Brief regering : Staatsexamen voortgezet onderwijs en normering centrale examens 2024
31 289 Voortgezet Onderwijs
Nr. 585
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2024
Het staatsexamen voortgezet onderwijs (hierna: staatsexamen) is een brede maatschappelijke
voorziening die ieder jaar aan ruim 6.500 kandidaten van alle leeftijden en achtergronden,
waaronder een groot deel van de leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs (hierna: vso),
de kans biedt op het behalen van het voortgezet onderwijs (hierna: vo) diploma of
een vo-certificaat. Dit zorgt ervoor dat iedereen die niet verbonden is aan een school
of waarvoor het niet mogelijk is om op de eigen school het examen af te leggen, in
de gelegenheid wordt gesteld een volwaardig vo-diploma of deelcertificaat te behalen.
Om dit mogelijk te maken zetten jaarlijks ruim 2.000 examinatoren en examenbetrokkenen
zich in zodat 70.000 examens afgenomen kunnen worden.
Het staatsexamen is een examenvoorziening die op het moment onder druk staat, mede
door het substantieel toegenomen aantal kandidaten. Daarom wordt er de komende tijd
gewerkt aan het robuuster en toekomstbestendiger maken van de organisatie. Met deze
brief wordt uw Kamer over verschillende onderwerpen aangaande het staatsexamen geïnformeerd.
Tevens wordt uw Kamer geïnformeerd over de normering van de centrale examens in 2024
en verder. Achtereenvolgens zullen de volgende onderwerpen aan bod komen:
I. Voortgang van de verbeteragenda staatsexamens voortgezet onderwijs;
II. Tijdelijke oplossing 2025 eerder inzage in de resultaten van het centraal examen (hierna:
CE-resultaten) voor staatsexamenkandidaten.
III. Gespreksronde examineren in het vso en onderzoek examenvoorzieningen
IV. Normering centrale examens 2024 en verder.
I. Voortgang van de verbeteragenda staatsexamens vo
De afgelopen jaren is er sprake geweest van een grote toename van het aantal staatsexamenkandidaten,
met name vanwege een toename van vso-leerlingen dat een diploma behaalt. Deze toename
is ontstaan door de invoering van de Wet kwaliteit (v)so en de introductie van de
drie uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs, waaronder het uitstroomprofiel
vervolgonderwijs. Hierdoor hebben leerlingen in het vso de mogelijkheid gekregen een
diploma te behalen. Vanuit het oogpunt van kansengelijkheid is dat een mooie ontwikkeling.
Vso-leerlingen maken gebruik van het staatsexamen omdat de eigen school (nog) niet
in het bezit is van een eigen examenlicentie of omdat de school geen samenwerking
heeft met een reguliere vo-school of een instelling voor voortgezet algemeen volwassenenonderwijs
(hierna: vavo). Voor een deel van de vso-leerlingen wordt het staatsexamen ook als
een passende manier van examineren ervaren omdat zij bijvoorbeeld langdurig ziek zijn.
Tegelijkertijd zijn er ook vso-leerlingen waarvoor het reguliere eindexamen beter
aansluit bij hun wensen en behoeften. Voor die vso-scholen vraagt dit een verdere
verkenning in hoeverre zij toe kunnen werken naar een eigen examenlicentie of om een
samenwerking aan te gaan met een reguliere vo-school of vavo-instelling op het gebied
van examinering.
Door onder andere de toename van het aantal kandidaten en de tekorten op de arbeidsmarkt
van docenten waardoor er een tekort aan examinatoren ontstaat, is de staatsexamenorganisatie
de afgelopen jaren steeds meer onder druk komen te staan. Hier is uw Kamer eind 2021
over geïnformeerd.1 De afgelopen jaren is zichtbaar geworden dat een robuustere inrichting van de staatsexamenorganisatie
nodig is, om het mogelijk te maken dat het staatsexamen beter aansluit bij de doelgroep
dat het bedient. Zo is onder meer gebleken dat er veel voor nodig is om wensen vanuit
uw Kamer, zoals het eerder bekend maken van resultaten en herkansingen voor deelcertificaatkandidaten,
mogelijk te maken.
Om te komen tot een verbeterde en geoptimaliseerde staatsexamenorganisatie is in 2021
door het CvTE de verbeteragenda staatsexamens vo opgesteld.2 Het doel van de verbeteragenda is tweeledig; 1) het staatsexamen toekomstbestendiger
in te richten; en 2) het staatsexamen beter te laten aansluiten bij de wensen en behoeften
van de vso-doelgroep. Zo bestaan bijvoorbeeld de wensen dat de eigen vso-docent een
grotere rol kan spelen bij de afname van de staatsexamens en dat de jaarplanning wordt
aangepast zodat de afnames van de staatsexamens minder in de zomer plaatsvinden. De
verbeteragenda moet ook leiden tot de uitvoering van twee wensen van uw Kamer, namelijk
het eerder inzicht geven in de behaalde CE-resultaten van staatsexamenkandidaten,
met als uiteindelijk perspectief dat het mogelijk wordt dat staatsexamenkandidaten
eenzelfde uitslagmoment krijgen met leerlingen uit het reguliere vo (conform motie
lid Beckerman (SP)3), en het bieden van herkansingsmogelijkheden aan deelcertificaatkandidaten.4 In deze brief wordt uw Kamer meegenomen in de voortgang van de verbeteragenda aan
de hand van de resultaten per deelproject die de afgelopen jaren door CvTE en DUO
zijn uitgevoerd. De door het CvTE opgestelde voortgangsrapportage hierover is als
bijlage bij deze brief opgenomen.
Proces verbeteragenda en uitkomsten projecten
Het CvTE heeft langs twee actielijnen verschillende onderzoeksprojecten uitgevoerd.
Op basis van de uitkomsten van deze projecten heeft het CvTE maatregelen voorgesteld,
die ook in de voortgangsrapportage zijn opgenomen. Deze maatregelen zijn vervolgens
in een veldverkenning voorgelegd aan betrokkenen5 bij het staatsexamen, waaronder vertegenwoordigers van de (vso-)kandidaten en docenten/examinatoren
van het staatsexamen, om de wenselijkheid van de maatregelen te bepalen. De uitkomsten
van de onderzoeksprojecten en de veldverkenning hebben uiteindelijk geleid tot een
set aan maatregelen die samen een kansrijk scenario voor de toekomst van het staatsexamen
vormen en waaruit de ambitie voor de korte en middellange termijn spreekt. Het is
nu van belang dat wordt bepaald wat de impact van deze maatregelen is op de uitvoering;
dit gebeurt binnen de derde actielijn.
Actielijn 1. Flexibiliseren van het staatsexamensysteem
Binnen deze actielijn zet het CvTE zich in om de huidige staatsexamenorganisatie verder
te flexibiliseren, zodat het staatsexamen op meerdere momenten kan worden afgenomen
en het zodanig wordt georganiseerd dat het voor examinatoren aantrekkelijk wordt om
zich voor het staatsexamen in te zetten. Hierdoor kan het staatsexamen aan de toekomstige
vraag blijven voldoen. Onder deze actielijn zijn vier onderzoeksprojecten uitgevoerd.
Hieronder de belangrijkste uitkomsten van deze onderzoeksprojecten:
• Uit onderzoek naar hoe het werk als staatsexamenbetrokkene6 zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt kan worden zijn onder andere voorstellen gedaan
over het verbeteren van geldelijke vergoedingen en zijn maatregelen voorgesteld voor
het verbeteren van het professionaliseringsaanbod en de overeenkomst tussen het CvTE
en examenbetrokkenen.
• Het onderzoek naar de redenen dat kandidaten zich terugtrekken of niet komen opdagen
voor het examen toont aan dat het deels samenhangt met persoonlijke omstandigheden
van kandidaten en deels komt doordat kandidaten pas twee weken van te voren te horen
krijgen wanneer het examen plaatsvindt en door het beperkte aantal locaties waardoor
kandidaten in sommige gevallen geconfronteerd worden met lange reistijden. In de impactanalyses
van CvTE en DUO wordt bezien welke maatregelen hierop genomen kunnen worden en op
welke termijn.
• Uit het onderzoek naar de mogelijkheden van spreiding van de college-examens over
het jaar is naar voren gekomen dat het aanbieden van college-examens voor én na het
centraal examen kansrijk lijkt.7 Dit kan zowel bijdragen aan een betere beschikbaarheid van examenbetrokkenen als
een betere aansluiting op de wensen van kandidaten.
• Het verkennende onderzoek naar de examenvormen laat onder andere kansen zien om voor
een deel van de staatsexamenkandidaten een schriftelijk alternatief te bieden voor
het mondelinge college-examen. Hierdoor moet de drukt op de staatsexamenorganisatie
afnemen en zorgen voor een betere aansluiting bij de wensen van de doelgroep. Uit
vervolgonderzoek moet blijken wat de risico’s zijn van de voorgestelde alternatieve
examenvormen.
Actielijn 2. Versterken aansluiting vso-doelgroep
Om te zorgen dat het staatsexamen beter aansluit bij de wensen van de vso-doelgroep
is onder deze actielijn een drietal projecten uitgevoerd. De belangrijkste uitkomsten
van deze projecten zijn:
• De pilot waarbij vso-scholen een grotere rol hebben gespeeld in de examinering van
hun eigen leerlingen bij het staatsexamen heeft laten zien dat dit ertoe kan bijdragen
dat er een meer aangename examenvoorziening ontstaat voor de kandidaten en dit kan
tegelijkertijd zorgen voor minder druk op de bemensing van het staatsexamen. Er wordt
verder worden uitgewerkt hoe vso-docenten op grotere schaal kunnen worden ingezet.
• Op basis van de uitkomsten van het onderzoek naar de verbeteringen van de vakinformatie
is besloten dat de vakinformatie voor alle vakken wordt herzien zodat het aantrekkelijker
en beter leesbaar wordt en hierdoor de informatiepositie van kandidaten, ouders en
scholen verbetert.8
• Het onderzoek naar het doel waarmee certificaatkandidaten opgaan voor een certificaat
toont aan dat er een duidelijk verschil zit tussen vso-kandidaten en overige kandidaten.
Waar vso-kandidaten in de meeste gevallen toewerken naar een diploma, is dit bij overige
kandidaten een minderheid. De groep overige kandidaten wil vooral certificaten behalen,
bijvoorbeeld met het oog op studie of beroep.
Actielijn 3. Uitvoeringsconsequenties
Op basis van bovenstaande projectuitkomsten is door het CvTE een pakket aan maatregelen
opgesteld. Het is van belang dat wordt bepaald wat de impact hiervan is op de uitvoering.
De komende maanden voeren zowel het CvTE als DUO daarom een impactanalyse uit zodat
de uitvoerbaarheid, maakbaarheid en haalbaarheid van de maatregelen in kaart worden
gebracht, inclusief de termijn waarop de maatregelen geïmplementeerd kunnen zijn en
welke kosten daarmee gemoeid gaan. In deze impactanalyses worden enkel de maatregelen
meegenomen waarvan het de wens is om deze de komende vijf jaar tot uitvoering te brengen.
Op basis van de implementatie van deze maatregelen en de ontwikkelingen binnen het
vso-veld wordt vervolgens bezien op welke wijze de maatregelen voor de jaren daarna
worden vormgegeven. De informatie die uit de impactanalyses komt, wordt gebruikt om
eind 2024 een uitspraak te doen over de maatregelen waarvan het wenselijk is om deze
uit te voeren, wanneer deze maatregelen uitgevoerd kunnen worden en hoe deze bekostigd
worden. Hiermee komen we tot een uitvoerbaar en haalbaar stappenplan om verbeteringen
aan het staatsexamenproces te realiseren en daarmee te komen tot een robuuster staatsexamen.
II. Tijdelijke oplossing 2025 eerder inzage in CE-resultaten
Het is al langer de wens dat staatsexamenkandidaten eerder inzicht krijgen in het
resultaat dat zij hebben behaald voor het centrale eindexamen.9 Onlangs is bij de begrotingsbehandeling hierover de motie van lid Beckerman (SP)
aangenomen waarbij het verzoek is gedaan om het CvTE opdracht te geven de resultaten
van staatsexamenkandidaten gelijktijdig bekend te maken met overige kandidaten.10 In 2023 werd een motie van het lid Kwint met een gelijkluidend dictum verworpen vanwege
de complexiteit in de uitvoering van dit verzoek waardoor er sprake zou zijn van ongelijkheid
tussen kandidaten.11 Desalniettemin heb ik u in eerdere reacties op dit onderwerp laten weten dat ik deze
wens ondersteun. Staatsexamenkandidaten kunnen zich hierdoor namelijk beter en eventueel
gerichter voorbereiden op het daaropvolgende (mondelinge) college-examen.12
Zoals toegezegd informeer ik uw Kamer over de mogelijkheden om staatsexamenkandidaten
in 2025 eerder inzicht te geven in het behaalde CE-resultaat zodat u de wenselijkheid
van de tijdelijke oplossing in 2025 kan wegen.13 Het gaat hierbij nog steeds om een tijdelijke oplossing omdat het in 2025 nog niet
mogelijk is om het eerder inzicht geven voor alle staatsexamenkandidaten te realiseren.
Dit laatste vraagt namelijk om een aanpassing van de planning van de college-examens
van de staatsexamens en dat loopt mee in de verbeteragenda. Bij de eindrapportage
van de verbeteragenda eind 2024 kan een weloverwogen keuze worden gemaakt over de
maatregelen die dit definitief mogelijk zouden kunnen maken voor alle kandidaten en
de (financiële) gevolgen van deze maatregelen.
In de door het CvTE voorgestelde tijdelijke oplossing voor examenjaar 2025 wordt het
voor kandidaten mogelijk dat zij vier dagen na de bekendmaking van de N-termen inzicht
krijgen in het behaalde CE-resultaat.14 Dit betekent dat staatsexamenkandidaten in 2025, indien hun resultaat op dat moment
bekend is, vanaf maandag 16 juni inzicht kunnen krijgen in het resultaat. Voor de
vso-leerlingen gebeurt dit via een beveiligd Excel-bestand dat aan de vso-school beschikbaar
wordt gesteld, waarna deze de resultaten aan de leerlingen bekend kunnen maken. Overige
kandidaten krijgen de mogelijkheid om telefonisch contact op te nemen met DUO om het
resultaat op te vragen. Om te zorgen dat zoveel mogelijk examenwerk is nagekeken,
worden er extra correctiedagen georganiseerd, wordt de (thuiswerk)vergoeding van correctoren
voor CE’s van staatsexamens de komende jaren verhoogd (totdat de structurele oplossing
is ingevoerd) en worden vak-bevoegde vso-docenten gevraagd om het werk van de eigen
vso-leerlingen te corrigeren, voordat het naar de tweede corrector wordt verstuurd.
Tot slot wordt er bij de planning van de mondelinge college-examens voor gezorgd dat
er zo min mogelijk mondelinge college-examens starten voordat de eerste CE-resultaten
gedeeld worden. Dat betekent dat de mondelinge college-examens op vso-scholen zo veel
mogelijk later starten en mogelijk langer doorlopen. Het is echter niet te garanderen
dat alle mondelinge college-examens starten na de bekendmaking van CE-resultaten,
omdat er relatief weinig tijd is tussen de centrale examens en de start van de zomervakantie.
Tijdens de zomervakantie zijn vso-scholen gesloten en kunnen er meestal geen college-examens
worden afgenomen.
De inschatting is dat met deze tijdelijke oplossing 80 tot 85% van de kandidaten vier
dagen na de bekendmaking van de N-termen desgewenst inzicht kan krijgen in het behaalde
CE-resultaat. Dit percentage loopt op tot 95% van de kandidaten die zeven dagen na
de bekendmaking van N-termen het CE-resultaat kan opvragen. Voor de groep die de uitslag
later hoort is de kans groter dat zij in de daaropvolgende dagen al het mondelinge
college-examen moet afleggen. In dat geval zal het inzicht in het behaalde CE-resultaat
in mindere mate effect hebben op de voorbereidingen van het mondelinge college-examen.
Dilemma
Met deze tijdelijke oplossing kunnen we niet alle kandidaten bedienen. Dat levert
een dilemma op, omdat we hiermee niet alle staatsexamenkandidaten gelijk behandelen.
Het CvTE heeft aangegeven dat er geen opties zijn om verder tegemoet te komen aan
de ongelijkheid bij de tussenoplossing. Vanuit het perspectief van behoorlijk bestuur
ervaar ik dit als een dilemma. Daarnaast is er het risico dat kandidaten wellicht
juridische stappen zullen ondernemen tegen de uitwerking van de tijdelijke oplossing.
In dat geval is het niet mogelijk om deze kandidaten alsnog inzicht te geven in het
behaalde resultaat voor de start van het college-examen of de afname van het college-examen
later in te plannen omdat daarmee de gehele planning van de college-examens in het
geding komt. Ik ben voornemens om akkoord te gaan met deze tijdelijke oplossing, met
de daarbij horende consequenties. Om dit tijdig te realiseren moet het CvTE en DUO
voor september van dit jaar helderheid worden geboden. Indien gewenst ga ik hier graag
voor die tijd met uw Kamer over in gesprek.
III. Gespreksronde examineren in het vso en onderzoek examenvoorzieningen
Het afgelopen jaar is het gesprek gevoerd met (vertegenwoordigers van) de vso-sector
over de manier van examineren in het vso. In deze gespreksronde is opgehaald welke
afwegingen vso-scholen maken bij hun keuze voor een examenvoorziening en is verkend
of zij belemmeringen ervaren in de keuze voor een andere examenvoorziening.15 De groeiende groep vso-leerlingen binnen het staatsexamen zorgt namelijk voor de
fundamentele vraag hoe wordt aangekeken tegen het staatsexamen als brede maatschappelijke
voorziening en als examenvoorziening voor het vso in het bijzonder. Eind 2024 wordt,
tegelijkertijd met de oplevering van de verbeteragenda, antwoord gegeven op deze bredere
vraag. Hierbij wordt ook de motie van het lid Ceder (CU) c.s.16 meegenomen over het behalen van certificaten bij het staatsexamen voor specifieke
groepen leerlingen uit het reguliere vo. Hieronder wordt u geïnformeerd over de reeds
opgehaalde beelden en de stappen die tot eind 2024 gezet worden.
Uit de gesprekken blijkt dat sommige scholen bewust kiezen voor het staatsexamen,
omdat de vorm van examineren het beste aansluit bij de wensen en behoeften van de
leerlingen. Bijvoorbeeld vanwege de mogelijkheden om het examen te spreiden over meerdere
jaren of omdat het de druk op de leerlingen beperkt tot de zomermaanden waardoor er
meer ruimte wordt ervaren om te werken aan andere ontwikkeldoelen. Daarentegen is
ook gebleken uit de gesprekken dat er onduidelijkheid en onbekendheid bestaat onder
vso-scholen over de mogelijkheden en ruimte voor symbiose of extraneus-samenwerkingen
tussen vso-scholen en reguliere vo-scholen/vavo-instellingen of over het toewerken
naar een eigen examenlicentie. De keuze voor een examenvoorziening wordt in veel gevallen
gebaseerd op keuzes die in het verleden zijn gemaakt en de tevredenheid daarover in
relatie tot wat het meest passend is voor de leerling.
De verwachting is dat het staatsexamen voor een deel van de vso-kandidaten altijd
de meest passende examenvoorziening zal blijven. Tegelijkertijd is het van belang
dat leerlingen in het vso waar passend de mogelijkheid krijgen om in een reguliere
omgeving toe te werken naar het examen en dat eventuele perverse prikkels in het huidige
systeem die ertoe leiden dat vso-scholen kiezen voor het staatsexamen als examenvoorziening
worden weggenomen. Om die reden wordt in 2024 een vervolg gegeven aan deze gespreksronde
door te verkennen welke obstakels weggenomen kunnen worden om samenwerkingen op het
gebied van examineren tussen vso-scholen en reguliere vo-scholen of vavo-instellingen
verder te stimuleren en hoe vso-scholen op termijn kunnen toewerken naar een eigen
examenlicentie. Tevens wordt verder verkend hoe bestaande (regionale) samenwerkingen
hierbij een rol kunnen spelen en op welke wijze communicatie over de mogelijkheden
voor samenwerkingen op het gebied van examinering kunnen worden versterkt.
Naast het vervolg van de gespreksronde wordt in 2024 een onderzoek uitgevoerd door
Oberon naar de doelgroepen van de drie examenvoorzieningen: regulier vo, vavo en het
staatsexamen. Dit onderzoek moet de redenen in beeld brengen waarom de verschillende
doelgroepen van een bepaalde examenvoorziening gebruikmaken en of zij dit als passend
ervaren. Hierin wordt tevens onderzocht of het passend is dat specifieke leerlingen
uit het regulier vo eventueel baat hebben bij het behalen van certificaten binnen
het staatsexamen zoals gevraagd in de motie van het lid Ceder (CU) c.s. Dit onderzoek
moet leiden tot het ontwikkelen van een beeld over de meest passende examenvoorziening
per doelgroep. Eind 2024 wordt het onderzoek opgeleverd. Deze resultaten moeten, samen
met de uitkomsten van het vervolg van de gespreksronde en de eindrapportage van de
verbeteragenda, een beeld geven voor wie het staatsexamen in de toekomst bedoeld is
en op welke wijze het robuust kan worden ingericht.
IV. Normering centrale examens voortgezet onderwijs 2024 en verder
De coronaperiode had ook gevolgen voor de normering van de centrale examens in het
vo. In december 2020 is uw Kamer geïnformeerd over de aanpassingen in de normeringssystematiek
die nodig waren.17 Deze aangepaste normering was erop gericht de eisen zoveel als mogelijk gelijk te
houden aan die van vóór corona. Zo werd gezorgd dat de normering recht deed aan de
prestaties van leerlingen, waardoor leerlingen terecht een voldoende of onvoldoende
behaalden.
Inmiddels is er een fase aangebroken waarin het logisch is om terug te gaan naar een
normering waarmee de prestatie-eis weer gehandhaafd wordt op een vergelijkbare wijze
als vóór corona. We hebben echter te maken met een andere situatie dan in 2019. Het
onderwijs heeft zich ontwikkeld en is veranderd, de examenkandidaten van nu zijn niet
hetzelfde en ook de examens blijven zich ontwikkelen. Samen met Stichting Cito heeft
het CvTE daarom de normeringssystematiek doorontwikkeld. Deze normeringssystematiek
geldt vanaf aanstaande examenperiode van het schooljaar 2023/2024 en heeft als voordeel
dat de systematiek robuuster is en er beter omgegaan kan worden met veranderingen.
De grootste verandering is dat het CvTE alle beschikbare bronnen gebruikt om tot een
N-term te komen, ongeacht het aantal kandidaten dat het examen aflegt, het soort examen
of het tijdvak waarin een examen is afgenomen.18 De beschikbare bronnen zijn gelijk aan de bronnen die vóór de coronapandemie werden
gebruikt, aangevuld met het oordeel van vakdocenten en de examengegevens uit de jaren
2015–2019 («historische N-termen») die in de coronajaren werden gebruikt. Het gebruiken
van alle beschikbare bronnen levert een betere voorspelling op van de best passende
N-term. Er is geen sprake van dat de aangepaste normeringssystematiek automatisch
tot een lagere of hogere N-term leidt.
De normering van de centrale examens is erop gericht om de prestatie-eis – de lat
waar je als leerling overheen moet springen om een voldoende te halen – van jaar op
jaar te handhaven. Door over die lat te springen, laat je als leerling zien dat je
de examenstof in voldoende mate beheerst. Het CvTE zou de lat nu kunnen vastleggen
op het niveau van 2023 maar door de gevolgen van corona trilt het onderwijs nog na.
Daarom kiest het CvTE ervoor om de lat nu nog niet vast te leggen. Samen met docenten
zorgt het CvTE de komende jaren dat de lat op de juiste plaats stil komt te liggen
zodat deze zo goed mogelijk aansluit op het onderwijs, de leerlingen en de centrale
examens. Dit is een geleidelijk proces waarbij het CvTE ervoor zorgt dat er geen grote
verschillen zullen zijn van jaar op jaar. De prestatie-eisen van 2023 worden door
het CvTE gebruikt als startpunt.
Tot slot
De voortgangsrapportage van de verbeteragenda staatsexamens vo geeft een goed beeld
van waar er kansen liggen om het staatsexamen te versterken en te verbeteren. De komende
tijd gaan DUO en CvTE aan de slag om de voorgestelde maatregelen te toetsen op de
uitvoerbaarheid en een plan te maken voor de invoering hiervan. Dit vraagt veel van
de staatsexamenorganisatie, omdat tegelijkertijd ook alle examens gewoon doorgang
moeten vinden. Eind 2024 ontvangt uw Kamer de eindrapportage van de verbeteragenda
en zal ik ingaan op de wenselijke en mogelijke maatregelen en de gevolgen daarvan.
Tegelijkertijd blijf ik met het CvTE in gesprek over hoe in de tussenliggende periode
zoveel mogelijk gedaan kan worden om staatsexamenkandidaten tegemoet te komen. De
tijdelijke oplossing voor het eerder bekendmaken van resultaten is hier een voorbeeld
van. Daarnaast wordt u eind 2024 geïnformeerd over het breder maatschappelijke beeld
over het staatsexamen zodat een uitspraak kan worden gedaan voor wie deze examenvoorziening
het meest passend is, zodat alle leerlingen toegang krijgen tot een voor hen passende
examenvoorziening en de duurzaamheid van de staatsexamenvoorziening kan worden geborgd.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul
Indieners
-
Indiener
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.