Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de toename van het aantal dodelijke ongevallen waarbij elektrische fietsen zijn betrokken
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 1107 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 mei 2024
De vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft tijdens de
procedurevergadering van 10 april 2024 gevraagd om geïnformeerd te worden over de
toename van het aantal dodelijke ongevallen waarbij elektrische fietsen zijn betrokken.
Aanleiding voor dit verzoek zijn de recent verschenen cijfers van het Centraal Bureau
voor de Statistiek (CBS) over het aantal verkeersdoden in 2023. Via deze brief ga
ik in op dit verzoek.
Naast de ontwikkeling van het aantal verkeersdoden, is in deze brief uiteen gezet
welke relevante kennis er beschikbaar is over het gebruik van elektrische fietsen
en of gebruikers van elektrische fietsen een grotere kans hebben op een ongeval.
Ontwikkeling van het aantal dodelijke ongevallen onder elektrische fietsers
Op 10 april 2024 publiceerde het CBS het aantal verkeersdoden van 2023. In 2023 kwamen
er 270 fietsers in Nederland om door een verkeersongeval. Er is weliswaar sprake van
een lichte daling ten opzichte van 2022, maar er waren in 2023 meer verkeersdoden
te betreuren dan in de jaren tussen 2010 en 2021. In het najaar van 2024 publiceert
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) «De staat van de verkeersveiligheid
2023» waarin een nadere duiding van de cijfers van 2023 wordt gegeven.
In tabel 1 is het aantal verkeersdoden onder fietsers opgenomen. In deze tabel is
onderscheid gemaakt in alle fietsen en elektrische fietsen. Ten opzichte van 2022
is er een kleine daling te zien in het aantal verkeersdoden onder fietsers, mét en
zonder trapondersteuning. Over de jaren heen is er echter sprake van een stijging
van het aantal verkeersdoden waarbij een elektrische fiets is betrokken.
Tabel 1. Aantal verkeersdoden onder fietsers (CBS)
2019
2020
2021
2022
2023
Alle fietsen
203
229
207
290
270
Elektrische fietsen
65
74
80
119
116
Aandeel elektrische fietsen (%)
32
32
39
41
43
Het is belangrijk te vermelden dat het CBS moet afgaan op het type fiets dat op het
proces-verbaal bij het Openbaar Ministerie of op het doodsoorzaakformulier is ingevuld.
Hier wordt niet altijd onderscheid gemaakt tussen een gewone fiets en een elektrische
fiets. In dat geval worden deze fietsslachtoffers bij de categorie gewone fiets geteld.
Het aantal in de tabel genoemde doden op een elektrische fiets is daarom een ondergrens.
Om te kunnen bepalen in hoeverre er sprake is van een verhoogd risico onder gebruikers
van een elektrische fiets, is het van belang om ook naar de ontwikkelingen in het
bezit en gebruik van de elektrisch fiets te kijken.
Ontwikkeling aantal elektrische fietsen in Nederland
Figuur 1 laat zien dat het aantal bezitters van een elektrische fiets al jaren stijgt.
Voor 2023 zijn er nog geen cijfers over het bezit, maar op basis van de verkoop van
elektrische fietsen valt te verwachten dat deze groei zich heeft doorgezet.
Figuur 1: Aantal bezitters en verkoop van elektrische fietsen (SWOV/Onderweg in Nederland
(ODiN), 2024; RAI Vereniging, 2024)
Risico elektrische fiets versus conventionele fiets
In 2023 heeft de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) in opdracht van het Ministerie
van IenW onderzoek gedaan naar de veiligheid van fietsers op een elektrische fiets1. In dat onderzoek is voor het inschatten van de risico’s ook gekeken naar het aantal
afgelegde kilometers per type fiets en naar de leeftijd van de gebruikers. Uit het
onderzoek blijkt dat er in de periode 2019 – 2021 in absolute zin meer verkeersdoden
waren te betreuren onder fietsers op een conventionele fiets dan onder fietsers met
een elektrische fiets. Ook gecorrigeerd voor het aantal afgelegde kilometers en de
leeftijd, is er geen verhoogd risico voor elektrische fietsers te zien. Ouderen bezitten
het vaakst een elektrische fiets en leggen de meeste kilometers op een elektrische
fiets af. Zie figuren 2 en 3. Door leeftijdgerelateerde achteruitgang hebben zij een
hoger risico om (ernstig) gewond te raken bij een ongeval, maar dat geldt zowel op
een gewone als op een elektrische fiets. Omdat bij de registratie van het type fiets
onbekend is in hoeverre e-fietsen mogelijk ten onrechte als conventionele fietsen
worden aangemerkt, is het volgens de RuG nog te vroeg om uitspraken te doen over de
exacte verhouding dodelijke ongevallen elektrische versus conventionele fietsen.
Figuur 2: Het aandeel elektrische fietsen van het totale aantal van fietsen in bezit
in Nederland (conventioneel en elektrisch) is de afgelopen vier jaar gestegen voor
alle leeftijdsgroepen (SWOV/ODiN 2024).
Figuur 3: Het aandeel gereden kilometers op een elektrische fiets in het totaal aantal
gereden fietskilometers in Nederland (conventioneel en elektrisch gesommeerd) is de
afgelopen vier jaar gestegen voor alle leeftijdsgroepen (SWOV/ODiN, 2024).
De RuG heeft ook gekeken naar studies over niet-dodelijke ongevallen. Er is nog geen
consensus over de exacte verhouding van het risico van elektrische fietsen (ongevallen
per afgelegde afstand), maar de meeste onderzoeken concluderen dat ongevallen met
een elektrische fiets niet leiden tot ernstiger letsel dan ongevallen met een conventionele
fiets.
Toekomstige ontwikkeling van het gebruik van elektrische fietsen
Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) analyseerde in 2023 de mobiliteitscijfers
van de afgelopen tien jaar en gaf een inschatting van de ontwikkeling voor de komende
vijf jaar2. Het aandeel van de elektrische fiets in het totaal aantal ritten is tussen 2012
en 2022 toegenomen van 1% naar 7%, met name ten koste van het aandeel van de conventionele
fiets. Voor de ontwikkeling naar 2028 verwacht het KiM dat het aantal fietskilometers
dan 20% hoger is dan in 2019. Deze groei wordt vooral verwacht vanwege de elektrische
fiets. De afgelegde afstand met de elektrische fiets stijgt namelijk naar verwachting
tussen 2019 en 2028 met 132%. Het gebruik van de gewone fiets is in 2028 naar verwachting
15% lager dan in 2019.
In deze brief is conform verzoek ingezoomd op het aantal verkeersdoden waarbij elektrische
fietsen zijn betrokken. Over de jaren heen is er sprake van een stijgend aantal verkeersdoden
waarbij elektrische fietsen betrokken zijn, maar het is te vroeg om te concluderen
dat er ook daadwerkelijk sprake is van een verhoogd risico. Het Ministerie van IenW
maakt zich vooral zorgen over de negatieve ontwikkeling van het totaal aantal fietsslachtoffers,
op fietsen mét en zonder trapondersteuning. Zoals toegezegd aan de Kamer werkt het
ministerie daarom aan een Meerjarenplan Fietsveiligheid3. Dit plan hoop ik zo spoedig mogelijk aan de Kamer toe te kunnen sturen. Het Ministerie
van IenW zal de ontwikkeling van de elektrische fiets op de voet volgen en het beleid
bijstellen als daar aanleiding toe is.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat