Brief regering : Invulling aanbod COVID-19-vaccinatie naar aanleiding van geactualiseerd Gezondheidsraad advies
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 2172 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2024
Op 27 maart 2024 heeft de Gezondheidsraad het advies «COVID-19-vaccinatie in 2024»
gepubliceerd. Dit advies betreft een actualisatie van het advies «Structureel vaccinatieprogramma
tegen COVID-19», d.d. 28 juni 2023. In deze brief reageer ik op het zojuist verschenen
advies en licht ik mijn besluit over de invulling van het COVID-19-vaccinatieaanbod
toe.
Aanleiding
Op 18 januari jl. heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de Gezondheidsraad
gevraagd of het advies «Structureel vaccinatieprogramma tegen COVID-19» van 28 juni
2023 geactualiseerd dient te worden. Dit is in lijn met de in dit advies opgenomen
aanbeveling om het programma jaarlijks te evalueren. Daarbij is de Gezondheidsraad
specifiek gevraagd of de COVID-19-vaccinatie vanaf 2024 voor dezelfde doelgroepen
wordt geadviseerd als in het eerdergenoemde advies.
Samenvatting advies
In het geactualiseerde advies benoemt de Gezondheidsraad dat afgelopen najaar en winter
de ziektelast door COVID-19 het hoogst was onder mensen van 60 jaar en ouder. In de
afgelopen najaarsronde was de vaccineffectiviteit tegen ziekenhuisopname bij deze
groep tussen de 64 en 73%.
De Gezondheidsraad geeft aan dat het doel van COVID-19-vaccinatie hetzelfde blijft,
te weten het voorkomen van ziekenhuisopname, IC-opname en sterfte door COVID-19. Na
analyse van de epidemiologie, ziektelast en vaccineffectiviteit van afgelopen winterseizoen,
adviseert de Gezondheidsraad komend najaar een COVID-19-vaccinatie voor de volgende
groepen:
– Mensen van 60 jaar en ouder;
– Volwassenen en kinderen uit medische hoog-risicogroepen (bijvoorbeeld mensen met een
ernstige afweerstoornis);
– Volwassenen uit medische risicogroepen die jaarlijks een uitnodiging krijgen voor
de griepprik;
– Zorgmedewerkers die direct contact hebben met kwetsbare patiënten.
Dit zijn dezelfde doelgroepen als in 2023, met uitzondering van zwangeren.
Tot slot benoemt de raad dat er altijd individuele redenen kunnen zijn om vaccinatie
aan te bieden aan personen buiten de gespecificeerde doelgroepen, bijvoorbeeld op
advies van de behandeld arts of als er een kwetsbaar gezinslid is.
Zwangeren
De Gezondheidsraad adviseert COVID-19-vaccinatie niet meer standaard aan te bieden
aan alle zwangeren. De toegevoegde waarde van vaccinatie voor deze groep is momenteel
beperkt, omdat het risico op ernstige ziekte en (daardoor) vroeggeboortes door COVID-19
lager is dan voorheen. De Gezondheidsraad benoemt twee redenen voor het afgenomen
risico op ernstige ziekte door COVID-19 onder zwangeren. De eerste reden is de hoge
mate van immuniteit door infectie en/of vaccinatie. De tweede reden is dat infecties
een minder ernstig beloop hebben bij de huidige omikron virusvarianten dan bij de
eerdere deltavariant. De Gezondheidsraad geeft aan dat zwangeren uit de medische risicogroepen
wel in aanmerking zouden moeten komen voor vaccinatie.
Post-COVID
De Gezondheidsraad heeft ook beoordeeld of het voorkomen van post-COVID een doel van
vaccinatie zou moeten zijn. De raad stelt vast dat post-COVID een ernstig ziektebeeld
kan geven, maar concludeert dat vaccinatie niet ingezet moet worden ter voorkoming
van post-COVID. Het is onzeker hoe effectief vaccinatie is tegen post-COVID en hoeveel
post-COVID patiënten hiermee eventueel voorkomen kunnen worden in de huidige epidemiologische
situatie. Doorslaggevend hierbij is dat – door het ontbreken van specifieke risicofactoren
voor het krijgen van post-COVID – de gehele bevolking (doorlopend) gevaccineerd zou
moeten worden, terwijl onzeker is wat dit zou opleveren.
Naast de vraag of het voorkomen van post-COVID een doel van vaccinatie zou moeten
zijn, heeft de Gezondheidsraad beoordeeld of patiënten met post-COVID in aanmerking
moeten komen voor vaccinatie. De raad concludeert dat post-COVID patiënten geen verhoogd
risico hebben op ernstige ziekte en sterfte door COVID-19 en classificeert post-COVID
patiënten daarom niet als medische risicogroep. Tot slot concludeert de Gezondheidsraad
dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is dat vaccinatie van post-COVID patiënten
verergering van het ziektebeeld na een herinfectie met het SARS-CoV-2-virus kan voorkomen.
Evenmin zijn er redenen om op grond van de huidige stand van wetenschap vaccinatie
af te raden bij deze patiënten.
Bereiken van doelgroepen
Ten slotte raadt de Gezondheidsraad aan om in de komende najaarsronde meer inspanningen
te leveren om alle doelgroepen die in aanmerking komen voor een COVID-19-vaccinatie
goed te bereiken, de vaccinatie zo laagdrempelig mogelijk beschikbaar te maken en
de informatie op de doelgroepen af te stemmen.
Besluit
Allereerst wil ik mijn waardering uitspreken voor het werk dat de Gezondheidsraad
heeft verricht om in korte tijd tot een zorgvuldig gewogen advies te komen. Ik heb
besloten om dit geactualiseerde advies over te nemen. Ik heb uw Kamer al eerder geïnformeerd
over mijn besluit om komend najaar een vaccinatieronde te organiseren1. Hieronder licht ik de invulling van de komende najaarsronde en het COVID-19-vaccinatieaanbod
buiten de najaarsronde toe.
Doelgroepen najaarsronde
In navolging van het geactualiseerde Gezondheidsraadadvies, zullen de komende najaarsronde
mensen vanaf 60 jaar, medische (hoog-) risicogroepen en zorgmedewerkers met direct
patiënt-/cliëntcontact in aanmerking komen voor een COVID-19-vaccinatie. Zwangeren
komen niet meer in aanmerking, tenzij zij tot de medische risicogroepen behoren of
zorgmedewerker zijn. Mensen die niet tot de bovenvermelde doelgroepen behoren, maar
bijvoorbeeld vanwege een kwetsbaar gezinslid of op advies van een behandelend arts
toch een COVID-19-vaccinatie willen ontvangen, komen ook in aanmerking voor een COVID-19-vaccinatie
in de najaarsronde.
Aanbod buiten najaarsronde
Voor mensen die op individuele basis worden doorverwezen door hun behandelend arts,
blijft de mogelijkheid bestaan het gehele jaar door een COVID-19-vaccinatie te halen.
Zwangeren komen met ingang van de dagtekening van deze Kamerbrief niet meer het gehele
jaar door standaard in aanmerking voor COVID-19-vaccinatie, tenzij ze een verwijzing
hebben van hun behandelend arts.
Uitvoering najaarsronde en vaccinkeuze
Ik heb het RIVM en GGD GHOR Nederland gevraagd voorbereidingen te treffen voor de
uitvoering van deze nieuwe najaarsronde en hierbij de geleerde lessen uit de eerdere
rondes te betrekken. Voor Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius, Saba) geldt
dezelfde aanpak als in Nederland.
De GGD’en zullen weer een belangrijke rol spelen bij de uitvoering van de komende
najaarsronde. Ik vind het belangrijk dat hierbij wederom een evenwicht gevonden wordt
tussen het vaccineren van doelgroepen op vaccinatielocaties en het tijdig vaccineren
van zeer kwetsbare groepen, zoals bewoners van zorginstellingen.
De Gezondheidsraad adviseert om de najaarsronde (vroeg) in het najaar plaats te laten
vinden. De najaarsronde zal dit jaar wederom een duidelijke start- en einddatum hebben,
waarbij de najaarsronde voor het einde van 2024 is afgerond, zodat rond de winterperiode
de hoogste antistofniveaus bereikt worden. Op dit moment is het nog niet bekend of
vaccins worden aangepast naar aanleiding van nieuwe (omikron)varianten van het SARS-CoV-2-virus.
Hierover zal onder andere de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) nog een advies uitbrengen.
Het streven is om bij de najaarsronde gebruik te maken van de op dat moment meest
recente vaccins in lijn met advies van onder andere de WHO. Over de definitieve vaccinkeuze
en de daarmee samenhangende start- en einddatum informeer ik uw Kamer in aanloop naar
de najaarsronde.
Bereiken doelgroepen
Het RIVM informeert de bevolking over de doelgroepen die in aanmerking komen voor
de najaarsronde en het belang van de COVID-19-vaccinatie. De Gezondheidsraad heeft
aangeraden om meer inspanningen te leveren om alle groepen die voor vaccinatie in
aanmerking komen goed te bereiken. Ik heb het RIVM gevraagd om deze aanbeveling mee
te nemen in het uitvoeringsproces van het RIVM, de GGD’en en GGD GHOR Nederland.
Adviezen om luchtweginfecties te voorkomen
In de communicatie wordt, waar mogelijk, verwezen naar de algemene adviezen om luchtweginfecties
zoals COVID-19 te voorkomen. Dit heeft onder meer tot doel om de bewustwording over
het beschermen van mensen met een kwetsbare gezondheid te vergroten. Daarnaast hebben
de adviezen het doel om bewustwording te genereren over het feit dat ook mensen in
goede gezondheid lange tijd klachten kunnen overhouden na een besmetting met een luchtweginfectie.
De Minister voor Medische Zorg, P.A. Dijkstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg