Brief regering : Hoofdlijnennotitie Circulaire Economie-wet
32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Nr. 310
                   BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 april 2024
Hierbij zend ik u de hoofdlijnennotitie voor de beoogde Circulaire Economie-wet (hierna:
                  CE-wet). Met deze hoofdlijnennotitie wordt ook invulling gegeven aan de motie Hagen
                  (D66)1 over de CE-wet. In de appreciatie heb ik aangegeven reeds te werken aan een CE-wet
                  binnen de kaders van de Wet milieubeheer (hierna: Wm) en u hierover te informeren
                  door middel van een hoofdlijnennotie. Hiermee doe ik deze toezegging gestand. De hoofdlijnennotitie
                  schetst de koers voor de CE-wet en vormt de basis voor de verdere uitwerking van een
                  wetsvoorstel voor de CE-wet, binnen de kaders van de Wm. Het is aan een volgend kabinet
                  om een besluit te nemen over het wetsvoorstel en dit vervolgens in consultatie te
                  brengen.
               
Doel en uitgangspunten van de CE-wet
Met de CE-wet beoog ik een duidelijk en uniform wettelijk kader te creëren in de Wm
                  dat het algemene doel en doelbepalingen van de rijksoverheid voor de circulaire economie
                  weergeeft, evenals het instrumentarium dat kan worden ingezet om de circulaire economie
                  te bereiken.
               
De Wm bevat met de hoofdstukken 9, 10 en 15 belangrijke kaders voor regelgeving voor
                  stoffen, producten en afvalstoffen; kernpunten voor de regulering van de circulaire
                  economie. Tegelijkertijd bestaan er ook buiten de Wm kaders die belangrijk zijn voor
                  de circulaire economie. Denk aan vergunningverlening voor stoffen, producten en afvalstoffen
                  in de Omgevingswet of wetgeving over producten in de Warenwet. Bij de verkenning en
                  uitwerking van regels over de circulaire economie zal worden gezorgd voor goede afstemming
                  met de Omgevingswet en andere relevante wet- en regelgeving. In de toelichting bij
                  de CE-wet zal deze afbakening zichtbaar worden gemaakt.
               
Als gevolg van nieuwe ontwikkelingen en de vele wijzigingen die de afgelopen decennia
                  zijn doorgevoerd in de wet, is de Wm aan onderhoud toe. De Wm is, waar het gaat om
                  bepalingen die relevant zijn voor de circulaire economie, gaandeweg minder toegankelijk,
                  toepasbaar en leesbaar geworden voor gebruikers. Met de CE-wet zullen de bepalingen
                  in de Wm die relevant zijn voor de circulaire economie worden gemoderniseerd en de
                  samenhang tussen de bepalingen over stoffen, producten en afvalstoffen in de Wm worden
                  gewaarborgd.
               
Het wetsvoorstel voor de CE-wet zal aan de hand van twee uitgangspunten worden vormgegeven.
I. Aansluiten bij de gedachte, taal en begrippen van de circulaire economie
               
De toekomstige CE-wet verruilt de opzet van de Wm die past bij de lineaire economie
                  en de bijbehorende terminologie voor die van de circulaire economie. Het doel van
                  de circulaire economie is een economie waarin grondstoffen duurzaam (zuinig, doelmatig
                  en veilig) gebruikt worden. Dit doel en de circulaire ketenbenadering worden met de
                  beoogde CE-wet onderstreept door hier bepalingen over op te nemen. Met het wettelijk
                  verankeren van het gedachtengoed van de circulaire economie kan verdere sturing en
                  richting worden gegeven aan de transitie en daarmee zekerheid worden geboden aan bedrijven,
                  burgers en overheden. De CE-wet zal zo een solide basis leggen voor zowel bestaande
                  als toekomstige wetgeving die gericht is op het bevorderen van de circulaire economie.
               
II. Faciliteren van CE-instrumentarium, Europees en nationaal
               
Momenteel is de inrichting van de Wm vooral gericht op een lineair gebruik van grondstoffen.
                  Dat komt onder andere tot uitdrukking in aparte hoofdstukken voor stoffen en producten
                  (hoofdstuk 9) en afvalstoffen (hoofdstuk 10). Door hier meer samenhang in aan te brengen,
                  benadrukken we de ketenbenadering in de circulaire economie. Zo wordt het makkelijker
                  om reguleringsinstrumenten in te zetten voor zowel de afvalstoffenfase als de product-
                  en grondstoffenfase en is het eenvoudiger om nieuw instrumentarium op te nemen dat
                  gericht is op die ketenbenadering. Er worden toekomstbestendige grondslagen voor zowel
                  Europese als nationale wet- en regelgeving geboden. Deze grondslagen bieden ook de
                  mogelijkheid om concrete doelen makkelijker in de wet in te passen. De beoogde CE-wet
                  biedt een structuur in de Wm die gericht is op de circulaire economie. Dit leidt tot
                  meer transparantie en duidelijkheid in de regels. De CE-wet zal daarnaast niet het
                  nationale stelsel, maar het stelsel van Europese regelgeving als uitgangspunt nemen.
                  Zo kan er beter en eenvoudiger uitvoering gegeven worden aan EU-regelgeving. Dit is
                  met name relevant gezien de toename van EU-wetgeving op dit terrein. Met deze maatregelen
                  wordt zowel Europees als nationaal CE-instrumentarium beter gefaciliteerd. Omdat regelgeving uit de Wm beter aan zal sluiten bij
                  de transitie naar een circulaire economie, is de verwachting dat het voor gebruikers
                  van de Wm, zoals bedrijven, gemeenten, provincies, vergunningverleners en toezichthouders,
                  gemakkelijker wordt om de wet toe te passen.
               
Planning CE-wet en verdere wetgevingsagenda circulaire economie
De hoofdlijnennotitie beschrijft de centrale lijnen waarlangs de CE-wet wordt ontwikkeld.
                  Deze ideeën en plannen worden het komende jaar verder uitgewerkt in een wetsvoorstel,
                  waarna een nieuw kabinet hierover kan besluiten en het in openbare consultatie kan
                  brengen.
               
Met de CE-wet zal de Wm een stevig fundament bieden voor huidig en toekomstig instrumentarium
                  voor de circulaire economie. Dat betekent echter niet dat andere trajecten stilstaan
                  totdat de CE-wet er is. De CE-wet staat niet op zichzelf maar maakt deel uit van een
                  breder geheel van wet- en regelgeving die gericht is op het bevorderen van een circulaire
                  economie. Voor (en na) de inwerkingtreding van de CE-wet gaat een pakket aan andere
                  circulaire economie wet- en regelgeving gelden. Met name op Europees niveau is veel
                  in gang gezet met het tweede Circulaire Economie Actieplan (CEAP)2, met initiatieven waarin regels worden gesteld voor onder andere circulair ontwerp,
                  hergebruik en recycling. Voor een aantal voorstellen zijn de onderhandelingen gaande,
                  andere trajecten zijn al afgerond. De komende jaren zullen bepaalde aspecten uit die
                  EU-wetgeving nog verder worden uitgewerkt via gedelegeerde en uitvoeringshandelingen.
                  Daarnaast wordt er voor sommige beleidsterreinen gekeken wat er op nationaal niveau
                  kan worden gedaan. Ook wordt gewerkt aan de opvolger van het Landelijk Afvalbeheerplan,
                  het Circulair Materialenplan (CMP)3, en wordt in 2025 het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) geactualiseerd.
                  Deze trajecten lopen parallel aan de CE-wet en zijn onderling nauw verweven, omdat
                  de CE-wet in de Wm de grondslagen schept voor dit instrumentarium. In de bijlage vindt
                  u een overzicht van de circulaire economie wetgeving en CE-instrumentarium die de
                  komende jaren tot stand komen. Deze voorstellen hebben betrekking op het beleidsterrein
                  van het Ministerie van IenW en zullen (mede) landen in de Wet milieubeheer.
               
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
                  V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
