Brief regering : Geannoteerde agenda Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) 7 mei 2024
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 747
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 april 2024
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda voor de formele raad werkgelegenheid en sociaal
beleid (WSBVC) op 7 mei 2024 in Brussel aan. De Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap is voornemens deel te nemen aan deze raad.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
GEANNOTEERDE AGENDA FORMELE RAAD WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID (WSBVC) 7 mei 2024
Informatie over de Formele Raad WSBVC, onderdeel Gelijkheid, van 7 mei 2024
In het nu volgende informeer ik u over de Formele Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid
en Sociaal Beleid, 7 mei 2024, waaraan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
voornemens is deel te nemen. De Formele Raad vindt plaats in Brussel.
Agendapunt: Algemene oriëntatie EU Richtlijnvoorstel Gelijke Behandeling buiten de
arbeid
Doel Raadsbehandeling
Bereiken van een algemene oriëntatie.
Inhoud/achtergrond/tijdpad onderhandelingen
In 2008 heeft de Europese Commissie een voorstel gepubliceerd voor een richtlijn inzake
gelijke behandeling buiten de arbeid, ongeacht godsdienst of levensovertuiging, handicap,
leeftijd of seksuele gerichtheid. Het voorstel, dat gebaseerd is op artikel 19 van
het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU), schept een kader voor
het verbod van discriminatie op deze gronden.
Het richtlijnvoorstel stamt uit 2008 en ligt, ondanks meerdere pogingen om tot een
akkoord te komen, vanwege de vereiste unanimiteit in de Raad vast door de blokkade
van enkele lidstaten. Het voorzitterschap agendeert het richtlijnvoorstel omdat het
krachtenveld zich nu wel richting de vereiste unanimiteit lijkt te bewegen.
Inzet Nederland
Zoals destijds aangegeven in het BNC-fiche en de voortgangsrapportages in de Geannoteerde
Agenda sindsdien staat het kabinet positief ten aanzien van de totstandkoming van
een richtlijnvoorstel op dit gebied.1 Het kabinet hecht grote waarde aan de bescherming van fundamentele rechten, waaronder
het recht op gelijke behandeling.
Nederland heeft naar aanleiding van het oorspronkelijke richtlijnvoorstel ingezet
op verbetering van de rechtszekerheid van het voorstel door onduidelijkheden ten aanzien
van reikwijdte en terminologie weg te nemen. Uitgangspunt daarbij was het voorkomen
van disproportionele financiële, praktische, juridische gevolgen. Een aantal lidstaten
deelde deze zorgen van Nederland destijds. Na bespreking in de Raadswerkgroep zijn
deze zorgen weggenomen in de compromisteksten die zijn gepubliceerd door de diverse
EU-Voorzitterschappen.
Nederland heeft vrijwel alle onderwerpen in de richtlijn al door middel van nationale
wetgeving geregeld. Sinds Nederland in 2016 het VN-verdrag handicap heeft geratificeerd
en tegelijk de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte
(Wgbh/cz) heeft uitgebreid, worden voor Nederland geen verstrekkende gevolgen meer
verwacht indien er een akkoord zou worden bereikt over de richtlijn in de huidige
vorm.
Tegelijkertijd gaat er een belangrijke signaalwerking uit van aanname van deze richtlijn.
De richtlijn helpt om discriminatie op godsdienst of levensovertuiging, handicap,
leeftijd of seksuele gerichtheid tegen te gaan. Het kabinet is dan ook overtuigd van
de toegevoegde waarde van deze richtlijn en zal deze steunen.
Indicatie krachtenveld Raad
Een aantal lidstaten heeft nog steeds geen formele positie ingenomen, maar een substantiële
groep lidstaten, waaronder Nederland, heeft aangegeven in te kunnen stemmen met tekst
van het richtlijnvoorstel zoals ten laatste gepubliceerd door het Belgische EU-Voorzitterschap.2 Onduidelijk is of het doel van het Voorzitterschap om de vereiste unanimiteit te
behalen haalbaar is, gezien het voorlopig stilzwijgen van enkele lidstaten. Het Voorzitterschap
beoogt met het agenderen van het richtlijnvoorstel transparantie over de posities
van de EU-lidstaten te bereiken en daarmee tot een akkoord te komen.
De bedenkingen van enkele lidstaten spelen hoofdzakelijk bij de discriminatiegronden
leeftijd en handicap. Om deze zorgen te adresseren, heeft het Belgisch Voorzitterschap
enkele tekstvoorstellen gedaan. Voor wat betreft de discriminatiegrond leeftijd is
in de laatst gepubliceerde compromistekst opgenomen dat leeftijdsonderscheid is toegestaan
indien het objectief gerechtvaardigd is door een legitiem doel en de middelen voor
het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn. Daaraan is nog toegevoegd
dat dit toegang kan omvatten tot specifieke sociale en gezondheidszorgdiensten of
voordelen voor personen die tot specifieke leeftijdsgroepen behoren. Tevens biedt
de compromistekst de lidstaten een ruime vrijheid voor het inrichten van hun sociale
zekerheidsstelsels, waarbij de mogelijkheid om leeftijdsgrenzen te stellen aan de
toegang tot bepaalde regelingen expliciet is opgenomen. Verder biedt de compromistekst
op het punt van financiële dienstverlening ruimte voor risicobeoordeling in verband
met leeftijd en gezondheid van personen. Op het gebied van de discriminatiegrond handicap
heeft het Voorzitterschap duidelijk gemaakt dat deze richtlijn lidstaten geen aanvullende
verplichtingen bovenop de bestaande verplichtingen uit het VN-verdrag handicap oplegt.
Het kabinet verwelkomt deze toevoegingen en verduidelijkingen in het richtlijnvoorstel
en hoopt dat deze voldoende zijn om de nog twijfelende lidstaten over de streep te
trekken.
Na het bereiken van een algemene oriëntatie wordt het richtlijnvoorstel ter instemming
aan het Europees Parlement voorgelegd.
Agendapunt: gedachtewisseling wijziging van de naam van de Raad Werkgelegenheid, Sociaal
Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (WSBVC)
Op de agenda staat een gedachtewisseling over het aanpassen van de naam van de Raad
Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (WSBVC). Het
Belgisch EU-Voorzitterschap heeft tijdens de Informele Raad over gendergelijkheid
van 26 en 27 februari jl. reeds aangekondigd de naamswijziging van de Raad op 7 mei
te willen bespreken en bevestigt dit ook in het officiële verslag van de afgelopen
informele Raad.3
Het Belgische EU voorzitterschap wil meer zichtbaarheid voor gelijkheidsbeleid. Het
stelt daarom voor om «Gelijkheid» toe te voegen aan de naam van Raadsformatie WSBVC.
Het stelt tevens voor om «Consumentenzaken» uit de naam te schrappen, omdat laatstgenoemde
reeds belegd is in een voorbereidend orgaan van de Raad Concurrentievermogen. In het
voorstel zal de Engelse terminologie gebruikt worden en verandert Employment, Social
Policy, Health and Consumer Affairs (EPSCO) in Employment, Social Policy, Health and
Equality (EPSE). De voorgestelde naam wordt in het Nederlands daarmee de Raad Werkgelegenheid,
Sociaal Beleid, Volksgezondheid, en Gelijkheid (WSBVG).
Het veranderen van de naam creëert geen nieuwe Raadsformatie en heeft daardoor minimale
tot geen budgettaire implicaties. Na de gedachtewisseling in de Raad van 7 mei kan
het Voorzitterschap een gekwalificeerde meerderheidsstemming4 aanvragen om de naam daadwerkelijk aan te passen. Vervolgens zal ook de Europese
Raad via een versterkte gekwalificeerde meerderheid5 moeten instemmen.
Het kabinet staat positief tegenover het vergroten van aandacht voor het thema gelijkheid
binnen Unie en specifiek binnen de Raad. Derhalve steunt het kabinet het voorstel
van het Voorzitterschap om de naam van de Raad WSBVC te wijzigen in de Raad WSBVG.
Dit sluit aan bij het kabinetsbeleid dat inzet op gelijke rechten voor iedereen en
het waarborgen van deze rechten in internationaal verband.6 Het kabinet staat pal voor de bescherming en de bevordering van de Europese waarden
die in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (EU) zijn opgenomen.
Meer systematische aandacht voor het thema gelijkheid biedt onder andere de mogelijkheid
om beter te monitoren hoe het gaat met het bevorderen van gelijkheid in de EU.
Zoals genoemd in de Kamerbrief van 20 maart jl. hebben tijdens de afgelopen informele
WSBVC Raad van 27 februari jl. een groot aantal lidstaten steun uitgesproken voor
meer zichtbaarheid van gelijkheidsbeleid in de Raad.7
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.