Brief regering : Kabinetsreactie rapport “Hoe Tata Steel Nederland te verduurzamen?” en position paper ”Gezondheid Geborgd”
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 1369 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN DE STAATSECRETARIS VAN
INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2024
Met deze brief bieden wij, de Minister van Economische Zaken en Klimaat en Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat, mede namens de Minister voor Klimaat en Energie,
uw Kamer de openbare versie van het rapport «Hoe Tata Steel Nederland te verduurzamen?»
aan, dat externe adviseurs Hans Wijers en Frans Blom op verzoek van de Minister van
Economische Zaken en Klimaat hebben opgesteld.
Daarnaast heeft uw Kamer op 28 februari jl. het position paper «Gezondheid geborgd»
van de Expertgroep Gezondheid IJmond ontvangen.1 In deze brief zal bij beide onderzoeken worden stilgestaan en geeft het kabinet daarop
haar reactie.
Aanleiding
Tata Steel Nederland (TSN) staat voor een grote opgave, op het gebied van CO2-reductie, de vermindering van stikstof uitstoot en de vermindering van de impact
op de leefomgeving. Dat laatste werd ook afgelopen september benadrukt door het Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), dat vaststelde dat TSN zorgt voor gezondheidsrisico’s
voor omwonenden door de uitstoot van stikstof, fijnstof en hinder.2
Op 3 november 2023 hebben wij van TSN de aangepaste plannen voor het verduurzamen
en schoner maken van de staalfabriek in IJmuiden ontvangen. TSN stelt hierin onder
andere voor om uiterlijk voor 2030 de Kooksgasfabriek 2 en een van de Hoogovens te
vervangen door een Direct Reduced Iron Fabriek en Electrische Boogoven en ook om schroot
en grondstoffenopslagen te overkappen. Initieel zal in deze nieuwe installaties gebruik
gemaakt worden van aardgas in plaats van steenkool voor de reductie van ijzererts.
Naar mate de beschikbaarheid en betaalbaarheid van (groene) waterstof zullen toenemen,
zal TSN geleidelijk steeds meer waterstof gaan gebruiken, met als ambitie het maximaliseren
van het gebruik van waterstof.
Deze aangepaste plannen zijn de afgelopen periode bestudeerd en kritisch geanalyseerd.
Daarbij zijn de mate waarin het bedrijf bijdraagt aan de klimaatdoelen van Nederland
en de verbetering van de gezondheid van de leefomgeving leidend, conform de ambities
zoals overeengekomen met het bedrijf in de Expression of Principles op 15 juli 2022.3 De ambitie is om per 2030 een uitstootreductie van 5 Mt CO2 te realiseren, waarmee TSN significant zou bijdragen aan het totale reductiedoel
van Nederland zoals opgenomen in het coalitieakkoord 2021 en de Klimaatwet. Daarnaast
heeft het kabinet de ambitie in 2030 een zo groot mogelijke gezondheidswinst te behalen
voor de inwoners van de IJmond. Ook na 2030 zullen nog extra stappen nodig zijn en
genomen moeten worden om zowel de CO2-emissie als de gezondheidsimpact van het bedrijf op de leefomgeving te blijven minimaliseren.
Externe adviseurs Wijers/Blom hebben op verzoek van de Minister van Economische Zaken
en Klimaat de plannen van TSN gevalideerd door deze af te wegen tegen alternatieven
van de Staat.4 Zij hebben hun bevindingen gerapporteerd in het rapport «Hoe Tata Steel Nederland
te verduurzamen?» (hierna: Rapport Wijers/Blom). Daarnaast heeft de Expertgroep Gezondheid
IJmond (hierna: expertgroep), ingesteld5 door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, een position paper «Gezondheid
geborgd» geschreven over gezondheidsvraagstukken in de IJmond.
Hierna volgt eerst een beschrijving van de hoofdlijnen van de rapporten. Daarna worden
de kabinetsreactie en vervolgstappen beschreven.
Hoofdlijnen rapport Wijers/Blom
Strategisch en economisch belang staalindustrie
Uit het rapport Wijers/Blom blijkt dat de staalindustrie van belang is voor de strategische
autonomie van Europa. Dagelijks maken we veel gebruik van staal en het is onmisbaar
voor bijvoorbeeld het bouwen van huizen, bruggen en auto’s. Controle over de toeleveringsketen
van staal, via productie en hergebruik op eigen bodem, is van strategisch belang voor
Europa.
Voor de wereldwijde klimaatopgave is het van belang dat er in Europa groen wordt geproduceerd.
Dankzij zijn aantrekkelijke ligging heeft TSN de potentie om binnen Europa een sterke
concurrentiepositie te veroveren als producent van groen staal. Haar ligging aan zee,
dicht bij een diepzeehaven en nabij een aanlandingsplaats voor wind op zee, beperkt
de afhankelijkheid van binnenlands transport van goederen, energie en moleculen. Daarnaast
leidt TSN’s geïntegreerde site tot proces- en kostenefficiëntie en heeft het een feedstockvoordeel
door de eigen pelletfabriek.
Randvoorwaardelijk voor deze sterke concurrentiepositie op lange termijn is volgens
Wijers/Blom wel dat Nederland de ambities voor lokale productie van duurzame energie
weet te realiseren. Ook vormen de mogelijk in de toekomst hoger uitpakkende kosten
van het elektriciteitsnetwerk voor industriële spelers in Nederland een risico voor
de internationale concurrentiepositie.
De staalindustrie draagt naast Europese open strategische autonomie, ook bij aan de
economie en werkgelegenheid. De industrie is, met 12,5% van het bbp, een belangrijk
onderdeel van de Nederlandse economie, en draagt bij aan kennis en innovatie. TSN
creëert toegevoegde waarde, innovatiekracht (o.a. door hun Innovation Center) en 11.000
directe en tienduizenden indirecte banen in de regio en daarbuiten.
Tegelijkertijd staat TSN voor de uitdaging om de gecreëerde negatieve impact op de
leefomgeving snel te beperken en neemt de druk vanuit de maatschappij toe. Een duurzame
toekomst voor de staalindustrie vereist de transitie naar groen staal.
Wijers/Blom concluderen dat de overheid zonder een maatwerkafspraak met TSN op korte
termijn geen bovenwettelijke maatregelen voor overlast- en emissiereductie kan afdwingen.
Dit kan dan alleen via een lange en complexe route van nieuwe wet- en regelgeving.
Mogelijke handelingsperspectieven
Het rapport schetst vijf mogelijke routes en bijbehorende handelingsperspectieven
voor de Staat voor de toekomst van TSN:
(i) een route zonder maatwerk of andere grootschalige interventies;
(ii) het huidige voorstel dat TSN heeft ingediend als basis voor een maatwerkafspraak,
waarbij een van de Hoogovens wordt vervangen door een Direct Reduced Iron Fabriek
en Electrische Boogoven;
(iii) het huidige voorstel van TSN met daarbij een versnelling van de overlastreductie;
(iv) een maatwerkafspraak waarbij TSN enkel werkt met een elektrische boogoven en de lokale
ijzerproductie stopzet;
(v) een route waarin volledige sluiting van TSN wordt afgedwongen.
Wat de optimale route is, is volgens Wijers/Blom afhankelijk vanuit welk perspectief
je naar dit vraagstuk kijkt: CO2-reductie, lokale impact, toegevoegde waarde voor Nederland, economische levensvatbaarheid,
publieke uitgaven en maatschappelijk draagvlak. Deze perspectieven komen in het rapport
aan de orde voor elk van de genoemde routes.
Aanbevelingen
In het rapport Wijers/Blom wordt dus niet één route geadviseerd, maar is even goed
wel een aantal aanbevelingen opgenomen. In de eerste plaats moet reductie van de overlast
en de impact op de gezondheid van omwonenden een centrale plek krijgen in de gekozen
verduurzamingsroute van TSN.
Snelheid is nu geboden, zowel bij de keuze voor een voorkeursroute als in de uitvoering
ervan. Alle belanghebbenden zijn gebaat bij duidelijkheid over de toekomst en een
zo snel mogelijke transitie; onzekerheid leidt tot onrust bij het bedrijf, de omwonenden
en andere belanghebbenden, en zet de license to operate van TSN onder druk.
Voorts vraagt de concurrentiepositie van TSN, ongeacht de gekozen verduurzamingsroute,
en die van andere Nederlandse industriële spelers om additioneel beleid om een competitief
energiesysteem te realiseren.
Verder bevelen Wijers/Blom de Staat aan om bij herontwikkeling van de grond die door
de verduurzamingsoperatie van TSN vrijkomt, te stimuleren dat bijgedragen wordt aan
het invullen van twee belangrijke ruimtebehoeften in de IJmond: energiehoofdinfrastructuur
en de ontwikkeling van offshore windenergie.
Technische Briefing
Tezamen met deze brief sturen wij u de openbare versie van het rapport Wijers/Blom.
Wij willen de Kamer graag de mogelijkheid bieden om in een vertrouwelijke technische
briefing vragen over het rapport te stellen en in te gaan op vertrouwelijke informatie
die niet in het met de Kamer gedeelde rapport staat. Beide adviseurs zijn bereid om
deze briefing te verzorgen.
Hoofdlijnen position paper Expertgroep Gezondheid IJmond
Samenvattend adviseert de expertgroep om (1) gezondheid systematisch mee te nemen
in de afwegingen rond de vergunningverlening van TSN en de te maken maatwerkafspraken.
Om gezondheidseffecten een volwaardige plaats te geven in de afwegingen is het advies
naast de Milieueffectrapportage ook een integrale Gezondheidseffectrapportage op te
stellen. Ook dringt zij aan op (2) significante versnellingsopties zodat ook vóór
2030 duidelijke verbeteringen in luchtkwaliteit en gezondheidseffecten ten gevolge
van TSN worden gerealiseerd. Daarnaast bepleit de expertgroep (3) meer transparantie
in het meten en monitoren van de effecten van de staalproductie op de gezondheid.
De expertgroep doet ook een aantal concrete voorstellen om dit te bereiken. Bijvoorbeeld
door de WHO 2021 luchtkwaliteit-advieswaarden als streefwaarden voor de leefomgeving
te hanteren en het eerder sluiten van Kooks- en Gasfabriek 2.
Kabinetsreactie
Beide rapporten beschrijven dat de gezondheidsrisico's in de IJmond dermate urgent
zijn dat uitstel van actie hierop onverantwoord zou zijn: het onderwerp gezondheid
van omwonenden in de IJmond heeft te lang onvoldoende prioriteit gekregen bij de overheid
en het bedrijf en daar moet snel verandering in komen.
Het kabinet onderschrijft deze urgentie. We hebben nu de gelegenheid om de onacceptabele
situatie voor de bewoners in de IJmond aan te pakken en substantiële CO2-reductie en vermindering van stikstofuitstoot te realiseren. Het kabinet wil daarom
stappen zetten om dit zo snel mogelijk te doen.
Hierna volgt een meer specifieke reactie op de beide adviezen en op een aantal onderwerpen
die in beide rapporten terugkomen.
Expertgroep gezondheid IJmond
Het kabinet is blij met het heldere advies van de expertgroep. We delen de ambitie
om gezondheid te borgen, maatregelen zoveel mogelijk te versnellen en transparantie
te verhogen. Daarmee zijn we er echter niet. Om de adviezen goed op te volgen, is
verdere uitwerking nodig. Hier zal in de komende periode aan worden gewerkt, in samenspraak
met de expertgroep, omwonenden, het bedrijf, de provincie Noord-Holland en de IJmondgemeenten.
Het kabinet was al van plan om gezondheid een prominente plaats te geven in een eventuele
maatwerkafspraak met het staalbedrijf. Dit advies onderstreept de noodzaak hiervan
opnieuw. Daarom zal het kabinet, in lijn met het advies, inzetten op het opnemen in
een eventuele maatwerkafspraak van een paragraaf over gezondheid, met duidelijk omschreven
doelen wat betreft effecten op de gezondheid. Uitgangspunt hierbij moet zijn dat de
impact van TSN op de gezondheid van omwonenden, werknemers en oud-werknemers, zowel
in termen van schadelijke emissies als hinder, zo snel en zo ver mogelijk wordt geminimaliseerd.
Deze vermindering van schadelijke impact moet bovendien goed gemeten en gecontroleerd
worden. Ook vindt het kabinet het belangrijk om gezondheidseffecten binnen de vergunningverlening
zoveel mogelijk mee te nemen, voor zover dat kan binnen de bestaande (wettelijke)
kaders. Het bevoegde gezag, de provincie Noord-Holland, werkt hier op dit moment al
aan en geeft dit de komende tijd verder vorm.
Luchtkwaliteit
De expertgroep doet de aanbeveling om toe te werken naar de WHO 2021 advieswaarden
voor luchtkwaliteit, in zowel de IJmond als daarbuiten. Het kabinet onderschrijft,
in lijn met de Europese ambities, het doel van nul-verontreiniging (zero pollution)
in 2050 voor de leefomgeving in den brede, en dus ook voor de luchtkwaliteit en de
bijbehorende WHO advieswaarden. Wel is duidelijk dat deze waarden stapsgewijs zullen
moeten worden behaald. Een belangrijke stap is de herziening van de Europese luchtkwaliteitsrichtlijn
(2008/50/EC) die op dit moment wordt afgerond. Hierover is in februari jl. een voorlopig
akkoord bereikt tussen Raad en Europees Parlement. De aanscherping van de luchtkwaliteitsnormen
is een eerste stap in de omslag van een normstelsel dat gezondheid bevordert naar
een normstelsel dat gezondheid als uitgangspunt neemt en borgt.
Door de WHO zijn op weg naar de 2021 advieswaarden een aantal minder scherpe tussendoelen
voorgesteld. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat Nederland goed op weg is om te
voldoen aan deze tussenstap in 2030.6 Ook zijn deze tussendoelen opgenomen in het bovengenoemde voorlopige akkoord op Europees
niveau. Het kabinet zal deze nieuwe eisen, zodra deze definitief zijn, zo snel mogelijk
implementeren in Nederlandse regels. Daarmee wordt een belangrijke stap gezet naar
een betere luchtkwaliteit in 2030 in de IJmond en daarbuiten.
De WHO 2021 advieswaarden worden momenteel nog lang niet overal in Nederland en Europa
behaald.
Voor de verdere verlaging van concentraties van vervuilende stoffen bevat de herziene
Richtlijn daarom een mechanisme waarin na 2030 de gemiddelde stedelijk achtergrondconcentraties
van stikstofdioxide en PM2.5 met een bepaald tempo verder zullen moeten dalen richting
de WHO2021-advieswaarden. Het kabinet zal bekijken hoe ook dit mechanisme in regelgeving
moet worden opgenomen. Dit zal een extra inspanning vergen, zowel in Nederland als
in andere Europese lidstaten.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft onderzocht wat er nodig
zou zijn om al in 2030 aan de WHO2021 advieswaarden te voldoen.7 Dit blijkt niet haalbaar zonder bijzonder ingrijpende maatregelen, in Nederland en
de buurlanden, in alle sectoren (naast industrie gaat het bijvoorbeeld om in de grote
steden alleen nog elektrisch rijden toestaan en een verbod op houtstook).
In aanvulling op het nationale beleid, wil het kabinet in de IJmond een aantal extra
stappen zetten om de luchtkwaliteit te verbeteren. Daarom willen we in een eventuele
maatwerkafspraak met het bedrijf duidelijke afspraken maken over bovenwettelijke maatregelen
ten behoeve van de vermindering van emissies die een negatieve invloed hebben op luchtkwaliteit
en gezondheid in de directe leefomgeving, zoals fijnstof. Ook willen we, samen met
de provincie Noord-Holland en de IJmondgemeenten kijken welke andere bronnen en maatregelen
kunnen bijdragen aan het verbeteren van de luchtkwaliteit in de IJmond. Te denken
valt daarbij aan mobiliteit, scheepvaart of houtstook.
Gezondheidseffecten in beeld
De expertgroep stelt voor om een gezondheidseffectrapportage (GER) op te stellen om
daarmee gezondheidseffecten een volwaardige plaats te geven in de afwegingen. Ten
eerste wil het kabinet benadrukken dat in de nu voorliggende afweging, én in de inzet
voor het maatwerktraject, gezondheid al een volwaardige plaats krijgt. Ook neemt de
provincie Noord-Holland gezondheid al zoveel mogelijk mee in de milieueffectrapportage
en het vergunningentraject, voor zover mogelijk binnen de wettelijke kaders. De komende
periode willen we in overleg met omwonenden, de expertgroep en het bevoegd gezag bezien
of een GER aanvullend hierop meerwaarde heeft. Indien het kabinet besluit om verder
te gaan met de maatwerkafspraken met het bedrijf, dan zal hier gezien de urgentie
van de problemen ook vaart achter gezet worden. De inzichten uit de GER kunnen dan
niet altijd meer worden opgenomen in het onderhandelresultaat. Wel zou een GER ingezet
kunnen worden om vast te stellen welke verbeteringen na 2030 nog nodig zijn en kan
het de informatiepositie van omwonenden verbeteren.
De expertgroep vraagt ook aandacht voor onzekerheden, zoals de geluidseffecten van
de nieuwe installaties, waaronder de vlamboogoven, en de emissies die ontstaan bij
het verwerken van schroot. Dit wordt onderzocht in het kader van de milieueffectrapportage
in het kader van de vergunningverlening. Daarbij heeft het bevoegd gezag, de provincie
Noord-Holland, al aangegeven zo scherp mogelijke eisen te willen opleggen aan de nieuwe
installaties.
Ook roept de expertgroep op tot meer transparantie, onder andere door het uitvoeren
van meer continue metingen. Bedrijven in Nederland, en dus ook TSN, moeten voldoen
aan de wettelijke regels op het gebied van monitoring en rapportage. Het kabinet zal,
mede naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid8, bezien welke verbeteringen op dit vlak mogelijk zijn. Ook willen we in overleg met
het bedrijf, het bevoegd gezag en de omgeving onderzoeken hoe meetgegevens transparant
kunnen worden ontsloten. Daarnaast loopt op dit moment, in opdracht van de provincie
Noord-Holland, een evaluatie van het luchtmeetnet.
Tot slot zal het kabinet zich bezinnen op welke aanbevelingen van de expert groep
een breder belang hebben dan alleen het Tata Steel dossier.
Wijers/Blom
Het rapport Wijers/Blom laat het belang zien van staalproductie voor de strategische
autonomie van Europa en laat ook helder zien dat een duurzamere staalproductie in
Nederland haalbaar is. Het rapport tekent daarbij wel aan dat een competitieve prijsontwikkeling
van duurzame energie onontbeerlijk is voor de industrie in Nederland en dat daar aanvullend
beleid voor nodig is. Anderzijds kan TSN door haar rol als grote gebruiker van duurzame
energie de ontwikkeling van een duurzaam energiesysteem in Nederland aanjagen. Door
zich te committeren aan de afname van groene waterstof en hernieuwbare elektriciteit
draagt TSN bij aan de opschaling van de markt voor groene waterstof en de uitrol van
wind op zee en de daarvoor benodigde energie infrastructuur.
Wijers/Blom doen een aantal aanbevelingen voor beleidsinterventies om een gezonde
prijsontwikkeling voor energie zeker te stellen.
Het kabinet vindt dit bruikbare adviezen en neemt deze mee in de verdere plannen voor
de ontwikkeling van een betaalbaar en duurzaam energiesysteem. Ook wordt de impact
van de verduurzaming van TSN op het energiesysteem verder in kaart gebracht.
Bij de uitwerking van de vervolgstappen blijven lange termijn competitiviteit en economische
levensvatbaarheid essentiële beoordelingscriteria voor het kabinet.
Ook doen Wijers/Blom een aantal waardevolle aanbevelingen over de bijdrage die de
herontwikkeling van het TSN terrein kan leveren aan de ruimtelijke opgaves in de IJmond.
Het kabinet is voornemens bij de uitwerking van de vervolgstappen oog te hebben voor
de ruimtelijke gevolgen en mogelijkheden.
Het rapport Wijers/Blom geeft voorts een duidelijk overzicht van de routes voor de
toekomst van TSN voor de eerste fase die in 2030 in bedrijf gaat. Hieruit blijkt dat
al deze routes voor- en nadelen hebben:
• In de route waarin geen maatwerkafspraken gemaakt worden, zullen de gezondheidsproblemen
en hinder naar verwachting nog jaren aanhouden en zou ook de beoogde CO2-reductie in 2030 niet gerealiseerd worden. Hoewel op termijn het bedrijf niet meer
levensvatbaar zal zijn en daarom zal moeten sluiten, verwachten Wijers/Blom dat een
business model op basis van grijs staal nog jaren levensvatbaar kan zijn. Dat betekent
dat het bedrijf voorlopig door zou gaan, met bijbehorende klimaat- en gezondheidsschade,
terwijl de investeringen opdrogen.
• In de route waarbij maatwerkafspraken op basis van het voorstel van TSN worden gemaakt,
wordt weliswaar op termijn (vanaf 2030) flinke gezondheidswinst geboekt, maar is die
winst op korte termijn (2025–2030) zeer beperkt. In deze route worden wel de CO2-reductiedoelen voor 2030 behaald en is de verwachting van Wijers/Blom dat er uiteindelijk
een levensvatbaar bedrijf kan ontstaan. Belangrijke randvoorwaarde hiervoor is de
realisatie van competitieve elektriciteitsprijzen.
• Daarnaast is de route maatwerkafspraken op basis van het voorstel van TSN met versnelde
overlastreductie uitgewerkt, waarbij een aantal zaken uit het voorstel van TSN versneld
worden uitgevoerd, zoals de realisatie van overkappingen. Ook is in deze variant vervroegde
sluiting van de Kooks- en Gasfabriek 2 opgenomen. Deze route vergt extra investeringen
ten opzichte van het plan van TSN en zou sneller tot gezondheidswinst kunnen leiden.
• In de route om alleen een elektrische boogoven te realiseren zijn de gezondheids-
en hinderwinst onzeker. De gerealiseerde verbeteringen door het sluiten van de productie
van ruwijzer worden mogelijk deels tenietgedaan door hinder en gezondheidsrisico’s
ten gevolge van de import van halffabrikaten en schroot. Bovendien lijkt deze route
bedrijfseconomisch moeilijk haalbaar, hetgeen tot een hoge steunvraag van TSN voor
de staat zou leiden. Tenslotte is onzeker of de komende jaren voldoende halffabricaten
op de markt beschikbaar zijn om aan de behoefte van het bedrijf te voldoen.
• In de route van gedwongen sluiting zouden de gezondheidsproblemen in de omgeving flink
verminderen. Het is echter zeer onzeker of dit op korte termijn realiseerbaar zou
zijn. Bovendien zou het met grote maatschappelijke gevolgen en zeer hoge kosten voor
de Staat gepaard gaan, vanwege compensatie voor onteigening, kosten voor de sanering
van de vervuilde grond en het sociaal plan voor de werknemers die hun baan verliezen.
Ook zou deze route nauwelijks bijdragen aan klimaatverbetering omdat met het verplaatsen
van de staalproductie van TSN naar elders ook de CO2- en andere emissies verplaatst zouden worden. Het draagvlak voor deze route is bovendien
zeer laag bij vrijwel alle stakeholders in de IJmond. Ook de expertgroep vindt dit
scenario ongewenst.
Vervolgstappen
Beide rapporten beschrijven dat de gezondheidsrisico's in de IJmond en de verduurzamingsopgave
dermate urgent zijn dat uitstel van actie hierop onverantwoord zou zijn.
Het kabinet realiseert zich daarom dat het nu tijd is om snel vervolgstappen te zetten.
Bij deze vervolgstappen kijkt het kabinet naar een goede balans in het beleidspakket
tussen subsidiërende, normerende en beprijzende maatregelen, zodat wordt geborgd dat
de staalproductie met kolen zo snel mogelijk wordt afgebouwd.
Op basis van de hierboven beschreven evaluatie van de verschillende toekomst routes
voor TSN, wil het kabinet nu zo snel mogelijk onderzoeken of het haalbaar is om gesprekken
te starten met TSN op basis van het voorstel van TSN met versnelde overlastreductie.
Een definitief besluit hierover zal genomen worden in de voorjaarsbesluitvorming.
Wij zullen uw Kamer daarover verder informeren begin mei.
Tot slot
Zowel het rapport van de expertgroep IJmond als het rapport Wijers/Blom laten zien
dat het snel realiseren van een duurzame en schone staalindustrie essentieel is voor
alle belanghebbenden. Het is in de eerste plaats aan TSN om dat te realiseren. Het
kabinet spant zich in om op korte termijn stappen te zetten om hieraan bij te dragen.
Graag blijven wij daar met uw Kamer over in gesprek.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Indieners
-
Indiener
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Medeindiener
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.