Brief regering : Tiende Voortgangsrapportage Programma Hoogfrequent Spoorvervoer over de tweede helft van 2023
32 404 Programma hoogfrequent spoorvervoer
Nr. 121
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 april 2024
Hierbij bied ik u de voortgangsrapportage Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS)
over de tweede helft van 2023 aan. Ook bied ik u het bijbehorende accountantsrapport
aan. Dit is de tiende voortgangsrapportage (VGR10) gebaseerd op de basisrapportage
die op 26 april 2019 aan uw Kamer is aangeboden1.
PHS heeft tot doel op zeven corridors te komen tot hoogfrequent spoorvervoer voor
reizigers en extra ruimte voor goederenvervoer. De extra capaciteit die de komende
jaren stap voor stap beschikbaar komt, is van groot belang om de reizigers en het
goederenvervoer ook in de toekomst te kunnen accommoderen. PHS legt de basis voor
de ontsluiting van de 17 woningbouwgebieden en maakt de doorontwikkeling naar het
Toekomstbeeld OV mogelijk.
Relevante ontwikkelingen
Het programma is in realisatie. In deze verslagperiode zijn de volgende stappen gezet:
• De Raad van State heeft op 1 november uitspraak gedaan over het Tracébesluit van PHS
Amsterdam Centraal en PHS Nijmegen en westentree. Hiermee zijn deze onherroepelijk
verklaard.
• Ook is het contract gegund voor de verbouwingen aan Amsterdam Centraal.
• Op 1 december is het Tracébesluit van PHS Alkmaar–Amsterdam gepubliceerd.
• Het project Sloe is deze verslagperiode in dienst gesteld. Hierdoor is het mogelijk
om meer geëlektrificeerd goederenvervoer te faciliteren.
Ook is buiten de verslagperiode, begin 2024, het project Meteren-Boxtel definitief
onherroepelijk geworden.
Een belangrijke stap om het brede doel van PHS te verwezenlijken – het hoogfrequent
meer vervoeren van reizigers op de drukste corridors – is gezet door eind 2023 de
HRN-concessie 2025–2033 aan NS te gunnen. Hierin zijn de frequentieverhogingen opgenomen
en deze zullen bij voldoende reizigersvraag en oplevering van de benodigde infrastructuur
ook in de dienstregeling worden opgenomen. Via volgende voortgangsrapportages wordt
uw Kamer geïnformeerd over de gerealiseerde reizigersgroei en de verwachte planning
van de frequentieverhoging per corridor. Specifiek voor de corridor Den Haag–Rotterdam
is de invoering van de 5e en 6e Sprinter een belangrijke mijlpaal. Eind dit jaar is de benodigde PHS-infrastructuur
hiervoor gereed en de frequentieverhoging is door de NS in de dienstregeling 2025
opgenomen.
Naast het reizigersvervoer is het voltooien van PHS ook van belang voor het intensiveren
van goederenvervoer. In november afgelopen jaar heb ik, samen met de wethouder van
Vught en gedeputeerde van Noord-Brabant, het startsein gegeven voor de werkzaamheden
in 2031 tussen Den Bosch en Vught. Aan het eind van deze werkzaamheden zal het station
en spoor rond Vught verdiept liggen en zal de Zuidwestboog bij Meteren zorgen dat
passagiers- en goederentreinen meer gescheiden kunnen rijden.
Ik heb de Kamer eerder toegezegd terug te komen op het gebruik van kwartshoudende
ballast en de Kamer in deze VGR hierover te informeren. De Kamer is via mijn brief
van 1 maart verder over dit onderwerp geïnformeerd2. Ik verwacht in Q2 2024 informatie te ontvangen van ProRail met meer inzicht in de
financiële gevolgen van het toepassen van kwartsloze ballast. Vanzelfsprekend zal
ik uw Kamer informeren nadat ik de informatie van ProRail heb ontvangen.
Verder meldde ik in mijn brief bij de vorige voortgangsrapportage dat er een oplossing
gezocht moest worden voor het garanderen van beveiligd vertrek van de Eurostar op
Amsterdam Centraal. Dit is op de middellange termijn geregeld door de Amstelpassage
versneld te verbouwen en aan te wijzen als locatie voor de tijdelijke voorzieningen.
Ik heb de Kamer hierover geïnformeerd in mijn brief van 23 november3.
ERTMS en SAAL
De Kamer ontvangt binnenkort ook de 20e voortgangsrapportage van ERTMS. Hierin zal de Kamer nader geïnformeerd worden over
de stand van zaken van dat programma en de gevolgen voor PHS. ERTMS is noodzakelijk
voor het rijden van meer treinen op de SAAL-corridor (Schiphol–Amsterdam–Almere–Lelystad).
De uitdagingen voor ERTMS kunnen een direct gevolg hebben voor de planning van de
productstappen op de SAAL-corridor. Daarnaast zijn er ook uitdagingen op het gebied
van baanstabiliteit en maakbaarheid van de dienstregeling.
Financiële stand van zaken
De marktspanning kan zorgen voor tegenvallende aanbestedingsresultaten en schaarste.
Dit kan er vervolgens voor zorgen dat de planning onder druk komt te staan. In deze
verslagperiode is het potentieel tekort met € 24,7 mln. gedaald tot € 375 mln. Naast
dit potentieel tekort bestaan er nog exogene risico’s waarvan de gevolgen geschat
worden op circa € 275 mln. Dit bedrag wordt gedeeltelijk gedekt met een risicoreservering
van € 250 mln. in het Mobiliteitsfonds. De daling van het potentieel tekort komt door
een toevoeging van budget gerelateerd aan de excessieve prijsstijgingen. Zonder deze
toevoeging was er een toename van het potentieel tekort door de markt- en prijseffecten.
Eind vorig jaar heb ik het Tracébesluit Alkmaar–Amsterdam vastgesteld waarmee ook
naar regio Noord-Holland hoogfrequent spoorvervoer mogelijk wordt. Gegeven de verwachte
reizigersgroei en het ontsluiten van woningbouwkernen is temporisering van deze corridor
niet aan de orde en zet ik hier het bestaand beleid door. Gelet op het voorgenomen
uitvoeringsbesluit voor Alkmaar–Amsterdam in het voorjaar van 2024 wordt een budgetaanvulling
vanuit de risicoreservering PHS in het Mobiliteitsfonds in 2024 nodig geacht voor
een beheerste uitvoering van het programma. Ik stel dan ook voor om deze budgetaanvulling
te effectueren bij Ontwerpbegroting 2025.
Vernieuwde opzet en auditrapport
Deze tiende voortgangsrapportage is ook een natuurlijk moment om de informatievoorziening
te evalueren. Het is aan de Kamer om na vijf jaar aanpassing van de Groot Project-status
te overwegen, waarbij voor IenW het uitgangspunt is dat deze status onveranderd blijft.
Er is gekozen om een verbetering door te voeren op de leesbaarheid, dubbeling in informatie
te vermijden en informatie die aan relevantie heeft ingeboet, weg te laten. Er is
gepoogd om de meer inhoudelijke informatie tekstueel en in een infographic weer te
geven in de corridorhoofdstukken. Veel tabellen zijn naar de bijlage verplaatst, waarmee
de tekst overzichtelijker is geworden. Specifiek over de budgetreeks en de voorschotten
stel ik voor om niet meer te rapporteren middels de VGR en dit voortaan via de reguliere
begrotingsmomenten te verantwoorden.
De nieuwe opzet van deze voortgangsrapportage is een voorstel, zoals ook aangegeven
in de antwoorden op de feitelijke vragen van de 9e VGR4. Het is aan de Kamer om deze wijzigingen te behouden, terug te draaien of aanvullende
wensen in te brengen voor de volgende voortgangsrapportage.
De Auditdienst Rijk (ADR) heeft een goedkeurende verklaring gegeven voor de uitgaven.
Wel geeft de ADR verschillende aanbevelingen voor de beheersing en kwaliteitsborging
van het programma. IenW gaat met de aanbevelingen aan de slag.
Tot slot
De realisatie van PHS gaat onverminderd door. Vele werkzaamheden zijn al in uitvoering
of afgerond en op drie van de zeven corridors (Amsterdam–Eindhoven, Schiphol–Utrecht–Nijmegen,
Den Haag–Rotterdam) wordt inmiddels hoogfrequent gereden met elke 10 minuten een trein.
Samen met ProRail en NS blijf ik mij inzetten om ook de volgende frequentieverhogingen
eind dit jaar en verder mogelijk te maken.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.