om deze technologie
verder te verkennen in Nederland.
Energie-innovatie in 2024 en verder
Om de energietransitie te laten slagen is het belangrijk dat we energie-innovaties
blijven ondersteunen. Met de energie-innovatie regelingen helpen we bedrijven en onderzoekers
met het vinden van slimme oplossingen om CO2-uitstoot te verminderen en het energiesysteem flexibeler en efficiënter te maken.
Ook voor 2024 zet ik mij in om de energie-innovatie regelingen open te stellen, te
evalueren en door te ontwikkelen in samenwerking met RVO en de Topsector Energie.
Daarnaast blijft het mogelijk om de regelingen in te zetten voor andere departementen,
voor de uitvoering van Nationaal Groeifonds programma’s en het Klimaatfonds. Ik kijk
ook naar hoe het instrumentarium aansluit op het Nationaal Plan Energiesysteem en
het Programma Energie Hoofdinfrastructuur en waar aanpassingen nodig zijn om nog effectiever
bij te dragen aan een rechtvaardig, betaalbaar, betrouwbaar en duurzaam energiesysteem.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie