Brief regering : Interinstitutionele conferentie en verklaring van Terhulpen
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 746
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 april 2024
Graag informeer ik u over mijn deelname aan de interinstitutionele conferentie in
                  Terhulpen op 15 en 16 april aanstaande en beoogde ondertekening van een verklaring,
                  zoals reeds aangekondigd in de Geannoteerde Agenda voor de Informele Raad Werkgelegenheid
                  en Sociaal Beleid (WSB) van 10–12 januari jl.1
Onder het huidige Belgische EU-Voorzitterschap worden voorbereidende stappen genomen
                  in de Raad van de Europese Unie en de Europese Raad van Regeringsleiders, gericht
                  op de EU samenwerking in de komende jaren, in verband met het aantreden van een nieuw
                  Europees Parlement en nieuwe Europese Commissie. Het Voorzitterschap beoogt hier binnen
                  het domein van de Raad WSB aan bij te dragen middels aanname van de verklaring van
                  La Hulpe, vernoemd naar het Waalse plaatsje Terhulpen/La Hulpe. Het betreft een niet-bindende
                  verklaring die op 15 en 16 april naar verwachting ondertekend wordt door het Belgische
                  Voorzitterschap namens de Raad, de Europese Commissie, het Europees Parlement, de
                  Europese sociale partners en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld.
                  Met deze verklaring beoogt het Voorzitterschap op het sociaal- en werkgelegenheidsdomein
                  een bijdrage te leveren aan de Strategische Agenda van de Europese Raad voor Regeringsleiders,
                  die naar verwachting in juni 2024 wordt vastgesteld.
               
De tekst van de verklaring is door het Voorzitterschap op 6 april gedeeld op het Delegates Portal, waartoe leden van uw Kamer toegang hebben2. De Verklaring benoemt dat de Europese pijler voor sociale rechten – op 17 november
                     2017 vastgesteld door de Europese staatshoofden en regeringsleiders, de Europese Commissie
                     en het Europees Parlement – functioneert als het kompas bij het adresseren van gemeenschappelijke
                     werkgelegenheids-, vaardigheden- en sociale uitdagingen, en het bevorderen van opwaartse
                     convergentie van woon- en werkomstandigheden tussen de lidstaten. Vervolgens noemt
                     de verklaring een reeks thema’s en onderwerpen waar de komende legislatuur van de
                     EU aandacht aan kan besteden, onder andere in het licht van de groene en digitale
                     transitie, demografische ontwikkelingen, arbeidsmarkttekorten, het concurrentievermogen
                     van de Unie en geopolitieke spanningen.
                  
De Nederlandse prioriteiten voor de volgende legislatuur op sociaal- en werkgelegenheidsterrein
                     heb ik eerder gedeeld met uw Kamer3. Deze prioriteiten worden goed gereflecteerd in de verklaring van La Hulpe. Deze
                     prioriteiten heeft Nederland in de afgelopen periode actief ingebracht mede met het
                     oog op de totstandkoming van de verklaring, en ik heb daar de afgelopen periode zelf
                     ook op verschillende momenten politiek aandacht voor gevraagd.
                  
Ten aanzien van arbeidsmigratie en grensoverschrijdende handhaving noemt de verklaring
                  het belang van eerlijke arbeidsmobiliteit en goede woon- en werkomstandigheden. De
                  verklaring biedt ruimte voor nieuwe initiatieven om fraude en uitbuiting tegen te
                  gaan, inclusief via de evaluatie van het mandaat van de Europese Arbeidsautoriteit
                  (ELA)4. Op het gebied van gezond en veilig werken noemt de verklaring dat het stellen van
                  minimumstandaarden voor het werken met gevaarlijke stoffen versneld moet worden. Op
                  het gebied van mentale gezondheid noemt de verklaring dat verder voortgebouwd kan
                  worden op de huidige mentale gezondheidsstrategie van de Commissie5. Ten aanzien van de modernisering van het arbeidsrecht treft de verklaring een goede
                  balans tussen het belang van kansen voor innovatie en productiviteit, en het belang
                  van goede arbeidsomstandigheden in het kader van nieuwe vormen van werk. Voor de modernisering
                  van de sociale zekerheidscoördinatie roept de verklaring expliciet op tot het toekomstbestendig
                  maken van de regels. In de verklaring wordt aandacht besteed aan het belang van leven
                  lang ontwikkelen en het vasthouden van het momentum dat met het Europese Jaar van
                  Vaardigheden is gecreëerd. De verklaring noemt daarnaast een aantal andere thema’s
                  en onderwerpen die volgen uit de twintig principes van de Pijler, zoals gelijke kansen,
                  fatsoenlijke arbeidsomstandigheden, en sociale bescherming en inclusie.
               
De verklaring benadrukt expliciet dat bij de verdere implementatie van de Europese
                  pijler voor sociale rechten op het niveau van de Unie en de lidstaten de respectievelijke
                  bevoegdheden en de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht moeten
                  worden genomen. Ook dient rekening gehouden te worden met de verschillende sociaaleconomische
                  contexten in de lidstaten, de diversiteit van de nationale systemen en de rol en autonomie
                  van sociale partners. Daarnaast wordt aandacht gevraagd voor adequate implementatie,
                  monitoring en handhaving van reeds overeengekomen initiatieven. Ook de inachtneming
                  van deze noties vind ik positief.
               
Gelet op de inhoud van de verklaring zoals hierboven uiteengezet, ben ik voornemens
                  in te stemmen met de huidige tekst. De verklaring wordt op woensdag 10 april aanstaande
                  ter aanname per consensus voorgelegd in het Coreper-I overleg. Naar verwachting kan
                  de verklaring rekenen op brede steun onder de lidstaten.
               
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
                  C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid