Brief regering : Reactie op de motie van de leden Van der Plas en Diederik van Dijk over op 7 oktober 2024 de Israëlische vlag hijsen op alle overheidsgebouwen en dit ook communiceren naar decentrale overheden (Kamerstuk 30950-371)

Nr. 396 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2024

Het lid Van der Plas diende tijdens het debat over antisemitisme op 25 april jongstleden
een motie in waarbij het kabinet werd verzocht op 7 oktober 2024 de Israëlische vlag
te hijsen op alle overheidsgebouwen en dit ook te communiceren naar decentrale overheden,
zoals provincies en gemeenten (Kamerstuk 30 950, nr. 371). Op verzoek van de Minister van Justitie en Veiligheid is deze motie aangehouden
in afwachting van een schriftelijke appreciatie van de zijde van het kabinet. Met
dit schrijven komt het kabinet hier op terug.

Voor het uitsteken van de Nederlandse vlag vanaf gebouwen van de rijksoverheid geldt
een algemene vlaginstructie die door de Minister-President wordt uitgevaardigd. De
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzoekt provincies, gemeenten
en andere overheden zich bij deze vlaginstructie aan te sluiten. De vlaginstructie
heeft alleen betrekking op het uitsteken van de Nederlandse vlag. Voor andere vlaggen
geldt de vlaginstructie niet.

Het kabinet geeft er de voorkeur aan nu niet vooruit te lopen op de herdenking van
de verschrikkelijke gebeurtenis van 7 oktober 2023, daar op dit moment nog niet bekend
is hoe deze wereldwijd vorm gaat krijgen.

Om deze reden ontraadt het kabinet de motie.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte