Brief regering : Bezwaarprocedure subsidiebesluit BIJ1 2021
32 634 Financiering politieke partijen
Nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 mei 2024
Op 27 oktober 2023 heb ik uw Kamer per brief geïnformeerd over twee subsidiebesluiten
die ik heb genomen over het kalenderjaar 2021.1 In deze brief heb ik u geïnformeerd over de stappen die zijn doorlopen om tot deze
twee subsidiebesluiten te komen.
In reactie op mijn besluit heeft de politieke partij BIJ1 op 8 december 2023 bezwaar
aangetekend tegen het subsidiebesluit over het kalenderjaar 2021. Bij een bezwaarprocedure
volgt een heroverweging door ambtenaren die niet bij het oorspronkelijke besluit betrokken
zijn geweest. Bij het bezwaarschrift heeft BIJ1 nieuwe informatie overhandigd aan
mijn ministerie. Het ging hierbij om een aanvullend onderzoek van de accountant naar
de rechtmatigheid van de uitgaven van het wetenschappelijk instituut van BIJ1 over
het kalenderjaar 2021. Hoewel deze informatie na de oorspronkelijke termijnen is verstrekt
heb ik besloten deze informatie wel in overweging te nemen. Na het indienen van het
bezwaarschrift heeft op 15 februari 2024 een hoorzitting met BIJ1 plaatsgevonden.
Op basis van het aanvullend onderzoek van de accountant en de toelichting van BIJ1
tijdens de hoorzitting heb ik, net als eerder bij de vereniging BIJ1, besloten de
subsidie vast te stellen op het bedrag waarvan BIJ1 de rechtmatigheid van bestedingen
van het wetenschappelijk instituut heeft kunnen aantonen. Voor de politieke jongerenorganisatie
blijft staan dat BIJ1 niet de rechtmatigheid van de besteding heeft kunnen aantonen.
De subsidie wordt hiermee vastgesteld op € 414.115, waarvan € 119.184 geoormerkt is
voor het wetenschappelijk instituut van BIJ1. De oorspronkelijk verleende subsidie
aan BIJ1 is € 528.464,11, waarvan € 422.771,29 reeds als voorschot is uitgekeerd.
Daarom wordt overgegaan tot terugvordering van € 8.656,29. Het terugvorderingsbedrag
is aangepast en het bezwaar is deels gegrond verklaard.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties