Brief regering : Toezegging uitvoering SRGR beleid en geboortebeperking
33 625 Hulp, handel en investeringen
Nr. 352 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2024
Tijdens de behandeling van de BHOS-begroting op 31 januari jl. vroeg Kamerlid Stoffer
(SGP) aandacht voor berichtgeving in het Reformatorisch Dagblad over mogelijke Nederlandse
steun aan geboortebeperking via seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR)
programma’s in ontwikkelingslanden.1 Het kabinet begrijpt dat deze publicatie tot vragen heeft geleid over de uitvoering
van het Nederlandse SRGR beleid. Naar aanleiding van de berichtgeving zijn de betreffende
programma’s uitvoerig bestudeerd en is uitgebreid contact geweest met de ambassades
waar deze en andere SRGR programma’s worden uitgevoerd. Via deze weg wil ik, zoals
toegezegd aan uw Kamer, duidelijkheid geven over de uitvoering van het beleid op het
gebied van SRGR in relatie tot bevolkingsgroei.2
Nederland zet zich al decennia in voor de gezondheid en rechten van vrouwen en meisjes
en het vergroten van keuzevrijheid. Dat is belangrijk. Als zij toegang hebben tot
de informatie, producten en diensten om zelf beslissingen te nemen over hun lichaam
en hun toekomst heeft dit impact op hun gezondheid, hun mogelijkheid om een opleiding
te volgen en om geld te verdienen. Dan kunnen ze meedoen in de maatschappij en een
belangrijke bijdrage leveren aan de gezondheid, stabiliteit en welvaart in de samenleving.
Geboortebeperking of het verlagen van bevolkingsgroei is geen doelstelling van het
Nederlandse BHOS-beleid en ook niet van de programma’s waarmee het beleid wordt uitgevoerd.
Ook niet in Burundi en Jemen. De SRGR programma’s in deze landen leveren een belangrijke
bijdrage aan toegang tot anticonceptie en zorg rond bevalling en geboorte en redden
daarmee levens.
Burundi is een van de armste landen ter wereld en kampt met hoge moedersterfte en
een hoog aantal tienerzwangerschappen. De Burundese overheid heeft in het nationale
ontwikkelingsplan opgenomen dat zij een doelstelling heeft om het vruchtbaarheidscijfer
in Burundi te verlagen van 5,5 kinderen per vrouw in 2021, naar 3 kinderen per vrouw
in 2030. Hiermee hoopt de regering armoede terug te dringen, moedersterfte tegen te
gaan en economische groei te stimuleren. In het beoordelingsformulier van het SRGR-programma
wordt verwezen naar deze doelstelling. Hierin is echter niet expliciet gemaakt dat
het een doelstelling van de Burundese overheid betrof en niet van de Nederlandse overheid
of het programma zelf. Dit heeft helaas tot onduidelijkheid geleid. Het betreffende
programma in Burundi heeft als doel om tienerzwangerschappen, kindhuwelijken en moedersterfte
in Burundi terug te dringen. Het is belangrijk te benoemen dat Nederland hierbij niet
de Burundese overheid financiert maar verschillende internationale partners waaronder
UNICEF, UNFPA, Care International als ook lokale partners zoals de Burundese jongerenorganisatie
YAGA. Samen werken zij aan het vergroten van kennis over gezinsplanning, toegang tot
anticonceptie en veilige bevallingen.
In Jemen woedt sinds 2014 een gewapend conflict. Meer dan de helft van de gezondheidszorgfaciliteiten
in het land is niet volledig functioneel. Het gebrek aan toegang tot adequate gezondheidszorg
treft vrouwen en kinderen onevenredig zwaar. Nederland is een van de weinige landen
die in Jemen werkt aan het verbeteren van de gezondheidszorg en de toegang daartoe
voor mensen in de meest kwetsbare omstandigheden. Het voucherprogramma waarover in
het Reformatorisch Dagblad wordt geschreven helpt echtparen, vrouwen en meisjes in
met name rurale gebieden om geïnformeerde keuzes te kunnen maken m.b.t. hun seksualiteit
en gezinsplanning. Het programma wordt uitgevoerd door een lokale ngo die afspraken
heeft met de Jemenitische autoriteiten. Het overgrote deel van het budget van dit
programma gaat naar het vergroten van goede kwaliteit moeder en – kindzorg rond de
geboorte (EUR 6.183.363) en een beperkt deel naar toegang tot voorbehoedsmiddelen
(EUR 52.096).
Het kabinet onderstreept dat sterilisatie, als methode van anticonceptie, een passende
keuze kan zijn voor vrouwen of mannen. Mits dit gebeurt op basis van goede en volledige
informatie. Binnen het Yamaan programma werd sporadisch door echtparen voor sterilisatie
gekozen. Dit was bij wet aan strikte voorwaarden verbonden. Gezondheidswerkers in
het programma zijn getraind om aan cliënten alle mogelijke anticonceptie methoden
uit te leggen, met voor- en nadelen. Op basis hiervan kan een echtpaar of een vrouw
besluiten welke methode het beste bij de persoonlijke situatie aansluit. Sinds november
2022 worden, vanwege strengere regelgeving, geen sterilisaties meer uitgevoerd onder
het programma.
De Nederlandse inzet op het terrein van SRGR wordt uitgevoerd binnen de kaders van
het internationaal recht, de nationale SRGR wetgeving van het betreffende land en
conform richtlijnen van de WHO.
In de Nederlandse SRGR programma’s staat het vergroten van keuzevrijheid van vrouwen,
meisjes en jongeren voorop. Zodat zij zelf kunnen kiezen of, wanneer en met wie zij
kinderen krijgen. Dit doet Nederland door het bevorderen van goede kennis en informatie
over seksualiteit en zwangerschap en het verbeteren van toegang tot verschillende
vormen van anticonceptie. Zodat mensen zelf kunnen kiezen wat voor hen passend is.
Wereldwijd hebben 257 miljoen vrouwen die een zwangerschap zouden willen voorkomen
namelijk geen toegang tot moderne anticonceptie. Dit leidt tot moedersterfte, bijvoorbeeld
door onveilige abortussen. Met name in lage inkomenslanden is de vraag naar anticonceptie
veel groter dan het aanbod. Dat betekent in de praktijk dat als vrouwen betere toegang
hebben tot bijvoorbeeld voorbehoedsmiddelen, het aantal kinderen per vrouw kan afnemen.
Door verbeterde toegang krijgen ze meer zeggenschap over of en hoeveel kinderen ze
krijgen. Dus hoewel dit geen doel is van het Nederlandse beleid, draagt Nederland
op deze manier mogelijk indirect wel bij aan lagere geboortecijfers in landen.
Het is dit jaar precies 30 jaar geleden dat 179 landen in Cairo tijdens de International Conference on Population and Development met elkaar erkenden dat bevolkingsbeleid gestoeld moet zijn op rechten en niet op
controle. Dat het gaat over mensen en niet over aantallen. Met resultaat, zo is sinds
2000 moedersterfte met 34 procent gedaald. De Nederlandse inzet op keuzevrijheid en
verbeteren van toegang tot anticonceptie helpt mensen om autonome keuzes te maken
over gezinsplanning, los van mogelijke overheidsdoelstellingen op het terrein van
vruchtbaarheid. De Nederlandse inzet op het terrein van SRGR is in lijn met internationale
kaders en richtlijnen van de WHO.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, G.E.W. van Leeuwen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking