Brief regering : Q-koorts besmetting op een melkschapenbedrijf in Brakel (Gld.)
29 683 Dierziektebeleid
Nr. 286 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2024
Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister voor Medische Zorg, over een
besmetting met Q-koorts op een melkschapenbedrijf in Brakel, provincie Gelderland.
Deze brief gaat in op de casus, op het risico voor de volksgezondheid en de maatregelen
die zijn en worden getroffen op dit bedrijf.
Q-koorts is een zoönose1 en wordt veroorzaakt door Coxiella burnetii, een bacterie die algemeen voorkomt in de omgeving. De bacterie kan bij veel diersoorten
voorkomen, maar veroorzaakt meestal geen problemen. Bij schapen en geiten kan de bacterie
aanleiding geven voor abortus, waarbij grote hoeveelheden bacteriën in de omgeving
terecht kunnen komen. Dit laatste kan ook bij normale geboortes het geval zijn. Omwille
van het risico voor de volksgezondheid geldt er nog altijd een vaccinatieplicht voor
bedrijven met meer dan 50 schapen of geiten die worden gehouden voor de bedrijfsmatige
productie van melk en op bedrijven met een publieksfunctie. Sinds 2016 zijn er geen
bedrijven met schapen of geiten meer geweest met een officiële besmetstatus.
De besmetting op het bedrijf in Brakel is aan het licht gekomen in de verplichte landelijke
monitoring, waarbij op melkleverende schapen- en geitenbedrijven maandelijks onderzoek
wordt gedaan in de tankmelk naar de aanwezigheid van Coxiella burnetii. De NVWA heeft direct opvolging gegeven aan deze bevinding en er zijn maatregelen
genomen.
De casus
Op 16 april jl. werd bij de NVWA een verdenking op besmetting met Q-koorts gemeld
vanuit het monitoringsprogramma. Het betrof een positieve uitslag van een tankmelkmonster,
onderzocht bij Royal GD die dit programma uitvoert. De NVWA heeft op basis van deze
verdenking het bedrijf geblokkeerd. Het monster is voor bevestiging doorgestuurd aan
Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) in Lelystad, het nationaal referentielaboratorium
voor dierziekten. Op 17 april werd de positieve uitslag bij WBVR bevestigd. Deze bevestiging
was aanleiding voor de NVWA om het bedrijf te bezoeken. Dit is gebeurd op 19 april.
De NVWA heeft de situatie in kaart gebracht en ook zogenaamde ambtelijke monsters
genomen, die nodig zijn om een officiële besmetstatus te kunnen vaststellen. De uitslag
van deze ambtelijke monsters werd op 22 april ontvangen en was positief. Hiermee heeft
het bedrijf officieel een besmetstatus. De NVWA heeft de GGD Gelderland-Zuid geïnformeerd.
Ook lokale bestuurders zijn op de hoogte gebracht.
Het besmette bedrijf is een melkschapenbedrijf met 83 volwassen dieren en op dit moment
45 aanwezige lammeren. Op het bedrijf zijn geen ziekteverschijnselen zoals abortus
waargenomen. Er zijn 35 jonge, niet gevaccineerde ooien aanwezig. Van deze groep hebben
25 dieren afgelammerd en zijn daarmee melkgevend. Het is het meest waarschijnlijk
dat in deze groep de dieren zitten die Q-koortsbacteriën uitscheiden, omdat na het
aflammeren van deze niet gevaccineerde dieren het tankmelkonderzoek positief werd.
De uitslagwaarde doet vermoeden dat het slechts om één of enkele dieren gaat. Van
de resterende 10 niet gevaccineerde dieren zijn er nog 6 (hoog)drachtig. Daarnaast
zijn mogelijk niet gevaccineerde dieren afgevoerd naar andere (melk)schapenbedrijven.
De aanwezige oudere ooien zijn wel allemaal gevaccineerd. Verder zijn op de locatie
van dit bedrijf ook nog ruim 450 runderen (melkvee en zoogkoeien), enkele paarden
en zeven honden aanwezig waarmee deels gefokt wordt.
De NVWA is een onderzoek en handhavingstraject gestart op dit bedrijf. De houder zal
een bestuurlijke boete worden opgelegd wanneer blijkt dat er overtredingen zijn begaan
ten aanzien van de (vaccinatie)verplichtingen in het Besluit houders van dieren.
Er vindt nog een verdere risico-analyse plaats. Zo voert de NVWA contact-onderzoek
uit om in kaart te krijgen waar de andere niet gevaccineerde dieren naartoe zijn verplaatst.
Een deel is naar de slacht afgevoerd, maar een deel ook naar andere bedrijven. Op
basis van dit beeld brengen we de risico’s in beeld voor besmetting van de andere
dieren op die bedrijven en of er risico’s voor de volksgezondheid bestaan. Ook wordt
beoordeeld wat de risico’s voor de andere aanwezige dieren op het besmette bedrijf
zijn. Wanneer deze nadere analyses rond zijn zal ik uw Kamer informeren.
Volksgezondheid
De casus is met deskundigen van het RIVM besproken. Gezien het feit dat niet alle
schapen op het bedrijf ongevaccineerd zijn, er geen sprake is van abortusproblematiek
of andere verschijnselen en het onderzoek aanleiding geeft te veronderstellen dat
er slechte één of enkele dieren Q-koortsbacteriën uitscheiden, schat het RIVM het
risico voor de volksgezondheid in de omgeving in als laag. Voor mensen die in direct
contact kunnen komen met de schapen is het risico op besmetting wel aanwezig. Daarom
is het bezoekersverbod ingesteld en heeft de NVWA de houder geïnstrueerd over persoonlijke
beschermingsmaatregelen. Uiteraard wordt contact gehouden met de GGD en RIVM en worden
de risico’s steeds gemonitord.
Maatregelen op basis van het draaiboek
Volgens het beleidsdraaiboek Q-koorts is het bedrijf officieel besmet verklaard naar
aanleiding van de positieve uitslag van het ambtelijke monster. In het draaiboek worden
verschillende (bestrijdings)maatregelen beschreven. Welke daarvan effectief en noodzakelijk
zijn is altijd maatwerk.
De dieren die Q-koortsbacteriën uitscheiden worden opgespoord, gedood en afgevoerd.
Dit onderzoek loopt, de uitslagen worden nog deze week verwacht. Voor alle andere
schapen geldt een afvoerverbod naar andere bedrijven. Wel mogen de dieren naar de
slacht op voorwaarde dat transporteur en slachthuis worden geïnformeerd over de besmetting
zodat personeel de benodigde beschermingsmaatregelen, zoals mondkapjes, kan nemen.
Verder geldt er een bezoekersverbod voor de gebouwen en terreinen waar schapen worden
gehouden. De NVWA zal ook een waarschuwingsbord plaatsen bij het bedrijf om het publiek
te informeren. Ook zal de locatie van het bedrijf op de website van de NVWA worden
gepubliceerd. Tenslotte moet de houder verplichte hygiëne-maatregelen nemen. Deze
worden door de NVWA met de houder besproken en vastgelegd; hier zal ook op worden
toegezien.
Zoals in het draaiboek omschreven geldt het bezoekersverbod voor de gebouwen en terreinen
waar de schapen gehuisvest zijn. Op het bedrijf zijn ook rundvee, paarden en honden
aanwezig. Daarvoor geldt het advies om daar geen bezoekers toe te laten tot de besmette
schapen zijn afgevoerd.
Extra maatregelen
De groep niet gevaccineerde schapen die op dit moment niet als uitscheider wordt gevonden,
evenals de nog aanwezige niet gevaccineerde (hoog)drachtige schapen, vormen nog een
risico. De schapen zijn niet gevaccineerd, in een bekend besmette omgeving aanwezig
en kunnen alsnog besmet worden. Daarnaast kunnen ze al besmet zijn. Hoewel uitscheiding
van de bacterie rondom het aflammeren het hoogst is kan dit ook met tussenpozen plaatsvinden
waardoor onderzoek negatief kan uitvallen. De houder heeft aangegeven de schapen die
al gelammerd hebben binnen de komende twee maanden af te voeren naar de slacht. De
zes drachtige schapen worden geëuthanaseerd. Hiermee wordt het risico voor de gezondheid
van de houder, gezinsleden en personeel beperkt.
Advies
Tenslotte is de houder geadviseerd hoe hij zichzelf, gezinsleden en personeel kan
beschermen middels persoonlijke beschermingsmiddelen en is expliciet het advies gegeven
om zwangere vrouwen niet toe te laten bij de schapen.
Het is van belang dat de maatregelen en adviezen strikt en vlot worden nageleefd.
De dieren die verantwoordelijk zijn voor het uitscheiden van Q-koortsbacteriën in
de omgeving moeten snel verwijderd worden. De andere maatregelen blijven van kracht
zolang het bedrijf een besmetstatus heeft. Deze kan pas worden ingetrokken als er
een jaar lang elke maand een negatieve uitslag op Q-koorts is van tankmelkmonsters
van het bedrijf of wanneer alle schapen van het bedrijf zijn afgevoerd. De houder
heeft aangegeven voor dit laatste te kiezen en alle schapen de komende tijd voor eigen
rekening af te voeren naar de slacht. De NVWA zal het bedrijf monitoren en toezien
op de naleving van de maatregelen.
Deze casus laat zien dat het belangrijk blijft dat de vaccinatieverplichting en verplichte
tankmelkmonitoring goed wordt nageleefd. Ook laat de casus zien dat het monitoringsprogramma
goed functioneert. Dit is van groot belang voor de dier- én volksgezondheid. Zodra
er meer informatie is zal ik de Kamer hierover informeren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit