Brief regering : Verslag NAVO-ministers van Defensie (DMM) en Ukraine Defence Contact Group (UDCG) van 14 en 15 februari 2024
28 676 NAVO
36 045 Situatie in Oekraïne
Nr. 452 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 februari 2024
Op 15 februari 2024 vond in Brussel een bijeenkomst plaats van de NAVO-Ministers van
Defensie (DMM), met deelname van de Zweedse Minister van Defensie. Voorafgaand aan
de DMM vond op 14 februari een digitale bijeenkomst van de Ukraine Defence Contact Group (UDCG) plaats. De bijeenkomsten vonden plaats aan de vooravond van 24 februari, de
dag van de grootschalige invasie van Rusland in Oekraïne twee jaar geleden. De deelnemende
landen toonden zich eensgezind in voortdurende steun aan Oekraïne. In deze brief informeer
ik uw Kamer over de uitkomst van beide bijeenkomsten.
Afschrikking en verdediging
In de werksessie over afschrikking en verdediging, bespraken de bondgenoten en Zweden
met de Supreme Allied Commander Europe (SACEUR) de volgende stappen in het operationeel maken van de nieuwe militaire plannen,
zoals aangenomen tijdens de NAVO-top in Vilnius in 2023. De SG NAVO zei dat meer bondgenoten
dan ooit voldoen aan de 2%-norm voor uitgaven aan defensie. Hij verwacht dat minimaal
18 van de 31 bondgenoten in 2024 aan deze norm voldoen. De SG blikte vooruit naar
mogelijke besluiten tijdens de Washington-Top en deed een oproep aan alle bondgenoten
om concrete stappen te zetten in de opschaling van de defensie-industrie. Ook zei
hij dat de NAVO een rol blijft spelen bij het verder structureren en vormgeven van
de militaire steun aan Oekraïne, zowel op de korte als de lange termijn.
Om de nieuwe militaire plannen uitvoerbaar te maken en houden moeten alle bondgenoten
werken aan het versterken van de eigen militaire capaciteiten en voorraden. SACEUR
gaf de laatste stand van zaken over de voortgang van de vulling van het NATO New Force Model (NFM), op basis van biedingen met capaciteiten door bondgenoten. De SG, SACEUR en
de Chair of the Military Committee (CMC) onderstreepten dat de nieuwe militaire plannen van de NAVO momenteel uitvoerbaar
zijn met de huidige staat van gereedheid, maar dat dit gepaard gaat met grote risico’s
en dus een hoge prijs. Het is een politieke keuze van bondgenoten om te bepalen hoeveel
risico aanvaardbaar is. Hoe beter capaciteiten en gereedheid op orde zijn, hoe meer
de risico’s gemitigeerd kunnen worden. Nederland onderstreepte de noodzaak van het
reduceren van deze risico’s door middel van aanvullende militaire eenheden en -ondersteuning,
wapensystemen, een hogere gereedheid van krijgsmachten en adequate command & control-structuren nodig. Om de weerbaarheid van de landen te verhogen, benadrukte de CMC
ook het belang van een whole-of-society aanpak.
Een belangrijke rol in de ontwikkeling en versterking van de militaire capaciteiten
van het bondgenootschap is weggelegd voor het NAVO-defensieplanningsproces (NDPP).
De minimum capability requirements (MCR) voor de huidige cyclus worden naar verwachting vastgesteld op de volgende DMM
in juni 2024.1 De gerubriceerde MCR vormen de basis voor bijgewerkte capaciteitsdoelstellingen per
bondgenoot. Deze nieuwe doelstellingen worden medio 2025 initieel gepresenteerd en
tijdens de DMM in oktober 2025 formeel vastgesteld. Tijdens de DMM in oktober 2024
verschijnt de eerstvolgende Defence Planning Capability Review (DPCR 2024) over de doelstellingen uit de vorige NDPP-cyclus (2019–2023). Na afloop
van deze DMM in oktober 2024 deelt de NAVO een openbare versie van het Nederlandse
rapport die het kabinet aan uw Kamer aan zal bieden. Tijdens de eigen interventie
bepleitte Nederland dat, naast de ontwikkelingen in het NDPP, bondgenoten moeten blijven
zoeken naar manieren om gereedstelling en capaciteitsontwikkeling te versnellen.
Verschillende bondgenoten bepleitten investeringen in Integrated Air and Missile Defence (IAMD). Uitvoering van het IAMD Rotational Model is urgent en concrete stappen op het gebied van IAMD tijdens de NAVO-top in Washington
in de zomer van 2024 zijn van groot belang. De SG benadrukte het belang van de Defence Investment Pledge (DIP) en onderstreepte dat de 2% van het bbp een minimum is. Hij herhaalde de oproep aan landen die hier nog niet aan voldoen om een concreet
en realistisch pad uit te werken om aan de 2% te gaan voldoen, voorafgaand aan de
Washington-top later dit jaar.
Het opschalen en versterken van de defensie industrie en het versnellen van defensie
productie is een belangrijke randvoorwaarde voor het realiseren van de versterking
van de afschrikking en verdediging. De SG riep nadrukkelijk op concrete stappen te
zetten en daarbij zoveel mogelijk samen te werken, ook met andere niet-NAVO partners.
In lijn met het non-paper dat Nederland afgelopen najaar met 19 andere landen heeft
medeondertekend heb ik daarbij benadrukt dat de NAVO en de EU, en in het bijzonder
het NATO Support and Procurement Agency (NSPA) en het Europees Defensie-Agentschap (EDA) nauw moeten samenwerken en niet-EU
partners daarbij moeten kunnen betrekken. Ook benadrukte Nederland het belang van
een spoedige implementatie van het Defence Production Action Plan (DPAP) en het betrekken van de industrie hierbij via de Defence Industrial Production Board.
Tot slot spraken bondgenoten vrijwel unaniem hun steun uit voor snelle toetreding
van Zweden tot de NAVO.
NATO Ukraine Council (NUC)
Tijdens de NUC spraken de bondgenoten, Zweden en de Hoge Vertegenwoordiger van de
Europese Unie over militaire steun aan Oekraïne. De Oekraïense Minister van Defensie
was digitaal aanwezig en leidde het gesprek in met een toelichting op de situatie
aan het front. Hij blikte terug op de tien jaar die zijn verstreken sinds de Russische
annexatie van de Krim en op de ontwikkelingen van de laatste twee jaar sinds de grootschalige
Russische inval in Oekraïne. De SG NAVO en meerdere bondgenoten, waaronder Nederland,
spraken hun waardering uit voor een standvastig en heldhaftig Oekraïne en benadrukten
dat de toekomst van Oekraïne de toekomst en veiligheid van het gehele Europese continent
zal bepalen.
Net als andere landen deelde Nederland tijdens de NUC de meest recente materiële en
financiële bijdragen voor de steun aan Oekraïne. Nederland lichtte de levering van
24 F-16s aan Oekraïne toe en meldde dat de overige F-16s ingezet zullen worden in
het European F-16 Training Centre in Roemenië. Nederland kondigde ook steunpakketten,
met onder andere Leopard tanks en drones, en maritieme trainingen in samenwerking
met andere bondgenoten aan. Tot slot maakte Nederland melding van een aantal financiële
bijdragen: een aanvullende € 25 miljoen voor het International Fund for Ukraine, € 10 miljoen voor de IT-coalitie en € 87 miljoen voor het Duitse artillerie munitie
initiatief. Nederland deed daarnaast de oproep voor transparantie over de bijdragen
van de individuele bondgenoten voor steun aan Oekraïne.
Tot slot heb ik het belang van de bilaterale veiligheidsarrangementen voor Oekraïne
benadrukt en daarbij de voortgang van de gesprekken tussen Oekraïne en Nederland geschetst.
Deze arrangementen verdiepen het partnerschap tussen Oekraïne en Nederland en daarmee
ook het partnerschap tussen Oekraïne en de NAVO. De gesprekken lopen voorspoedig en
zullen naar verwachting binnenkort afgerond worden. Tijdens de DMM deelden ook andere
bondgenoten de stand van zaken van gesprekken omtrent hun eigen bilaterale veiligheidsarrangementen
met Oekraïne.
Ukraine Defence Contact Group (UDCG)
Voorafgaand aan de UDCG vond op 14 februari 2024 de 19e UDCG plaats. Oekraïne gaf een update van de situatie op het slagveld en de deelnemende
landen kondigden nieuwe militaire steun aan. Bondgenoten en partners blijven verenigd
in hun inspanningen om Oekraïne te steunen in de strijd tegen Russische agressie.
Nederland gaf namens de luchtmacht coalitie, waaraan Nederland samen met Denemarken
en de VS leiding geeft, een update van de voortgang van het werk van deze coalitie.
In deze coalitie wordt naast de levering van F-16s gewerkt aan een breed ondersteuningspakket
met reserveonderdelen en munitie om de vliegtuigen inzetbaar te houden. De overstap
van ouder materieel naar moderne systemen is een zeer complex proces, waar landen
in vredestijd meerdere jaren voor nodig hebben. Naast andere training, zowel voor
vliegers als monteurs, vergen deze systemen een andere onderhoudsaanpak en is andere
infrastructuur benodigd dan voor de Sovjet-toestellen waar Oekraïne nu mee is uitgerust.
Binnen de luchtmacht coalitie werken partners er hard aan dat Oekraïne zo snel mogelijk
aan deze randvoorwaarden kan voldoen. Tot slot heeft Nederland andere landen opgeroepen
om ook deel te nemen aan deze coalitie.
Daarnaast heeft Nederland Letters of Intent (LoI) getekend om deel te nemen aan de door Duitsland geleide Intergrated Air and Missile Defence (IAMD) coalitie en aan de door Letland geïnitieerde Drone-coalitie. Drones spelen in toenemende mate een belangrijke rol op het slagveld en
door deelname aan deze coalitie kan Nederland Oekraïne op dit gebied ondersteunen
en leren van de innovaties die op dit gebied ontstaan. Deze beide coalities sluiten
aan bij eerdere leveringen en beoogde leveringen in de nabije toekomst. Nederland
neemt daarnaast deel aan de coalities maritiem en IT. Deze laatste coalities richten
zich op de ontwikkeling en modernisering van de Oekraïense maritieme strijdkrachten
en tevens het moderniseren van de IT voorzieningen van de Oekraïense strijdkrachten.
Nederland neemt als waarnemer deel aan de pantser-, ontmijnings- en artillerie-coalities.
De coalities beogen de verdere opbouw en modernisering van de strijdkrachten van Oekraïne.
Dit stelt Oekraïne in staat het huidige gevecht voort te zetten en in de toekomst
geloofwaardige afschrikking te bieden tegen Russische agressie. Tevens wordt met deze
modernisering de interoperabiliteit met NAVO strijdkrachten verbeterd. De steun aan
Oekraïne wordt gefinancierd uit de daarvoor gereserveerde middelen.
De Minister van Defensie, K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie