Brief regering : Wetsvoorstel verbetering beschikbaarheid jeugdzorg (Kamerstuk 36546)
36 546 Wijziging van de Jeugdwet, de Wet marktordening gezondheidszorg en enige andere wetten teneinde te bevorderen dat jeugdhulp en gecertificeerde instellingen voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering steeds voldoende beschikbaar zijn (Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg)
Nr. 5
                   BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2024
Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, de Minister
                  van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Binnenlandse
                  Zaken en Koninkrijksrelaties, dat deze week het wetsvoorstel verbetering beschikbaarheid
                  jeugdzorg bij uw Kamer is ingediend. Als bijlage zend ik u de geconsolideerde wetteksten.
               
Dit wetsvoorstel is één van de acties waarmee opvolging wordt gegeven aan de in de
                  Hervormingsagenda Jeugd1 geformuleerde opgaven en de daarover gemaakte afspraken: het verbeteren van de beschikbaarheid
                  van jeugdzorg voor de meest kwetsbare kinderen door het versterken van de regionale
                  samenwerking tussen gemeenten en het beter organiseren van de regionale en landelijke
                  contractering van specialistische jeugdzorg.2
Het wetsvoorstel regelt onder meer dat gemeenten verplicht regionaal moeten samenwerken
                  bij de inkoop van specialistische jeugdzorg. Dat is noodzakelijk omdat de schaal van
                  gemeenten vaak te klein is om voldoende specialistische zorg in te kopen en beschikbaar
                  te hebben. Ook is voorzien in harmonisering van de administratieve processen bij de
                  inkoop van deze specialistische jeugdzorg zodat de administratieve lasten voor jeugdhulpaanbieders
                  en gecertificeerde instellingen worden verminderd. Verder regelt het wetsvoorstel
                  een wettelijke taak voor de Nederlandse zorgautoriteit (NZa) om stelselonderzoek te
                  doen naar de beschikbaarheid van jeugdzorg en een taak voor de vroegsignalering van
                  risico’s voor de beschikbaarheid van specialistische jeugdzorg. Voorts zal de NZa
                  toezicht houden op de eveneens in het wetsvoorstel opgenomen verplichtingen ten aanzien
                  van de financiële bedrijfsvoering van jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen.
                  Tenslotte is in het wetsvoorstel een verplichting opgenomen tot het hebben van een
                  intern toezichthouder voor jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen.
               
Enkele onderdelen van het wetsvoorstel worden uitgewerkt in lagere regelgeving. Het
                     betreffen onder andere de regio-indeling en de vormen van jeugdhulp die minimaal regionaal
                     moeten worden gecontracteerd of gesubsidieerd (ingekocht).
                  
Ingevolge de criteria in het wetsvoorstel betreft het vormen van jeugdhulp die samenwerking
                     vereisen in verband met:
                  
− de schaarste van de vraag;
− de complexiteit van de problematiek in combinatie met de daarvoor benodigde multidisciplinaire
                           specialistische expertise;
                        
− de schaarste van het aanbod; of
− het volume dat een jeugdhulpaanbieder nodig heeft om verantwoorde jeugdhulp te kunnen
                           leveren of een gezonde bedrijfsvoering te kunnen voeren.
                        
Zoals toegezegd in de voortgangsbrief van 18 december 20233 informeer ik uw Kamer in deze brief over de contouren van deze vormen van jeugdhulp.
Gedacht wordt daarbij aan (een combinatie van) de volgende jeugdhulpvormen:
− Alle vormen van jeugdhulp met verblijf
− Pleegzorg
− Jeugdhulp in strafrechtelijk kader
− Alle crisisjeugdhulp die 24/7 beschikbaar moet zijn
− Dagbehandeling in groepsverband
− Specialistische, vaak multidisciplinaire jeugdhulp gericht op kinderen of gezinnen
                           met meervoudige en/of complexe problematiek
                        
− (Hoog-)specialistische zorg gericht op specifieke problematiek zoals bepaalde vormen
                           van GGZ-problematiek, seksueel misbruik/geweld in afhankelijkheidsrelaties en/of eergerelateerd
                           geweld, zintuiglijke beperking, ernstige onzindelijkheid.
                        
Conform de definitie van jeugdhulp in de Jeugdwet kan het bij al deze jeugdhulpvormen
                  gaan om begeleiding, behandeling, diagnostiek en/of persoonlijke verzorging. Deze
                  vormen van jeugdhulp kunnen waar nodig in combinatie met elkaar en/of in combinatie
                  met lokaal georganiseerd en ingekocht aanbod worden ingezet. Verder geldt dat een
                  beperkt deel van deze jeugdhulpvormen landelijk wordt ingekocht. Over de invulling
                  van de landelijke inkoop zijn in de Hervormingsagenda Jeugd afspraken gemaakt.
               
De hierboven geschetste contouren van de vormen van jeugdhulp die op grond van de
                  «amvb zorgvormen» minimaal regionaal worden ingekocht, is tot stand gekomen in samenspraak
                  met de partijen uit de vijfhoek (Rijk, VNG, jeugdhulpaanbieders, professionals en
                  cliëntenorganisaties). Daarbij is afgesproken dat we de uitvoerbaarheid en te verwachten
                  effecten van de regionale inkoop van de jeugdhulpvormen zoals in deze brief geschetst
                  in enkele regio’s gaan testen.
               
De uitkomsten van de praktijktest worden in overleg met de partijen uit de vijfhoek
                  verwerkt. Vervolgens worden de tenminste regionaal in te kopen vormen van jeugdhulp
                  opgenomen in een wijziging van het besluit Jeugdwet (de ontwerp-amvb). Na internetconsultatie,
                  voorzien in de zomer van 2024, en advisering door de Raad van State zal deze ontwerp-amvb
                  worden voorgehangen bij uw Kamer. De amvb zal gelijktijdig met het wetsvoorstel in
                  werking treden.
               
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
                  M. van Ooijen
Indieners
- 
              
                  Indiener
 M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
