Brief regering : Geannoteerde agenda Europese Jeugdraad 13 mei 2024 en verslag Jeugdraad 23 november 2023
21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Nr. 416 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2024
Hierbij bied ik uw Kamer de geannoteerde agenda van de formele Onderwijs-, Jeugd-,
Cultuur-, en Sportraad (OJCS-Raad) aan voor het onderdeel Jeugd, die op maandag 13 mei
plaatsvindt, onder het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie in
Brussel.
In de bijlage worden de onderwerpen nader toegelicht met per onderwerp het doel van
de Raadsbehandeling, de inhoud van het onderwerp en de inzet van Nederland.
Tevens bied ik uw Kamer hierbij het verslag aan van de formele Onderwijs-, Jeugd-,
Cultuur-, en Sportraad (OJCS-Raad) aan voor het onderdeel Jeugd die op 23 november
jl. plaatsvond in Brussel.
Ik ben voornemens namens Nederland deel te nemen aan de Jeugdraad.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen
GEANNOTEERDE AGENDA OJCS RAAD-Jeugd
Jeugd – Maandag 13 mei 2024
Voor de Jeugdraad staan de volgende onderwerpen geagendeerd:
• Raadsconclusies inzake de nalatenschap van het Europees Jaar van de Jeugd 2022;
• Raadsconclusies over inclusieve samenlevingen voor jeugdigen;
• Raadsconclusies over de Europese en internationale beleidsagenda met betrekking tot
kinderen, jongeren en kinderrechten;
• Raadsresolutie over jongerenwerk in het hedendaagse Europa
• Beleidsdebat over de follow-up van de opbrengsten van de EU Jongerenconferentie
Raadsconclusie inzake de nalatenschap van het Europees Jaar van de Jeugd 2022
Inhoud
De Raadsconclusie inzake de nalatenschap van het Europees Jaar van de Jeugd 2022 bevat een reflectie op de opbrengsten van het Europees Jaar van de Jeugd in 2022.
Zo heeft dit jaar duidelijk gemaakt welke belangrijke positie jongeren innemen binnen
de Unie en de waarde die deze kan toevoegen aan het leven van jongeren binnen de Europese
Unie. Ook heeft dit jaar laten zien welke verwachtingen er bij jeugdigen leven om
hun perspectief daadwerkelijk vertaald te zien op de verschillende beleidsterreinen.
De Raad vindt het belangrijk om de opbrengsten van het Europees Jaar voor de Jeugd
te benutten ten behoeve van de komende generaties. Daarom wordt de Europese Commissie
opgeroepen om – in een gezamenlijke inspanning met de lidstaten – de betrokkenheid
van jongeren op alle beleidsterreinen te bevorderen, na te denken over instrumenten
om hen hierin een stem te geven, of de mogelijkheden daartoe te vergroten, en om reeds
bestaande instrumenten te benutten. Ook nodigt de Raad hen uit om de mogelijkheden
voor jongeren om te participeren in of om gebruik te maken van Europese jongerenprogramma’s
uit te breiden en zo breed mogelijk onder de aandacht te brengen bij jeugdigen. In
dat verband wordt onder andere het Erasmus+ programma genoemd.
Achtergrond
In de nasleep van de coronapandemie werd 2022 uitgeroepen tot het Europees Jaar van
de Jeugd. De achterliggende gedachte was dat de coronapandemie een grote impact op
jongeren heeft gehad en dat daarom belangrijk is om hen in de samenleving te erkennen,
hen aan te moedigen om hierin te participeren en om aandacht te hebben voor hun zorgen.
Voorgestelde focus hierbij was:
• laten zien hoe de groene en de digitale transitie jongeren kansen biedt,
• jongeren helpen om actieve en geëngageerde burgers te worden,
• mogelijkheden voor jongeren promoten en
• zorgen voor een jongerenperspectief in het beleid van de Unie.
In dat kader is een groot aantal conferenties, evenementen en voorlichting- en promotiecampagnes
georganiseerd. Met het eindigen van het Europees Jaar is de tijd aangebroken om de
resultaten hiervan de komende decennia zichtbaar te laten worden. Daartoe doet de
Raad diverse aanbevelingen aan de Europese Commissie en de lidstaten. Deze aanbevelingen
moeten gezien worden als uitnodigingen en zijn niet bindend.
Inzet Nederland
• Nederland erkent het belang van inclusie en jongerenparticipatie, en daarmee ook het
belang om hen bij besluitvorming te betrekken.
• Ook vindt Nederland het belangrijk dat jongeren in staat worden gesteld om op zinvolle
wijze deel te nemen aan beslissingen over zaken die hen (op nationaal en EU-niveau)
aangaan. Nederland onderstreept het belang van bijvoorbeeld de EU-Jongerendialoog
als link tussen nationale en Europese betrokkenheid van jongeren.
• Samen met de Nationale Jeugdraad werken we aan een nationale jeugdstrategie. Hiermee
wil Nederland jongerenparticipatie structureel gaan borgen.
• Nederland heeft geen bezwaar tegen een verkenning van een mogelijke EU-jeugdtest.
In Nederland worden de eerste ervaringen opgedaan met de generatietoets en een kinderrechtentoets.
• Nederland pleit ervoor dat de Raadsconclusies rekening houden met diversiteit in bevoegdheden
binnen lidstaten en het subsidiariteitsbeginsel.
Indicatie krachtenveld Raad
Naar verwachting kunnen alle lidstaten akkoord gaan met de tekst.
Raadsconclusie over inclusieve samenlevingen voor jeugdigen
Inhoud
In de Raadsconclusie over inclusieve samenlevingen voor jeugdigen vraagt de Raad aandacht
voor feit dat de positie van jongeren in de samenleving als gevolg van maatschappelijke
ontwikkelingen, de klimaatcrisis, de nasleep van de coronapandemie en de verschillende
internationale gewapende conflicten, onder druk staat. Voor sommige groepen jeugdigen
is de impact hiervan buitengewoon groot. De Raad benadrukt daarom de noodzaak om maatregelen
te nemen om de gelijkwaardigheid van, de steun voor en de inclusie van jongeren in
de samenleving te bevorderen en om de inbreng van jongeren zelf bij de ontwikkeling
van die maatregelen te betrekken.
In dat kader roept de Raad de lidstaten onder andere op om de belemmeringen waarvoor
jeugdigen zich gesteld zien inzichtelijk te maken en weg te nemen, om de bestaanszekerheid
te waarborgen, de toegang tot kindvriendelijke informatie en publieke voorzieningen
te verzekeren. Lidstaten en de Europese Commissie worden gevraagd in een gezamenlijke
inspanning – ieder op zijn eigen terrein – een inclusief jongerenperspectief te ontwikkelen
en om met het veld de dialoog aan te gaan over verbetering van kansengelijkheid voor
en inclusie van jongeren, alsmede over hun mentale welzijn. De Europese Commissie
wordt aangemoedigd om bestaande initiatieven en programma’s ter bevorderingen van
inclusie en diversiteitsbewustzijn voort te zetten en nieuwe programma’s daartoe te
ondersteunen. Inspraak van jongeren zelf via de EU-Jongerendialoog acht de Raad daarbij
onontbeerlijk. Bij dit alles ziet de Raad ook een rol weggelegd voor maatschappelijke
(jongeren)organisaties.
Achtergrond
Het creëren van een inclusieve samenleving voor jongeren vloeit voort uit het Handvest
van Grondrechten van de Europese Unie. De afgelopen decennia zijn verschillende aanbevelingen
gedaan door de Raad op de verschillende facetten van inclusie. Daarnaast zijn vanuit
de Europese Commissie programma’s ontwikkeld en mededelingen gedaan om de inclusie
en betrokkenheid van jongeren in Europa te bevorderen. Ook is dit thema een afzonderlijk
doel in de EU-Jeugdstrategie (2019–2027). Deze strategie benoemt een groot aantal
maatregelen die bevorderen dat alle jongeren, ongeacht waar ze wonen of wat hun achtergrond
is, deel kunnen nemen aan de samenleving. De onderhavige raadsconclusie is een reactie
op actuele maatschappelijke en internationale ontwikkelingen die maken dat de deelname
van jongeren aan de samenleving onder druk staat en bevat nadere aanbevelingen om
inclusie van jongeren te bevorderen.
Inzet Nederland
• Nederland onderstreept het belang van bijvoorbeeld de EU-Jongerendialoog als link
tussen nationale en Europese betrokkenheid van jongeren.
• Nederland erkent het belang van inclusie en jongerenparticipatie, en daarmee ook het
belang om hen bij besluitvormingsprocessen te betrekken. Dit blijkt bijvoorbeeld uit
– al eerder genoemde – nationale initiatieven zoals de wijziging van artikel 1 van
de Grondwet waarmee handicap en seksuele gerichtheid toegevoegd zijn als discriminatiegronden
en praktische voorbeelden als het jaarlijkse terugkerende Nationaal Jeugddebat.
• In Nederland worden initiatieven gericht op het vergroten van de jongerenparticipatie
op alle niveaus georganiseerd. De inbreng van de Nationale Jeugdraad en diverse maatschappelijke
en politieke jongerenorganisaties is zeer waardevol. Samen met de Nationale Jeugdraad
wordt bijvoorbeeld ook gewerkt aan een nationale jeugdstrategie.
• Nederland zet in op een inclusieve samenleving waarbij jongeren worden betrokken en
kunnen participeren in democratische processen.
• Het (vrijwillig) kinder- en jongerenwerk is voor Nederland een belangrijke structuur
om de ontwikkeling van jeugdigen te faciliteren en te stimuleren op een inclusieve
manier, met aandacht voor de meest kwetsbare groepen in de (lokale) samenleving. Vanuit
daar is de inzet om jeugdigen met een (hulp)vraag extra te begeleiden of ondersteunen
in hun pad naar volwassenheid. Vanuit Nederland vinden wij het van belang dat jeugdwelzijnswerk
hier de kwaliteit en competenties voor heeft en ontwikkelt.
• Nederland erkent het belang van diversiteitsensitief jeugdbeleid en zet zich blijvend
in om het bewustzijn en bewustwording hieromtrent te benadrukken.
• Voor Nederland is het belangrijk dat de meest kwetsbare groep(en) jongeren worden
bereikt met (lokaal) jeugdbeleid. Programma’s zoals de Aanpak Mentale Gezondheid,
Preventie met Gezag en School en Omgeving richten zich expliciet op of hebben in het
bijzonder aandacht voor kwetsbare groepen jongeren.
• Nederland pleit ervoor dat de Raadsconclusies rekening houden met diversiteit in bevoegdheden
binnen lidstaten en het subsidiariteitsbeginsel.
Indicatie krachtenveld Raad
Naar verwachting kunnen alle lidstaten akkoord gaan met de tekst.
Raadsconclusies over de Europese en internationale beleidsagenda met betrekking tot
kinderen, jongeren en kinderrechten
Inhoud
In de Raadsconclusie over de Europese en internationale beleidsagenda met betrekking
tot kinderen, jongeren en kinderrechten opent de Raad met de vaststelling dat zowel
in Europa als in andere delen van de wereld steeds meer erkenning en bescherming van
kinderrechten is. Tegelijkertijd tekent de Raad aan dat kinderen en jongeren te maken
hebben met zorgelijke ontwikkelingen en bedreigingen zoals klimaatverandering, de
keerzijde van het digitale tijdperk en internationale conflicten. Als dragers van
rechten en vanwege hun belangrijk rol in de samenleving, nu en in de toekomst, is
het van belang dat de bescherming van kinderrechten een centrale plaats inneemt in
de Europese en (inter)nationale beleidsvorming.
Met inachtneming van het gegeven dat de mogelijkheden voor kinderen grotendeels afhangen
van de steun en bescherming die zij in hun jeugd hebben genoten en het gegeven dat
een vloeiende overgang naar volwassenheid mede wordt mogelijk gemaakt door het gevoerde
beleid, worden de lidstaten verzocht te kijken naar mogelijkheden een nationale strategie
te ontwikkelen om kinderrechten en jongerenperspectief in het beleid te borgen. In
het bijzonder vraagt de Raad de lidstaten om zich in te spannen om alle vormen van
geweld tegen kinderen uit te bannen. Specifiek aan de Europese Commissie vraagt de
Raad om in te zetten op een gezamenlijk uitvoering van de EU-Jeugdstrategie (2019–2027)
en EU-Kinderrechtenstrategie en om door te gaan met Europese programma’s die tegemoetkomen
aan de behoeften en noden van kinderen en jongeren. De lidstaten en de Europese Commissie
tezamen worden aangemoedigd om te voorzien in mogelijkheden om kinderen en jongeren
betekenisvol te laten participeren in de samenleving en het gevoerde jeugdbeleid te
blijven evalueren.
Achtergrond
De rechten van het kinderen zijn internationaal gewaarborgd in het VN-Kinderrechtenverdrag
(IVRK). Hoewel er geen Europees kinderrechtenverdrag is, is de bescherming van kinderen
en hun rechten wel gewaarborgd in verschillende Europese instrumenten, zoals het Handvest
voor de Grondrechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag voor de Rechten
van de Mens. Voor de verschillende Europese instituties is de versterking en bescherming
van kinderrechten bovendien een belangrijk aandachtspunt. In dat kader is door de
Raad van Europa onder andere een EU-Jeugd- en Kinderrechtenstrategie aangenomen. De
onderhavige Raadsconclusie is een aanvulling op het reeds bestaande instrument en
de aanbevelingen. Ook hier geldt dat deze aanbevelingen niet bindend zijn.
Inzet Nederland
• Nederland staat positief tegenover op rechten gebaseerd beleid voor zowel jongeren
als kinderen. Hierbij is het van belang dat lidstaten voldoende ruimte hebben om eigen
invulling te geven aan dit beleid op nationaal niveau.
• Nederland acht het van groot belang om de rechten van jongeren te beschermen en te
bevorderen en om jongeren te betrekken bij besluitvorming. Dit is ingebed in regulier
beleid van departementen en gemeenten.
• Ook acht Nederland het belangrijk om ideeën en voorstellen die raken aan een op rechten
gebaseerde benadering van beleid voor jongeren te verbinden aan onder meer de EU-Jeugdstrategie
2019–2027 en de eerder uitgebrachte Strategie voor de Rechten van het Kind. Ook hierbij
is het van belang dat lidstaten voldoende ruimte hebben om een eigen invulling te
geven aan hoe zij dit vormgeven.
• Nederland werkt aan een nationale jeugdstrategie en is eerste stappen aan het verkennen
voor een kinderrechtentoets.
• Nederland vraagt actief aandacht voor kinderrechten onder meer via de jaarlijkse kinderrechtencyclus.
Tijdens deze jaarlijkse bijeenkomsten komen kinderen en jongeren, beleidsmedewerkers,
kinderrechtenorganisaties en afgevaardigden van de Kinderombudsman bijeen. Dit zorgt
ervoor dat partijen elkaar weten te vinden, een beter begrip krijgen voor ieders rol
en elkaar scherp houden op de ontwikkelingen binnen de verschillende thema’s van kinderrechten.
• Verder verwelkomt Nederland ook het benoemen van aandacht voor zowel de offline als
online wereld. Nederland hecht belang aan de bescherming van kinderrechten in de digitale
omgeving. Om de kinderrechten online te bevorderen is bijvoorbeeld een CRIA (Children’s
Rights Impact Assessment) uitgebracht voor bedrijven die online tools maken om te
zien of dit ook effecten kan hebben op kinderen.
Indicatie krachtenveld Raad
Naar verwachting kunnen alle lidstaten akkoord gaan met de tekst. Eén lidstaat komt
nog met een aanvullende verklaring betreffende genderidentiteit.
Raadsresolutie over jongerenwerk in het hedendaags Europa
Inhoud
In de Raadsconclusie over jongerenwerk in het hedendaags Europa staat de Raad stil
bij de meerwaarde van jongerenwerk voor de jeugd. Niet alleen draagt jongerenwerk
eraan bij dat jeugdigen hun rol in het bouwen aan een rechtvaardige, open en veilige
samenleving kunnen innemen; ook is jongerenwerk een belangrijk middel om jongeren
bij elkaar te brengen. Juist in een tijd waarin barrières om deel te nemen aan jongerenwerk
toenemen als gevolg van maatschappelijke spanningen en veranderingen in de leefomstandigheden
van mensen, wil de Raad het belang van jongerenwerk en competente jongerenwerkers
door middel van een raadsresolutie onder de aandacht brengen.
In dat kader worden lidstaten en Europese Commissie in een gezamenlijke inspanning
onder andere gevraagd om te voorzien in jeugdvriendelijke informatie over en laagdrempelige
toegang tot jongerenwerk. Ook worden de lidstaten aangemoedigd te werken aan een duidelijke
visie op jongerenwerk en om de ontwikkeling, uitvoering en zichtbaarheid van jongerenwerk
te ondersteunen. De Raad vraagt tevens om erkenning van het belangrijke werk dat jongerenwerkers
(vrijwillig) verrichten en om training en opleiding van jongerenwerkers te stimuleren.
De lidstaten afzonderlijk worden aangemoedigd om het jongerenwerk zo gunstig mogelijk
te faciliteren. In dat verband noemt de Raad als voorbeeld het verminderen van de
administratieve lasten en het voorzien in financiële middelen en faciliteiten om jongerenwerk
te kunnen verrichten. Ook wordt benadrukt dat jongerenwerkers onafhankelijk hun werk
kunnen doen en wordt de samenwerking tussen jongerenwerkers en andere sectoren om
meer aandacht te genereren voor de toevoeging die jongerenwerk in het leven van kinderen
en jongeren kan hebben van harte aanbevolen.
De Raad roept verder de Europese Commissie op om meer aandacht te besteden aan de
ontwikkeling van beleid dat gericht is op jongerenwerk en om de lidstaten daarin te
betrekken. Ook moedigt de Raad de Europese Commissie aan om tussen de verschillende
Europese programma’s en de groene en digitale transitie de verbinding met jongerenwerk
te leggen en om de lidstaten te stimuleren onderling de samenwerking rondom jongerenwerk
aan te gaan. Verder vraagt de Raad om de continuïteit in het deel van «best practices»
rondom jongerenwerk te waarborgen, om financiële steun te verlenen aan de realisatie
van projecten van jongerenwerk en de samenwerking tussen de Raad en de Europese Commissie
op het thema jongerenwerk te verstevigen.
Verder moedigt de Raad jongerenwerkers zelf aan om de maatschappelijke betrokkenheid
van jongeren te stimuleren en om datgene te doen wat nodig is om kwalitatief goed
jongerenwerk voor alle kinderen en jongeren mogelijk te maken. Ten slotte roept de
Raad alle partijen die betrokken zijn rondom dit thema op om met elkaar op dit punt
samen te werken.
Achtergrond
In de EU-Jeugdstrategie (2019–2027) wordt erkend dat jongerenwerk een belangrijke
rol speelt bij het versterken van de participatie maken van jongeren. Die erkenning
is aangevuld met de Europese Agenda voor Jongerenwerk, dat een strategisch kader biedt
voor de versterking en ontwikkeling van de kwaliteit en de erkenning van jeugdwerk.
Het ondersteunen van de ontwikkeling van kwaliteitsjongerenwerk, met name op lokaal
niveau, is een prioriteit van de Europese Unie.
Inzet Nederland
• Nederland is voorstander van het delen van goede praktijken en informatie op alle
niveaus: lokaal, regionaal, landelijk en Europees. Daarmee staan we ook positief tegenover
de suggesties m.b.t. versterken van de synergie en het verder ontwikkelen van het
jongerenwerk middels een Europese jongerenwerk agenda.
• Nederland heeft er op aangedrongen dat de resolutie rekening houdt met het grote verschil
in jongerenwerk in de lidstaten. Zo wordt in Nederland jongerenwerk vooral preventief
ingezet, waarbij het doel is om problemen te voorkomen of het verergeren van problemen
tegen te gaan.
• Ook is gehoor gegeven aan de wens om jongeren en jongerenwerkers nauw bij de Europese
jongerenwerk agenda te betrekken.
• Het kinder- en jongerenwerk in Nederland is allereerst een gemeentelijke aangelegenheid:
gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inkoop en uitvoering van jongerenwerk in hun
gemeente. Zij formuleren daarin ook de (lokale) opdracht voor dit jeugdwelzijnswerk.
De insteek kan dus per gemeente verschillen, afhankelijk van de problematiek of thema’s
die daar spelen.
• Vanuit Nederland wordt het jongerenwerk gezien als een voorziening in de pedagogische
infrastructuur van een wijk of buurt. Hierbij richten jongerenwerkers zich op de vrijetijdsbesteding,
talentontwikkeling en begeleiding van jongeren tussen de 10 tot 23 jaar, met speciale
aandacht voor jongeren die steun nodig hebben bij het volwassen worden. Het is voor
Nederland belangrijk dat de meeste kwetsbare jongeren kunnen worden bereikt met en
door het jongerenwerk.
• Het is voor Nederland belangrijk dat het jongerenwerk van goede kwaliteit is en participatie
van jongeren aan een (inclusieve) samenleving stimuleert en faciliteert. Daarbij is
het voor Nederland ook van belang dat jongeren in de online omgeving kunnen worden
ondersteund door «online jongerenwerk».
• Nederland staat positief tegenover het vergroten van de erkenning en waardering van
de maatschappelijk impact van jongerenwerk. Derhalve wordt ook ingezet op onderbouwing
door onderzoek en het faciliteren van handreikingen en symposia.
• Het is wenselijk om goede praktijken met aanpalende domeinen te delen, zoals (jeugd)zorg,
onderwijs en veiligheid, en te zoeken naar synergie en samenwerking.
• Nederland kan instemmen met de voorgestelde Raadsresolutie, mede omdat deze adviserend
van aard is en de subsidiariteit en proportionaliteit in acht neemt.
Indicatie krachtenveld Raad
Naar verwachting kunnen alle lidstaten akkoord gaan met de tekst.
Beleidsdebat over EU jongerenconferentie
Inhoud
Het Belgisch voorzitterschap heeft een gedachtewisseling voor ogen over de follow-up
van de opbrengsten van de EU-Jongerenconferentie die van 2 tot en met 5 maart jl.
plaatsvond in Gent. Deze conferentie vond plaats in het kader van de tiende cyclus
van de EU-Jeugddialoog.
Tijdens deze conferentie is gesproken over onderwerpen die raken aan het overkoepelende
thema van inclusieve samenlevingen zoals barrières, de rol van informatie, gezondheid
en geestelijk welzijn, formele en informele leeromgevingen en discriminatie.
De uitkomsten van de discussies over deze onderwerpen kunnen worden gebruikt als handvatten
in beleidsvorming door de Europese Unie en de lidstaten. Er zijn aanbevelingen gedaan
die uiteenlopen van aandacht voor de financiële situatie van jongeren, toegang van
jongeren tot (mentale) gezondheidszorg, investeren in onderwijs en jeugdwerk met specifieke
aandacht voor kansarme jongeren, versterken van media- en informatiegeletterdheid
/ wijsheid van jongeren, en het samen met jongeren ontwikkelen van beleid dat discriminatie
moet tegengaan. Ook is nagedacht over maatregelen om deze te implementeren. (Allen
als bijlage opgenomen in de raadsconclusies over inclusieve samenlevingen.)
Het voorzitterschap vraagt via het beleidsdebat om aandacht voor de terugkoppeling
van de uitkomsten van de EU-Jongerendialoog. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van
de volgende vragen:
1. Hoe kan de monitoring en terugkoppeling ten aanzien van de opbrengsten van de EU Jeugddialoog
op politiek niveau worden verbeterd, opdat meer tegemoet wordt gekomen aan de behoeften
en verwachtingen van jeugdigen richting de EU Jeugddialoog.
2. Welke van de voorgestelde maatregelen kunnen in de eigen lidstaat worden geïmplementeerd,
teneinde te komen tot een inclusieve samenleving voor jongeren?
Inzet Nederland
• Nederland zal tijdens het beleidsdebat aangeven het belang van de EU-Jongerendialoog
te onderkennen en zal daarnaast ook de ideeën omtrent de nationale jeugdstrategie
benoemen.
• Tijdens elk triovoorzitterschap van de EU worden thema en accenten voor de EU-Jongerendialoog
– in lijn met de EU-Jeugdstrategie – bepaald. De onderwerpen worden nader uitgewerkt
in de nationale werkgroepen en tijdens de halfjaarlijkse EU-Jongerenconferenties.
Nederland neemt hieraan deel en onderstreept het belang van het meenemen van de uitkomsten
in de raadsconclusies.
• De uitkomsten van de EU-Jongerendialoog worden op nationaal niveau gedeeld met bijvoorbeeld
de departementen en jongerenorganisaties.
• Nederland vindt het belangrijk dat de lidstaten vrije keuze behouden bij de implementatie
van deze uitkomsten in lijn met de nationale situatie of behoeften en is geen voorstander
van een verplicht monitoringssysteem vanuit de EU, mede i.v.m. de subsidiariteit en
proportionaliteit.
Nederland zal in het debat ook aandacht vragen voor de haalbaarheid van de implementatie.
Hiervoor is het ook noodzakelijk om te kijken naar de hoeveelheid, tijdspad en complexiteit
van de voorstellen. De voorkeur gaat uit naar het kunnen maken van een keuze uit de
onderwerpen, een langere tijdspanne en ruimte voor nationale of lokale overheden om
samen met jongeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport