Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 19 maart 2024
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2841 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 maart 2024
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Algemene Zaken van 19 maart
2024. Middels de bijlage wordt uw Kamer, mede namens de Minister van Financiën, geïnformeerd
over het Commissierapport en het verslag van de Europese Rekenkamer met betrekking
tot de inzet van de MFK-rechtsstaatsverordening.
De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 19 maart 2024
Op dinsdag 19 maart a.s. vindt in Brussel de Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. Op
de agenda staan de voorbereiding van de Europese Raad (ER) van 21 en 22 maart a.s.,
het Europees Semester 2024 en mogelijk de artikel 7 procedure jegens Polen. De RAZ
zal tijdens de lunch spreken over de toekomst van de Europese Unie. De Minister van
Buitenlandse Zaken is verhinderd deel te nemen aan deze RAZ; de Permanent Vertegenwoordiger
bij de EU zal Nederland vertegenwoordigen. In de bijlage wordt uw Kamer, mede namens
de Minister van Financiën, geïnformeerd over de inhoud en kabinetsappreciatie van
het Commissierapport inzet MFK-rechtsstaatverordening en het speciaal verslag Europese
Rekenkamer over de rechtsstaat in de EU.
Voorbereiding ER
Op de agenda van de Europese Raad (ER) van 21 en 22 maart a.s. staan vooralsnog de
Russische agressie tegen Oekraïne, veiligheid en defensie, de situatie in het Midden-Oosten
en het is de verwachting dat onder overig gesproken wordt over de Strategische Agenda
voor 2024–2029.1 Tijdens de ER zal voorts landbouw aan de orde komen; voor de kabinetsinzet kunt u
de Geannoteerde Agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 26 februari jl. raadplegen2. Voor de buitenlandpolitieke onderwerpen verwijst het kabinet verder naar de Geannoteerde
Agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 maart 2024 waar deze onderwerpen zullen
worden besproken.
In voorbereiding op de ER zal de RAZ spreken over de voortdurende Russische agressieoorlog
tegen Oekraïne. Het kabinet bepleit snelle besluitvorming omtrent het Ukraine Assistance Fund. Het kabinet blijft het belang van verdere inzet in het kader van accountability voor Oekraïne onderstrepen en verwijst naar de Restoring Justice conferentie die Nederland op 2 april as. in Den Haag organiseert.
In voorbereiding op de ER zal de RAZ mogelijk spreken over de Europese defensie-industrie
strategie en het bijbehorende Europese defensie-industrieplan. Naar aanleiding van
de oorlog in Oekraïne zijn de EU en haar lidstaten zich er bewuster van geworden dat
zij meer eigen verantwoordelijkheid moeten nemen voor productie van defensiematerieel
en munitie, om de leveringszekerheid te kunnen waarborgen. Het kabinet verwelkomt
op grote lijnen de gepubliceerde strategie en het bijbehorende plan en uw Kamer wordt
via de gebruikelijke BNC-procedure geïnformeerd over de gedetailleerde kabinetsappreciatie.
De discussie tijdens deze ER zal verkennend van aard zijn en onderhandelingen over
het plan in de Raad zullen komende maanden plaatsvinden.
Europees Semester 2024
Naar verwachting zal de RAZ van gedachten wisselen naar aanleiding van het nog te
publiceren syntheserapport over de bijdragen van de verschillende raadsformaties binnen
het Europees Semester 2024. Het Belgisch voorzitterschap zal tijdens de RAZ een presentatie
geven over de verdere bespreking van het Europees Semester in de relevante vakraden.
Zoals uiteengezet in de kabinetsreactie op het herfstpakket van het Europees Semester
voor 2024, is het kabinet van mening dat het Europees Semester bestaande en nieuwe
structurele beleidsuitdagingen van lidstaten moet blijven identificeren en dat het
monitoren van de uitvoering van structurele hervormingen een prioriteit blijft.3
Economisch beleid eurozone
Ten slotte zal de RAZ de Raadsaanbevelingen over het economisch beleid in de eurozone
in 2024, zoals die aan de orde kwamen tijdens de Eurogroep van 15 en 16 januari 2024,
doorgeleiden naar de ER ter bekrachtiging.
Lunch toekomst EU
En marge van de RAZ zal er een lunch discussie over de Toekomst van de EU worden georganiseerd
door het Belgische EU voorzitterschap. De precieze invulling hiervan is nog niet bekend.
Mogelijk komt tijdens de lunch de mededeling over «pre-enlargement reforms en policy
reviews» van de Europese Commissie ter sprake, die vooralsnog op 12 maart a.s. wordt
verwacht. Voor de Nederlandse inzet wordt verwezen naar het Verslag van een schriftelijk
overleg over o.a. het verslag van de Raad Algemene Zaken van 29 januari 2024.4
Het is de verwachting dat de informele RAZ van 29–30 april a.s. uitgebreider bij dit
onderwerp zal stilstaan. Uw Kamer zal in de geannoteerde agenda voor deze bijeenkomst
de nadere Nederlandse inzet toegaan, in overeenstemming met de motie Van Campen c.s.5 Tijdens de Europese Raad van 14–15 december 2023 is overeengekomen dat uiterlijk
in de zomer van 2024 conclusies worden aangenomen over een routekaart in dit verband.
Artikel 7 procedure Polen (bespreking stand van zaken)
In navolging op de RAZ van 20 februari jl.6, waar de Poolse Minister van Justitie een Actieplan7 heeft toegelicht met hervormingen die de Poolse regering voornemens is om door te
voeren om tegemoet te komen aan de zorgen van de EU over de rechtsstaat, volgt tijdens
deze aankomende RAZ mogelijk opnieuw een stand van zaken bespreking inzake de Artikel
7 procedure jegens Polen. Naar verwachting zal de Commissie een beoordeling geven
van het Poolse Actieplan voor het herstel van de rechtsstaat. De Artikel 7 procedure
tegen Polen is gericht op de problematiek rondom de onafhankelijkheid van de rechterlijke
macht. Het gaat onder meer om de problemen rondom de procedure voor de benoeming van
rechters op voordracht van de Nationale Raad voor de Rechtspraak en de samenstelling
van deze Raad. Het kabinet steunt de ambities en voornemens van Polen om de rechtsstaat
te herstellen, en ziet uit naar de Commissiebeoordeling van het Actieplan.
Op 23 februari jl. kondigde Commissievoorzitter Von der Leyen aan EUR 137 miljard
euro aan bevroren EU-subsidies voor Polen te deblokkeren. Het gaat om EU-middelen
uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (RRF-verordening) en Cohesiemiddelen (Common Provisions Regulation, CPR). Polen diende op 15 december 2023 een eerste betaalverzoek in om EU-middelen
uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit te kunnen ontvangen.8 Uw Kamer is hierover in het Verslag van de Ecofinraad van 15–16 januari jl. geïnformeerd.9 Op 29 februari jl. publiceerde de Commissie de «voorlopige positieve beoordeling»
van dit betaalverzoek. Uw Kamer wordt over deze voorlopige positieve beoordeling van
de Commissie ten aanzien van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit voorafgaand aan de
bespreking in het Economisch en Financieel Comité, conform de geldende informatieafspraken,
door de Minister van Financiën geïnformeerd. Over het deblokkeren van Cohesiemiddelen
besluit de Commissie zelfstandig; de Raad heeft geen rol in de besluitvorming. Uitbetaling
van deze middelen vindt plaats op declaratiebasis in het kader van de uitvoering van
cohesieprogramma’s. Uw Kamer is over het voorgenomen Commissiebesluit in het Verslag
van de Ecofinraad van 7–8 december geïnformeerd.10
Bijlage bij Geannoteerde Agenda
Conform Artikel 9 van de MFK-rechtsstaatverordening heeft de Commissie op 12 januari
2024 aan de Raad en het Europees Parlement gerapporteerd over de inzet van de MFK-rechtsstaatsverordening
en de effectiviteit van de maatregelen.11 Daarnaast publiceerde de Europese Rekenkamer (ERK) op donderdag 22 februari jl. een
speciaal verslag, getiteld «De rechtsstaat in de EU. Een verbeterd kader voor de bescherming
van de EU, maar risico’s blijven bestaan».12 Middels deze weg wordt uw Kamer, mede namens de Minister van Financiën, geïnformeerd
over de inhoud en kabinetsappreciatie van deze rapporten.
Commissierapport inzet MFK-rechtsstaatverordening
De Commissie gaat in de Mededeling in op de toepassing van de MFK-rechtsstaatverordening
tegen Hongarije, de complementariteit van de MFK-rechtsstaatverordening ten aanzien
van het overige (rechtsstaat)instrumentarium, de effectiviteit van de maatregelen,
de effectiviteit van de procedure, en geeft een evaluatie van de inzet van de MFK-rechtsstaatverordening.
De Commissie geeft aan dat zij gebruikt maakt van een veelvoud aan bronnen onder de
verschillende (rechtsstaat)instrumenten voor de beoordeling of wordt voldaan aan de
voorwaarden voor het opleggen van maatregelen (artikel 4), waaronder de jaarlijkse
Commissie-rechtsstaatrapporten. Ook wordt informatie verzameld van het maatschappelijk
middenveld en burgers middels de klachtenprocedure.
Ten aanzien van de toepassing van de procedure tegen Hongarije beschrijft de Commissie
het gevolgde proces en constateert hierbij onder meer dat de late indiening van de
voorgestelde corrigerende maatregelen door Hongarije, in combinatie met de vaste beoordelingstermijnen,
heeft geleid tot aanzienlijke tijdsdruk. Met betrekking tot de complementariteit (her)bevestigt
de Commissie dat de inzet van de MFK-rechtsstaatsverordening gerechtvaardigd was,
met name omdat het de mogelijkheid bood om op alle EU-fondsen te korten en niet gelimiteerd
is aan specifieke programma’s (zoals bijvoorbeeld onder de Verordening algemene bepalingen
2021–2027 voor het cohesiebeleid (Common Provisions Regulation, CPR) wel het geval is). Hierdoor was de MFK-rechtsstaatverordening het meest effectieve
instrument om het Unie-budget te beschermen tegen de systematische en dwarsdoorsnijdende
aard van de corruptieproblematiek in Hongarije.
De Commissie constateert dat de genomen maatregelen het Unie-budget momenteel effectief
beschermen, en verwijst hierbij naar haar besluit van 13 december 2023 om de maatregelen
in stand te houden omdat Hongarije nog onvoldoende (nieuwe) maatregelen heeft genomen
om de rechtsstaatschendingen die hebben geleid tot het opleggen van maatregelen onder
de MFK-rechtsstaatverordening weg te nemen.13 De Commissie beschrijft een aantal van de door Hongarije genomen maatregelen, waaronder
de oprichting van de integriteitsautoriteit, en komt tot de conclusie dat de doorlopen
procedure effectief is geweest in het aansporen van rechtsstaathervormingen in Hongarije
waardoor het Unie-budget beter beschermd is.
Ten slotte oppert de Commissie twee mogelijkheden om de effectiviteit van de procedure
te vergroten: het bieden van meer flexibiliteit rondom de termijn van één maand waarbinnen
de Commissie de ontvangen informatie en de eventuele opmerkingen van de betrokken
lidstaat moet beoordelen, inclusief de voorgestelde corrigerende maatregelen, alsook
het betrekken van opmerkingen van andere betrokken overheidsinstanties.14
Speciaal verslag Europese Rekenkamer
In het verslag is de Europese Rekenkamer (ERK) nagegaan of de toepassing door de Commissie
van de MFK-rechtsstaatverordening passend was, of deze consistent was met andere (rechtsstaat)instrumenten
die beschikbaar zijn, zoals de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF) en de Common Provisions Regulation, en of deze doeltreffend was bij de bescherming van de financiële belangen van de
EU tegen schendingen van de beginselen van de rechtsstaat. De ERK onderzocht de interne
regelingen van de Commissie voor de toepassing van de MFK-rechtsstaatverordening en
de maatregelen die de Commissie heeft genomen om de financiële belangen van de EU
te beschermen met behulp van het financiële EU-rechtsstaatinstrumentarium. De ERK
heeft zes lidstaten in het onderzoek betrokken, te weten Bulgarije, Griekenland, Hongarije,
Italië, Polen en Roemenië.
De ERK constateerde bij de toepassing van de MFK-rechtsstaatverordening een aantal
tekortkomingen, en voor de doeltreffendheid van de tot dusver genomen begrotings-
en corrigerende maatregelen een aantal risico’s. Zo wijst de ERK er onder meer op
dat het beperken van toegang van een lidstaat tot EU-fondsen de verwezenlijking van
EU-doelstellingen tijdelijk kan belemmeren. Ook geeft de ERK aan dat de richtsnoeren
geen duidelijkheid geven over een aantal belangrijke kwesties, zoals wat een voldoende
rechtstreeks verband vormt tussen schendingen van de beginselen van de rechtsstaat
en de financiële belangen van de EU. De ERK concludeert dat de MFK-rechtsstaatverordening
het kader voor de rechtsstaat heeft verbeterd, maar dat risico’s voor de doeltreffende
toepassing ervan blijven bestaan. Ook is de ERK van oordeel dat de Commissie niet
op transparante wijze kan aantonen dat de financiële belangen van de EU in alle lidstaten
afdoende worden beschermd.
Om die reden doet de ERK de Commissie een aantal aanbevelingen, waaronder om voor
alle EU-lidstaten systematisch vast te stellen, te beoordelen en te documenteren hoe
rechtsstatelijke kwesties met behulp van de MFK-rechtsstaatverordening zijn aangepakt,
om te monitoren wat het effect is van de maatregelen die door EU-lidstaten zijn genomen
op grond van het financiële EU-rechtsstaatinstrumentarium, en om bij de voorbereidingen
voor het nieuwe MFK aanvullende beschermende maatregelen voor te stellen om zo de
doeltreffendheid van het kader voor de rechtsstaat verder te versterken.
Appreciatie
De positie van het kabinet ten aanzien van de inzet van de MFK-rechtsstaatverordening
staat onder andere beschreven in de Kamerbrieven van 7 oktober 2022, 30 november 2022,
13 december 2022 en 13 juni 2023.15 In algemene zin is de inzet van het kabinet erop gericht dat de MFK-rechtsstaatverordening
zo volledig mogelijk wordt benut. Het is positief dat de Commissie, voor haar beoordeling
– of aan de voorwaarden is voldaan om maatregelen op te leggen – gebruik maakt van
beschikbare informatie van andere (rechtsstaat)instrumenten; dit laat zien hoe de
verschillende (rechtsstaat)instrumenten elkaar versterken. Het kabinet heeft kennisgenomen
van de constateringen en aanbevelingen van de ERK. In samenhang met de bevindingen
van de Commissie bieden deze een nuttige basis voor de verdere ontwikkeling van de
MFK-rechtsstaatverordening.
Ten aanzien van de inzet van de MFK-rechtsstaatverordening tegen Hongarije kan het
kabinet de analyse van de Commissie ten aanzien van de effectiviteit van de maatregelen
en de doorlopen procedure goed volgen. Ook het kabinet is van mening dat uit de door
Hongarije genomen maatregelen blijkt dat de MFK-rechtsstaatverordening werkt en aanzet
tot actie. Het is van belang dat de Commissie zorgvuldig blijft toetsen of de stappen
die Hongarije onderneemt duurzaam en effectief zijn om de geconstateerde risico’s
voor de financiële belangen van de Unie weg te nemen of te mitigeren. Een dergelijke
beoordeling is nodig om te zijner tijd een eventueel voorstel aan de Raad voor het
aanpassen of intrekken van de maatregelen te onderbouwen. Op dit moment is geen sprake
van een dergelijk voorstel. Met betrekking tot de genoemde voorstellen van de Commissie
om de effectiviteit van de MFK-rechtsstaatverordening te vergroten heeft het kabinet
begrip voor de door de Commissie beschreven tijdsdruk. Anderzijds creëren de vaste
(beoordelings)termijnen volgens het kabinet momentum in de besluitvormingsprocedure,
wat bijdraagt aan de effectiviteit van de MFK-rechtsstaatverordening. Er moet voor
gewaakt worden dat dit momentum ook in de toekomst behouden blijft. Het kabinet steunt
het idee van de Commissie om ook observaties van andere relevante overheidsinstanties
te betrekken; dit kan de informatiepositie van de Commissie verbeteren en bijdragen
aan een betere oordeelsvorming door de Raad. Het kabinet blijft nadenken over hoe
de effectiviteit van het bestaande (rechtsstaat)instrumentarium, inclusief de MFK-rechtsstaatsverordening,
kan worden vergroot en eventueel verder kan worden ontwikkeld. Het Commissierapport
en het speciaal verslag van de ERK zijn daarvoor nuttige bijdragen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.