Brief regering : Nadere reactie op de aangenomen moties van het lid Joseph n.a.v. het plenaire debat over oversterfte
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 2178
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2024
Op 18 maart jl. heb ik per brief gereageerd op de aangenomen moties uit het plenair
debat over oversterfte van 15 februari jl.1 Toen deze brief in de procedurevergadering van 27 maart jl. werd besproken, stelde
het lid Joseph dat de motie Joseph c.s. over datasets en analyses van het CBS over
oversterfte langer toegankelijk houden voor wetenschappelijk vervolgonderzoek2 en de motie Joseph c.s. over een onafhankelijk en integraal wetenschappelijk onderzoek
naar de redenen en oorzaken van oversterfte sinds 20203 niet of deels worden uitgevoerd. De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn
en Sport heeft daarom om een nadere reactie verzocht.4 Hierbij ga ik, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, nader in
op de uitvoering van de genoemde moties.
Motie van het lid Joseph c.s. over datasets en analyses van het CBS over oversterfte
langer toegankelijk houden voor wetenschappelijk vervolgonderzoek
Met deze motie heeft uw Kamer de regering verzocht om het CBS op te roepen om toegang
tot de remoteaccessomgeving, waarin onderzoekers datasets hebben gebouwd en analyses
hebben uitgevoerd in het kader van oversterfteonderzoek, te verlengen en tegen marginale
kosten beschikbaar te blijven stellen voor wetenschappelijke vervolgonderzoeken naar
oversterfte en postcovid, en de Kamer hierover binnen drie maanden te informeren.
In mijn brief van 18 maart jl. heb ik op beide onderdelen van deze motie gereageerd.
Wat betreft het vervallen van data gaf het lid Joseph tijdens de procedurevergadering
van 27 maart jl. aan dat ze had vernomen dat de termijn waarin data beschikbaar zou
blijven voor onderzoekers mogelijk op 15 april zou aflopen. Hierop kan ik aangeven
dat dit niet het geval is. Bij het CBS zijn geen onderzoeksprojecten bekend met betrekking
tot oversterfte waarvan de datum op 15 april a.s. afloopt. Data en de toegang tot
data bij het CBS wordt zeer zorgvuldig beheerd, het beleid daaromtrent is te vinden
op de website van het CBS.5 Het kabinet blijft van mening dat het CBS reeds passend invulling geeft aan de wens
van uw Kamer betreft de toegang tot de remoteaccessomgeving, onder meer door de data
langdurig voor oversterfteonderzoek met verlengde toegang beschikbaar te stellen en
door te faciliteren dat onderzoekers bij het opnieuw opstarten van een project vijf
jaar lang toegang behouden tot eerder gearchiveerde bestanden, zodat databewerkingen
niet herhaald hoeven te worden.
Wat betreft het tegen marginale kosten beschikbaar stellen van data door het CBS,
wijs ik erop dat dit een breder vraagstuk dan enkel het oversterfteonderzoek betreft.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat (MEZK) is verantwoordelijk voor het CBS,
inclusief de (financiële) kaders waarbinnen het CBS opereert. Wat betreft de inhoudelijke
reactie op dit onderdeel van de motie, verwijs ik naar de brief van 18 maart jl. Daarin
licht MEZK toe dat de vergoeding voor de uitvoering van een verzoek voor aanvullende
statistische diensten (ASD) volledig kostendekkend moet zijn om kruissubsidiëring
te voorkomen, zoals vastgelegd in de Beleidsregel en Ministeriële Regeling CBS.
Motie van het lid Joseph c.s. over een onafhankelijk en integraal wetenschappelijk
onderzoek naar de redenen en oorzaken van oversterfte sinds 2020
Met deze motie heeft uw Kamer de regering verzocht om een onafhankelijke instantie
groot integraal wetenschappelijk onderzoek op te laten starten naar de redenen en
oorzaken van oversterfte sinds 2020. Zoals ik eerder heb aangegeven in mijn brief
van 18 maart jl., ondersteun ik de wens om onderzoek te doen naar en verklaringen
te vinden voor de oversterfte. Ik wijs nogmaals om de diverse onderzoeken die hebben
plaatsgevonden en ook nu nog lopen ter uitvoering van de motie Omtzigt.6 Er is dus geen verschil van inzicht tussen het lid Joseph en mijzelf over het belang
van dit onderzoek. Ik hecht er daarbij wel aan dat we de uitkomsten van het thans
lopende onderzoek betrekken bij de afweging om nieuw onderzoek te laten verrichten.
Dat neemt niet weg dat ik, zoals ik heb aangegeven in mijn eerdere reactie, begrip
heb voor de zorgen die door het lid Joseph zijn geuit aangaande het ontbreken van
een totaalbeeld, omdat de diverse onderzoeken die via ZonMw worden gefinancierd los
van elkaar worden opgeleverd. Ter uitvoering van de motie heb ik dan ook een verzoek
ingediend bij het ZonMw bestuur om de begeleidingscommissie Oversterfte te raadplegen
over de noodzaak, randvoorwaarden en eventuele aandachtspunten voor vervolgonderzoek
naar oversterfte. Tevens heb ik ZonMw verzocht een overkoepelende duiding te geven
aan de op dit moment bekende onderzoeksresultaten van de huidige lopende onderzoeken.
Ik verwacht medio mei een reactie op dit verzoek en zal deze uiteraard met uw Kamer
delen. Ten slotte zorg ik dat benodigde gegevens voor vervolgonderzoek in de CBS-omgeving
staan en dat onderzoekers daarop onderzoek kunnen uitvoeren. Ik zie erop toe dat zoveel
mogelijk van deze gegevens van het RIVM en de GGD’en hiervoor beschikbaar zijn en
blijven.
De Minister voor Medische Zorg,
P.A. Dijkstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.