Brief regering : Milieuproblematiek Tata Steel
28 089 Gezondheid en milieu
Nr. 275 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2024
Tijdens het tweeminutendebat leefomgeving van 8 februari jl. heeft het lid Bamenga
(D66) aangegeven dat er zorgen zijn dat de omgeving blijft zitten met zwaar vervuilde
grond als Tata Steel Nederland haar bedrijfsactiviteiten in IJmuiden geheel of gedeeltelijk
staakt. Het lid Bamenga heeft gevraagd te bevestigen dat de kosten voor bodemsanering
in dat geval terechtkomen bij Tata Steel Nederland en niet bij de omgeving. Tijdens
het debat heb ik uw Kamer toegezegd hier schriftelijk op terug te komen.
Allereerst is het goed te melden dat het kabinet niet stuurt op gehele of gedeeltelijke
sluiting van Tata Steel Nederland. Zoals onlangs aan uw Kamer is gemeld1, wil het kabinet zo snel mogelijk onderzoeken of het haalbaar is om gesprekken te
starten met Tata Steel Nederland op basis van voorstel van Tata Steel Nederland met
versnelde overlastreductie. Een definitief besluit hierover zal genomen worden in
de voorjaarsbesluitvorming. De Minister van EZK en ik zullen uw Kamer daarover verder
informeren begin mei.
Hierna treft u de verdere beantwoording.
Bodemregelgeving
De bodemregelgeving gaat uit van het principe dat de vervuiler betaalt. Dit is onder
meer tot uitdrukking gebracht in de verplichting voor bedrijven om na beëindiging
van de activiteiten de bodem (en het grondwater) te herstellen. Deze specifieke verplichting
ten aanzien van het beëindigen van activiteiten is onder de Omgevingswet neergelegd
in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Een herstel- of saneringsplicht kan
ook voortvloeien uit de verschillende zorgplichten die zijn neergelegd in i)de Omgevingswet,
ii)het Bal en iii)de regeling voor milieuschade in de Wet milieubeheer. Daarnaast
dient in dit kader gewezen te worden op de specifieke regeling voor kostenverhaal
die is neergelegd in de Omgevingswet. Vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet
op 1 januari 2024 waren soortgelijke bepalingen opgenomen in de toen geldende bodem-
en milieuwetgeving.
Ondanks dat de wetgeving dus de nodige handvatten biedt, leert de ervaring dat toepassing
van deze wetten en regelingen in de praktijk geen gemakkelijke opgave is. Uit de ervaringen
in de afgelopen jaren bij verschillende dossiers komt naar voren dat een complex samenstel
van feiten en omstandigheden een rol speelt bij het antwoord op de vraag of de rekening
van bodemherstel volledig bij de veroorzakende bedrijven kan worden gelegd. Zo is
het van belang vast te stellen in welke periode een bepaalde verontreiniging precies
is veroorzaakt en/of ontdekt (vanwege de wetgeving die op dat moment gold). Ook is
van belang of de emissie waardoor deze verontreiniging is veroorzaakt, wel of niet
is vergund. Daarnaast is van belang welke kennis er was of redelijkerwijs had moeten
zijn bij het bedrijf of diens rechtsvoorgangers over de milieugevolgen van de activiteiten
en emissies, en of het bevoegd gezag daarvan wel of niet op de hoogte is gesteld.
Verder spelen zaken als de ernst en mate van de verontreiniging en de hoogte van de
kosten van herstel en de financiële draagkracht van de veroorzaker in de praktijk
een rol.
Dit alles maakt duidelijk dat Tata Steel Nederland naar alle waarschijnlijkheid weliswaar
wel degelijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor het herstel van de bodem, maar
dat – als het gaat om geheel of gedeeltelijke sluiting – tegelijkertijd op voorhand
niet gegarandeerd kan worden dat de kosten daarvan volledig door Tata Steel Nederland
zullen worden gedragen.
Verder geldt dat het bevoegd gezag, in dit geval de provincie Noord-Holland, verantwoordelijk
is voor het uitvoeren van toezicht en handhaving op (dreigende) bodemverontreiniging.
Dit is belegd bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG). Het bevoegd gezag
vult deze rol actief in. Als voorbeeld: vorig jaar is op het noordwestterrein van
Tata Steel onderzoek gedaan naar grondwaterverontreinigingen. Er zijn meerdere verontreinigende
stoffen boven de interventiewaarde aangetroffen in het grondwater. Omdat niet bekend
was wat de omvang van de grondwaterverontreiniging is, heeft de OD NZKG Tata Steel
opgedragen aanvullend onderzoek te doen naar de ernst, omvang, oorzaken en verspreiding
van de vervuilingen. De OD NZKG wil weten wat de omvang is en in hoeverre verontreinigd
grondwater zich verspreidt.
Financiële zekerheid
Het bevoegd gezag moet in bepaalde gevallen in een omgevingsvergunning voorschriften
opnemen over financiële zekerheidstelling. Dit geldt ook voor de vergunning van Tata
Steel Nederland. Deze voorschriften moeten uiterlijk op 1-1-2026 (twee jaar na inwerkingtreding
van de Omgevingswet) zijn gesteld.
Het doel van vergunningvoorschriften over financiële zekerheid is om te borgen dat
de financiële risico's voor de maatschappij voor een belangrijk deel zijn afgedekt.
Als de vergunninghouder niet meer kan voldoen aan de in de vergunning opgenomen verplichtingen
of er milieuschade ontstaat, kan het bevoegd gezag de kosten daarvan door de gestelde
financiële zekerheid (deels) verhalen. Voorbeelden van situaties waarbij dit kan voorkomen
zijn als het bedrijf zijn bedrijfsactiviteiten stopt of als het bedrijf failliet gaat,
of bij schade door een zogeheten ongewoon voorval. De verplichting om financiële zekerheid
te stellen borgt dat er financiële middelen zijn gereserveerd voor het opruimen van
milieuschade bij de verantwoordelijke partij.
Overigens betreft deze zekerstelling niet alleen kosten voor bodemverontreiniging,
maar kan het ook worden ingezet voor andere milieukosten (bijvoorbeeld het opruimen
van afval of opslagen van gevaarlijke stoffen). Anderzijds kunnen de zekergestelde
middelen niet worden ingezet voor alle opruimkosten.
Met deze brief hoop ik u voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat