Brief regering : Ontwikkelingen mestmarkt
30 252 Toekomstvisie agrarische sector
Nr. 152 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 februari 2024
Er zijn grote zorgen over de situatie op de mestmarkt. Na een nat voorjaar in 2023
zijn de mestafzetprijzen voor veehouders die mest moeten afvoeren van het bedrijf
fors gestegen. Door de afbouw van de derogatie1 mag er minder dierlijke mest in Nederland worden toegepast en dit neemt nog verder
af in de komende jaren. Dit heeft grote gevolgen voor veehouderijbedrijven met een
bedrijfsoverschot aan mest. De Kamer heeft hierover de motie Van Campen c.s. (Kamerstuk
30 252, nr. 141) aangenomen, die de regering verzoekt om voor 1 maart a.s. een brief aan de Kamer
te sturen.
Ik ben mij bewust van de urgentie van de situatie en ik ben bezig de handelingsopties
om de situatie op de mestmarkt te verlichten in kaart te brengen en uit te werken.
Daarbij voer ik gesprekken met verschillende partijen, waaronder sectorpartijen. Zoals
ik ook eerder in de Kamer heb aangegeven, gaat het om een ingewikkeld vraagstuk. Daarbij
vind ik het belangrijk zorgvuldig te werk te gaan en alle mogelijke handelingsopties
tegen het licht te houden. Hiervoor heb ik enkele weken meer tijd nodig dan verzocht
in de motie. Ik zal uw Kamer naar verwachting eind maart over de mogelijke handelingsopties
voor het verlichten van de mestmarkt kunnen informeren. Ik wil deze handelingsopties
hierna graag zo snel als mogelijk met uw Kamer bespreken. Ik geef u daarom in overweging
het Commissiedebat Mestbeleid dat gepland staat op 6 maart a.s. met enkele weken uit
te stellen tot begin april, zodat hier op een zo kort mogelijke termijn een debat
over kan plaatsvinden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit