Brief regering : Reactie op de initiatiefnota van de leden Boswijk en Tuinman over het structureel verhogen van de Europese munitieproductie (Kamerstuk 36494)
36 494 Initiatiefnota van de leden Boswijk en Tuinman over het structureel verhogen van de Europese munitieproductie
Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2024
Op 19 februari 2024 heeft uw Kamer verzocht om een reactie op de initiatiefnota van
de leden Boswijk (CDA) en Tuinman (BBB) over het structureel verhogen van de Europese
munitieproductie (Kamerstuk 36 494/2024D06245). Met deze brief geven wij invulling aan dat informatieverzoek.
Wij onderschrijven de urgentie en het belang om de Europese munitieproductie structureel
te vergroten. Het kabinet werkt daar, in samenwerking met onze partners, op nationaal,
Europees en internationaal niveau hard aan. Onder andere door actief vraagbundelingsinitiatieven
te ondersteunen, zoals het openen van de Patriot productielijn in Duitsland. Het kabinet
blijft de noodzaak voor de snelle opschaling van de Europese defensie-industrie op
Europees niveau benadrukken. Dit is essentieel voor zowel de continue steun aan Oekraïne
als voor de versterking van de Nederlandse krijgsmacht. Op 5 maart jl. heeft de Europese
Commissie maatregelen voorgesteld om de Europese defensie-industrie te versterken
(EDIS en EDIP). De voorgestelde maatregelen zien onder andere op het stimuleren van
gezamenlijke capaciteitsontwikkeling- en aanschaf, opschaling van de productiecapaciteit
en het versterken van de toeleveringsketen. Uw Kamer ontvangt binnenkort een uitgebreide
kabinetsappreciatie over EDIP. Daarnaast hebben Nederland en Oekraïne in het Veiligheidsarrangement
afspraken gemaakt over hoe met onze hulp de Oekraïense industrie verder kan worden
opgeschaald.
De initiatiefnemers schetsen dat de oorlog in Oekraïne en de daarvoor benodigde munitie
in veel Europese lidstaten de tekorten aan productiecapaciteit hebben blootgelegd.
Zij benadrukken dat de opschaling van de munitieproductie cruciaal is, mede vanwege
het niet kunnen waarmaken van door de EU beloofde leveringen van munitie en raketten
aan Oekraïne. De urgentie is hoog, ook gelet op de Russische inspanningen om de eigen
voorraden aan te vullen en het feit dat het opschalen van industrie tijd kost. Tegen
deze achtergrond vragen de leden Boswijk en Tuinman in te stemmen met acht aanbevelingen
om de verschillende knelpunten voor het opschalen van munitieproductie op te lossen.
Het kabinet heeft, vanwege deze urgente situatie en de noodzaak voor grotere Europese
strategische autonomie, twee taskforces ingesteld. Uw Kamer is eerder geïnformeerd
over de interdepartementale Taskforce Strategische Afhankelijkheden (Kamerstuk 30 821, nr. 204). Daarnaast hebben wij uw Kamer tijdens het wetgevingsoverleg personeel en materieel
van 29 januari 2024 en de begrotingsbehandeling op 6 en 7 februari 2024 geïnformeerd
over de Taskforce Productiezekerheid. Deze taskforces zorgen voor interdepartementale
afstemming en focus op concrete resultaten die ook een bijdrage leveren aan het oplossen
van de problemen die zijn geschetst door de leden Boswijk en Tuinman.
Taskforce Productiezekerheid
De Taskforce Productiezekerheid is in oktober 2023 gestart in opdracht van de Nationale
Veiligheidsraad (NVR). De opdracht voor deze taskforce is om concrete plannen voor
de versterking van productie- en leveringszekerheid uit te werken. Het doel van deze
inspanningen is om Oekraïne tijdig te blijven voorzien van materieel en munitie en
tegelijkertijd de Nederlandse krijgsmacht structureel te versterken. In de taskforce
werken het Ministerie van Defensie, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
(EZK), het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) en de industrie samen. Daarbij wordt
gekeken naar zowel het aansluiten bij initiatieven in samenwerking met NAVO-bondgenoten
en Europese partners, als naar mogelijkheden voor structurele opschaling van de Nederlandse
militaire (hoog)technologische industrie. De verschillende plannen waar de taskforce
aan werkt, komen overeen met de aanbevelingen (1, 2, 3, 4, 5, 6 en 8) van de initiatiefnemers.
De taskforce onderzoekt op dit moment bijvoorbeeld hoe de industriële participatie
van Nederlandse (toeleverende) bedrijven kan worden vergroot, zoals genoemd in de
aanbevelingen 4 en 5. Ook werkt de taskforce aan concrete oplossingsrichtingen voor
de financiële knelpunten die de defensie-industrie ervaart, zoals benoemd in aanbevelingen 2
en 3. Dit doet de taskforce samen met de industrie, andere departementen en de financiële
sector zelf, mede in het licht van de uitvoering van de motie Podt c.s. (Kamerstuk
36 410 X, nr. 50 van 7 februari 2024). Daarnaast onderzoekt de taskforce hoe nog beter gebruik kan
worden gemaakt van de ruimte in (EU) aanbestedingsregels, waartoe de leden oproepen
in aanbeveling 6. Wij hebben uw Kamer tijdens het wetgevingsoverleg personeel en materieel
van 29 januari 2024 (Kamerstuk 36 410 X, nr. 78) toegezegd voor de zomer een brief te sturen over het verminderen van interne regeldruk.
In lijn met aanbeveling 8, gaat Defensie in elke materieelbrief in op interoperabiliteit.
Standaardisatie is daar een belangrijk onderdeel van.
Defensie coördineert via deze taskforce verschillende processen met uiteenlopende
looptijden. Uw Kamer zal dan ook op verschillende momenten worden geïnformeerd over
de resultaten. Op het gebied van opschaling van munitieproductie heeft uw Kamer op
25 januari jl. een brief ontvangen (Kamerstuk 27 830, nr. 425). Conform eerdere toezeggingen informeren wij uw Kamer voor het meireces over hoe
we de Nederlandse en Europese (defensie-) industrie versterken door gericht te investeren
in innovaties, waarbij we de industrie betrekken. Tevens informeren wij uw Kamer voor
het meireces met een Kamerbrief over aanvullende munitiebestellingen. In juni 2024
informeren wij uw Kamer vervolgens over de werkwijze en voortgang van de Taskforce
Productiezekerheid. Deze brief zal onder andere een overzicht bieden van de behaalde
resultaten op het gebied van de structurele verhoging van de munitieproductie en een
overzicht van oplossingsrichtingen voor de knelpunten van financiering van de defensie-industrie.
Daarnaast werkt Defensie momenteel aan een aantal concrete opties voor versterking
van de productie- en leveringszekerheid. Zodra hier tussentijds resultaten op worden
bereikt, informeren wij uw Kamer.
Taskforce Strategische Afhankelijkheden
De interdepartementale Taskforce Strategische Afhankelijkheden voert sinds mei 2023
nadere kwalitatieve analyses uit op verschillende beleidsterreinen. Defensie onderzocht
met deze taskforce onder meer met welke risicovolle strategische afhankelijkheden
de krijgsmacht wordt geconfronteerd, bijvoorbeeld op gebied van grondstoffen, en welke
mitigerende maatregelen mogelijk zijn. Dit is in lijn met aanbeveling 7. Als vervolg
hierop voert Defensie in samenwerking met EZK een tweetal onderzoeken uit naar kritieke
grondstoffen voor de Defensie-industrie (Kamerstuk 30 821, nr. 199). Hierin brengt het kabinet de gevoeligheden van Defensie en de Nederlandse defensie-industrie
in kaart ten aanzien van schaarstes in de toeleveringsketens en de invloed van derde
landen hierop. Mede op basis van deze twee onderzoeken, ontwikkelt het kabinet een
aantal mitigerende strategieën.
Wij danken de leden Boswijk en Tuinman voor de aanbevelingen in hun initiatiefnota.
We vertrouwen erop uw Kamer met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd over de
wijze waarop Defensie deze aanbevelingen uitvoert en hoe wij uw Kamer hierover blijven
informeren.
De Minister van Defensie, K.H. Ollongren
De Staatssecretaris van Defensie, C.A. van der Maat
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.