Brief regering : Fiche: Aanbeveling Routekaart Post-Quantumcryptografie
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3945
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 mei 2024
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 2 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Aanbeveling Routekaart Post-Quantumcryptografie
Fiche: Mededeling biotechnologie en biofabricage (Kamerstuk 22 112, nr. 3946)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
Fiche: Aanbeveling Routekaart Post-Quantumcryptografie
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Aanbeveling van de Commissie over een routekaart voor een gecoördineerde uitvoering
van de transitie naar post-quantumcryptografie
b) Datum ontvangst Commissiedocument
11 april 2024
c) Nr. Commissiedocument
C(2024)2393
d) EUR-Lex
https://eur-lex.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=OJ:L_202401101&qid=17…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie (Telecommunicatie)
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
2. Essentie voorstel
De Europese Commissie (hierna: Commissie) herkent de dreiging die een toekomstige
quantumcomputer met zich meebrengt ten aanzien van de cyberveiligheid en de huidige
versleutelingsmethoden (cryptografie). De Commissie houdt er rekening mee dat quantumcomputers
in de toekomst de huidige versleutelingstechnologieën (mogelijk) kunnen kraken. Hierbij
ziet de Commissie urgentie om oplossingen te vinden die de vertrouwelijkheid en integriteit
van informatie en de bescherming van gevoelige communicatie op de lange termijn kunnen
waarborgen. De Commissie adviseert dit te bereiken door middel van een spoedige transitie
naar post-quantumcryptografie: nieuwe soorten cryptografie die niet kwetsbaar zijn
voor aanvallers die over een quantumcomputer beschikken.
De Commissie moedigt in de aanbeveling de lidstaten aan om in onderlinge samenwerking
een strategie, welke leidt tot een routekaart, te ontwikkelen ten behoeve van de transitie
naar post-quantumcryptografie voor een gecoördineerde en gesynchroniseerde transitie
onder de lidstaten. De routekaart moet als blauwdruk dienen voor de bepaling van de
nationale plannen voor de transitie naar post-quantumcryptografie, of indien die plannen
reeds bestaan, voor de afstemming ervan op de routekaart. Twee jaar na de publicatie
van deze aanbeveling van de Commissie dient de routekaart beschikbaar te zijn en moet
deze worden gevolgd. De lidstaten zouden echter nu al moeten beginnen met passende
en evenredige maatregelen om zich voor te bereiden.
Daarnaast worden lidstaten aangemoedigd om hun acties te coördineren via een op te
richten toegewijd lidstatenforum. Dit forum kan vertegenwoordigers bevatten van nationale
(cyber)beveiligingsautoriteiten en cybersecurityexperts van nationale cybersecurityautoriteiten
en het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (ENISA).
Tegelijkertijd adviseert de Commissie om gemeenschappelijke Europese standaarden1 te ontwikkelen en een kader om post-quantumcryptografie-algoritmen binnen de Europese
Unie vast te stellen en te selecteren.
Ook op Unieniveau worden maatregelen getroffen. De Commissie zal de werkzaamheden
omtrent post-quantumcryptografie in het kader van haar aanbeveling periodiek monitoren
en beoordelen. Daartoe kan zij informatie opvragen bij de lidstaten en indien nodig
aanvullende maatregelen voorstellen aan de lidstaten, zoals voorstellen van bindende
handelingen van het Unierecht. Tot slot beoordeelt de Commissie uiterlijk drie jaar
na publicatie van deze aanbeveling de gevolgen van haar aanbeveling, in samenwerking
met de lidstaten.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Digitale weerbaarheid heeft de aandacht van het kabinet, om digitale dreigingen nu
en in de toekomst het hoofd te kunnen bieden. Het kabinet ziet quantumveilige cryptografie
als belangrijk element van digitale weerbaarheid omdat het de vertrouwelijkheid en
integriteit van informatie beschermt tegen kwaadwillenden. Daarom werkt het kabinet
op dit moment aan een visie en bijbehorend beleid op het gebied van post-quantumcryptografie
voor informatiebeveiliging. De uitwerking hiervan valt binnen de I-Strategie Rijk.
Een van de thema’s daarin is digitale weerbaarheid.2 Binnen het thema digitale weerbaarheid wordt een routekaart met een aantal projecten
en programma’s gevolgd. De stuurgroep Digitale Weerbaarheid stuurt op (de uitvoering
van) deze routekaart. Een van de programma’s binnen de routekaart is Quantumveilige
Cryptografie Rijksoverheid. Dit programma werkt het beleid op de transitie naar post-quantumcryptografie
uit.3
In 2021 is in Nederland het Rijksbrede programma Quantumveilige Cryptografie Rijk
opgestart om daarmee een Rijksbrede transitie naar quantumveilige cryptografie te
faciliteren en aan te jagen. Dit samenwerkingsprogramma valt onder Chief Information
Office Rijk (CIO Rijk). Het doel van dit programma is om de Rijksoverheid te helpen
om risico’s van quantumtechnologie op cryptografie op tijd beheersbaar te maken en
coördinatie te faciliteren. Ook treedt dit programma naar buiten, onder andere richting
medeoverheden en vitale partijen.
Binnen dit programma houden een kernteam en werkgroepen met brede samenstelling zich
bezig met de verschillende aspecten van de transitie zoals bewustwording en kennisopbouw,
ondersteuning met behulp van beleid, kaders en handreikingen.
Daarnaast is er binnen de Rijksoverheid sinds 2014 al aandacht voor de dreiging van
de quantumcomputer en is door de jaren heen een aantal brochures gepubliceerd over
het onderwerp. In 2023 is een handleiding4 gepubliceerd met daarin de te nemen stappen in de transitie naar een quantumveilige
organisatie op basis van post-quantumcryptografie. Op basis daarvan hebben NCSC en
AIVD ook een handreiking gepubliceerd.5
Het voorbereiden op quantumveilige cryptografie maakt inherent deel uit van de Nederlandse
Cybersecuritystrategie 2022–2028 (NLCS6). De NLCS stelt dat cybersecuritykennis en -kunde moet worden versterkt om de digitale
veiligheid van Nederland nu en in de toekomst te kunnen beschermen. Intensieve innovatiesamenwerking
tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen is hiervoor essentieel. Het door
het kabinet opgerichte samenwerkingsplatform dcypher speelt hier een rol in en legt
de basis voor publiek-private onderzoeks- en innovatietrajecten. Dit platform voert
een routekaart cryptocommunicatie uit waarin transitie naar post-quantumcryptografie
veel aandacht krijgt en publicaties oplevert.
Tevens vormt post-quantumcryptografie een van de prioritaire onderwerpen in de agenda
voor Cybersecurity Technologies onder de Nationale Technologiestrategie (NTS) die op dit moment voorbereid wordt
voor publicatie aan de Tweede Kamer.
De transitie naar post-quantumcryptografie is niet alleen voor de Rijksoverheid en
andere overheden van belang, maar ook voor organisaties in de vitale sectoren. Het
kabinet acht het van belang om de transitie ook aan te jagen bij deze sectoren. Ook
werkt de crypto-industrie actief aan kennisopbouw en voorbereidingen op de transitie
naar post-quantumcryptografie.
Op dit moment werkt Nederland al met andere lidstaten samen in de transitie naar quantumveilige
cryptografie op basis van post-quantumcryptografie. Dit gebeurt zowel door langlopende samenwerkingen vanuit organisaties
zoals het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Nationaal Bureau voor Verbindingsbeveiliging
(NBV) van de AIVD en het NCSC, alsook vanuit het programma Quantumveilige Cryptografie
Rijk.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet staat positief tegenover de meerderheid van de voorgestelde acties uit
de aanbeveling van de Commissie om de transitie EU-breed aan te pakken. Dit is mede
doordat de aanbeveling in feite een uitbreiding is van de Rijksbrede transitie waar
Nederland nu al op inzet. Wanneer dit niet EU-breed gedaan wordt, zal dit leiden tot
een ongelijke transitie, met het risico dat er zwakke plekken in de EU ontstaan ten
aanzien van de digitale veiligheid. Het initiatief van de Commissie komt overeen met
de aanpak van het kabinet op coördinatie, inzet van expertisecentra en het gebruik
van EU-breed gesteunde standaarden. Daarom omarmt het kabinet het voorstel van de
Commissie om de transitie gezamenlijk vorm te geven.
Het kabinet is op dit moment ook al bezig met de voorbereidende werkzaamheden voor
de transitie, zoals de Commissie vraagt.7 Het kabinet is zich ervan bewust dat Nederland een vliegende start heeft ten aanzien
van de plannen van de Commissie en wil deze voorsprong ook behouden.
Er zijn twee belangrijke verschillen van inzicht tussen het kabinet en de Commissie.
Het eerste verschil van inzicht is de inhoudelijke betekenis van hybride cryptografische
constructies. De Commissie verstaat onder hybride constructies de combinatie van post-quantumcryptografie
met de huidige cryptografie of post-quantumcryptografie met Quantum Key Distribution. Dit is een methode die gebruikmaakt van quantumtechnologie om cryptografische sleutels
te genereren en uit te wisselen. Het kabinet is negatief over dit onderdeel van de
aanbeveling. Het kabinet verstaat onder hybride cryptografische constructies alleen
de combinatie van post-quantumcryptografie met de huidige cryptografie.8 Hybride cryptografische constructies zijn een belangrijke bouwsteen voor de transitie
naar quantumveilige cryptografie.
Ten tweede ziet het kabinet geen rol voor Quantum Key Distribution (QKD) in hybride cryptografische constructies.9
Quantum Key Distribution kan naar het oordeel van het kabinet geen onderdeel zijn van de routekaart, omdat
er nog te veel open onderzoeksvragen zijn die nog niet in de komende twee jaar beantwoord
zullen zijn. Ook zal er binnen twee jaar nog geen standaardisatie plaatsvinden van
Quantum Key Distribution omdat daarvoor de technologie nog niet volwassen genoeg is en een dergelijk standaardisatieproces
jaren zal gaan duren. Het kabinet zal dit aankaarten bij de Commissie.
Naast de twee verschillen van inzicht ziet het kabinet ook nog ruimte voor vijf aanvullingen
voor de aanbeveling. Ten eerste volgt het kabinet op dit moment de bestaande initiatieven
met betrekking tot post-quantumcryptografie van standaardisatieorganisaties, zoals ISO, NIST en IETF. Het kabinet
adviseert om de standaarden van deze organisaties leidend te laten zijn voor de EU-breed
gesteunde standaarden. In overleg met andere Europese verbindingsbeveiligingsautoriteiten,
waaronder de Appropriately Qualified Authorities (AQUA)10 en andere samenwerkingspartners dient een breed draagvlak gecreëerd te worden voor
de standaarden van ISO, NIST en IETF.
Ten tweede is het voor het kabinet belangrijk dat de routekaart naar post-quantumcryptografie
aanpasbaar is, onder andere omdat de technologie nog volop in beweging is en er dus
ook nog geen definitieve EU-breed gedeelde post-quantumcryptografie standaarden zijn.
Deze worden naar verwachting gefinaliseerd in 2024. Het kabinet raadt de Commissie
aan om aanpassingen aan de routekaart te laten geschieden op basis van verzoeken van
het lidstatenforum en met instemming van de daartoe nationaal aangewezen autoriteiten
(de hiervoor genoemde AQUA’s).
Ten derde acht het kabinet het belangrijk dat de Europese routekaart in lijn is met
de Nederlandse risico-gebaseerde aanpak van de transitie naar post-quantumcryptografie,
zodat het Nederlands en Europese beleid elkaar versterken in plaats van tegenwerken.
Het kabinet zal zich er daarom voor inzetten dat de routekaart hierbij aansluit.
Ten vierde wordt in de aanbeveling van de Commissie het belang van investeringen in
onderzoek en innovatie nog onvoldoende belicht. Kennis en capaciteit voor de transitie
naar quantumveilige cryptografie is schaars. Daarom moet de routekaart die de Commissie
voorstelt zich ook richten op het ontwikkelen van capaciteit en competenties in de
arbeidsmarkt om de transitie praktisch mogelijk te maken. De ontwikkeling van meer
kennis en innovatie rondom dit onderwerp is essentieel om voorbereid te zijn op toekomstige
dreigingen. Dit is ook nodig om de concurrentiepositie van de EU, en daarmee van Nederland,
op dit onderwerp te verbeteren en afhankelijkheden van buitenlandse partijen te voorkomen.
Om die reden zal kennis en innovatie een belangrijk onderwerp zijn in de ontwikkeling
van de routekaart en is financiering hiervoor nodig vanuit programma’s zoals de Digital
Europe Programma (DEP) en Horizon Europe. Het kabinet zal zich hiervoor inzetten.
Ten vijfde erkent het kabinet dat nieuwe cryptografische inzichten kunnen resulteren
in kwetsbaarheden in bepaalde cryptografische systemen. Het is daarom van belang om
mogelijke risico’s te blijven identificeren en in te zetten op wendbaarheid van cryptografie,
ook wel crypto-agility genoemd. Hierdoor blijven systemen functioneren als de onderliggende cryptografie
wordt vervangen.11
Al met al zal het kabinet zich ervoor inzetten dat de aanbeveling, met uitzondering
van het gedeelte over constructies met Quantum Key Distribution, van de Commissie uitgevoerd zal worden. Dit zal gebeuren door de overheid in samenwerking
met andere lidstaten, onder andere door middel van het voorgestelde lidstatenforum.
Daarnaast zal het kabinet zorgen voor een afvaardiging in dit lidstatenforum, waarin
zij onder andere kennis zal delen. Ook zal personele inzet geborgd worden, zowel voor
coördinatie binnen Europa, als ook voor de vormgeving van de transitie in Nederland,
en het bijdragen aan standaardisatie-initiatieven.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Het Nederlandse standpunt met betrekking tot noodzaak en urgentie van de transitie
wordt door andere lidstaten gedeeld met als doel een gecoördineerde transitie. De
samenwerkingen met andere lidstaten hebben ook al geleid tot gezamenlijke en overeenkomende
onderzoeken12 en publicaties13 en gedeelde standpunten.
De Duitse, Franse, Zweedse en Nederlandse verbindingsbeveiligingsautoriteiten hebben
een gezamenlijk visie op de inzet van transitie naar post-quantumcryptografie gepubliceerd
in een position paper.14 In dit paper wordt geadviseerd om hybride cryptografische constructies te gebruiken,
waarin huidige cryptografie gecombineerd wordt met post-quantumcryptografie, en voorlopig
nog geen gebruik te maken van Quantum Key Distribution. Voor zover bekend is er geen Europese verbindingsbeveiligingsautoriteit met een
andere visie.
De positie van het Europees Parlement is nog niet duidelijk. Wel heeft een aantal
Europarlementariërs een brandbrief gestuurd naar de Commissie met een oproep om de
transitie naar post-quantumcryptografie te starten.15
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet is positief. De aanbeveling maakt zelf niet expliciet
duidelijk op welke bevoegdheidsgrond zij gebaseerd is, anders dan artikel 292 VWEU.
Op grond van artikel 292 VWEU is de Commissie bevoegd om aanbevelingen vast te stellen
op de gebieden waarvoor de EU bevoegd is. Uit de overwegingen kan worden afgeleid
dat de aanbeveling met name ziet op de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, en
trans-Europese (communicatie)netwerken. Op deze terreinen is sprake van een gedeelde
bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 2, onder h en j, VWEU). Gezien
de brede strekking van de aanbeveling alsook het niet-bindende karakter meent het
kabinet dat deze aanbeveling de uitsluitende verantwoordelijkheid van elke lidstaat
voor de nationale veiligheid, zoals vastgelegd in artikel 4, lid 2 VEU, niet aantast.
De Commissie is zodoende bevoegd deze aanbeveling uit te vaardigen.
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De aanbeveling van de Commissie heeft
tot doel om een routekaart voor een gecoördineerde uitvoering van de transitie naar
post-quantumcryptografie vast te stellen. De routekaart beoogt de inzet van lidstaten
voor transitie naar post-quantumcryptografie te synchroniseren. Aangezien organisaties
meer en meer internationaal opereren en digitaal nauw met elkaar verbonden zijn, kan
deze transitie onvoldoende worden verwezenlijkt wanneer deze op lokaal, regionaal
en zelfs op nationaal niveau zou worden uitgevoerd. Het kabinet ziet geen minder ingrijpende
mogelijke oplossing om hetzelfde resultaat te bereiken; een gezamenlijke EU-aanpak
is noodzakelijk. Wanneer dit niet EU-breed gedaan wordt, zal dit leiden tot een ongelijke
transitie, met het risico dat er zwakke plekken in de EU ontstaan ten aanzien van
de digitale veiligheid. Daarnaast zou het ontbreken van Europees ondersteunde standaarden
kunnen leiden tot problemen met interoperabiliteit. Bovendien moet EU-breed worden
afgesproken om hybride oplossingen al dan niet te verplichten.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De aanbeveling heeft tot doel om een
routekaart voor een gecoördineerde uitvoering van de transitie naar post-quantumcryptografie
vast te stellen. Het voorgestelde optreden is geschikt om deze doelstelling te bereiken,
mede omdat er aanbevolen wordt om op vrijwillige basis deel te nemen in een op te
richten subgroep van de NIS-samenwerkingsgroep. De lidstaten dienen de resulterende
routekaart als blauwdruk te gebruiken voor de bepaling van nationale plannen dan wel
af te stemmen op de gemeenschappelijke routekaart. De aanbeveling gaat niet verder
dan noodzakelijk, omdat een Europese routekaart als blauwdruk voor nationale plannen
zorgt voor een gesynchroniseerde Europese aanpak en voldoende ruimte laat voor de
lidstaten om een snellere transitie te doorlopen dan vereist volgens de blauwdruk.
d) Financiële gevolgen
De aanbeveling kent geen directe financiële gevolgen anders dan personele deelname
van lidstaten aan het voorgestelde lidstatenforum. Mogelijk dient hier extra capaciteit
voor geworven te worden. Eventuele budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting
van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels van de budgetdiscipline.
De Raadsaanbevelingen heeft vooralsnog geen consequenties voor de EU-begroting. Het
kabinet is van mening dat, indien nodig, de benodigde EU-middelen gevonden dienen
te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027
en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Het
kabinet wil daarnaast niet vooruitlopen op de integrale afweging van middelen na 2027.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
De aanbeveling bevat geen bindende maatregelen die de regeldruk voor bedrijfsleven,
burgers en overheden vergroten. Wel is het kabinet van plan om een of meerdere vertegenwoordigers
af te vaardigen naar het lidstatenforum. Ook zal de Commissie toezicht houden op de
opvolging van deze aanbeveling. In dat kader kan de Commissie de vertegenwoordigers
van de lidstaten verzoeken informatie te verstrekken. Op basis van deze informatie
en alle andere beschikbare informatie beoordeelt de Commissie de gevolgen van deze
aanbeveling en bepaalt zij of er aanvullende stappen nodig zijn, zoals voorstellen
voor bindende handelingen van het Unierecht.
Ook moeten lidstaten uiterlijk drie jaar na bekendmaking van deze aanbeveling samenwerken
met de Commissie om de gevolgen van de aanbeveling te beoordelen en de volgende stappen
te bepalen.
Het beoogde effect van de aanbeveling op de concurrentiekracht is positief. De aanbeveling
draagt bij aan de verdere harmonisering van post-quantumcryptografie in de EU. Daarbij
stelt de aanbeveling dat ook samenwerking gezocht moet worden met internationale strategische
partners bij de ontwikkelingen van internationale normen om de interoperabiliteit
van communicatie ook buiten de EU in de toekomst te waarborgen.
De aanbeveling kent geopolitieke aspecten gezien de dreiging, vanuit statelijke actoren,
waaraan de EU en de lidstaten worden blootgesteld wanneer zij onvoldoende zijn voorbereid
op de komst van een voldoende krachtige quantumcomputer. In dit kader beoogt de aanbeveling
een positieve bijdrage te leveren aan de veiligheid en de open strategische autonomie
van de EU.
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.