Brief regering : 11de voortgangsrapportage Binnenhof renovatie
34 293 Renovatie Binnenhof
Nr. 135
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2024
Hierbij ontvangt u de 11de voortgangsrapportage van de renovatie van het Binnenhof
                  over de periode van september 2023 tot en met februari 2024. Over het programma Binnenhof
                  renovatie wordt uw Kamer sinds 2018 met halfjaarlijkse voortgangsrapportages en waar
                  nodig met tussentijdse brieven, geïnformeerd.
               
Duidelijkheid over noodzakelijk budget renovatie
Het Binnenhof is het oudste regeringscentrum ter wereld en één van de grootste monumentale
                  complexen van Nederland. Dit complex is uniek omdat bouwdelen en interieurs van vrijwel
                  elke eeuw vanaf de middeleeuwen vertegenwoordigd zijn. Doordat het Binnenhof continue
                  in gebruik is geweest, was er vele decennia geen grootschalig onderhoud mogelijk.
                  Op een renovatie van een deel van het Tweede Kamercomplex, de realisatie van de nieuwbouw
                  in de jaren 90 van vorige eeuw, en een deel van het Ministerie van Algemene Zaken
                  in de jaren 80 na, bleef groot onderhoud uit en waren ingrepen veelal oplossingen
                  voor de korte termijn.
               
De renovatie van dit belangrijk stuk geschiedenis is een complexe opgave. Het Binnenhof
                  bevat zo’n 4000 vertrekken, ruimten, kamers, zalen, gangen, zolders en kelders, vrijwel
                  allemaal met een monumentale status en allemaal verschillend, en een totaal vloeroppervlak
                  van bijna 90.000 m2.
               
Om ons cultureel erfgoed te behouden voor toekomstige generaties, werd in 2015 besloten
                  om de hoognodige renovatie uit te gaan voeren. Het was al lange tijd bekend dat het
                  complex in slechte staat verkeerde, de techniek en installaties zwaar verouderd waren
                  en dat de brandveiligheid niet voldoende was. Tegelijkertijd is bij de start van de
                  renovatie onderkend dat een aantal kostenbepalende aspecten pas later in beeld zouden
                  komen.
               
De belangrijkste onderzoeken met de grootste impact op de werkzaamheden konden pas
                  worden uitgevoerd toen de gebruikers van het Binnenhofcomplex waren verhuisd. Denk
                  hierbij aan asbestonderzoek waarvoor de gebouwen leeg moesten zijn of onderzoek achter
                  plafonds en onder vloeren naar de bouwkundige staat van de gebouwen. Daarnaast is
                  de dreiging in Nederland is toegenomen en veelzijdiger geworden. Dit heeft gezorgd
                  voor een enorme stijging van de veiligheidseisen ten opzichte van 2015.
               
Vanwege de onzekerheden over prijsontwikkelingen in de markt, de toegenomen eisen
                     op het gebied van beveiliging en duurzaamheid en de staat van het gebouw werden hier
                     afspraken over gemaakt. Het project moet binnen de afgesproken randvoorwaarden en
                     vastgestelde kaders gerealiseerd worden, inclusief prijspeilcorrectie, en met inbegrip
                     van vier disclaimers. Hierbij wordt één keer per jaar, bij de voorjaarsnota, een beroep
                     op de betreffende disclaimer(s) gedaan, wanneer er voldoende zekerheid bestaat over
                     de omvang van het extra benodigde budget. Deze disclaimers betreffen de exogene factoren
                     die niet door het Rijksvastgoedbedrijf te beïnvloeden zijn die kunnen leiden tot het
                     moeten bijstellen van budget:
                  
1. Marktspanning
2. Extra eisen beveiliging
3. Extra eisen duurzaamheid
4. Onvoorziene technische uitvoeringsrisico’s.
De renovatie van het Binnenhof kent verschillende fasen, van ontwerp tot uitvoering.
                  Het programma heeft de afgelopen periode belangrijke voortgang geboekt. De ontwerpen
                  zijn nu vrijwel definitief en de onderzoeksfase is voor de meeste gebouwdelen afgerond.
                  Dit betekent dat onderhandelingen met de aannemers zijn gestart en dat offertes binnenkomen.
                  Daarmee wordt de omvang van het benodigde budget steeds meer duidelijk.
               
Uit de onderzoeken is gebleken dat de staat van het Binnenhof nog vele malen slechter
                  is dan vooraf bekend was. Dit onderstreept de noodzaak van de renovatie van dit monumentale
                  complex. Er zijn ernstige bouwkundige gebreken aan het licht gekomen. Zo zit de monumentale
                  dakconstructie van de Eerste Kamer los en zijn kostbare extra maatregelen nodig om
                  het risico op instorten te verkleinen. Ook monumentale trappen blijken onveilig en
                  moesten hierdoor (deels) buiten gebruik worden gesteld en herstelwerkzaamheden zijn
                  duur. Daarnaast zijn door de jaren heen vele kabels en leidingen in de gebouwen aangebracht.
                  Van slechts 30% van de kabels en leidingen was de functie bekend. De vele extra gaten
                  die in muren van bijvoorbeeld het Tweede Kamergebouw voor deze kabels en leidingen
                  zijn geboord, hebben de constructie zo aangetast dat forse herstelwerkzaamheden noodzakelijk
                  zijn. Ook er is heel veel meer asbest gevonden dan bekend was en om dit te kunnen
                  verwijderen zonder beschadigingen aan het monument aan te brengen, neemt veel meer
                  tijd in beslag dan kon worden voorzien.
               
Dat veiligheidseisen enorm zijn gegroeid is op vele plekken te zien in onze samenleving.
                  Juist de functie die het Binnenhof heeft, maakt het een complexe opgave om daaraan
                  invulling te geven. We willen dat de politiek benaderbaar is, én dat de veiligheid
                  dusdanig gewaarborgd is dat het democratisch proces altijd ongestoord doorgang kan
                  vinden. We willen voor schoolklassen zo toegankelijk mogelijk zijn, maar voorkomen
                  dat mensen met kwaad in de zin toegang krijgen.
               
De impact hiervan op de ontwerpen van de complexen op het Binnenhof is groot. Dit
                  betekent dat de afgelopen jaren, in overleg met de gebruikers, extra veiligheidsmaatregelen
                  op en rondom het complex moesten worden genomen. Het realiseren van een gracht en
                  een nieuwe publieksentree hoort hier bij, net als de realisatie van een kelder op
                  het Opperhof om meer ruimte te maken voor apparatuur. Dit zijn echter grote ontwerpopgaven
                  die om forse budgetten vragen. Ook dit jaar zullen daarom extra budgetten voor veiligheid
                  ter beschikking moeten worden gesteld.
               
Ten slotte zijn de afgelopen periode prijsopgaven ontvangen. Deze tonen een groot
                  verschil met eerdere gevalideerde ramingen. Omdat onderhandelingen met de aannemers
                  nog lopen zijn details hiervan vertrouwelijk. De algemene prijsontwikkeling in de
                  bouwsector is in de periode 2015–2024 echter +48% gebleken. Dit is het dubbele van
                  de prijsindexatie (jaarlijks + 2,5%) die het renovatieprogramma in deze periode ontvangen
                  heeft. Hiervoor zijn aanvullende budgetten noodzakelijk.
               
Ontwikkeling budget bij voorjaarsnota
De meerkosten in het kader van de afgesproken disclaimers zijn, naarmate de renovatie
                  vordert, steeds duidelijker geworden. In de eerste jaren van het renovatieprogramma
                  is geen beroep op de disclaimers gedaan. Nu de uitvoering begint, is het budget dat
                  noodzakelijk is voor marktspanning, extra veiligheidseisen, extra duurzaamheidseisen
                  en onvoorziene technische uitvoeringsrisico’s steeds duidelijker. Daarom wordt bij
                  de voorjaarsnota, nu er voldoende zekerheid bestaat over de omvang van het extra benodigde
                  budget, een beroep op de betreffende disclaimer gedaan.
               
Bij voorjaarsnota 2023 betrof het budget € 843,6 mln. Bij de voorjaarsbesluitvorming
                  2024 zijn alleen middelen aan artikel 9 van de BZK begroting toegevoegd voor zover
                  deze daadwerkelijk tot de voorjaarsbesluitvorming 2025 nodig zijn. Het budget voor
                  de renovatie wordt hierdoor met € 790 mln. opgehoogd. Samen met de reguliere indexering
                  van het budget komt dit op een totaal van € 1.651,9 mln. Zoals toegelicht kan ik,
                  vanwege onderhandelingen met aannemers, niet openbaar ingaan op de hoogte van een
                  beroep op de disclaimer marktspanning. Daarnaast weet ik dat ook in 2025 een beroep
                  op de disclaimers noodzakelijk zal zijn. Om u zo transparant mogelijk te informeren
                  hecht ik eraan te melden dat rekening moet worden gehouden met een bedrag van circa
                  € 2 miljard voor de renovatie.
               
In bijgevoegde 11de voortgangsrapportage van de renovatie van het Binnenhof over de
                  periode van september 2023 tot en met februari 2024 worden bovenstaande ontwikkelingen
                  verder toegelicht.
               
Financiële sturing en governance
De renovatie van het Binnenhof is een ingewikkelde opgave waar veel geld mee is gemoeid.
                  Om die redenen is er extra aandacht voor financiële sturing en governance.
               
Financiële sturing
Het bijstellen van de budgetten zoals dit jaar bij voorjaarsnota gebeurt, is onderdeel
                  van een beheerst projectproces. Op basis van programma’s van eisen van de gebruiker
                  maakt het RVB een kostenraming die twee keer door externe partijen wordt getoetst.
                  De budgetclaim wordt vervolgens op doelmatigheid getoetst door FEZ BZK en het Ministerie
                  van Financiën. Dit maakt onderdeel uit van het reguliere begrotingsproces. Het kabinet
                  besluit bij voorjaarsbesluitvorming om middelen daadwerkelijk ter beschikking te stellen.
               
Om de betrouwbaarheid van de ramingen te vergroten worden dus twee externe kostenbureaus
                  ingeschakeld. De werkwijze hierbij is dat één bureau een bouwkosten calculatie maakt
                  die door het andere bureau wordt gecontroleerd. Ook worden er kostencalculaties gemaakt
                  door de bouwers. Deze calculaties worden gecontroleerd door een extern kostenbureau.
                  Ook kijken RVB-kostendeskundigen mee.
               
Voor kostenramingen en toetsing worden meerdere referenties vergeleken; de kostenbureaus
                  van ontwerpers, second opinions en de raming van de aannemers. Gedurende de ontwerpfase
                  worden de kosten gemonitord zodat tussentijds eventuele versoberingen overwogen kunnen
                  worden. In samenwerking met de aannemers, gebruikers en de project- en ontwerpteams
                  wordt ook de komende periode gekeken naar mogelijkheden om het beroep op de disclaimers
                  te beperken. Hierbij wordt kritisch gekeken naar de noodzaak van ontwerpinspanningen
                  en kostenbesparende maatregelen in de uitvoering.
               
Het programma kent ook een challengeboard met een viertal externe experts met ervaring
                  en kennis op het gebied van contracteren in de bouwsector. Zij denken mee en dienen
                  het projectteam met adviezen. Naast bouwtechnische en contractuele kennis en expertise
                  wordt gekeken naar aanvulling met een challengeboard op financieel vlak.
               
Governance
in nauw overleg met de gebruikers is nogmaals de governance van het programma tegen
                  het licht heb gehouden. In de 5de voortgangsrapportage (kamerstuk 34 293, nr. 103) en in de brief «Reflectie Governance Project Binnenhof Renovatie» (34 293, nr. 121) is uw Kamer eerder geïnformeerd over de governance.
               
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vertegenwoordigt de Staat
                  als eigenaar van de gebouwen en heeft in die hoedanigheid de plichten en verantwoordelijkheden
                  die bij het eigendomsrecht horen. Deze rol van de Minister in het project wordt in
                  de dagelijkse praktijk namens hem vervuld door het Rijksvastgoedbedrijf.
               
Gedurende het renovatieproces komen verschillende verantwoordelijkheden op verschillende
                  manieren tot uiting. Het karakter van de samenwerking tussen de gebruikers en het
                  Rijksvastgoedbedrijf verandert naarmate het proces vordert. In de eerste fase vervullen
                  de gebruikers een grote rol. Zij stellen de programma’s van eisen op die de basis
                  zijn voor de renovatie. Bij het uitwerken van de ontwerpen van schetsen tot definitieve
                  ontwerpen worden deze door de gebruikers getoetst voordat zij door het Rijksvastgoedbedrijf
                  worden vastgesteld. De komende periode zullen de technisch ontwerpen voor de verschillende
                  complexdelen worden uitgewerkt en vastgesteld. Om de ontwerpen uit te werken tot technische
                  werkstappen vervult de aannemer een belangrijke rol. Het Rijksvastgoedbedrijf legt
                  de wijze waarop het ontwerp technisch wordt uitgevoerd vast in een contract met de
                  aannemer. De gebruikers krijgen hierin een meer monitorende rol. Deze staat los van
                  de normale rol die de Staten-Generaal spelen in de begrotingscyclus en als controleur
                  van de regering. Ten aanzien van de te beschermen belangen en informatieveiligheid
                  hecht de gebruiker Tweede Kamer eraan dat afstemming ook tijdens de renovatie noodzakelijk
                  blijft.
               
Gezien het feit dat de verschillende verantwoordelijkheden van de gebruikers en het
                  Rijksvastgoedbedrijf deels op elkaar inwerken is het van belang om duidelijkheid te
                  hebben over hoe om te gaan met verschillen van inzicht.
               
Wijzigingen van ontwerpen of anderszins realiseren van extra voorzieningen is tijdens
                  de uitvoeringsfase zeer complex en de inspanningen zijn er dus op gericht om bij het
                  opstellen van de programma’s van eisen alle noodzakelijkheden te verdisconteren zodat
                  wijziging in een later stadium niet (meer) aan de orde hoeft te komen.
               
Als er keuzes moeten worden gemaakt om de voortgang van het programma te verzekeren,
                  aanvullende veiligheidsvoorzieningen die de gezamenlijke delen of meerdere gebruikers
                  betreffen, of tot een langere duur van het gehele renovatieproces leiden dan is overleg
                  met de gebruikers aangewezen. Dit overleg vindt in principe plaats in de stuurgroep
                  Binnenhof renovatie onder voorzitterschap van de heer Alexander Pechtold. Zo nodig
                  wordt geëscaleerd naar het sinds eind 2021 ingestelde bestuurlijk overleg conform
                  de aanbevelingen in de brief «Reflectie Governance Project Binnenhof Renovatie» (Kamerstuk
                  34 293, nr. 121). Op basis van eventuele inzichtelijk gemaakte geschilpunten neemt de Minister van
                  BZK een besluit. In halfjaarlijkse voortgangsrapportages en eventuele tussentijdse
                  brieven zal de Minister de Tweede Kamer der Staten-Generaal in het kader van de controlerende
                  rol informeren.
               
In de zevende voortgangsrapportage en in antwoord op vragen van het lid Leijten is
                  de procedure voor nieuwe klantwensen als volgt toegelicht: «De procedure voor tussentijdse
                  verzoeken (zogenaamde nieuwe klantwensen) na de afronding van het project is dezelfde
                  als de gebruiker Tweede Kamer gewend was op het Binnenhof. Wanneer blijkt dat er aanvullende
                  behoeften zijn, is er voor de gebruiker gelegenheid tot het indienen van deze klantwensen
                  bij het Rijksvastgoedbedrijf.
               
Het Rijksvastgoedbedrijf, zo nodig in overleg met het Directoraat-Generaal Overheidsorganisaties,
                  toetst in overleg met de directie Financieel-Economische Zaken de klantwens op doelmatigheid
                  en indien hiervoor extra middelen benodigd zijn vormt dit onderdeel van het reguliere
                  begrotingsproces tussen het Ministerie van BZK en Financiën.» Eventuele toekomstige
                  verzoeken worden via het reguliere proces van beheer en instandhouding opgepakt en
                  vallen daarmee buiten de scope van het project renovatie Binnenhof.
               
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
                  H.M. de Jonge
Indieners
- 
              
                  Indiener
 H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
