Brief regering : Toezegging gedaan tijdens het debat Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie van 10 april 2024, over tijdslijnen warmtetransitie
36 387 Wijziging van de Omgevingswet, de Gaswet en de Warmtewet in verband met gemeentelijke instrumenten voor de warmtetransitie in de gebouwde omgeving (Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie)
Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2024
Tijdens het debat van 11 april jl. waarin de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie
(hierna: Wgiw) werd behandeld, heb ik naar aanleiding van een verzoek van lid Flach
(SGP) toegezegd om voor de stemming op 16 april a.s. een tijdslijn te schetsen van
de verschillende elementen in de warmtetransitie die nog naar de Tweede Kamer komen.
Hierbij geef ik u een korte samenvatting van de verschillende mijlpalen welke u van
het kabinet kunt verwachten.
Wet collectieve warmte
De Wet collectieve warmte (hierna: Wcw) ligt momenteel voor advies bij de Raad van
State. Ik verwacht dit advies deze maand te ontvangen. Dit is later dan waar ik vanuit
was gegaan in de planning van het wetstraject. Ik streef ernaar het advies van de
Raad van State te voorzien van reactie en het, waar nodig aangepaste, wetsvoorstel
voor het zomerreces naar de Tweede Kamer te sturen. Gelet op de vertraging van het
advies van de Raad van State, de tijd die parlementaire behandeling vergt en de eveneens
benodigde voorhang van het Besluit collectieve warmte (zie volgende punt) is het halen
van inwerkingtreding per 1 januari 2025 uitdagend geworden. Gelet op de urgentie,
blijf ik hier zo veel mogelijk vaart achter zetten.
Besluit collectieve warmte
De internetconsultatie van het Besluit collectieve warmte (hierna: Bcw) zal eind april
aanvangen. Na verschillende toetsen, onder andere door de Autoriteit Consument en
Markt (ACM) en de medeoverheden, en de verwerking daarvan verwacht ik dat het Bcw
medio december 2024 zal worden voorgehangen bij de Eerste en Tweede Kamer.
Wijziging Warmtebesluit
Indien de Wgiw wordt aangenomen, zal ook het Warmtebesluit moeten worden aangepast
met het oog op de voorgenomen aanpassing van de rekenmethode van de gasreferentie.
Er zal een spoedprocedure gestart worden om het Warmtebesluit tijdig te wijzigen,
zodat de ACM deze wijzigingen nog kan meenemen met de tarieven die zij per 1 januari
2025 vaststelt. Naar verwachting zal de wijziging van het Warmtebesluit deze zomer
voorgehangen worden.
Besluit gemeentelijke instrumenten warmtetransitie
Indien de Wgiw wordt aangenomen door uw Kamer zal de Minister van BZK er naar streven
het Besluit gemeentelijke instrumenten warmtetransitie zo spoedig mogelijk na de zomer
in voorhang te brengen bij uw Kamer. Daarmee wil het kabinet enerzijds recht doen
aan de motie Postma (Kamerstuk 36 387, nr. 28) die ter stemming voorligt en verzoekt deze AMvB in voorhang te brengen gelijktijdig
met of na de indiening van de Wcw, zodat de uitwerking van de AMvB in samenhang met
de Wcw kan worden bezien. Anderzijds dient rekening gehouden te worden met het amendement
Erkens c.s. (Kamerstuk 36 387, nr. 20). Dit amendement roept op om de waarborg van betaalbaarheid in instructieregels uit
te werken en dat in samenspraak met het maatschappelijk middenveld te doen. Dit vraagt
uiteraard om een zorgvuldig proces.
Warmtenetten investeringssubsidie
Om warmtenetten aantrekkelijk te maken in de wijken waar het de optie met de laagste
nationale kosten is, wordt de Warmtenetten investeringssubsidie (WIS) begin juni opnieuw
opengesteld, met een verruimd budget. Op basis van de evaluatie van de WIS in 2023
zijn de voorwaarden licht gewijzigd.
Waarborgfonds Warmtenetten
In het Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025 is een voorwaardelijke reservering opgenomen
voor een Waarborgfonds Warmtenetten (215,5 miljoen euro en achterborgstelling) om
het benodigd eigen vermogen voor investeringen in warmtenetten terug te dringen en
de kapitaalslasten te beperken. Het kabinet zal dit Waarborgfonds vormgeven en daarbij
invulling geven aan de afgesproken voorwaarden. Vervolgens wordt dit Waarborgfonds
ingericht en opgericht, met als doel gelijktijdig met de invoering van de Wcw van
start te kunnen.
Staatsdeelneming warmte
Eerder dit jaar heb ik Energie Beheer Nederland (EBN) per brief verzocht om aan te
geven wat er nodig is om de rol van nationale deelneming warmte in te vullen. Het
streven is dat het kabinet binnen een jaar een besluit kan nemen over de deelneming
en de (financiële) instrumentatie daarvan. Een formele aanwijzing van een nationale
deelneming voor warmte is gekoppeld aan de inwerkingtreding van de Wcw, omdat daarin
een wettelijke grondslag voor een dergelijk besluit is geregeld.
Subsidie inpandige aanpassingen
Hoewel subsidie beschikbaar is voor inpandige aanpassingen in de woning, wijst de
praktijk uit dat dit complex is. Zoals de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
in zijn brief van 26 februari jl. (Kamerstuk 32 847, nr. 1156) heeft aangegeven, is het de bedoeling dat de gemeente in de toekomst voor individuele
woningeigenaren voor een heel warmtenetproject in één keer een aanvraag kan doen voor
de inpandige kosten. De inzet is dat de nieuwe regeling op 1 januari 2025 ingaat.
Tot slot heeft uw Kamer mij in het debat opgeroepen – onder meer via de moties Kröger
(Kamerstuk 36 387, nr. 20) en Postma (Kamerstuk 36 387, nr. 30) – om beleidsopties uit te werken om betaalbaarheid voor de eindgebruiker te borgen
om de overstap naar warmtenetten aantrekkelijk te maken. Uw Kamer ontvangt een brief
hierover voorafgaand aan de behandeling van de Wcw.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie