Brief regering : Traditionele Eigen Middelen
31 934 Douane
Nr. 78 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2024
De Nederlandse Douane heft en int douanerechten over goederen die via Nederland in
de EU worden geïmporteerd. Deze douanerechten worden afgedragen aan de EU ten behoeve
van de EU-begroting (minus 25% perceptiekostenvergoeding). De afgelopen jaren heeft
de Europese Commissie (Commissie) in verschillende dossiers aangegeven dat ze van
mening is dat Nederland te weinig Traditionele Eigen Middelen (TEM, douanerechten)
heeft afgedragen en dat een nabetaling nodig is. Met deze brief informeren wij uw
Kamer over de laatste stand van zaken van deze omvangrijke dossiers. Het gaat concreet
over de dossiers «zonnepanelen», «voortvarendheid» en «onderwaardering textiel en
schoenen» waar Nederland en de Commissie begin maart in de zogenoemde constructieve
dialoog tot overeenstemming zijn gekomen.1 Van de onder voorbehoud betaalde hoofdsommen van ruim 900 mln., krijgt Nederland
ruim 600 mln. euro terug. Daarnaast moet er nog bijna 100 mln. rente betaald worden
t.b.v. de zonnepanelencasus en volgen er nog twee renteberekeningen (zie verder hieronder).
Het is positief dat Nederland en de Commissie deze dossiers in gezamenlijkheid hebben
kunnen afronden, zeker gezien het alternatief van een Hofprocedure (in casu zonnepanelen)
met een onzekere uitkomst én het risico dat de volledige hoofdsom betaald had moeten
worden. Ook is het goed dat Nederland en de Commissie in hun constructieve dialoog
inzicht krijgen in elkaars standpunten en gemeenschappelijke doelen en zo hun samenwerking
versterken.
Nu vrijwel alle dossiers over het verleden hiermee zijn afgerond, kan de gezamenlijke
aandacht van Nederland en de Commissie gericht worden op het zo veel mogelijk voorkomen
van nabetalingen in de toekomst, waarbij ook verder gewerkt wordt aan een duidelijk
en realistisch beoordelingskader. Hieronder gaan wij in op de resultaten van deze
besprekingen.
Zonnepanelen
Zoals eerder aan uw Kamer vermeld, heeft Nederland in 2020 € 634,1 mln. onder voorbehoud
afgedragen aan de EU vanwege een geschil over de verschuldigdheid van antidumping-
en compenserende rechten bij de invoer van zonnepanelen verzonden uit Maleisië en
Taiwan.2 Dit bedrag is onder voorbehoud betaald zodat de vertragingsrente niet verder op zou
lopen. De constructieve dialoog tussen Nederland en de Commissie is vervolgens gestart
en het afgelopen half jaar geïntensiveerd met als resultaat dat van bovenstaand bedrag
uiteindelijk € 228,5 mln. verschuldigd is. Concreet betekent dit dat Nederland € 405,6 mln.
terug ontvangt van de EU. Over het definitief af te dragen bedrag is op basis van
EU-regels vertragingsrente verschuldigd. Het gaat om € 99,4 mln. voor de periode tussen
de verschuldigdheid van de TEM – gerelateerd aan de invoer van de zendingen – en de
daadwerkelijke afdracht in december 2020.
In de kern ging het geschil over de interpretatie van het begrip «verzonden uit» in
een antidumpingverordening en een antisubsidieverordening.3 Kort gezegd, werden op grond van die zogenoemde uitbreidingsverordeningen antidumpingrechten
en compenserende rechten geheven op zonnepanelen (en zonnecellen) die zijn verzonden
uit Maleisië en Taiwan, ongeacht de oorsprong van die cellen of panelen. Het interpretatiegeschil
zag op de invoer van zonnepanelen die vanuit andere derde landen zoals Vietnam, India
en Mexico naar de EU verzonden zijn en waarbij die zonnepanelen in die landen geassembleerd
zijn uit zonnecellen met oorsprong Maleisië of Taiwan.
Volgens de Commissie waren in die gevallen de uitbreidingsverordeningen van toepassing
en waren rechten verschuldigd. Nederland hanteerde een andere interpretatie. Volgens
de douaneregelgeving is het land van verzending het land waar de laatste, niet aan
het vervoer gerelateerde handeling heeft plaatsgevonden. Nederland ging er daarom
van uit dat de desbetreffende zonnepanelen door assemblage in andere derde landen,
zoals Mexico, India en Vietnam, niet langer waren verzonden uit Maleisië en Taiwan.
De Commissie heeft uitgelegd dat zonnepanelen met cellen van oorsprong uit Maleisië
of Taiwan in het kader van de antidumpingverordeningen geacht worden altijd te zijn
«verzonden uit» die landen van oorsprong, ongeacht de assemblage in een derde land.
Op die manier wordt omzeiling van de handelspolitieke maatregelen tegengegaan.
In de constructieve dialoog heeft Nederland zich aangesloten bij de uitleg van de
Commissie over het begrip «verzonden uit» (in relatie tot assemblage) en zal deze
voortaan toepassen waar dat voorkomt in vergelijkbare verordeningen en in vergelijkbare
situaties. Dit betekent dat het begrip «verzonden uit» in (uitbreidings)verordeningen
voor antidumping- en compenserende rechten breder wordt opgevat dan de term «land
van verzending» die wordt gebruikt in de EU-douaneregelgeving.
Om te bepalen of er door het verschil in interpretatie sprake is geweest van te lage
TEM-afdrachten aan de EU, heeft de Commissie samen met Nederland in het kader van
de constructieve dialoog gekeken naar de omvang van de invoer van zonnepanelen met
oorsprong Maleisië en Taiwan gedurende de periode dat de uitbreidingsverordeningen
van kracht waren, en in hoeverre zogenoemde vrijstellingen van toepassing waren indien
wel van begin af aan de interpretatie van de Commissie was toegepast. Op basis van
de door de Douane opgevraagde vrijstellingsverklaringen is geconcludeerd dat veel
zendingen vrijgesteld zouden zijn geweest van antidumping- en compenserende rechten,
omdat zij afkomstig bleken van zogenoemde «vrijgestelde ondernemingen».
Voortvarendheid
Met de Commissie is ook gesproken over de andere onder voorbehoud betaalde bedragen.
Bij de meeste van deze dossiers bestond discussie over de vraag of de Douane voortvarend
heeft gehandeld.
Deze dialoog heeft geleid tot opheldering over de verschuldigdheid van in totaal € 218 mln.
die onder voorbehoud was betaald. Hiervan is € 50,7 mln. verschuldigd en komt wel
voor rekening van Nederland. Concreet betekent dit dat Nederland € 167,3 mln. terug
ontvangt van de EU. Over het definitief af te dragen bedrag is eveneens vertragingsrente
verschuldigd, hiervoor volgt nog een renterekening van de Commissie.
De nabetaling van € 50,7 mln. bestaat voor het grootste gedeelte uit bedragen die
onder voorbehoud waren betaald vanwege een aanhangige juridische procedure bij het
Hof van Justitie over verschillende formele vraagstukken, waaronder de bevoegdheden
van de Commissie. Het ging hierbij ook om antidumpingrechten en compenserende rechten.
Als die bevoegdheden er niet zouden zijn, waren er ook geen douaneschulden. Het arrest
van het Hof van Justitie in de zaak (C-439/20 P) heeft duidelijk gemaakt dat de douaneschulden
wel in stand bleven. Maar omdat Nederland de schulden te laat heeft vastgesteld, en
daarom de bedragen niet kan afschrijven voor rekening van het EU-budget, aanvaardt
Nederland nu de aansprakelijkheid voor deze oninbare bedragen.
Onderwaardering textiel en schoenen (LWTS)
Voorts heeft de Commissie medegedeeld dat de beoordeling van TEM-verliezen door fraude
met onderwaardering van textiel en schoenen uit China is afgerond. Uw Kamer is eerder
over dit dossier geïnformeerd.4 Nederland krijgt daarom nu nog een deel van het onder voorbehoud betaalde bedrag
terug, zijnde € 34 mln. Nederland heeft in 2021 € 148,3 mln. onder voorbehoud afgedragen
aan de EU. Dit was het bedrag waarvan de Commissie aangaf te vermoeden dat het onterecht
niet was geïnd en afgedragen vanwege ingevoerde textiel en schoenen met een te laag
aangeven waarde. Nederland heeft in oktober jl. informatie aan de Commissie gestuurd
over de legitieme invoer van geringe waarde, omdat de Commissie haar berekeningen
(de statistische benadering) hiervoor wilde corrigeren met de analyse van bepaalde
data. Die analyse heeft er toe geleid dat, op basis van de statistische benadering,
geen sprake is van TEM-verliezen door onderwaardering. Er is wel TEM gemist door bedragen
die door de Douane zijn vastgesteld en uiteindelijk oninbaar zijn gebleken. In de
constructieve dialoog is overeengekomen dat Nederland de financiële aansprakelijkheid
aanvaardt voor zo’n oninbaar bedrag (€ 18,3 mln.).
Nederland is tevreden over de uitkomst van de analyse. Volgens Nederland is de statistische
methode slechts een laatste mogelijkheid die de Commissie mag gebruiken als een EU-lidstaat
in gebreke blijft en de TEM-verliezen op geen enkele andere manier kunnen worden berekend.
Nederland heeft echter actief gehandhaafd op onderwaarderingsfraude en de douaneschulden
waar nodig vastgesteld. Nederland was het dan ook niet eens dat de Commissie in de
Nederlandse situatie in aanvulling daarop nog hogere TEM-verplichtingen had vastgesteld
met gebruikmaking van de statistische benadering.
Omdat er nog wel douaneschulden als gevolg van ondergewaardeerde textiel en schoenen
uit China in de zogenoemde B-boekhouding staan die oninbaar zijn of dit mogelijk worden,
zal Nederland het totaal hiervan (€ 12,2 mln.) vooralsnog onder voorbehoud ter beschikking
laten staan aan de EU. Mocht Nederland voor deze dossiers financieel aansprakelijk
blijken dan is de oploop van de vertragingsrente op deze manier al gestuit in september
2021.
Al met al betekent dit dat van de € 148,3 mln. die in dit dossier onder voorbehoud
is betaald in september 2021, nu € 18,3 mln. definitief wordt afgedragen en nog € 12,2 mln.
onder voorbehoud ter beschikking staat aan de EU-begroting. Omdat in mei 2023 al € 83,8 mln.
was terugontvangen (en de discussie daarom nog ging over € 64,5 mln.), ontvangt Nederland
nu € 34 mln. terug. Over het definitief af te dragen bedrag is vertragingsrente verschuldigd,
hiervoor volgt nog een renterekening van de Commissie.
Budgettaire verwerking
De budgettaire effecten zullen worden verwerkt in de eerste suppletoire begroting
van 2024 voor zowel de Begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (hoofdsommen)
als Financiën (vertragingsrente).
* Naar aanleiding van inspecties en zelfanalyse B-boekhouding
Cijfers x € 1 mln.
Met de afronding van de constructieve dialoog inzake zonnepanelen en helderheid over
bedragen aan TEM die Nederland niet definitief hoeft af te dragen, is een belangrijke
stap gezet in omvangrijke TEM-dossiers die onder voorbehoud waren afgedragen aan de
EU. De volgende stand van zakenbrief Douane zal opnieuw een actueel overzicht bevatten
van TEM-aangelegenheden.
Tot slot
De gesprekken met de Commissie over de TEM-verplichtingen dragen bij aan wederzijds
begrip. Een interpretatiegeschil zoals bij het dossier zonnepanelen moet in de toekomst
worden voorkomen. Daarom zet Nederland zich in voor duidelijke en uitvoerbare EU-douaneregelgeving.
Ten aanzien van de uitvoerbaarheid is bijvoorbeeld gebleken dat de Commissie bij het
beoordelen van afschrijvingen van (oninbare) douaneschulden aannames hanteert die
voor de Douane in de praktijk niet goed uitvoerbaar zijn. Daarom zal Nederland de
gesprekken met de Commissie voortzetten om te komen tot een zo realistisch mogelijk
beoordelingskader.
Het doel is dat lidstaten enkel aansprakelijk worden gesteld voor douaneschulden die
zij daadwerkelijk hadden kunnen innen. Een helder beoordelingskader vooraf van de
Commissie helpt de Douane ook om de juiste keuzes te maken en nabetalingen zoveel
mogelijk te voorkomen.
De Minister van Financiën, S.P.R.A van Weyenberg
De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën -
Mede ondertekenaar
A. (Aukje) de Vries, staatssecretaris van Financiën