Brief regering : Beleidsreactie op het rapport ‘Kinderen en ouders met recht goed beschermd’ van de Adviescommissie Rechtsbescherming en Rechtsstatelijkheid in het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming
31 839 Jeugdzorg
Nr. 1018
                   BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID,
               WELZIJN EN SPORT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2024
Deze brief vormt onze beleidsreactie, in afstemming met de Vereniging van Nederlandse
                  Gemeenten (VNG), op het advies «Kinderen en ouders met recht goed beschermd» van de
                  onafhankelijke Adviescommissie Rechtsbescherming en Rechtsstatelijkheid in het Toekomstscenario
                  kind- en gezinsbescherming (Adviescommissie), dat wij u op 31 januari j.l. toezonden.1
Toekomstscenario als antwoord op hardnekkige problematiek
De huidige jeugdbeschermingsketen kent hardnekkige problematiek. Dit is dan ook een
                  onderwerp waarover uw Kamer met regelmaat zorgen heeft geuit.2 Als antwoord hierop voor de langere termijn is het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming
                  (Toekomstscenario) tot stand gekomen. Het Toekomstscenario, dat met veel partners
                  is opgesteld en breed gedragen wordt, is in 2021 aan uw Kamer aangeboden.3
De verbetering die met dit Toekomstscenario vorm wordt gegeven is hard nodig om de
                  problemen in de bescherming van kinderen, gezinnen en huishoudens op te lossen. Het
                  gaat om een grote beweging die erop gericht is dat gezinnen en huishoudens de juiste
                  hulp, bescherming en ondersteuning krijgen zodat duurzame veiligheid geborgd wordt.
                  De inzet is dat zij zo veel als mogelijk vrijwillige hulp ontvangen waarmee de bescherming
                  verbetert en minder (kinder)beschermingsmaatregen noodzakelijk zijn. De vier pijlers
                  van het Toekomstscenario zijn: gezinsgericht, rechtsbeschermend en transparant, eenvoudig,
                  en lerend. Door deze pijlers concreet te maken wordt het mogelijk om doeltreffender
                  en doelmatiger hulp en bescherming te bieden. Het duurt nu bijvoorbeeld te lang voordat
                  kinderen en volwassenen de juiste (brede, gezinsgerichte) hulp en bescherming krijgen,
                  mede doordat professionals volgtijdelijk werken (estafette) en dubbelingen bestaan in de werkzaamheden van organisaties. Deze manier van werken
                  vraagt ook dat volwassenen en kinderen elke keer opnieuw hun verhaal vertellen aan
                  veel verschillende professionals. Uw Kamer heeft met instemming kennisgenomen van
                  het Toekomstscenario en ons verzocht tot een versnelling te komen.4
De verbetering die met het Toekomstscenario vorm krijgt staat niet op zichzelf maar
                  is een logisch onderdeel van een grotere beweging gericht op verbetering van hulp
                  en ondersteuning aan gezinnen en huishoudens. Het Toekomstscenario wordt daarom in
                  nauwe samenhang met de Hervormingsagenda jeugd vorm gegeven. De verbetering die met
                  het Toekomstscenario is ingezet is ambitieus en veelomvattend. Niet alles kan tegelijk
                  en op korte termijn gerealiseerd. Denk hierbij aan de systeemgerichte juridische interventies.
                  We werken daarom stapsgewijs en lerend naar het beoogde eindbeeld toe.
               
In deze brief lichten we toe wat het beproeven van het Toekomstscenario tot nu toe
                  oplevert en op welke wijze we het advies bij de vervolgstappen een plaats zullen geven.
                  Met deze brief geven we aan de hand van het advies een nadere invulling van het Toekomstscenario.
               
Ontwikkelingen Toekomstscenario veelbelovend
Om de nieuwe werkwijze te realiseren wordt in diverse proeftuinen en regio’s in het
                  land een nieuwe aanpak toegepast langs de hoofdlijnen van het Toekomstscenario.
               
De kern van die aanpak ligt enerzijds in een transformatie van cultuur en manier van
                  werken van alle betrokken organisaties. Anderzijds ligt de kern van de aanpak in de
                  samenwerking tussen het lokale team, dat steeds het aanspreekpunt is voor volwassenen
                  en kinderen, en (in de proeftuinen een vorm van) een regionaal veiligheidsteam (RVT).
                  In de nieuwe werkwijze voegt het RVT specifieke kennis en kunde toe aan de ondersteuning
                  die het lokale team biedt vanuit het brede zorg- en welzijnsperspectief. Op deze manier
                  komt een intensieve samenwerking tot stand met de partners in het veld om op diverse
                  leefdomeinen mee te denken met betrokken volwassenen en kinderen en te werken aan
                  versterking van de eigen regie van het gezin of netwerk, herstel van veiligheid en
                  het bieden van de noodzakelijke hulp.
               
Gemeenten zijn zeer enthousiast over de werkwijze die in de proeftuinen wordt beproefd.
                  Een hoopvol beeld komt ook naar voren uit de derde voortgangsrapportage van het programma
                  Toekomstscenario: de kwaliteit van de (vrijwillige) hulpverlening neemt toe en gezinnen,
                  ondersteund door de professionals, komen in veel gevallen zonder de inzet van gedwongen
                  (kinderbeschermings) maatregelen tot goede oplossingen voor de problemen waar zij
                  tegenaan lopen.5 Via monitoring en nader onderzoek gaan wij na of dit beeld representatief en bestendig
                  is.
               
Verder blijkt dat professionals met verschillende deskundigheden elkaar beter vinden.
                  Er is een beter beeld wat gezinnen daadwerkelijk nodig hebben en wat de meest passende
                  oplossing is. Dit alles met het effect dat volwassenen en kinderen zich beter gehoord
                  en geholpen voelen. Dit beter gehoord en geholpen worden vormt de basis voor de verbetering
                  van de rechtsbescherming. We willen met het verder ontwikkelen en beproeven van het
                  Toekomstscenario dan ook in volle vaart vooruit.
               
De plek van het advies in het Toekomstscenario
Het rapport komt op een belangrijk moment. Met dit rapport geeft de Adviescommissie
                  een beeld van de rechtsbescherming die zij nodig acht, gebaseerd op internationale
                  regelgeving en gevoed met ervaringen vanuit de huidige praktijk. Het rapport, waarvoor
                  wij de Adviescommissie nogmaals dank zeggen, biedt belangrijke handvatten voor ons
                  in de verdere ontwikkeling van het Toekomstscenario. Immers, tegelijkertijd zijn de
                  proeftuinen en de regio’s actief met het concretiseren van de nieuwe werkwijze. Daarnaast
                  willen wij, zoals aan u aangekondigd, in dit en het komende jaar belangrijke stappen
                  zetten in de aanpassingen van het stelsel die voor deze nieuwe werkwijze nodig zijn.
                  Zo zullen we uw Kamer na de zomer berichten over een voorkeursvariant voor de inrichting
                  van het RVT, waarvoor in 2025 voorstellen voor wetgeving zijn voorzien. De inschatting
                  van de implementatiegevolgen en financiële consequenties van deze variant zal het
                  programma in gezamenlijkheid met de betrokken organisaties maken. Afhankelijk van
                  keuzes door de opdrachtgevers van het programma en op basis van de bijbehorende ramingen
                  zal het volgende kabinet hierover een besluit kunnen nemen. Vooralsnog zijn voor het
                  Toekomstscenario na 2025 geen middelen beschikbaar.
               
Rechtsbescherming is één van de pijlers van het Toekomstscenario. De taak van de Adviescommissie
                     was om advies uit te brengen over de wijze waarop bij de realisatie van het Toekomstscenario
                     de rechtsbescherming van kinderen en ouders het beste zou kunnen worden geborgd. De
                     Adviescommissie richtte zich daarmee niet op het Toekomstscenario in zijn gehele omvang.
                     Dit betekent dat de aanbevelingen van de Adviescommissie een focus hebben op hulp
                     aan kinderen en gezinnen waar zorgen zijn over de ontwikkeling van kinderen of onveiligheid
                     in de situatie van het gezin, en niet op huishoudens zonder kinderen. De aanbevelingen
                     van de Adviescommissie wegen we binnen het Toekomstscenario als geheel. Dat betekent
                     dat de vier pijlers van het Toekomstscenario in goede balans en onderlinge samenhang
                     invulling krijgen, met oog voor de gehele doelgroep van 0 tot 100 jaar.
                  
Deze beleidsreactie gaat hieronder nader in op de aanbevelingen van de Adviescommissie
                     Daarbij maken wij een onderscheid naar aanbevelingen over:
                  
• de benodigde herinrichting van het stelsel; en
• de rechtsbescherming in het gehele traject dat kinderen en volwassenen kunnen doorlopen,
                           van vrijwillige jeugdhulp tot gedwongen maatregelen.
                        
Benodigde herinrichting van het stelsel
Als onderdeel van het advies beveelt de Adviescommissie aan de functionaliteit van
                  de onafhankelijke toets en het onafhankelijke advies aan de kinderrechter bij kinderbeschermingsmaatregelen,
                  in de huidige situatie belegd bij de Raad voor de Kinderbescherming, onder Rijksverantwoordelijkheid
                  en ook buiten het RVT te houden. Dit vloeit meer specifiek voort uit de benodigde
                  transparantie richting ouders en kinderen en de (ook in de beeldvorming) benodigde
                  onafhankelijke, zorgvuldige en uniforme beoordeling wanneer er, ondanks alle inzet
                  van hulp en bescherming, een maatregel in het gedwongen kader nodig lijkt te zijn.
               
Dit advies leidt ons tot de volgende invulling van het Toekomstscenario zoals eerder
                     geschetst in 2021:
                  
1. Op basis van de vier uitgangspunten van het Toekomstscenario dient de inrichting van
                           het stelsel enerzijds aan te sluiten op de leefwereld, netwerken en ondersteuningsstructuren
                           voor kinderen en volwassenen en anderzijds bij te dragen aan het oplossen van onderliggende
                           problematiek en acute en structurele onveiligheid. Het is belangrijk dat volwassenen
                           en kinderen op ieder moment begrijpen in welk kader hulp en bescherming geboden wordt,
                           dat zij hierover mee kunnen beslissen, en dat deze hulp en bescherming past bij wat
                           zij nodig hebben. Dit vraagt om een integrale werkwijze die goed past binnen de huidige
                           decentrale context van het sociaal domein. Het RVT voegt specifieke kennis en kunde
                           toe aan de ondersteuning die het lokale team biedt vanuit het brede zorg- en welzijnsperspectief.
                           In het RVT worden functionaliteiten en expertise ondergebracht die nodig zijn om maatwerk
                           te bieden bij zowel acute als structurele onveiligheid. Hierbij wordt zorgvuldig gekeken
                           naar alle benodigde functionaliteiten en verbindingen met netwerkpartners.
                        
2. Vooralsnog maken we op grond van de aanbeveling van de Adviescommissie alleen een
                           uitzondering voor de functionaliteiten onafhankelijke toets en onafhankelijk advies
                           ter voorbereiding op de uitspraak van de kinderrechter over kinderbeschermingsmaatregelen.
                           Deze functionaliteiten komen niet in het RVT en blijven onder rijksverantwoordelijkheid.
                        
We zullen samen met de partners en proeftuinen nader uitwerken hoe de onafhankelijke
                  toets en advies en het onderliggend onderzoek eruit gaan zien. Deze nadere uitwerking
                  moet recht doen aan de ambitie van het Toekomstscenario, want we erkennen dat de genoemde
                  uitzondering zal leiden tot een andere inrichting van het RVT dan aanvankelijk geschetst
                  en zoals in sommige proeftuinen reeds wordt beproefd. Doel blijft om onnodige herhalingen
                  van processtappen en vertraging te voorkomen en daarmee te zorgen dat de vraag van
                  kinderen en volwassenen daadwerkelijk centraal staat. Daarom is het streven het door
                  het lokale team en RVT uit te voeren onderzoek voor wat betreft eenduidigheid, onderbouwing
                  en uitvoering op een kwalitatief hoog niveau te brengen. Op die manier kunnen zij
                  een goede basis vormen voor de daarna uit te voeren werkzaamheden die nodig zijn voor
                  de onafhankelijke toets, met zo min mogelijk aanvullend onderzoek.
               
Rechtsbeschermende maatregelen in het gehele traject
De aanbevelingen van de Adviescommissie richten zich op de rechtsbescherming binnen
                     de context van het Toekomstscenario. De Adviescommissie heeft daarbij naar het gehele
                     traject gekeken dat ouders en kinderen kunnen doorlopen, namelijk:
                  
1. Rechtsbescherming in de fase van betrokkenheid van het lokale team, waarbij in samenspraak
                           met gezinnen (en huishoudens) binnen het vrijwillig kader hulpverlening wordt geboden
                           vanwege ontwikkelingsbedreiging of veiligheidsproblematiek.
                        
2. Rechtsbescherming in de fase waarin vanwege ontwikkelingsbedreiging of veiligheidsproblematiek
                           het RVT wordt betrokken. Het betreft de gezinnen (en huishoudens) die geholpen worden
                           door het lokale team in samenwerking met het RVT binnen het vrijwillig kader.
                        
3. Rechtsbescherming in de fase waar de stap naar gedwongen maatregelen wordt of is gemaakt,
                           met betrokkenheid van het RVT. Dit is de fase waar onafhankelijke toets en advies
                           deel van uit maken.
                        
In iedere fase onderscheidt de Adviescommissie vier rechten: op informatie, op participatie,
                  op ondersteuning en op effectieve rechtsmiddelen. Met de Adviescommissie zien wij
                  dat het voor ouders en kinderen in de huidige praktijk niet duidelijk genoeg is waar
                  de grens ligt tussen vrijwillige hulpverlening en het gedwongen kader. Het is cruciaal
                  dat kinderen en ouders goed zijn geïnformeerd over de aard van de hulp, wat het betekent
                  als professionals de hulp willen intensiveren, dat ouders en kinderen daar al dan
                  niet toestemming voor kunnen geven en welke rechten en mogelijk plichten hierbij horen.
                  Dit is een belangrijk aandachtspunt in de verdere uitwerking van het Toekomstscenario,
                  in bijzonder in het samenspel tussen het lokale team en eventuele betrokkenheid van
                  het RVT.
               
De bijlage gaat dieper in op de aanbevelingen voor de hierboven genoemde fasen.
• De aanbevelingen voor de fasen 1 en 2 vragen vooral uitwerking binnen de actielijnen
                           van het programma Toekomstscenario, in het bijzonder bij de totstandkoming van het
                           Gemeenschappelijk Handelingskader en het RVT-ontwerp.
                        
• De aanbevelingen voor fase 3 sluiten voor een belangrijk deel goed aan bij het reeds
                           ingezette traject om de rechtsbescherming te verbeteren van ouders en kinderen in
                           de jeugdbescherming. Om die reden kunnen we daar dieper op ingaan en ook al eerder
                           concrete stappen zetten. Voorbeeld hiervan is het advies van de Adviescommissie om
                           het beleid van de meldbriefprocedure aan te passen dat inmiddels is al opgevolgd.
                        
Tot besluit
Gelet op de pijler «lerend» van het Toekomstscenario, zien we deze invulling van het
                  Toekomstscenario als een volgende stap in het beproeven en ontwikkelen van de nieuwe
                  werkwijze. Dit doen we om eerder en duurzamer veiligheid in huishoudens tot stand
                  te brengen zodat met name ook kinderen veilig kunnen opgroeien. Met die maatschappelijke
                  opgave voor ogen blijven we de effecten van de nieuwe werkwijze tussen gezinnen/huishoudens
                  en professionals, tussen professionals onderling, tussen professionals en hun organisaties
                  en het stelsel monitoren, duiden en benutten voor bijsturing. Hierover zullen we u
                  halfjaarlijks blijven rapporteren, met als eerstvolgende stap de vierde voortgangrapportage
                  van het programma in dit voorjaar.
               
De Minister voor Rechtsbescherming,
                  F.M. Weerwind
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
                  M. van Ooijen
BIJLAGE – APPRECIATIE AANBEVELINGEN ADVIESCOMMISSIE
                  
Fase 1 en 2: Vrijwillig kader en eventuele betrokkenheid van het RVT
Algemeen
Een belangrijk deel van de aanbevelingen in het vrijwillig kader en de fase van eventuele
                     betrokkenheid van het RVT zien op het vakmanschap van professionals. Dit dient geborgd
                     te worden in het handelen van de uitvoerende professionals in het Toekomstscenario.
                     Daarom wordt in de nadere uitwerking van het Toekomstscenario, rekening houdend met
                     de bestaande vakinhoudelijke richtlijnen/beroepscodes die er al zijn voor professionals,
                     gewerkt aan een Handelingskader Toekomstscenario en de implementatie hiervan, inclusief een structuur voor blijvend leren. Het Toekomstscenario
                     betekent namelijk ook vernieuwd vakmanschap voor professionals van lokale teams en
                     regionale veiligheidsteams in het (samen)werken met gezinnen en huishoudens. Het uitgangspunt
                     daarbij is de autonomie van het gezin/huishouden.
                  
Een ander belangrijk deel van de aanbevelingen ziet op het versterken van de lokale
                        teams en de inrichting van het RVT. Bij het ontwerp voor de inrichting van het RVT
                        richten we ons onder andere op:
                     
• een overzichtelijke, uniforme regeling of uitleg over de rechtsbescherming van kinderen
                              en volwassenen (inclusief klachtbehandeling);
                           
• de verplichting dat het eventuele dossier een weergave bevat van de mening van de
                              minderjarige en de ouder(s) met gezag ten aanzien van het hulpverleningsplan;
                           
• uniforme besluitvormingsprocedures, om verschillen per regio te voorkomen indien een
                              kinderbeschermingsmaatregel noodzakelijk wordt geacht.
                           
Daarnaast wordt de verbinding gelegd met de Hervormingsagenda Jeugd, onder andere
                     op het ontwikkelen van stevige lokale teams en het versterken van de samenwerking
                     met informele steun(figuren).
                  
Wat doen we nu al?
Vooruitlopend op de nadere uitwerking van het Toekomstscenario werken we ook nu al
                        aan verbetering van de uitvoeringspraktijk van de rechtsbescherming.
                     
• Om de informatiepositie van ouders en jeugdigen te versterken, zal in samenspraak
                              met hen en professionals worden gewerkt aan eenduidig voorlichtingsmateriaal over
                              de rechten en verantwoordelijkheden van ouders op het snijvlak van vrijwillige en
                              gedwongen hulp. Hiermee wordt voor hen overzichtelijker wat hun rechtspositie is in
                              het vrijwillig kader en welke mogelijkheden er in dat kader zijn voor ondersteuning.
                              Bovendien draagt dit eraan bij dat het voor ouders en jeugdigen inzichtelijk wordt
                              wanneer er een verschuiving plaatsvindt van vrijwillig naar gedwongen hulp, wat vertroebeling
                              van beide kaders (zgn. «drang») moet tegengaan.
                           
• Daarnaast komt medio dit jaar het boekje «Juridische tools in de jeugdbescherming»
                              beschikbaar voor jeugdprofessionals werkzaam bij gecertificeerde instellingen (GI’s)
                              om hun juridisch vakmanschap te vergroten en daarmee ook bij te dragen aan de verbetering
                              van de rechtsbescherming van ouders en kinderen.
                           
• Ten aanzien van het verbeteren van de uitvoeringspraktijk van klachtprocedures wordt
                              gewerkt langs twee sporen:
                           
1. Door de informatievoorziening voor kinderen en ouders te verbeteren en de toegankelijkheid
                                    van klachtenprocedures te vergroten. Met het oog hierop is in 2023 door Jeugdstem
                                    materiaal ontwikkeld waarmee professionals in een vroeg stadium met cliënten het gesprek
                                    aan kunnen gaan welke stap het beste genomen kan worden wanneer ze ontevreden zijn.
                                    Ook heeft Jeugdstem opleidingsmateriaal over klachtafhandeling ontwikkeld voor professionals.
                                 
2. Verkennen van mogelijkheden die op relatief korte termijn doorgevoerd kunnen worden
                                    om het klachtrecht in de Jeugdwet te verbeteren.
                                 
Bij het verbeteren van de klachtenprocedures werken wij samen met betrokken veldpartijen
                        en mensen met ervaring met klachten over de Jeugdzorg. We zullen uw Kamer over de
                        voortgang informeren in de reguliere voortgangsbrieven.
                     
• De Adviescommissie beveelt verder aan het klachtrecht voor minderjarigen te versterken
                              door over te gaan tot ratificatie van het Derde Facultatieve Protocol bij het Internationale
                              Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK). Het kabinet heeft vorig jaar het principebesluit
                              genomen om de facultatieve protocollen bij zowel het VN-Verdrag Handicap als het IVRK
                              te ratificeren. De start van het ratificatieproces voor het facultatieve protocol
                              bij het IVRK vindt plaats na afronding van het ratificatieproces van het protocol
                              bij het VN-Verdrag Handicap. Hierbij vindt nog een expliciet weegmoment plaats ten
                              aanzien van het protocol bij het IVRK.
                           
Fase 3: Gedwongen kader (Uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen)
Er is al geruime tijd aandacht voor knelpunten in de rechtsbescherming op het moment
                     dat een kinderbeschermingsmaatregel overwogen wordt en op het moment waarop een maatregel
                     is opgelegd. Diverse rapporten en adviezen maakten al duidelijk dat de rechtsbescherming
                     in de jeugdbescherming helaas op veel punten tekortschiet.6 Op 22 november 2022 heeft de Minister voor Rechtsbescherming een plan ter verbetering
                     van de rechtsbescherming naar de Tweede Kamer gestuurd en nadien is de Tweede Kamer
                     op meerdere momenten geïnformeerd over de voortgang.7 Het advies van de Adviescommissie sluit goed aan op de ontwikkelingen die reeds in
                     gang zijn gezet op het gebied van betere informatievoorziening van ouders en jeugdigen,
                     betere ondersteuning en toegang tot de rechter.
                  
Recht op informatie en participatie
• De Adviescommissie doet meerdere aanbevelingen voor het bevorderen van het recht op
                           informatie en participatie bij kinderbeschermingsprocedures, zoals borgen dat de mening
                           van minderjarigen steeds terugkomt in het verzoekschrift (ook bij verlengingen) en
                           dat hierbij geen leeftijdsgrens wordt gehanteerd, dat ook minderjarigen tussen 8 en
                           12 jaar worden uitgenodigd voor het kindgesprek en dat zij hierover op passende wijze
                           worden geinformeerd.
                        
• De aanbeveling over de verplichting de mening van de minderjarige terug te laten komen
                           in het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling nemen we mee in het wetsontwerp
                           voor aanpassing van de rechtsgronden en de wettelijke verankering van het perspectiefbesluit,
                           dat onderdeel is van een breder wetsvoorstel en waarin o.a. ook verbeteringen worden
                           beoogd voor de rechtsbescherming bij voogdij zoals de Adviescommissie voorstelt. Medio
                           dit jaar wordt uw Kamer nader geïnformeerd over de contouren van het wetsvoorstel.
                        
• Over de aanbevelingen met betrekking tot het kindgesprek gaat het Ministerie van JenV
                           in gesprek met rechtspraak, GI’s en Raad voor de Kinderbescherming (RvdK).
                        
Recht op ondersteuning
Rechtsbijstand voor ouders
De Adviescommissie adviseert het recht op kosteloze rechtsbijstand te effectueren
                     voor ouders bij procedures over uithuisplaatsing en de gezagsbeëindiging.
                  
Sinds 1 januari 2023 stelt de Minister voor Rechtsbescherming in het kader van een
                     pilot kosteloze rechtsbijstand beschikbaar aan ouders die te maken krijgen met een
                     procedure gezagsbeëindiging en sinds 1 oktober 2023 ook bij procedures uithuisplaatsing
                     (eerste aanleg). Deze pilot wordt gemonitord onder auspiciën van het Wetenschappelijk
                     Onderzoek- en Datacentrum.
                  
De resultaten uit de tussenrapportage laten zien dat rechtsbijstand in de verschillende
                     fases (voorafgaand, tijdens en na de zitting) om verschillende redenen meerwaarde
                     heeft voor ouders. Zo wordt bijvoorbeeld gesignaleerd dat ouders beter voorbereid
                     op zitting komen, een beter begrip hebben van wat er tijdens de zitting gebeurt en
                     wat de beslissing inhoudt en wat mogelijke vervolgstappen zijn. De voorlopige resultaten
                     laten zien dat bijstand door een advocaat bijdraagt aan een meer gelijkwaardige positie
                     tussen partijen. De eindresultaten van het onderzoek worden in de zomer van 2024 verwacht.
                  
Op basis daarvan is het aan het nieuwe kabinet een besluit te nemen over of en hoe
                     verder wordt geïnvesteerd in de inzet van rechtsbijstand, waarbij de aanbevelingen
                     van de Adviescommissie over de bijstand aan ouders én kind betrokken worden. Om die
                     reden heeft de Minister voor Rechtsbescherming de pilot verlengd tot eind 2024. Met
                     het beschikbare budget is het vooralsnog niet mogelijk om kosteloze rechtsbijstand
                     en bijstand van het kind (bijvoorbeeld in de vorm van een bijzondere curator, zoals
                     de Adviescommissie adviseert) structureel te borgen. Aanvullend op maatregelen op
                     het terrein van rechtsbijstand gaan we verkennen hoe we de bijstand van het kind kunnen
                     verbeteren, in de vorm van bijvoorbeeld een JIM (Jouw Ingebrachte Mentor) of bijzonder curator, en wat daarvan de uitvoeringsconsequenties zijn. Op basis
                     daarvan zal het volgende kabinet hierover een besluit kunnen nemen.
                  
Recht op een effectief rechtsmiddel
Perspectiefbesluit
Het perspectiefbesluit houdt in dat de GI een beslissing neemt over de vraag waar
                     het kind zal opgroeien, bij zijn ouder(s) of elders. Het perspectiefbesluit is een
                     ingrijpend besluit en zou daarom zo spoedig mogelijk door de rechter moeten worden
                     beoordeeld. Binnen het huidig wettelijk kader is het niet mogelijk om een perspectiefbesluit
                     als zodanig door een kinderrechter te laten toetsen. Hiervoor ontbreekt een wettelijke
                     grondslag.
                  
In het advies hanteert de Adviescommissie een aantal uitgangspunten bij de afweging
                     hoe de wettelijke verankering van het perspectiefbesluit het beste kan worden vormgegeven.
                     De wettelijke systematiek moet voorzien in een periodieke evaluatie van de mogelijkheden
                     op terugplaatsing, de kinderrechter moet een perspectiefbesluit binnen afzienbare
                     tijd kunnen toetsen en de regeling moet zo duidelijk en eenvoudig mogelijk worden
                     vormgegeven. Daarnaast doet de Adviescommissie concrete aanbevelingen voor het wettelijk
                     borgen van het perspectiefbesluit.
                  
In aanloop naar het advies van de Adviescommissie heeft het Ministerie van JenV gewerkt
                     aan een wetsontwerp voor aanpassing van de rechtsgronden en de wettelijke verankering
                     van het perspectiefbesluit. De uitgangspunten en aanbevelingen zijn al met de ketenpartners
                     besproken en uit het overleg blijkt dat het advies bruikbare elementen bevat om het
                     wetsontwerp aan te passen.
                  
Contra-expertise
De Adviescommissie constateert in haar advies dat er onvoldoende gekwalificeerde professionals
                     beschikbaar zijn om aan het recht op contra-expertise8 invulling te geven. Daarnaast heeft het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie
                     en Psychologie (NIFP) te kennen gegeven te willen stoppen met haar bemiddelende rol
                     bij psychiatrische en/of psychologische onderzoeken die zijn aangevraagd in familierechtelijke
                     zaken. De Minister voor Rechtsbescherming vindt het zorgelijk dat de sector (GI’s,
                     RvdK, rechtspraak) niet goed kan beschikken over hoog specialistische beslisdiagnostiek
                     voor de ingewikkelde casuïstiek in kinderbeschermingsprocedures. Ook is het zorgelijk
                     dat het recht op contra-expertise voor ouders maar beperkt wordt ingevuld, waarvoor
                     ook de Raad voor de Rechtspraak recent in een bijeenkomst aandacht voor heeft gevraagd
                     (18 maart 2024).
                  
De Minister voor Rechtsbescherming zoekt samen met onder meer het NIFP en betrokken
                     partners naar oplossingen om de beslisdiagnostiek in de jeugdbescherming in Nederland
                     beter te organiseren en naar alternatieven voor het beleggen van familierechtelijke
                     onderzoeken in de toekomst. Daartoe wordt in opdracht van JenV een projectleider aangesteld
                     die deze alternatieven kan verkennen en uitwerken. Naar verwachting volgt begin 2025
                     een voorstel voor een plan van aanpak.
                  
De rol van de kinderrechter
De Adviescommissie ziet geen principiële redenen om te komen tot een fundamentele
                     herbezinning op de rol van de kinderrechter, maar ziet wel mogelijkheden om de positie
                     van de kinderrechter op details te versterken, bijvoorbeeld door te borgen dat alle
                     familierechtelijke- en kinderbeschermingszaken door dezelfde kinderrechter worden
                     behandeld. Het Ministerie van JenV gaat met de rechtspraak in gesprek over deze en
                     andere aanbevelingen en zal u later dit jaar informeren over de uitkomsten.
                  
Het advies van de Adviescommissie om het beleid van de meldbriefprocedure aan te passen
                     is al opgevolgd. Op 8 maart jl. is door het Landelijk Overleg Vakinhoud Familie- en
                     Jeugdrecht besloten de meldbriefprocedure bij alle gerechten af te schaffen. Vanaf
                     uiterlijk 1 juli 2024 – rekening houdend met de al gemaakte zittingsroosters voor
                     de komende maanden en de benodigde extra zittingscapaciteit – worden alle belanghebbenden
                     in verlengingsverzoeken van een ondertoezichstelling of uithuisplaatsing opgeroepen
                     voor een zitting.
                  
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming - 
              
                  Mede ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.