Brief regering : Publicatie rapport Evaluatie Wegenverkeerswet 1994
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 1103
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2024
De Wegenverkeerswet 1994 (WVW) is het kader dat onder meer de toegang tot de weg bepaalt
en de voor alle verkeersdeelnemers voorgeschreven gedragingen en interacties op de
weg bevat. In de Strategische Evaluatie Agenda 2023 is een ex post evaluatie aangekondigd
van deze wet.
Gezien de diverse ontwikkelingen in de afgelopen 30 jaar in de maatschappij, zoals
digitalisering en innovatie, was het wenselijk de WVW te evalueren om te bezien of
deze nog aansluit bij deze ontwikkelingen. De basis moet goed op orde zijn, en op
orde blijven, zodat er voor weggebruikers, wegbeheerders, handhavers, grondeigenaren,
uitvoeringsorganisaties en beleidmakers duidelijkheid is over de verkeersregels.
Deze evaluatie is uitgevoerd door onderzoeksbureaus AEF en Ecorys. Hierbij ontvangt
u het rapport.
Scope van de evaluatie
De WVW bevat meerdere maatschappelijke doelstellingen. De primaire doelstellingen
waar de opgestelde regels aan kunnen bijdragen, zijn opgenomen in het eerste lid van
artikel 21 van de wet:
• het verzekeren van de veiligheid op de weg,
• het beschermen van weggebruikers en passagiers,
• het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan,
• het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.
In het rapport Evaluatie Wegenverkeerswet 1994 blikken de onderzoekers terug: in hoeverre
is de WVW de afgelopen 30 jaar doeltreffend en doelmatig geweest? Daarnaast blikken
ze ook vooruit: in hoeverre is de WVW toekomstbestendig, gezien de recente en aanstaande
ontwikkelingen op de weg en rond voertuigen? En passen de uitgangspunten van de wet
nog bij het huidige gedrag van verkeersdeelnemers?
Het betreft een evaluatie op hoofdlijnen waarin niet elk onderdeel is betrokken. Waar
relevant is onderliggende regelgeving betrokken, zoals het Reglement verkeersregels
en verkeerstekens 1990 (RVV), het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer
(BABW), Uitvoeringsvoorschriften BABW (Uv BABW), alsmede de relatie met de Wegenwet
1930. Het RVV bevat de meeste verkeersregels en -borden die voor weggebruikers van belang zijn.
Het BABW is de tegenhanger van het RVV, maar dan gericht op wegbeheerders. De Wegenwet bepaalt welke wegen openbaar zijn, in de zin dat de eigenaar een duldplicht heeft
om het algemeen verkeer toe te laten en niet zonder meer nadere toegangsbeperkingen
of tolbepalingen kan instellen. Ook bepaalt de Wegenwet wie onderhoudsplichtige is
voor een weg.
Uitkomsten
Er is bij de evaluatie gekeken hoe de doorwerking op de genoemde maatschappelijke
hoofddoelstellingen van de wet is voor weggebruikers, wegbeheerders en uitvoeringsorganisaties.
De onderzoekers hebben literatuuronderzoek aangevuld met interviews met personen van
relevante partijen, zoals CBR, RDW, Parket CVOM, politie, diverse gemeenten, ANWB,
SWOV.
De onderzoekers concluderen onder andere:
«De wet is in belangrijke mate doeltreffend in bijdragen aan het realiseren van de
maatschappelijke hoofddoelstellingen uit artikel 2, lid 1. De mate waarin is niet
vast te stellen. Het oorspronkelijk wettelijke kader paste goed in de tijdsgeest van
deregulering in de jaren ’90. Door toevoeging van gedetailleerde artikelen, zoals
de taakomschrijvingen van het CBR en de RDW, incorporeren van EU-regelgeving en adaptatie
aan de maatschappelijke ontwikkelingen is de wet complexer geworden. En zien we dat
de geboden vrijheid op het gebied van verkeersgedrag en weginrichting en de juist
beperkte vrijheid voor het CBR en de RDW er steeds meer toe leidt dat er beperkingen
door de wet ontstaan. De doeltreffendheid van de wet neemt dus naarmate de tijd vordert
af.»
Het uitgesproken oordeel over de doeltreffendheid verschilt tussen de vier hierboven
genoemde maatschappelijke doelstellingen.
Daarbij geven de onderzoekers aan dat de wet op onderdelen aangepast of verbeterd
zou kunnen worden om te voldoen aan aankomende behoeften van een veranderend verkeerslandschap.
Zo doen zij bijvoorbeeld de volgende aanbevelingen:
− De impact van geautomatiseerd vervoer op het «bestuurdersbegrip». De WVW gaat uit
van een bestuurder zijnde een mens van vlees en bloed, terwijl Automated Driving Systems
(ADS) hier een meer diverse invulling voor vragen;
− Het proces voor toelatingseisen voor voertuigen die niet onder een Europese typegoedkeuring
vallen. Doe dit sneller, en neem verkeersveiligheid expliciet mee in de afweging;
− In de afgelopen 30 jaar zijn verschillende onderwerpen aan de wet toegevoegd, en zijn
inconsistenties en onduidelijkheden in de wet zelf zichtbaar geworden. Schoon dit
op, zodat er voor weggebruikers, wegbeheerders en handhavers duidelijkheid is over
de verkeersregels.
− Maak werk van het digitaliseren van verkeers- en voertuigdata; digitaliseer de wegenlegger
en versimpel de regelgeving rond het nemen van verkeersbesluiten, zodat de bescherming
van de vrijheid van verkeer wordt geborgd en procedurele lasten voor wegbeheerders
afnemen, zeker op opengestelde niet-openbare wegen.
Enkele van deze constateringen en aanbevelingen raken aan de Wegenwet 1930, die de
openbaarheid en onderhoudsplicht van wegen regelt. Eerdere toezeggingen over de modernisering
van de Wegenwet2 zullen worden uitgewerkt in het kader van de aangekondigde inbouw van de Wegenwet
in de Omgevingswet3.
Vervolg
Het rapport geeft een indruk van de werking van de WVW op hoofdlijnen. De onderzoekers
doen verschillende inhoudelijke aanbevelingen voor de toekomst, waarvan een aantal
voorbeelden hierboven zijn uitgelicht. De onderzoekers raden aan te anticiperen op
een grote, fundamentele wetswijziging in het komende decennium. Voor de tussentijd
wordt aanbevolen om inconsistenties, complexiteit, en concrete onduidelijkheden te
reduceren. Zo stelt het rapport bijvoorbeeld dat gebruikte definities inmiddels achterhaald
zijn en/of niet corresponderen met onderliggende regelgeving, of dat er definities
en regelingen ontbreken voor een aantal specifieke verkeershandelingen en situaties.
Ook stelt het rapport dat het RVV niet actueel is: er ontbreken verkeersborden, en
het beheer van verkeersbordcodes is niet geregeld, wat een belemmering is voor digitalisering.
De conclusies en aanbevelingen zullen in de komende periode worden bestudeerd, om
te bezien waar en op welk niveau modernisering het meest nodig is. Er zal een inventarisatie
worden gemaakt welke keuzes nodig zijn om de WVW en de Wegenwet toekomstbestendig
te maken en te houden. Daar zal een passend proces voor worden opgezet. Het streven
is de Kamer hierover aan het eind van dit jaar te informeren.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat