Brief regering : Kaderbrief SLOA internationalisering 2025-2026
36 410 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024
Nr. 121 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2024
Op grond van de Wet Subsidiëring Landelijke Onderwijsondersteunende Activiteiten 2013
(Wet SLOA2013)1 wordt eenmaal per twee jaar een kaderbrief SLOA internationalisering bekendgemaakt.
Hierin worden de kaders gegeven voor de invulling van de wettelijke taken die de Stichting
Nuffic en Neth-ER hebben op grond van de Wet SLOA 2013 op het terrein van internationalisering
van het onderwijs. Voor Nuffic gaat het met name over taken die betrekking hebben
op het hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo), maar op onderdelen
raken de taken ook het funderend onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs (mbo). In
het geval van Neth-ER betreffen het activiteiten op het gebied van mbo, hbo, wo en
onderzoek. Beide organisaties kunnen met oog op deze taken jaarlijks instellingssubsidie
aanvragen bij OCW.
Deze kaderbrief geldt voor de jaren 2025 en 2026 en wordt nader geoperationaliseerd
in jaarlijkse startbrieven die Nuffic en Neth-ER separaat van mij ontvangen.
Nuffic
Internationalisering betreft in de definitie van de Onderwijsraad «de versterking
van internationale dimensies in het onderwijs ten behoeve van het internationaal competent
worden van leerlingen en studenten».2Als internationalisering met zorg wordt geïmplementeerd, kan het op verschillende
manieren van toegevoegde waarde zijn voor de leerling, student en docent door bijvoorbeeld
het ontwikkelen van internationale en interculturele vaardigheden. Ook kan sprake
zijn van inhoudelijke verrijking door kennis van elders op te doen, in Nederland of
in het buitenland.
Ter ondersteuning van internationalisering kunnen verschillende middelen worden ingezet.
Het meest gebruikte middel is een fysieke leermobiliteitservaring. Leerlingen, studenten
en docenten zouden geen onnodige belemmeringen moeten ervaren bij het kiezen voor
een fysieke leermobiliteitservaring. Deze belemmeringen zouden daarom ook zoveel mogelijk
moeten worden beperkt of weggenomen. Voor diegenen die, om welke redenen dan ook,
er niet voor kiezen om fysieke leermobiliteitservaring op te doen, is het nog steeds
relevant om internationaal competent te worden. Voor hen en eenieder ander dienen
andere middelen van internationalisering, zoals internationalisation at home, volop te worden ontplooid en benut. Voor onderwijsinstellingen, studenten en overheden
is het is daarbij van belang dat actuele en betrouwbare informatie over internationalisering
breed beschikbaar is.
Hoewel internationalisering van het onderwijs ook een keerzijde kan hebben, is de
internationale dimensie van het vervolgonderwijs van grote waarde voor de Nederlandse
kenniseconomie, het onderwijs en de wetenschap. Om de Nederlandse kenniseconomie te
behouden, is het is van belang dat talent aangetrokken wordt voor de arbeidsmarkt
en de wetenschap. Het kabinet ziet bijvoorbeeld internationaal georiënteerde mbo-studenten
als noodzakelijk voor de uitdagingen van de arbeidsmarkt van nu en de nieuwe beroepen
van de toekomst. Ik verwijs in dit kader naar mijn brief van 21 april 2023 over beheersing
van internationale studentenstromen in het hoger onderwijs3 en mijn brief van 20 oktober 2022 over de inzet voor de werkagenda mbo4.
OCW werkt aan beheersing van instroom van internationale studenten in het hoger onderwijs
(hbo, wo) en het beleid t.a.v. anderstalig hoger onderwijs. Daar moet Nuffic rekening
mee houden bij het invullen van haar taken. Het gaat niet alleen om de instroom van
internationale studenten, maar ook om de strategie ten aanzien van internationalisering,
nadrukkelijk in samenhang met andere (ook voor internationalisering relevante) thema’s
zoals krimpregio’s, tekortsectoren, profilering en toegankelijkheid.
Het bovenstaande geldt als de context waarbinnen Nuffic haar wettelijke taken moet
verrichten.
Kader voor Nuffic
Onder de wet SLOA is Nuffic aangewezen als het nationaal informatiecentrum zoals bedoeld
in de Lissabon Erkenningsconventie en heeft Nuffic het lidmaatschap van de ENIC/NARIC
netwerken. Daarnaast heeft Nuffic de taak van het zijn van kennis- en expertisecentrum
op het gebied van internationalisering in het onderwijs. Daaronder is het verantwoordelijk
voor diplomawaardering en onderwijsvergelijking, het publiekelijk beschikbaar stellen
van informatie omtrent internationalisering en het daartoe verrichten van onderzoek,
het ontwikkelen en uitvoeren van activiteiten ter bevordering van de internationalisering
in het onderwijs en onderzoek en het adviseren bij beurzenprogramma’s. Hieronder worden
de taken toegelicht.
De rol van Nationaal informatiecentrum op grond van de Lissabon Erkenningsconventie
en het lidmaatschap van de ENIC/NARIC netwerken
Op grond van de Lissabon Erkenningsconventie bestaat de taak van het nationaal informatiecentrum
uit het faciliteren van de toegang tot authentieke en accurate informatie over het
hogeronderwijsstelsel van Nederland en van andere Verdragspartijen. Daarnaast heeft
het nationaal informatiecentrum de taak om te adviseren en informeren met betrekking
tot de erkenning en het beoordelen van kwalificaties, in overeenstemming met de nationale
wet- en regelgeving.
Het nationaal informatiecentrum neemt tevens deel aan het Europees netwerk van Nationale
Informatie Centra (ENIC) en het netwerk van National Academic Recognition and Information Centres (NARIC). Deze twee netwerken worden in Nederland gecombineerd uitgevoerd (ENIC-NARIC)
en spelen een rol in het signaleren en oplossen van knelpunten rondom de erkenning
van diploma’s.
De rol van kennis- en expertisecentrum op het gebied van internationalisering in het
onderwijs
Het kennis- en expertisecentrum focust zich op internationalisering in het onderwijs
in den brede, met speciale aandacht voor het ontwikkelen van internationale competenties
en de mobiliteit van leerlingen, studenten, onderzoekers en medewerkers in het onderwijs.
Om duurzaam te kunnen fungeren als kennis- en expertisecentrum is het van het belang
dat Nuffic haar kennis op peil houdt. Daarvoor kan Nuffic op eigen initiatief en zonder
gerichte opdracht van OCW bijvoorbeeld onderzoek doen, kennis, feiten en cijfers verzamelen
en trends in beeld brengen. Op basis daarvan adviseert Nuffic de overheid en onderwijsinstellingen
over internationalisering.
Diplomawaardering en onderwijsvergelijking
Diplomawaardering5 ten behoeve van hogeronderwijsinstellingen
Dit betreft de taak om hogeronderwijsinstellingen desgevraagd te adviseren omtrent
de waarde en authenticiteit van in het buitenland behaalde diploma’s ten behoeve van
de toelating tot het hoger onderwijs. Het instellingsbestuur van de hogeronderwijsinstelling
beoordeelt of een student op basis van een in het buitenland verworven diploma toegelaten
kan worden tot de betreffende opleiding. Het advies van het kennis- en expertisecentrum
kan als ondersteuning dienen voor het besluit van het instellingsbestuur om een student
al dan niet toe te laten.
Waarderen van onderwijsdocumenten ten behoeve van titelerkenning
Degene die in een ander land een graad verwerft, kan OCW verzoeken om hem toestemming
te verlenen de Nederlandse titulatuur te voeren en in de eigen naamsvermelding tot
uitdrukking te brengen. DUO behandelt deze verzoeken. Bij de beoordeling van een dergelijk
verzoek adviseert Nuffic desgevraagd of het onderwijsdocument of de opleiding in het
buitenland vergelijkbaar is met een Nederlandse opleiding.
Onderwijsvergelijking in het kader van meeneembare studiefinanciering
Besluiten omtrent de meeneembaarheid van de studiefinanciering voor een ho-opleiding
in het buitenland worden genomen door DUO. DUO beschikt niet altijd over de specifieke
kennis en expertise met betrekking tot het vergelijken van individuele buitenlandse
opleidingen met een Nederlandse opleiding. Om die reden is het van belang dat Nuffic
op verzoek van DUO advies kan uitbrengen over de vergelijkbaarheid van een opleiding.
Het publiekelijk beschikbaar stellen van informatie omtrent internationalisering
Om iedere leerling, student, onderzoeker en medewerker in het onderwijs internationale
competenties te laten opdoen is het van belang dat Nuffic als kennis- en expertisecentrum
kennis ontwikkelt en beschikbare informatie over internationalisering deelt met en
verspreidt onder belanghebbende partijen in Nederland. Dit geldt voor alle onderwijssectoren.
Actuele informatie, kennis en data zijn een belangrijke basis voor onderwijsinstellingen
en de overheid bij het vormen en doorontwikkelen van hun internationaliseringsstrategie
en beleid. Nuffic voert zelfstandig praktijkgericht onderzoek uit ter versterking
van haar eigen kennisfunctie en om de impact van internationalisering inzichtelijk
en meetbaar te maken. Daarnaast brengt Nuffic trends en ontwikkelingen in kaart en
adviseert de overheid en onderwijsinstellingen over internationalisering.
Het is daarnaast van groot belang dat informatie over internationale ervaringen en
meer specifiek mobiliteit ook beschikbaar is voor leerlingen, studenten, docenten
en onderzoekers. Brede informatievoorziening aan deze doelgroepen zorgt ervoor dat
zij goed geïnformeerde keuzes kunnen maken over het opdoen van internationale ervaring
binnen het onderwijs.
Het ontwikkelen en uitvoeren van overige activiteiten ter bevordering van de internationalisering
het onderwijs
Internationalisering van het onderwijs draagt bij aan de kwaliteit van het onderwijs
in Nederland en aan de positionering van de Nederlandse kenniseconomie. Internationalisering
helpt studenten bij het opdoen van internationale en interculturele competenties,
het meest direct door middel van studiepunt- of diplomamobiliteit. Het is van belang
dat internationaliseringsmogelijkheden voor alle studenten toegankelijk zijn en dat
belemmeringen voor mobiliteit zo veel mogelijk worden weggenomen. Het bevorderen van
de internationalisering en met name van mobiliteit van leerlingen, studenten en ook
docenten en onderzoekers is daarom een taak die aan Nuffic wordt toevertrouwd. Onder
deze taak valt ook de deelname aan de werkgroep Graz (Talenlabel/ECML), deelname aan
en coördinatie van de activiteiten van Euraxess in Nederland, eTwinning en het uitvoeren
van bilaterale programma’s.
Adviseren bij beurzenprogramma’s
OCW stelt beurzen beschikbaar die de internationalisering bevorderen en beschikt niet
in alle gevallen over de benodigde kennis en expertise om beursaanvragen te beoordelen.
Nuffic heeft die kennis wel en geeft daar bij specifieke programma’s advies aan OCW
over het toekennen van beurzen.
Neth-ER
De Europese Unie heeft verschillende (subsidie)programma’s en initiatieven die van
interesse kunnen zijn voor het Nederlandse kennisveld. Het is van belang dat het Nederlandse
kennisveld optimaal op de hoogte is van deze Europese programma’s en initiatieven
zodat het kennisveld er zijn voordeel mee kan doen.
Kader voor Neth-ER
Op basis van de wet SLOA is Neth-ER een kennismakelaar voor het Nederlandse kennisveld.
Neth-ER voorziet het Nederlandse kennisveld van informatie over ontwikkelingen met
betrekking tot het beleid van de Europese Unie op het gebied van onderwijs en onderzoek.
Deze informatievoorziening dient ervoor te zorgen dat het Nederlandse kennisveld de
mogelijkheden die vanuit de Europese Unie geboden worden optimaal kan benutten. Dit
draagt bij aan het vergroten van de Nederlandse participatie in de Europese programma’s
en ondersteunt het behalen van nationale beleidsdoelstellingen. Bij het uitvoeren
van deze wettelijke taak van Neth-ER is het van belang dat de activiteiten en inzet
ten behoeve van de subsidie die Neth-ER van OCW ontvangt gescheiden worden van de
activiteiten die Neth-ER voor haar leden uitvoert. De laatstgenoemde activiteiten
vallen niet onder de wettelijke taak van Neth-ER.
Het is van belang dat alle sectoren van het kennisveld evenveel worden meegenomen, zowel het wetenschapsveld als de instellingen
van het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs. In het wetenschapsveld
betreft dit vooral Horizon Europe, de Europese Onderzoeksruimte en de Europese Innovatieagenda.
Op het gebied van het mbo en het volwassenonderwijs is dat o.a. de Europese Vaardighedenagenda
of de Centres of Vocational Excellence. Voor het hbo en wo is gebalanceerde studentenmobiliteit
een belangrijk onderwerp, net als de Europese Universiteiten Alliantie.
Verder is de sectoroverstijgende inzet op thema’s van belang, zoals het programma Erasmus+, de Europese onderwijsruimte, digitalisering,
inclusie en diversiteit of strategische autonomie en kennisveiligheid.
Budgettaire kaders
• Voor Nuffic is zowel in 2025 als in 2026 een bedrag van maximaal € 10.638.000,00 beschikbaar,
bestemd voor de hierboven genoemde activiteiten.
• Voor Neth-ER is zowel in 2025 als in 2026 een bedrag van maximaal € 667.000,00 beschikbaar,
bestemd voor de hierboven genoemde activiteiten.
De genoemde Rijksbijdrage komt ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld.
Er kunnen derhalve geen rechten aan worden ontleend. Het betreffen bedragen die ten
hoogste beschikbaar kunnen worden gesteld ten behoeve van de hier genoemde taken.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap