Brief regering : Geannoteerde agenda formele Telecomraad 21 mei 2024
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 1068
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN DE STAATSSECRETARIS VAN
BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2024
Op 21 mei 2024 vindt de formele Telecomraad plaats in Brussel. Bijgevoegd bij deze
brief vindt u de geannoteerde agenda met daarin een beschrijving van de discussiepunten
en de Nederlandse inzet.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat
M.A.M. Adriaansens
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
A.C. van Huffelen
«Van regelgeving naar praktijk: een samenwerkende benadering voor consistente implementatie»
Beleidsdebat
Het kabinet verwelkomt het initiatief van het Belgisch voorzitterschap om met lidstaten
en de Europese Commissie van gedachten te wisselen over de implementatie van digitale
regelgeving over de agenda van de nieuwe Commissie (’24 – ’29).
De EU heeft de afgelopen jaren ingrijpende regelgevende maatregelen genomen om het
pad te effenen voor de digitale transitie van de EU door in het digitale domein meer
dan vijftig wetgevingsmaatregelen voor te stellen (het «digital rulebook») om goedwerkende
markten voor digitale producten en diensten te bewerkstelligen en een mensgerichte
en betrouwbare digitale samenleving vorm te geven.1 Dit pakket heeft als doel het vertrouwen in digitale technologie te bevorderen, de
digitale veiligheid van burgers, bedrijven en de publieke sector te beschermen en
de ontwikkeling en toepassing van digitale technologieën te stimuleren.
Om te oogsten wat is gezaaid, is een sterke inzet van de Commissie gewenst om uniforme
implementatie van deze wetten in de gehele EU te bevorderen. Nederland onderstreept
het belang van het naleven van de evaluatieclausules in de verschillende wetten en
het belang van goede evaluatieprocedures waarin rekening gehouden wordt met perspectieven
van zoveel mogelijk groepen waarop deze wetten effect hebben. Voor het hele digitale
wetboek vindt Nederland een tussentijdse analyse een goed idee zodra de wetten enige
tijd van kracht zijn. Met zo’n evaluatie kan de effectiviteit en samenhang van Europese
digitale wetgeving in kaart worden gebracht. De resultaten leiden idealiter tot voorstellen
om het pakket te vereenvoudigen, bijvoorbeeld op het gebied van vaak gebruikte begrippen,
om onnodige regeldruk te verminderen en om het toekomstbestendige karakter te versterken.
We verwelkomen de verdere ontwikkeling van Europese adviesraden voor digitale technologieën
(«boards») naar volwassen bestuursorganen.
Naast het belang van evaluatie voor het waarborgen van een gecoordineerde implementatie
van verschillende wetten, is het belangrijk dat EU-lidstaten alsook toezichthouders
nauw samenwerken om te komen tot harmoniserende implementatie die richtlijnen biedt
aan de partijen voor wie de regels gelden. Nederland roept de Europese Commissie op
om in dit verband te faciliteren.
De implementatie van het digitale wetboek moet ook bijdragen aan de synergie van de
dubbele transitie van duurzaamheid en digitalisering. Nederland stimuleert daarom
verdere afstemming van regelgeving in beide transities.
«De toekomst van digitaal beleid»
Aannemen Raadsconclusies
Naar verwachting zal de Raad tijdens deze Telecomraad raadsconclusies aannemen over
de prioriteiten voor het digitaal beleid in den brede voor de komende Commissieperiode.
In deze conclusies komen onder andere aan bod: bestuur van het digitaal domein, maatschappelijke
effecten van digitalisering, digitale en geavanceerde technologieën, digitale infrastructuur,
de data strategie, digitale vaardigheden, duurzaamheid van de digitale transitie,
de digitale overheid en de internationale dimensie van het digitaal beleid van de
Unie.
Het kabinet zet zich conform het Nederlandse beleid in om deze conclusies in lijn
te brengen met haar inzet voor de agenda van de volgende Commissie en maakt zich daarbij
onder andere hard voor onderwerpen, zoals een tussentijdse evaluatie van het gehele
digitale wetboek, open karakter van digitale strategische autonomie, een pro-competitief
raamwerk voor digitale connectiviteit in de EU en een eerlijk, innovatief, concurrerend
en op mensenrechten gebaseerd ecosysteem voor generatieve AI, evenals de nadruk op
waardengedreven en mensgerichte digitalisering, waaronder het vrijwillig houden van
de Europese Digitale Identiteit (EDI) wallets, het belang van privacy in cookies en
online tracking, beschermen van kinderen online, verantwoordelijk houden van online
platformen en het belang van Digital Commons. Nederland kan akkoord gaan met de huidige versie van de raadsconclusies. De definitieve
conclusies worden via het verslag van deze Raad met uw Kamer gedeeld.
«De toekomst van cyberveiligheid: samen implementeren en berschermen»
Aannemen Raadsconclusies
Naar verwachting zal de Raad tijdens deze Telecomraad raadsconclusies aannemen over
de prioriteiten op het gebied van cyberveiligheidsbeleid van de Unie voor de komende
Commissieperiode. Veel van de Nederlandse prioriteiten op het gebied van cyberveiligheid
zijn in de raadsconclusies opgenomen, zoals aandacht voor het belang van succesvolle
implementatie van EU-wetgeving en het stroomlijnen en inzichtelijker maken van het
(huidige) EU-cyberveiligheidslandschap. Ook zien de raadsconclusies onder meer op
het raakvlak tussen intern en extern cyberveiligheidsbeleid en de cyberveiligheidsdimensie
van opkomende technologieën. In lijn met de Nederlandse inzet heeft het belang van
de transitie naar Post-Quantumcryptografie zijn neerslag gevonden in de raadsconclusies.
Nederland kan akkoord gaan met de huidige versie van de raadsconclusies. De definitieve
conclusies worden via het verslag van deze Raad met uw Kamer gedeeld.
Diversenpunten
Tijdens de Raad wordt onder de diversenpunten over een aantal onderwerpen informatie
gegeven. Het Belgisch voorzitterschap van de Raad zal een toelichting geven over de
stand van zaken van internationale digitale initiatieven en een overzicht geven van
de nog resterende evenementen die het zal organiseren op het gebied van digitaal beleid
gedurende haar voorzitterschap. Het inkomend Hongaarse voorzitterschap zal een toelichting
gegeven op haar concept werkprogramma. Hierover zal ik u via het verslag van deze
Raad nader informeren.
Over twee diversenpunten waarover mededelingen worden gedaan informeer ik u hieronder
vast nader.
Raad van Europa Kaderverdrag inzake Kunstmatige Intelligentie, Mensenrechten, Democratie
en Rechtsstaat
Het Raad van Europa (RvE) Comité voor Artificial Intelligence (AI) heeft tussen april
2022 en maart 2024 gewerkt aan een nieuw AI-verdrag dat als doel heeft de ontwikkeling,
het ontwerp en het gebruik van AI-systemen te reguleren, gebaseerd op RvE-standaarden
op het gebied van mensenrechten, democratie en rechtsstaat. De opgeleverde tekst bevat
verplichtingen aan verdragspartijen om belangrijke principes te handhaven bij de inzet
van AI, bijvoorbeeld omtrent transparantie, de bescherming van privacy en de bescherming
tegen discriminatie. Het verdrag is van toepassing op de publieke sector en op de
private partijen die in opdracht van de publieke sector opereren.
Bij toetreding tot het verdrag moeten landen specificeren hoe dit voor hun private
sector geldt, inclusief een rapportageverplichting die zorgt voor transparantie en
dialoog. Daarnaast bevat de tekst een risico-assessment en procedurele waarborgen
en rechten voor burgers. De tekst is het resultaat van onderhandelingen met de lidstaten
van de RvE en observer states (landen die geen lid zijn van de Raad van Europa maar die wel geïnteresseerd zijn
om partij te worden bij het verdrag, zoals Argentinië, Canada, de Verenigde Staten
en Japan). Naast de recent aangenomen EU-regels op het gebied van AI, biedt dit verdrag
toegevoegde waarde als het eerste wereldwijde verdrag ten aanzien van AI. Gezien de
overlap tussen dit verdrag en de EU-regels op het gebied van AI, zijn de EU-lidstaten
het in november 2022 eens geworden over een mandaat voor de Europese Commissie op
onderwerpen die binnen de exclusieve EU-bevoegdheden vallen. De gezamenlijke EU-inbreng
vond tijdens de onderhandelingen in nauwe afstemming tussen de Europese Commissie
en EU-lidstaten plaats.2
Tijdens deze onderhandelingen heeft Nederland zich ingezet voor een hoog beschermingsniveau,
onder meer door het opnemen van toereikende rechtsmiddelen en waarborgen voor burgers,
en voor bepalingen die goed aansluiten op wat in EU verband is geregeld via de AI
verordening. Nu de tekst is afgerond, zal is deze voor advies worden voorgelegd aan
de Parlementaire Assemblee van de RvE en zal hij daarna naar verwachting tijdens de
ministeriële vergadering door het Comité van Ministers van de Raad van Europa worden
aangenomen. Daarna kan het ondertekenen en ratificeren van het verdrag door landen
beginnen. Naar verwachting zal de tekst dan vanaf september openstaan voor ondertekening
en ratificatie door landen die partij willen worden. Over dit proces wordt uw Kamer
na afloop van deze vergadering nader geïnformeerd.
Conclusies van het Raadsvoorzitterschap over de noodzaak van een nieuwe Postdienstenrichtlijn
Het Belgisch EU-voorzitterschap heeft voorzitterschapsconclusies voorbereid waarbij
het terugkijkt op een high-level conferentie op 11 april jl. in Brussel over de noodzaak
om het Europees wettelijk kader voor postdiensten te wijzigen. De conferentie bouwt
voort op het verzoek van de Raad van 22 juli 2022 om een onderzoek over de toekomst
van de interne markt voor postdiensten. Dit onderzoek wordt momenteel in opdracht
van de Europese Commissie uitgevoerd.
Het Belgische voorzitterschap benadrukt de noodzaak van herziening van de huidige
Europese Postrichtlijn om deze toekomstbestendig te maken. Deze moet inspelen op de
trends van dalende volumes in briefpost en toename van het volume aan pakketten. Tijdens
de conferentie werden meerdere terreinen aangemerkt die prioriteit zouden moeten krijgen
bij herziening van de postregelgeving.
Het kabinet wacht het onderzoek van de Commissie over de toekomst van de Europese
postmarkt af en zal op basis daarvan zijn positie en inzet bepalen voor een herziene
Postrichtlijn. Het kabinet heeft vraagtekens bij de noodzaak om de pakket- en bezorgmarkt
te reguleren. Na publicatie van het genoemde onderzoek zal het kabinet uw Kamer daarover
informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.