Brief regering : Conceptkerndoelen burgerschap en digitale geletterdheid
31 293 Primair Onderwijs
31 289
Voortgezet Onderwijs
Nr. 721
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 maart 2024
In het dagelijks leven van leerlingen spelen digitale geletterdheid en burgerschap
een belangrijke rol. Leerlingen van nu komen meer dan ooit in aanraking met digitale
media en moeten veilig hun weg kunnen vinden in de enorme hoeveelheid informatie waar
zij toegang toe hebben. Leerlingen kunnen zo met meer weerbaarheid en kennis van zaken
meedoen in de samenleving.
Deze leergebieden zijn uitgewerkt in de conceptkerndoelen burgerschap en digitale
geletterdheid die vandaag door het landelijke expertisecentrum voor het curriculum
(SLO) aan mij zijn overhandigd. Deze conceptkerndoelen zijn in opdracht van OCW ontwikkeld
in het kader van de curriculumherziening voor het funderend onderwijs. Nadat u eerder
al de conceptkerndoelen voor Nederlands en rekenen-wiskunde heeft ontvangen1, stuur ik u nu middels deze Kamerbrief ter informatie ook de conceptkerndoelen van
burgerschap en digitale geletterdheid toe. Samen met de conceptkerndoelen voor Nederlands
en rekenen-wiskunde geven ze een stevige basis voor het versterken van de basisvaardigheden.
De conceptkerndoelen burgerschap en digitale geletterdheid zullen de komende periode
in de praktijk worden beproefd en daarna aan uw Kamer worden voorgelegd.
In het vervolg van de brief ga ik in op hoe de conceptkerndoelen tot stand zijn gekomen,
de inhoud van de conceptkerndoelen en hoe de conceptkerndoelen wettelijk vastgelegd
zullen worden.
Totstandkoming van de conceptkerndoelen
In de Kamerbrief van 25 april 2022 is een gefaseerde ontwikkeling van de kerndoelen
toegezegd. De kerndoelen voor de basisvaardigheden kregen voorrang: eerst werden Nederlands
en rekenen-wiskunde ontwikkeld, op de voet gevolgd door kerndoelen voor de leergebieden
burgerschap en digitale geletterdheid.2 Na het opmaken van de tussenbalans heeft de Kamer ingestemd met het starten van de
overige leergebieden.3
Op 29 april 2022 is aan SLO opdracht gegeven om de kerndoelen Nederlands en rekenen-wiskunde
te actualiseren en nieuwe kerndoelen burgerschap en digitale geletterdheid te ontwikkelen.4 Leraren uit het primair en voortgezet onderwijs hebben samen met vakexperts en curriculumexperts
in het afgelopen jaar de conceptkerndoelen opgesteld. Ieder team is bijgestaan door
een advieskring met vertegenwoordigers van o.a. vakinhoudelijke verenigingen, lerarenopleidingen,
experts, maatschappelijke organisaties en een klankbordgroep voor specifieke onderwijsbehoeften.
Deze samenwerking heeft ervoor gezorgd dat de nieuwe conceptkerndoelen zijn gebaseerd
op een goede mix van wetenschappelijke inzichten en vak- en praktijkkennis.
Inhoud van de conceptkerndoelen
Met de oplevering van deze conceptkerndoelen door SLO komt er een meer concrete invulling
van wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het terrein van digitale geletterdheid
en burgerschap. Dit geeft houvast en focus. Het is van groot belang dat onze leerlingen
meer digitaal geletterd worden, want hoewel ze veel tijd online doorbrengen, zijn
ze zich vaak niet bewust van de volle breedte van de mogelijkheden, beperkingen en
risico’s van digitale technologie.5 In het onderwijs wordt door leraren en lerarenopleidingen al op verschillende manieren
aandacht besteed aan digitale geletterdheid en technologie, maar concrete kerndoelen
geven scholen de duidelijkheid en mogelijkheid om keuzes te maken voor hun onderwijsprogramma.
Ook burgerschap is een essentieel leergebied. In 2021 is de wettelijke burgerschapsopdracht
uit 2006 voor scholen verduidelijkt. Sindsdien wordt van scholen gevraagd dat ze hun
burgerschapsonderwijs doelgerichter en samenhangender invullen dan dat dat eerder
het geval was. Daarbij werd aangekondigd dat er kerndoelen burgerschap zouden komen
om meer handvatten te geven voor de inhoud van het burgerschapsonderwijs.6
Deze nieuwe leergebieden kunnen in de onderwijspraktijk worden geïntegreerd met andere
leergebieden. Dit is vaak ook juist effectief voor goed burgerschapsonderwijs. Zo
kan tijdens de lessen taal bijvoorbeeld een tekst over de Grondwet gebruikt worden.
De conceptkerndoelen sorteren dan ook niet voor op een apart vak burgerschap.
Van concepten naar definitieve kerndoelen
De conceptkerndoelen zullen in de periode tot en met voorjaar 2025 in en met het onderwijsveld
beproefd worden. In deze fase gaat SLO met scholen in gesprek over de verwachte bruikbaarheid
van de conceptkerndoelen. Het beproeven van deze kerndoelen kent een langere doorlooptijd
dan die van de leergebieden Nederlands en rekenen-wiskunde. Hierbij speelt onder andere
mee dat de conceptkerndoelen van burgerschap en digitale geletterdheid sterk samenhangen
met kerndoelen in andere leergebieden. Dat vraagt om meer onderzoek naar wat scholen
en leraren nodig hebben om de inhoud van de kerndoelen burgerschap en digitale geletterdheid
aan hun leerlingen aan te bieden. Met de opbrengst van deze fase van beproeven worden
de conceptkerndoelen indien nodig bijgesteld. Ook de reflectie van de wetenschappelijke
Curriculumcommissie zal worden meegenomen in het finaliseren van de conceptkerndoelen.
Om de nieuwe kerndoelen te zijner tijd voor alle scholen te kunnen verplichten, is
een wetswijziging nodig. In dit voorstel worden de grondslagen voor deze nieuwe leergebieden
geregeld. Het wetsvoorstel herziening wettelijke grondslagen kerndoelen is in september
2023 in internetconsultatie gegaan.7 Ik verwacht dit wetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2025 aan uw Kamer te zenden
ter behandeling. Parallel hieraan wordt een start gemaakt met het traject om de kerndoelen
vast te stellen in de verschillende AMvB’s.
Daarna volgt de daadwerkelijke implementatie van deze kerndoelen op alle scholen.
Scholen kunnen nu al aan de slag met de conceptkerndoelen die zijn opgeleverd. Sommige
scholen zijn al goed op weg met de inhoud van deze leergebieden. Tegelijkertijd moeten
we goed in beeld krijgen van welke scholen het meer inspanning zal vragen om deze
conceptkerndoelen te vertalen naar een goed onderwijsaanbod. Hiervoor biedt de fase
van beproeven kansen, omdat SLO in gesprek gaat met scholen. Scholen kunnen bij de
implementatie worden ondersteund, bijvoorbeeld via de expertisepunten burgerschap
en digitale geletterdheid.
De gehele onderwijsinfrastructuur speelt een belangrijke rol in het slagen van de
implementatie van de nieuwe leergebieden. Zo zullen er leermiddelen worden gemaakt
of aangepast. Docenten hebben wellicht extra scholing nodig om met bepaalde kerndoelen
aan de slag te gaan. De lerarenopleidingen zullen de geactualiseerde kerndoelen meenemen
in hun curricula en aankomende docenten helpen hun digitale vaardigheden te verbeteren,
zoals ook benadrukt in de motie Gerkens c.s.8 Vele organisaties zullen dus vanuit hun eigen rol een belangrijke bijdrage leveren
aan deze actualisatie en implementatie van de kerndoelen. Daarnaast houden wij scherp
in de gaten wat docenten nodig hebben om te kunnen werken met de geactualiseerde kerndoelen.
Door hier goed op aan te sluiten leiden deze geactualiseerde kerndoelen tot daadwerkelijk
beter onderwijs in burgerschap en digitale geletterdheid.
Tot slot
De conceptkerndoelen voor burgerschap en digitale geletterdheid markeren een volgende
mijlpaal in de curriculumherziening. Voor alle vier de basisvaardigheden is nu het
fundament gelegd. Het onderwijs heeft behoefte aan focus. Veel leraren voelen de overladenheid
van het curriculum; dat vraagt om scherpe keuzes. Als er iets wordt toegevoegd aan
het curriculum, zal er ook iets af moeten. De focus op de basisvaardigheden helpt
dan ook om afgewogen keuzes te maken.
Ik kijk ernaar uit om leraren, leerlingen en het onderwijsveld kennis te laten maken
met deze concepten in de fase van beproeven. Ik dank de teams voor het goede en vele
werk dat is verricht.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul
Indieners
-
Indiener
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.