Brief regering : Verduurzamen brom- en snorfiets
31 305 Mobiliteitsbeleid
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 452 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 april 2024
Brom- en snorfietsen spelen een belangrijke rol in het Nederlandse mobiliteitslandschap.
In stedelijke gebieden bieden ze een flexibele en efficiënte vorm van transport, maar
ook in minder stedelijke gebieden bieden deze voertuigen een betaalbaar en toegankelijk
alternatief voor personenauto’s of voor het openbaar vervoer. Zo vormen brom- en snorfietsen
een belangrijke spil in de opgave om bereikbaarheid voor iedereen te realiseren. Net als de fiets zijn gemotoriseerde tweewielers ideaal voor middellange
en korte afstanden, zoals naar school, werk en de winkel.
Zoals uw Kamer toegezegd in het commissiedebat duurzaam vervoer van 31 januari jongstleden
(Kamerstuk 31 305, nr. 448), ga ik in deze brief verder in op de elektrificering van de snor- en bromfiets en
bouw hiermee voort op de contouren die ik geschetst heb in mijn Kamerbrief van januari
2023.1 In het Klimaatakkoord spraken brancheverenigingen en de Rijksoverheid af dat alle
nieuwverkopen van snorfietsen in 2025 emissieloos zijn,2 daarnaast is afgesproken ernaar te streven dat alle nieuwverkopen van bromfietsen
voor 2030 emissieloos zijn.3
We liggen op koers richting de doelstelling van 2030 voor de bromfiets en dat is goed nieuws.4 Tegelijkertijd moet ik ook constateren dat de doelstelling van 2025 voor de snorfiets niet gehaald lijkt te worden.5
Met een financiële uitkeringsregeling en een communicatiecampagne wil ik de sterke
autonome groei van de markt nog verder aanjagen.
Met de communicatiecampagne wil ik de voordelen van de elektrische brom- en snorfiets
onder de aandacht brengen bij consumenten. Één van de voordelen die ik uit wil lichten
is dat op dit moment is de gemiddelde elektrische snorfiets op de langere termijn
niet duurder dan de benzinevariant.
Daarnaast werk ik aan een financiële uitkeringsregeling. Ik vind het van belang om
mensen met een laag inkomen een extra steuntje in de rug te geven bij het overbruggen
van het initiële aankoopbedrag van een elektrisch voertuig. Ik zal hieronder in meer
detail op de maatregelen ingaan.
Communicatiecampagne
Rond juni 2024 start de communicatiecampagne voor het stimuleren van de elektrische
brom- en snorfiets. Deze campagne zal tenminste twee jaar lopen en zich online centreren
rondom de belangrijkste verkoopseizoenen van de brom- en snorfiets. Bij de totstandkoming
heeft mijn ministerie nauw samengewerkt met de RAI Vereniging en BOVAG. Ook worden
consumenten van de snor- en bromfiets betrokken.
We willen potentiële kopers van brom- en snorfietsen bekend maken met de voordelen
van de elektrische brom- of snorfiets en laten zien dat dit een aantrekkelijk alternatief
is voor de fossiele variant. De campagne is onderdeel van de klimaatcampagne «Zet
ook de knop om». Op de bijbehorende website en bij dealers kunnen consumenten zich
verder laten informeren.
Om een zo effectief mogelijke campagne op te zetten is er een onderzoek gedaan naar
de gedragsbepalers die relevant zijn bij de aankoop van een fossiele dan wel elektrische
scooter. Dit onderzoek heb ik bijgevoegd (zie bijlage 1). De belangrijkste redenen waarom we het doelgedrag nog niet zien zijn: (a) een gebrek
aan kennis en een sceptische houding, (b) de invloed van de sociale omgeving en zoals
(c) aversie; het gevoel van een deel van de doelgroep dat elektrisch wordt opgedrongen.6
Financiële ondersteuningsmaatregel
Mensen met een lager inkomen zijn relatief afhankelijk van hun snor- en bromfiets
om op hun plaats van bestemming te kunnen komen.7 Daarom ontwikkelt mijn ministerie een pilot voor een financiële ondersteuningsmaatregel.
Deze is gericht op mensen met een laag inkomen die hun fossiele brom- en snorfiets
willen inruilen voor een elektrische variant, waarbij slechts een beperkte eigen bijdrage
nodig is. Hiervoor is 3,5 miljoen euro gereserveerd op de begroting van 2024 en eveneens
eenzelfde bedrag op de begroting van 2025. Soortgelijke projecten worden momenteel
in een aantal gemeentes gefinancierd vanuit middelen afkomstig van de Specifieke Uitkering
Schone Lucht Akkoord (SpUK SLA).8 Onder de nieuwe pilot zullen aanvullende projectvoorwaarden gelden ten opzichte van
de huidige SpUK SLA. De belangrijkste voorwaarden zijn dat (a) de middelen ten goede
moeten komen aan het ondersteunen van burgers met een laag inkomen bij de inruil en
(b) dat we van decentrale overheden een relatief lage cofinanciering vragen, zodat
de drempel lager wordt om deel te nemen aan de pilot.
Op basis van deze pilot wil het kabinet meer inzichten opdoen over inkomensafhankelijke
brom- en snorfiets inruilregelingen. Het is aan een nieuw kabinet om deze pilot te
evalueren en te besluiten over een mogelijk vervolg.
Geen nieuwverkoopverbod
Een meer vergaande overheidsinterventie zoals een nationaal verbod op de fossiele verbrandingsmotor brom- of snorfiets vind ik op dit moment
niet proportioneel. Zoals gezegd liggen we op koers naar de doelstelling van 2030
van 100% elektrische nieuwverkoop van bromfietsen. Eveneens gaan we richting een 100% elektrische nieuwverkoop van snorfietsen in 2030.
Ik constateer bovendien dat er geen harde garanties zijn dat ik met het afkondigen
van een nationaal fossiel nieuwverkoopverbod binnen de kaders van de Europese interne
marktregels zou blijven. De Europese Commissie en andere lidstaten kunnen, en zullen naar verwachting, bezwaar maken tegen deze maatregel.9
Het kabinet blijft voorts van mening dat een nieuwverkoopverbod voor fossiele brom-
en snorfietsen in 2030 in EU-verband, veruit de meest effectieve maatregel is om de 2030-klimaatakkoordafspraak na te
komen. Ook om richting 2050 een klimaatneutrale brom- en snorfietsvloot te realiseren,
in lijn met de Europese Klimaatwet. Helaas is hier in Brussel op dit moment geen draagvlak
voor. Het ministerie blijft bij de Europese Commissie om aandacht te vragen voor een
tijdig verduurzamend instrumentarium om deze transitie mede te ondersteunen.
Mijn departement zal de elektrificatiegraad jaarlijks blijven monitoren. Een nieuw
kabinet kan besluiten aanvullende maatregelen te treffen mochten zij hier aanleiding
toe zien.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat