Brief regering : Kabinetsreactie voorlopige Commissiebeoordeling eerste Poolse betaalverzoek HVF
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 2021
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 maart 2024
Op 15 december 2023 heeft Polen zijn eerste betaalverzoek in het kader van de Herstel-
en Veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility, HVF) ingediend. Het betreft
een betaalverzoek van 6,3 miljard euro. De Europese Commissie (Commissie) publiceerde
op 29 februari jl. haar voorlopige, positieve beoordeling van dit betaalverzoek.1 Deze voorlopige beoordeling is op 4 maart jl. met uw Kamer gedeeld.2 Daarnaast is 1 februari 2023 toegezegd dat uw Kamer in het geval van Polen (en Hongarije)
voorafgaand aan de bespreking van het eerste betaalverzoek in het Economisch en Financieel
Comité (EFC) een kabinetsappreciatie ontvangt van de Commissiebeoordeling van de verwezenlijking
van de mijlpalen op het gebied van de rechtsstaat.3 Middels deze brief wordt uw Kamer over de kabinetsappreciatie geïnformeerd. Het EFC
zal haar opinie op 21 maart a.s. vaststellen en streeft daarbij naar consensus.
Commissiebeoordeling
In het herstelplan van Polen zijn mijlpalen overeengekomen op het gebied van de rechtsstaat.
In het uitvoeringsbesluit van de Raad ter goedkeuring van het Poolse herstelplan,
dat werd vastgesteld op 17 juni 2022, is expliciet vastgelegd dat de mijlpalen die
zien op de Tuchtkamer- en procedure alsmede de instelling van de herzieningsprocedure
voor rechters die zijn geschorst zogenoemde supermijlpalen zijn. Dat wil zeggen dat
deze supermijlpalen moeten zijn gerealiseerd voordat Polen aanspraak kan maken op
middelen uit de HVF. In het uitvoeringsbesluit is vastgelegd dat deze supermijlpalen
worden getoetst bij het eerste betaalverzoek. Voor een uitgebreide beschrijving van
de mijlpalen wordt verwezen naar de Kamerbrief van 14 juni 2022 over het uitvoeringsbesluit
ter vaststelling van het Poolse herstelplan.4
In de voornoemde voorlopige beoordeling van het betaalverzoek komt de Commissie tot
de conclusie dat Polen voldoende voortgang heeft gemaakt op het gebied van de supermijlpalen
op het gebied van de rechtsstaat om een eerste uitbetaling van middelen te rechtvaardigen.
De beoordeling van de Commissie berust op de volgende elementen:
Op 15 juli 2022 is de gewijzigde wet op het Hooggerechtshof in werking getreden waarmee
de omstreden Tuchtkamer is ontmanteld en vervangen door een Kamer voor Beroepsverantwoordelijkheid,
en de tuchtwetgeving gedeeltelijk is aangepast. Zo kunnen het stellen van prejudiciële
vragen aan het EU Hof en de inhoud van een rechterlijke uitspraak in principe geen
aanleiding meer zijn voor het opleggen van disciplinaire maatregelen. Ook is er een
herzieningsprocedure voor rechters gecreëerd die onrechtmatig zijn geschorst. De Commissie
constateert dat vier van de leden van de Kamer voor Beroepsverantwoordelijkheid nog
niet voldoen aan de Unierechtelijke onafhankelijkheidseisen. Dit wordt volgens de
Commissie echter ondervangen door de in de wet op het Hooggerechtshof voorziene toetsingsprocedure,
waarmee een rechter kan verzoeken om de onafhankelijkheid van een mederechter te laten
toetsen.
De Poolse wetgeving biedt nog een aantal bepalingen om naar aanleiding van uitspraken
van rechters een disciplinaire procedure te starten.5 Deze tekortkomingen worden volgens de Commissie geadresseerd door aanvullende maatregelen
zoals de aanstelling van ad hoc commissarissen; zij krijgen de bevoegdheid om onrechtmatige tuchtprocedures te stoppen.
Volgens de Commissie vormt de in het Poolse Actieplan van 19 februari jl. vastgelegde
onomwonden verbintenis van Polen aan de voorrang van het Unierecht een aanvullende
waarborg dat Poolse rechters niet langer worden geconfronteerd met disciplinaire acties
op basis van uitspraken. Immers, Poolse rechtbanken moeten de bepalingen die door
de uitspraken6 van het EU Hof in strijd zijn met het Unierecht buiten beschouwing laten.
Proces
De voorlopige beoordeling van het betaalverzoek ligt op 21 maart a.s. voor in het
EFC, dat een opinie zal vaststellen en daarbij streeft naar consensus. Indien een
lidstaat van oordeel is dat er ernstige afwijkingen zijn wat betreft de bevredigende
verwezenlijking van de mijlpalen en doelen, kan deze lidstaat de ER-voorzitter verzoeken
de aangelegenheid voor te leggen aan de Europese Raad (noodremprocedure). De Commissie
moet rekening houden met het advies van het EFC bij de definitieve beoordeling van
een betaalverzoek. Bij een definitieve, positieve beoordeling stelt de Commissie daarna
zo spoedig mogelijk een besluit vast met toestemming voor betaling, en kan de eerste
tranche aan HVF-middelen worden uitgekeerd. Het gaat om 6,3 miljard euro van de totaal
59,8 miljard euro voor Polen bestemde HVF-middelen.7
Bij elk volgend betaalverzoek wordt opnieuw door de Commissie getoetst of de supermijlpalen
op het terrein van de rechtsstaat nog altijd bevredigend zijn verwezenlijkt. Mochten
hervormingen op het gebied van de rechtsstaat in Polen op een later moment onverhoopt
worden teruggedraaid of anderszins feitelijk buiten werking worden gesteld, dan zal
dat leiden tot opschorting van volgende betalingen voor andere mijlpalen.8Dit vormt daarmee gedurende de looptijd van de HVF (t/m 2026) een drukmiddel richting
Polen om hervormingen in stand te houden. Daarnaast heeft de Commissie bij de vaststelling
van het uitvoeringsbesluit ter goedkeuring van het Poolse herstelplan verklaard dat
de financiële overeenkomst en leenovereenkomst verplichtingen bevatten, waardoor het
terugdraaien of buiten werking stellen van hervormingen op het gebied van de rechtsstaat
kan leiden tot terugvordering van reeds uitbetaalde middelen.
Kabinetsappreciatie
Het kabinet steunt de analyse van de Commissie dat er in voldoende mate sprake is
van bevredigende verwezenlijking van de supermijlpalen op het gebied van de rechtsstaat.
Het herstel van de Poolse rechtsstaat is echter een complex proces van lange adem.
Het kabinet constateert in dit kader dat de huidige wetgeving op een aantal punten
nog verder zal moeten worden gewijzigd om de onafhankelijkheid van de rechterlijke
macht nog steviger en structureler te verankeren. In dit licht verwelkomt het kabinet,
net als de Commissie, het door Polen gepresenteerde Actieplan van 19 februari jl.
met (wetgevende) hervormingen waarmee de Poolse regering de realisatie van de mijlpalen
op de lange termijn wil bestendigen, en noodzakelijke stappen aankondigt om de bredere
rechtsstaatproblematiek te adresseren. Het gaat dan bijvoorbeeld over de voorgenomen
hervorming van de omstreden Raad voor de Rechtspraak, waar het kabinet al lange tijd
op aandringt, maar die geen onderdeel uitmaakte van de supermijlpalen in het kader
van de HVF. Ook verwelkomt het kabinet de plannen om het Poolse Grondwettelijk Hof
te hervormen ten behoeve van het herstellen van haar onafhankelijkheid. Ten slotte
verwelkomt het kabinet, in lijn met motie Sjoerdsma,9 de toetreding van Polen tot het Europees Openbaar Ministerie (EOM).10 Ook dit is voor het kabinet een belangrijke stap richting het herstel van vertrouwen
in de Poolse rechtsstaat en voor de bescherming van de financiële belangen van de
Unie.
Het kabinet hecht eraan dat de noodzakelijke rechtsstaathervormingen duurzaam en effectief
zijn. De mogelijkheden om in het geval van een terugval volgende betaalverzoeken op
te schorten, bieden volgens het kabinet een belangrijk instrument om de hervormingen
te bestendigen. Het blijft voor het kabinet daarom noodzakelijk dat de Commissie ook
bij volgende betaalverzoeken zorgvuldig toetst of de rechtsstaatmijlpalen nog altijd
bevredigend zijn verwezenlijkt. Daarnaast is voor het kabinet in dit licht van belang
dat het bredere EU-rechtsstaatinstrumentarium, waaronder het jaarlijkse Commissierechtstaatrapport,
de Commissie in staat stelt de hervormingen van de rechtelijke macht structureel te
monitoren en passende maatregelen te nemen indien er onverhoopt sprake is van terugval.
Het kabinet blijft de Commissie in algemene zin oproepen het EU-rechtsstaatinstrumentarium
zo volledig en effectief mogelijk in te zetten.
Kabinetsinzet
De verwachting is dat de positieve Commissiebeoordeling kan rekenen op brede steun
in het EFC. Alles overwegende is het kabinet voornemens om, in lijn met motie Sjoerdsma
c.s.11, mee te gaan in de consensus zodat Polen op korte termijn aanspraak kan maken op
de eerste tranche van HVF-middelen. Het kabinet vindt het positief dat de regering
Tusk voortvarend te werk is gegaan om de Poolse rechtsstaat te herstellen en zal Polen
aanmoedigen om door te gaan op de ingeslagen weg richting het effectieve en duurzame
herstel van de Poolse rechtsstaat. Het kabinet zal Polen daarbij oproepen om de (bredere)
structurele hervormingen zoals aangekondigd in het Actieplan zo snel mogelijk te implementeren.
Daarnaast zal het kabinet de Commissie oproepen de rechtsstaatontwikkelingen in Polen
nauwgezet te blijven monitoren en bij volgende betalingsverzoeken de verwezenlijking
van de mijlpalen op het terrein van de rechtsstaat zorgvuldig te blijven toetsen.
De Minister van Financiën,
S.P.R.A. van Weyenberg
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën -
Mede ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken