Brief regering : Eindrapport beleidsdoorlichting artikel 5 van het begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties (schuldsanering/lopende inschrijving/leningen)
33 189 Beleidsdoorlichting Koninkrijksrelaties
Nr. 20
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 mei 2024
De afgelopen maanden heeft SEO Economisch Onderzoek (SEO) de beleidsdoorlichting uitgevoerd
van artikel 5 van de begroting van Koninkrijksrelaties. Op dit artikel zijn de schuldsanering,
lopende inschrijving en leningen aan de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten opgenomen.
De doorlichting ziet op de periode 2016–2022 en geeft inzicht in de realisatie van
de beoogde beleidsdoelstellingen en de effecten van het gevoerde beleid.
Hierbij bied ik u het eindrapport van de beleidsdoorlichting van artikel 5 van hoofdstuk
IV Koninkrijksrelaties aan. Dit is inclusief de onderliggende evaluaties en het oordeel
van de onafhankelijk deskundige. Eerder is uw Kamer geïnformeerd over de opzet van
de beleidsdoorlichting1 en zijn aanvullende vragen beantwoord2.
Doel en opzet beleidsdoorlichting artikel 5
Het doel van de beleidsdoorlichting van artikel 5 is om antwoord te geven op de vraag
in hoeverre het gevoerde beleid in de periode 2016–2022 doeltreffend en doelmatig
is geweest. Met dit inzicht kan daarnaast worden bepaald in hoeverre de beleidsdoelstellingen
van artikel 5 nog steeds actueel zijn en zo nee, hoe deze kunnen worden aangescherpt.
De beleidsdoorlichting voldoet aan de kwaliteitseisen die zijn opgenomen in de Regeling
Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE).
De beleidsdoorlichting is uitgevoerd door extern onderzoeksbureau SEO. Het eindrapport
(syntheserapport) is gebaseerd op een aantal evaluatierapporten. De evaluaties van
de schuldsanering, Rijkswet financiële toezicht (Rft) en de protocollen Aruba–Nederland
zijn uitgevoerd door Economisch Bureau Amsterdam (EBA). De Landsverordening Aruba
financieel toezicht (LAft) valt buiten de reikwijdte van deze beleidsdoorlichting
omdat dit een wet van het land Aruba betreft. Via een klankbordgroep zijn de landen
Aruba, Curaçao en Sint Maarten en het College financieel toezicht (Cft en CAft) betrokken
geweest bij de uitvoering van de beleidsdoorlichting. Zij hebben daarin kunnen reageren
op de onderzoeksopzet en de te interviewen personen en het concepteindrapport. Tot
slot is een onafhankelijk deskundige betrokken geweest bij de uitvoering van de beleidsdoorlichting.
Conclusies beleidsdoorlichting artikel 5
Uit de beleidsdoorlichting van artikel 5 komt een gemixt beeld als wordt gekeken naar
de doeltreffendheid en doelmatigheid van de instrumenten die zijn ingezet.
Als wordt gekeken naar de beleidsinzet dan is deze overwegend doeltreffend geweest. De inzet (Rft, protocollen Aruba–Nederland, schuldsanering en leningen)
heeft geleid tot transparantie over en inzicht in de financiën van de landen, de verlening
van financiële steun om de gevolgen van financiële en niet-financiële schokken op
te vangen en financiële stabiliteit en vertrouwen van de financiële markten. Deze
inzet is beperkt doeltreffend geweest op het gebied van het realiseren van de financiële
normen opgenomen in de Rft en de protocollen Aruba–Nederland, houdbare overheidsfinanciën
en structureel economische ontwikkeling. De inzet op de verbetering van het financieel
beheer is volgens SEO niet doeltreffend geweest.
Dit vertaalt zich in de scores voor de doelmatigheid. De inzet van de liquiditeitsleningen en incidentele leningen zijn doelmatig geweest.
Voor de schuldsanering, Rft en protocollen Aruba–Nederland komt SEO tot het oordeel
dat deze beperkt doelmatig is geweest. Het uitblijven van verbeteringen op het vlak
van financieel beheer van de landen is volgens SEO een belangrijke factor die aan
deze conclusie bijdraagt. Dit terwijl dit al in gang was gezet rond de schuldsanering
en een direct beleidsresultaat vormt van de Rft en de protocollen Aruba–Nederland.
De doeltreffendheid en doelmatigheid is daarnaast beperkt door het niet realiseren
van structurele economische hervormingen en institutionele versterkingen. SEO geeft
aan dat de beleidsdoelstellingen van artikel 5 nog steeds actueel zijn.
Aanbevelingen beleidsdoorlichting artikel 5
Op basis van deze conclusies komt SEO tot een zevental aanbevelingen. Deze heb ik
hieronder kort samengevat:
1. Heb in de beleidsagenda structureel aandacht voor de verbetering van het financieel
beheer van de landen. Daarbij ligt een grote verantwoordelijkheid bij de landen zelf
om het financieel beheer te verbeteren, de benodigde capaciteit te organiseren en
de werkwijze en cultuur te realiseren die nodig zijn voor adequaat financieel beheer;
2. Verminder de procycliciteit en focus op de jaarlijkse begrotingen door het ontwikkelen
van een langetermijnvisie op de overheidsfinanciën van de landen;
3. Expliciteer de wijze van toepassing van een aantal bepalingen in de Rft zoals de wijze
waarop tekortcompensatie moet plaatsvinden;
4. Ontwikkel en implementeer een visie en regime voor het omgaan met externe schokken
die de landen raken;
5. Ontwikkel een afwegingskader voor de interactie tussen de vormgeving van financiële
steun aan de landen met de doelstelling van artikel 5 om te komen tot houdbare overheidsfinanciën
en structurele gezonde sociaaleconomische ontwikkeling;
6. Actualiseer de evaluatie van de liquiditeitsleningen die in 2022 is uitgevoerd en
neem daarin de uitvoering van de landspakketten mee; en
7. Heb bij een volgende beleidsdoorlichting van artikel 5 oog voor de samenhang tussen
artikelen 4 en 5 van hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties, en evalueer waar raakvlakken
zijn deze in samenhang.
Daarnaast heeft SEO aangegeven dat aanscherping plaats kan vinden door elementen van
de beleidstheorie explicieter terug te laten komen in de toelichting op artikel 5.
Hierbij gaat het vooral om twee zaken. Ten eerste gaat het om de maatschappelijke
effecten, in het bijzonder het blijvend op orde zijn van de financiële huishouding
van de landen en het mitigeren van de gevolgen van financiële en niet-financiële schokken.
Ten tweede gaat het om de langetermijngevolgen waarbij de relatie tussen houdbare
overheidsfinanciën, structurele sociaaleconomische ontwikkeling en autonomie van de
landen wordt geëxpliciteerd.
Vervolg
Ik wil SEO en EBA bedanken voor het onderzoek dat zij hebben geleverd. De komende
tijd zal ik de uitkomsten van de beleidsdoorlichting nader bestuderen en bespreken
met de landen. Hierbij zal ik ook het oordeel van de onafhankelijk deskundige betrekken.
Daarnaast zal ik het Cft/CAft vragen om hun zienswijze op de beleidsdoorlichting.
Het onderzoek onderschrijft het belang van het verbeteren van het financieel beheer
en het doorvoeren van structurele economische hervormingen. Middels de landspakketten
zijn er reeds afspraken gemaakt over het doorvoeren van verbeteringen op deze onderwerpen.
Daarbij ligt een grote verantwoordelijkheid bij de landen zelf. De beleidsdoorlichting
van artikel 5 laat eens te meer het belang zien van het realiseren van deze doelen.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Indieners
-
Indiener
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties