Brief regering : Stand van zaken strafbaarstelling lijkschennis en wetgevingstraject
36 410 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2024
Nr. 90
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 februari 2024
Bij brief van 13 juni 2023 (Kamerstuk 36 200 VI, nr. 138) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de voortgang van de verkenning met
betrekking tot het zelfstandig strafbaar stellen van, kort gezegd, lijkschennis. Ook
zou ik uw Kamer informeren over de planning met betrekking tot het wetgevingstraject
dat hiertoe wordt gestart. Door middel van deze brief geef ik daar opvolging aan.
Met de verkenning zijn het afgelopen jaar veel stappen gezet. Het Ministerie van Justitie
en Veiligheid heeft in dit kader gesprekken gevoerd met diverse betrokken partijen,
zoals het openbaar ministerie, de politie, nabestaanden van overleden personen die
te maken hebben gehad met lijkschennis, vertegenwoordigers uit de uitvaartbranche
en met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als coördinerend
ministerie met betrekking tot de Wet op de lijkbezorging. Met de opbrengst van de
verkenning kon het beleidskompas1 worden afgerond, waardoor meer inzicht is verkregen in de uitvoeringsconsequenties
en de keuzes die kunnen worden gemaakt met betrekking tot de inzet van beleidsinstrumenten,
waaronder noodzakelijke wetsaanpassingen.
Dit heeft ertoe geleid dat de departementale voorbereiding van een wetsvoorstel in
gang kan worden gezet. Gelet op de overige wetgevingsprioriteiten is het streven erop
gericht uiterlijk in de tweede helft van dit jaar hiermee van start te gaan.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid